Zoals gezegd in de inleiding: je bent vaak op televisie te zien of op de radio te horen. Ook op de social media ben je duidelijk aanwezig. “Ik ben inderdaad niet vies van media-aandacht, maar altijd óók voor de goede zaak” zei je eerder tegen me. Ben je zelfkritisch als het gaat om uitspraken die je doet in de media?
“Op mijzelf ben ik erg kritisch. Na elk media-optreden kijk en luister ik met mijn vrouw de uitzending terug. En elke keer hoor of zie ik dingen die ik verbeteren moet, die scherper kunnen, of juist milder. Ik probeer constant te leren.”
Nooit bang dat je te vaak ‘in the picture’ bent? Ik hoor van anderen wel eens: “Nee he, daar heb je die Bosman weer”…
“Ach. Nee, daar ben ik niet bang voor. Als ik als academisch theoloog de media mijd, dan treft mij het verwijt van intellectuele arrogantie. ‘Kom je ivoren toren eens uit!’ En als ik mijn verantwoordelijkheid neem, als gelovig en als academicus, om in de media te verschijnen, krijg ik hetzelfde verwijt van arrogantie te verwerken. Wat je ook doet, goed doe je het nooit voor iedereen. Ik heb daar vrede mee.”
Van welke uitspraak lig je nu af en toe nog wel eens wakker?
“Niet één. Nee. Zoals Edith Piaf als zong: ‘Non, je ne regrette rien’.”
Straks een paar vragen over je boek. Eerst een aantal vragen over Jezus. Wie of wat is Jezus voor jou?
“Jezus is voor mij Gods liefste woord, dat God zelf in mijn hart heeft gefluisterd. Het is een liefdesgeheim dat zich slechts laat uitdrukken in metaforen en analogen. ‘Jezus’ zeggen betekent voor mij: zeggen dat God zich heeft willen overleveren in mensenhanden. Na het gedurfde, en niet onproblematische experiment van de schepping zelf, durfde God een nog groter experiment aan. Hij werd één van ons. En weer liep het experiment slecht af. Dat wil zeggen, zo leek het op Goede Vrijdag. Maar toen werd het Pasen, het graf was leeg. De geliefde leefde weer. Jezus is de vleesgeworden belofte van God dat eens het koninkrijk der hemelen waarheid zal worden. En tot die tijd herdenken wij Hem en verkondigen wij het mysterie van ons geloof, tot Hij wederkomt.”
Geloof je in Jezus?
“Ja. Als je niet in Jezus gelooft, sla je de bodem onder je christelijk geloof vandaan. Jezus erkennen als de Christus, de gezalfde Gods, is essentieel voor elke christen. De gehele christelijke traditie is te lezen als een grote poging om mens en God in Jezus Christus samen te denken zonder het ene te laten prevaleren boven het andere. Dat is ook wat ik met mijn boekje voor elkaar wil krijgen. Je moet Jezus helemaal nemen, geen geshop, geen gemakkelijke verdeling tussen de menselijke kant en de goddelijke kant van Jezus.”
Welke uitspraak van Jezus spreekt je het meest aan?
“‘Wees niet bang’. De engel zegt het tegen Jozef in zijn droom (Mt. 1,20), een andere engel tegen Zacharias (Lc. 1,13), weer een andere engel tegen Maria (Lc. 1,30), en weer een andere engel tegen de vrouwen bij het graf (Mt. 29,5) en daarna zegt Jezus hetzelfde (Mt. 28,10). Zo zijn er talloze voorbeelden te vinden te in de Bijbel waarin wordt opgeroepen niet bang te zijn. Angst is de slechtste raadgever die je kunt hebben. Jezus roept ons op om geen vrees te hebben, niet bang te zijn voor de toekomst, niet bang te zijn boven het maaiveld uit te steken, niet bang te zijn de uitzondering te vormen. Het is een van de belangrijkste motto’s van mijn leven.”
Je nieuwste boek gaat over 9 ongemakkelijke uitspraken van hem. Waarom dit boek?
“Als kerkgaande theoloog word ik elke drie jaar geconfronteerd met dezelfde lezingen in de liturgie. Daarin komen bijna al deze negen uitspraken voor. Jaar na jaar hoor je deze moeilijke passages en denk je na over wat ze betekenen. Na een aantal jaar reflectie, aanvullende studie en gesprekken met collega’s kreeg ik steeds meer helderheid over de betekenis van deze uitspraken. Toen mijn dochter voor de eerste keer de kinderwoorddienst moest ‘draaien’ en zij zich voorbereidde op het evangelie van die zondag, kreeg ze de passage over Jezus die het zwaard komt brengen voor de kiezen. Zie Mt. 10,34-39; Lc. 12,51-53; 14,26-27. Dat was heel concreet de aanleiding om al mijn ideeën en gedachten eens te ordenen tot dit boek.”
“Met gebruikmaking van inzichten uit de moderne Bijbelexegese legt hij negen ongemakkelijke uitspraken van Jezus uit aan een breed publiek. Hij dient zijn commentaren op met de voor hem kenmerkende vrije stijl van vertellen. Een smakelijke kennismaking voor de één of een opfriscursus voor de ander.” Kun je met die inzichten al dat ongemak wegnemen?
“Nee. Zoals ik in de inleiding van mijn boek al schreef, is het juist NIET mijn bedoeling om de ongemakkelijkheden weg te exegetiseren. Dat doen veel predicatores, en dat vind ik juist niet terecht. Ik wil juist de weerbarstigfheid van de Nieuwtestamentische Jezus laten zien, als waarschuwing tegen elk menselijk pogen om een eigen Jezus samen te stellen, naar eigen beeld en gelijkenis. Voor je het weet, heb je een stenen beeld gemaakt. En je weet wat er met stenen beelden moet gebeuren…”
Met welke van die negen uitspraken heb je de meeste moeite?
“Jezus die een niet-Joodse vrouw te verstaan geeft dat het niet goed is om de kinderen hun brood af te pakken en het aan de honden te voeren (Marcus 7, 27). Eigenlijk lijkt Jezus gewoon heel racistisch in zijn afwijzing van de niet-Joodse vrouw. En een racistische Jezus past(e) totaal niet in mijn beeld van de liefhebbende Jezus, die gestorven is voor alle zondaars. En zelfs na mijn uitgebreide exegese van deze passage blijf ik het de moeilijkste vinden. De reactie van de vrouw vind ik dan weer briljant. Ze zet Jezus zo’n beetje op zijn nummer. En Jezus reageert dan weer als een goede verliezer: hij geeft haar gelijk! Zo zie ik ook onze relatie met God: het is geen louter ‘ja en amen’, maar een gesprek, een overleg, waarbij de uitkomst niet bij voorbaat vaststaat.”
Zou een boek met moeilijke uitspraken van andere heilige figuren, bijvoorbeeld Mohammed, Mozes en Abraham, niet ook een goed idee zijn?
“Ja. Dat lijkt me een heel goed idee. Vooral: ‘Mohammed, wat zeg jij nu?’. Wat betreft Mozes en de andere oudtestamentische figuren ligt het iets anders, aangezien zij (vaak) minder woorden krijgen in de Bijbel en ze qua statuur van een andere orde zijn dan ‘religiestichters’ als Jezus of Mohammed. Hoewel Jezus strikt genomen geen religie heeft gesticht. Maar u voelt vast het verschil.”
Al weer aan het schrijven voor een ander boek?
“Zeker. In het najaar komt er een boek uit dat ik samen met Annemarie Latour heb geschreven. Latour is een collega van mij van Tilburg University en is gespecialiseerd in Ierse folklore. Samen hebben we een kritisch en toch zeer leesbaar boek geschreven over de mythe van het Keltisch christendom. We laten daarin zien dat het in onze tijd zo populaire ‘Keltisch christendom’ in feite geen historische reconstructie is van een min of meer objectief verleden, maar een romantische materialisatie van onze eigen postmoderne verlangens naar een ‘ander’ christendom. We beschrijven de interactie tussen de Keltische en christelijke verhalen in de geschiedenis van Ierland. Iedereen die iets wil weten over het ‘Keltisch christendom’ kan met ons boekje beginnen: het boek van Kells, sint Brandaan, Sint Brigid, enzovoorts. Het komt in het najaar uit bij Ark Media.”
Klik hier voor meer informatie over Jezus, wat zeg jij nu?.
Hoi,
Ik las net dat stukje over markus 7:25-27
25 Al gauw hoorde een vrouw ervan dat Hij daar was. Ze had een dochtertje dat in de macht was van een duivelse geest. Ze kwam naar Hem toe en liet zich voor Hem op haar knieën vallen.
26 Deze vrouw was een Griekse, geboren in Syro-Fenicië. En ze vroeg aan Hem om de duivelse geest uit haar dochter weg te jagen.
27 Maar Hij zei tegen haar: “Het is niet goed om het brood van de kinderen aan de hondjes te geven. Eerst moeten de kinderen genoeg hebben gegeten.”
Hoe wordt dit bedoeld? Als Jezus zo liefdevol is, waarom doet hij dan zo tegen deze wanhopige vrouw? Ik lees steeds meer teksten waaruit blijkt dat Jezus een keihard, racistisch en haatdragend man was ipv die liefdevolle jezus waar wij zo over leren. Hoe zit dit?