Pioniersplek De Plaats op Ameland organiseert sinds 2018 activiteiten op Ameland rondom geloof en zingeving. Het is een plek voor verbinding, verdieping en vertraging. Millenials zijn één van de belangrijke doelgroepen. Predikant-pionier Sijbrand Alblas, met zijn 35 jaar zelf een millenial, is hier van meet af aan bij betrokken. Samen met het pioniersteam begeleidt hij onder andere retraite weekenden waar veel millenials op afkomen. Hierbij wordt samen een lange wandeling gemaakt over het eiland. De centrale vragen zijn: Welke keuzes heb ik gemaakt? En welke rol speelt het geloof of zingeving in mijn leven?
Wie zijn die dertigers en veertigers die op jullie weekenden afkomen en wat zoeken ze nou precies?
“De millenials die naar onze weekenden komen zijn met name op zoek naar een plek waar ze even los zijn van alles. Ze willen een paar dagen ontsnappen aan het gejaag en gejakker op de vaste wal. De bootreis naar het eiland helpt daar al bij. Ze zoeken een plek waar ze van een afstandje naar hun leven kunnen kijken. De levens- en geloofsvragen komen dan al snel bovendrijven. Ook zoeken ze een plek waar ze door andere gelovigen weer gevoed worden. Sommige deelnemers hebben weinig mensen in hun omgeving waarmee ze dit delen. Onze weekenden voorzien ook in die behoefte. De meeste bezoekers zijn wel verbonden met een kerk. Toch ervaren ze hier lang niet altijd aansluiting met anderen. Voor sommigen is dit niet de plek waar hun vragen gehoord worden.”
Misschien een beetje typische vraag, maar toch: zijn ze vooral voor zichzelf aan het zoeken of ook voor anderen? Is het een “ik-spiritualiteit” of een “samen-spiritualiteit”? Of misschien nog iets anders?
“Onder deze vraag ligt (mogelijk) de vooronderstelling dat veel millenials vooral bezig zijn met zichzelf en minder verbonden zijn met de samenleving als geheel. Dit zie ik in elk geval niet terug bij de deelnemers van onze weekenden.
De weekenden die wij organiseren zijn zinzoekersweekenden. En je vindt de zin van het leven niet met navelstaren of enkel in de spiegel kijken. Het wordt gevonden in de wereld zoals die op ons afkomt. We bespreken tijdens het weekend onder andere een tekst van de psychiater Viktor Frankl, die in een concentratiekamp was opgesloten. Hij schrijft: ‘Het was duidelijk dat de carrièregerichte vragen – wat wil ik uit het leven halen, wat moet ik doen om mezelf gelukkig te maken? – niet de juiste waren. De echte vraag luidde: wat vraagt het leven van mij?’
De millenials die naar onze pioniersplek komen denken veel na over de waarden waar ze uit leven. Ze besteden tijd aan het onderhouden van relaties met anderen. Een verschil met oudere generaties is misschien dat de groepen waar je als millenial bij hoort slechts een fragmentarisch onderdeel zijn van je totale identiteit. Ze zoeken hun eigen identiteit te midden van de vele groepen waar ze bij horen. En ze laten die groepen ook makkelijker weer los. Verenigingen en instituten hebben het daardoor moeilijker om vrijwilligers te vinden. Hierdoor lijken ze meer op zichzelf gericht. Toch geloof ik dat velen net zo sterk verbonden zijn met de wereld om hen heen als mensen van andere generaties. Bedenk maar eens hoeveel millenials zich zorgen maken over het klimaat, ervoor kiezen om vegetarisch te eten of heel bewust ‘woke’ proberen te leven. Dat laatste betekent dat je heel alert bent op maatschappelijke misstanden. Het zijn allemaal tekenen van een diepe verbondenheid met onze wereld.”
Als het gaat om “zorgen maken over het klimaat, vegetarisch eten en ‘woke’ leven. Hoe doen ze dat en waarom en in welke verbanden?
“Als ik kijk naar de millenials waar ik zelf contact mee heb, dan zie ik dat ze dit vooral samen doen met hun eigen kleine kring. Bijvoorbeeld het eigen gezin, of een aantal goede vrienden of vriendinnen. Ook kun je met een simpele muisklik al lid worden van facebookgroepen met anderen die er hetzelfde over denken.
Millenials zijn opgegroeid met het idee dat de wereld grotendeels maakbaar is. En we leven nu in een tijd met grote wereldproblematiek wat velen zorgen baart. Via alle moderne media komt het dagelijks op ons netvlies binnen. En we zijn niet in staat om dit op te lossen. Hier kun je je schuldig over voelen. Door een andere levensstijl aan te nemen proberen millenials bij te dragen aan de oplossing, en niet aan het probleem.
Voor mij komt hier ook het woord zonde om de hoek kijken. Zonde zit namelijk ook in de structuren waarop onze wereld is gebouwd. Die verhinderen vaak dat mensen tot hun recht komen. We buiten de aarde en onze medemens uit. Dit is iets anders dan een persoonlijke schuld, maar het is wel een schuld waar we ons mee moeten verhouden.”
Dit herken ik. Maar ik zou het scherper willen formuleren. Voor mijn gevoel staat de wereld in de fik: Het nieuwste klimaatrapport, de ontwikkelingen in Afghanistan en wat dat aan (seksueel) geweld betekent, een verlamd en steeds rechts-populistischer wordend Europa, LHBTI-gerelateerd geweld en een absoluut geloof in het gelijk van jezelf en de bubbel waarin je leeft ten koste van feiten en wetenschap. Hebben we niet juist gemeenschappen nodig waarin de profetische stem van vrede en gerechtigheid klinkt, een wegwijzer is. Kan een pioniersplek ook zo’n gemeenschap zijn?
“Ik geloof zeker dat het nodig is om een profetisch geluid te laten horen. Traditionele kerken en pioniersplekken zijn beiden geroepen om deze stem kracht bij zetten. Tegelijkertijd merk ik bij mezelf dat de situatie in de wereld zo complex is en oplossingen lijken zo ver weg dat dit ook een verlammend effect heeft. Want waar moet je beginnen? Soms wil ik het liefst een boot kopen om vluchtelingen uit zee te redden. Maar zelfs als dit me zou lukken is het nog steeds slechts een druppel op een gloeiende plaat, en wordt het probleem nog niet opgelost.
Het evangelie helpt mij om aan de verlamming te ontsnappen. Hierin ontdek ik dat we als mens geroepen zijn om vrede en recht te brengen, maar ook dat wij zelf de Messias niet zijn. Voor mij is de hoop dat God alle mensen uiteindelijk recht zal doen heel belangrijk. Het begint met het kyrië. God ontfermt zich over onze wereld. Ik hoef al die last niet zelf op mijn schouders te dragen, maar mag meegaan in de beweging van Gods Geest die vrede en recht brengt. En hierin leer ik ook veel van anderen die daar ook mee bezig zijn.”
Is de traditionele kerk een plek waar jij als predikant zelf ook ‘zin’ vindt? Of deel je met de deelnemers ook de afstand tot de traditionele geloofsgemeenschap?
“Ik vergelijk het wel eens met mijn twee benen. Beiden heb ik nodig om vooruit te komen. Zo vind ik het heerlijk om me tijdens de preekvoorbereiding te verdiepen in een Bijbelverhaal en vind ik het inspirerend om op zondag voor te gaan. Ook gesprekken met oudere gemeenteleden kunnen mij raken. Dat zou ik niet willen missen. Tegelijkertijd verbaas ik me regelmatig over de starre structuren van de kerk. Er is zoveel gedoe over kerkgebouwen, financiën en samenwerkingsverbanden. Dan vraag ik me wel eens af: ‘Waarom doen we zo moeilijk?’ Ik kan het verstandelijk allemaal wel begrijpen. En ik heb ook wel geleerd hoe met al die discussies om te gaan. Maar voor mezelf sta ik daar heel anders in. Jezus opdracht was: ‘Hoedt mijn schapen’, en niet: ‘Hoedt mijn financiën of mijn kerkgebouwen.’ Die doen er wel toe, maar mogen nooit een splijtzwam worden tussen mensen.
De speelsheid van het pionieren geeft me dan ook ademruimte. Zonder kerkgebouw en zonder al te veel geld, maar wel met frisse ideeën. We spelen Bijbelverhalen na op het strand, maken muziek, wandelen samen in stilte en bouwen zelfs zandkastelen. Hierbij ervaar ik de vrijheid die ik nodig heb. Tegelijkertijd ben ik ook kritisch op tendensen in mijn eigen generatie. Velen zijn niet meer echt geworteld in een traditie en zijn niet aan een kerk of politieke partij verbonden. Je bent dan vatbaarder om mee te waaien met allerlei nieuwe ideeën, want je mist de tegenspraak vanuit je vaste groep. En als enkeling kun je gemakkelijk misstanden aankaarten, maar je hebt uiteindelijk ook een groter geheel nodig om structurele oplossingen door te voeren in de maatschappij.”
Wat zou er volgens jou aan de kerk moet veranderen, zodat millenials daar een thuis vinden?
“Het eerste wat in mij opkomt is een uitspraak van Augustinus: Ecclesia semper reformanda est. De kerk moet zichzelf telkens weer opnieuw uitvinden. Iedere context vraagt weer om nieuwe vormen en nieuwe theologie. Dat is zeker nu relevant. We leven momenteel in een tijd waarin de gehele samenleving zichzelf opnieuw aan het uitvinden is. Er is veel polarisatie. Hierdoor loopt ook het politieke stelsel regelmatig vast.
Ik zie een sterke behoefte aan de kerk als een levende gemeenschap waar je gekend bent. Een plek waar je met jouw vragen en zorgen welkom bent. Waar je samen met anderen zoekt naar manieren om het goede leven vorm te geven. Dan is er ruimte voor praktische vragen als: ‘Hoe houd ik al die vele ballen tegelijkertijd in de lucht?’ Maar ook voor de vraag: ‘Hoe ga ik om met mijn schuldgevoel omdat ik voortdurend tekortschiet?’
Het ‘vergeef ons onze schulden’ uit het Onze Vader geeft een goede aanleiding om hierover in gesprek te gaan. De kerk als gemeenschap die leeft van vergeving en verzoening is in onze tijd heel belangrijk. Mens-zijn betekent ook je eigen tekortschieten aanvaarden, tegenover je naaste en de wereld. Deze erkenning geeft ruimte om samen te ontdekken hoe we in deze tijd wel in het spoor van Christus kunnen gaan. En hoe we die stem van vrede en gerechtigheid verder kunnen laten klinken in deze wereld.”
Dit klinkt als wat in “gewone” kerken ook gebeurt of wellicht zou moeten gebeuren. Kun je mij nog preciezer uitleggen wat het verschil is tussen een “gewone” gemeente en “De Plaats” op Ameland. Zit het verschil in leeftijd en/of vorm of is er ook een inhoudelijk verschil?
“Het is maar goed ook dat dit in veel kerken gebeurt! En pioniersplekken zijn ook maar nieuwe vormen van de kerk, dus daar zit zeker een overlap in. Een groot verschil met traditionele kerken is dat pioniersplekken niet ambtelijk zijn. In de kerk hoor je op zondag vaak een monoloog van de predikant. Bij een pioniersplek ligt de nadruk op het leren van elkaar. Het is meer vanuit een gelijkwaardige houding.
Ook heeft de pioniersplek minder ballast. De traditionele kerken dragen vaak een heel verleden met zich mee. Daarin zit veel rijkdom verscholen, maar het voelt soms ook als een last. Pionieren geeft ruimte om het eens anders te proberen. Je gooit je net gewoon eens de andere kant op, en iedereen doet mee. We zijn dan ook bewust aan het zoeken naar nieuwe manieren waarop we ons geloof kunnen beleven. En lukt het ons niet? Dan proberen we het de volgende keer gewoon nog weer anders.”
Dit is een bewerkte versie van een interview dat onlangs verscheen in Ophef.