Wat zal herroeping van de cherem, de banvloek, tot gevolgen hebben?

“Ik denk dat dit vooral consequenties zal hebben voor de Halacha, de joodse wetgeving. Binnen de joodse wet zal het een stap zijn, want dit geval zal een precedent kunnen zijn voor andere gevallen. De ban kan in principe nog steeds toegepast worden. Het gebeurt niet vaak meer, maar het kán nog wel. Als je deze ban herroept, zal dit impact kunnen hebben op de procedure van het opleggen van een ban in het algemeen. Verder is het vooral een kwestie van reputatie. Soms denk ik: de ban van Spinoza hebben we nodig om het er met elkaar over te kunnen blijven hebben. Je kunt het dus maar beter niet opheffen, dan zijn we het kwijt. Het hoort bij Spinoza. Jezus had het kruis, Hannah Arendt had Eichmann in Jeruzalem en Spinoza had de ban. Spinoza is als groot denker een belangrijk onderdeel van de Amsterdamse Joodse geschiedenis. Inhoudelijk speelt de ban allang geen rol meer. Iedereen heeft het gevoel: deze kwestie gaat niet over Spinoza maar over waar het jodendom nu staat.”

Spinoza had na 30 dagen kunnen vragen om opheffing van de cherem, maar deed dit niet. Hij maakte zich er blijkbaar niet zo druk om. Kunt u dit verklaren?

“Hier zijn verschillende meningen over. We weten helaas niets zeker. Er zijn alleen geruchten uit de tweede hand.”

Welke gevolgen heeft het uitspreken van de banvloek over Spinoza gehad op zijn gedachtegoed?

“De gevolgen van een banvloek hangen erg af van het vangnet dat je buiten de gemeente hebt. Meestal wordt een ban ook gewoon weer herroepen, maar voor Spinoza betekende het wel het einde van het contact met de Sefardisch-Joodse gemeenschap. Spinoza is een mooi model van iemand die uit de gemeente wordt gegooid, maar die niet a-religieus wordt. Hij gelooft niet in een persoonlijke God, maar in een God die de natuur is: deus sive natura. In plaats van atheïst of pantheïst, zou ik Spinoza eerder zien als een non-theïst. Een godsbeeld waarbij een bepaalde godheid van belang is, hangt hij niet aan.

Wat voor invloed de ban op zijn gedachtegoed heeft gehad weet ik niet. Er zijn geleerden die zeggen dat de manier waarop hij ingaat tegen het religieuze establishment wel gekleurd is door zijn ervaringen met het religieuze establishment bij de Sefardische gemeente. Yosef Kaplan, emeritus professor Joodse geschiedenis aan de Hebrew University of Jeruzalem, heeft hier heel recent onderzoek naar gedaan. Aan het einde van hoofdstuk drie van de Tractatus theologico-politicus schrijft Spinoza: ‘Maar weet je, zo lang als joden zich blijven besnijden, zo lang zullen ze waarschijnlijk wel het uitverkoren volk blijven. Net zoals Chinezen Chinezen zullen blijven wanneer ze staarten dragen.’ Yosef Kaplan ontdekte onlangs dat Spinoza’s grootvader postuum besneden is om joods begraven te kunnen worden. Het is vrij zeker dat Spinoza daarbij was en diep onder de indruk is geweest van deze sociale segregatie tot voorbij de dood. Waarschijnlijk dacht hij daar aan terug toen hij dit persoonlijke stukje aan het einde van het hoofdstuk schreef. Ik vind deze theorie van Yosef Kaplan zeer plausibel. Heel soms zie je dat de persoon Spinoza even om het hoekje komt kijken. De ban heeft dus misschien invloed gehad op de toon van zijn werk, maar niet op de inhoud.”

Steven Nadler, professor filosofie en Spinoza-expert, onderschreef de stelling van Odette Vlessing toen hij vertelde hoe Spinoza slim gebruik maakte van Nederlandse wetgeving om zich vrij te stellen van familieschulden, wat indruisde in tegen de wegeving van de joodse gemeente. Had de ban op Spinoza eigenlijk geen financiële aanleiding die verhuld werd door beschuldigingen van ketterij?

“De financiële aspecten – hij wilde zich onttrekken aan schulden en liet zich minderjarig verklaren – zullen zeker een rol hebben gespeeld. Maar afgaand op de tekst van de ban kun je er niet van uitgaan dat dat het enige was. De originele tekst is zo hevig dat het nooit alleen te maken kan hebben met de economische motieven. De financiële aspecten zullen de zaak zeker urgenter hebben gemaakt dan hij al was. Spinoza was een veelbelovende leerling. Het is teleurstellend als die dan andere dingen gaat beweren dan het gezag, zeker als het ketterse dingen zijn. In documenten van de gemeente is ook te lezen dat zij met hem hebben gepraat, maar dat hij niet op zijn ideeën is teruggekomen. Dit is ook een standaard procedure bij het uitspreken van een banvloek: voordat je iemand in de ban stopt ga je eerst met die persoon praten. De ban was niet iets wat het gezag graag wilde toepassen en het werd daarom ook niet vaak toegepast, in de hele zeventiende eeuw maar 34 keer.”

Tijdens het symposium werd gevraagd: ‘De ban op Spinoza is moreel gezien onjuist. Maar was het ook moreel onjuist voor de Joodse gemeenschap in deze bepaalde tijd en in deze bepaalde context?’ Wat denkt u?

“Op dat moment deden de leiders wat zij dachten dat goed was voor de gemeenschap. Ze baalden er vast van dat een slim individu, een ideale student, afwijkende ideeën had. Dit zou best mee kunnen spelen. Historici maken gebeurtenissen rationeel, maar gebeurtenissen zijn nooit alleen rationeel. Dat maakt geschiedenis deels ook arm. Er worden sluitende reconstructies gemaakt, maar we krijgen slecht de vinger achter de emoties die een rol hebben gespeeld. Ik denk dat deze casus wel een emotionele casus is geweest, maar dat de mensen die de beslissing hebben genomen alleen hebben gedaan wat zij dachten dat belangrijk en goed was voor de gemeenschap.”

Wie zou de ban op Spinoza nu, bijna 400 jaar later, moeten of kunnen opheffen?

“De ban op Spinoza kan technisch gezien niet worden opgeheven. Hiervoor is een voltallig rabbinaal gerechtshof nodig en de persoon in kwestie. Het kan symbolisch, maar daarvan zegt Chacham Toledano, opperrabijn van de Portugees Joodse gemeente: ‘daar beginnen we niet aan.’ Ik ben het zelf met Toledano eens: symbolisch, daar heb je toch niets aan? Je mag de boeken van Spinoza gewoon lezen. Zijn boeken zijn formeel niet in de ban gedaan. Als je de originele tekst goed leest, wordt het afgeraden om zijn boeken te lezen, maar ze worden niet in de ban gedaan. Enkel Spinoza zelf. Het gaat dus om de persoon Spinoza en niet om zijn gedachtegoed. Chacham Toledano sprak tijdens het symposium: ‘wij verkopen zijn boeken gewoon in de winkel.’ Dat was voor mij een teken dat Toledano kan relativeren. Ook opperrabijn Jacobs van Interprovinciaal Opperrabbinaat heeft gesteld: ‘Het is een groot filosoof, dat ontkennen we niet, maar je kunt niet aan een rabbinaal gerechtshof vragen iemand, die alles loochent wat het fundament is van jouw religie, amnestie te verlenen.”

Is het herroepen van de ban op Spinoza niet eerder een kwestie van reputatieherstel voor de Portugees Joodse gemeente dan voor Spinoza zelf? Is hier sprake van eigenbelang?

“Ja, er is zeker sprake van eigenbelang. Rabbijn Nathan Lopes Cardozo sprak tijdens het symposium: ‘De ban is het instrument van bange mensen. We zijn niet bang voor een persoon in ons midden die iets anders zegt. Wij willen als jodendom laten zien dat we niet meer bang zijn, daarom moeten we de ban opheffen.’ Opperrabbijn Toledano kwam Cardozo in zekere zin een beetje tegemoet toen hij zei: ‘Laten we eerlijk zijn, als ik iedereen in mijn gemeente in de ban zou moeten doen die nu denkt wat Spinoza toen dacht, dan zou ik geen gemeente overhouden.’ Dus in zekere zin is de inhoudelijke opschuiving al gemaakt. De gemeente tolereert het al dat mensen anders denken. Mentaal is Toledano dus met de tijd meegegaan. Hij weet dat zijn gelovigen lang niet allemaal meer zo gelovig zijn als ze vroeger moesten zijn. Juridisch, of halachisch, zit hij gevangen in regels en kan daar niet overheen stappen. Daar zit een harde crux. Cardozo stelt dat je daar overheen moet stappen en Toledano zegt: ‘Dat kun je wel willen, maar dat kan niet. Tegenwoordig doen we niemand meer in de ban, maar deze ban herroepen is een technisch punt en dat ga ik niet doen.’ Dat is binnen het jodendom het grote punt. Pas je de regels aan? Daarvoor is het liberaal jodendom, dat sinds de verlichting veel rekkelijker met regels omgaat. Rabbijn Cardozo is van mening dat we voor dit uitzonderlijke geval een groots gebaar moeten maken. Het gaat dus om reputatie. Nog niet eens zozeer om die van Spinoza, als wel die van de gemeente. Steven Nadler stelde: ‘het zou gewoon goede pr zijn.’ Ik vond het persoonlijk erg knap van opperrabbijn Toledano om publiekelijk te zeggen ‘Luister, ik weet heus wel dat mijn gemeente er anders over denkt’. Hij heeft hiermee veel indruk op mij gemaakt.”

Wat vindt u, is het tijd om de ban op Spinoza te herroepen?

“Het kan simpelweg niet volgens de joodse wetgeving. Opperrabijn Toledano heeft laten zien dat hij allang weet dat hij vrije denkers in zijn gemeente heeft en dat heeft hij nu ook publiekelijk gezegd. Ik bewonder zijn performance tijdens het symposium van afgelopen zondag enorm. Hij heeft zijn belangen voortreffelijk behartigd en ik ben het dan ook met hem eens. Sommige Joden hebben een kruis nodig om een icoon te kunnen worden: Spinoza had de ban. Laat het lekker in tact, dan hebben we het er over een paar jaar nog eens over.”

Dominique Kok

Religiewetenschapper

Studeert Religiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.