“Wat mij telkens woedend en hopeloos maakt, is hoe de Israëlische bezetter het dagelijks leven van gewone Palestijnen onmogelijk maakt. Of dat nu voortkomt uit onvermogen tot empathie, arrogantie, sadisme of het klakkeloos opvolgen van bevelen… ik vind het onverdraaglijk om te zien hoe Palestijnen in de bezette gebieden – en daartoe reken ik ook Gaza – het gewone leven afgenomen wordt.
Ik denk aan versperringen, invallen, vernielingen, willekeur, bureaucratische hindernissen en pesterijen. Ik denk aan het weigeren van eenvoudige vergunningen, gevangenneming, ook van minderjarigen, buitengerechtelijke executies, kapot maken van onderwijs en gezondheidszorg en het afnemen van alle dingen die plezier verschaffen in het leven. De bevolking wordt op steeds minder grondgebied samengeperst. Niets wordt nagelaten om Palestijnen afhankelijk, onderdanig en hopeloos te maken, totdat zij ‘vrijwillig’ vertrekken of de moed opgeven.
Alles wordt van Israëlische kant afgedekt met redenen, liefst ontleend aan de nationale afgod ‘veiligheid’. Volgens journalist Gideon Levy is dat na het jodendom de tweede religie van het land. De acties zijn onderdeel van de decennialange agenda om het gebied grotendeels in bezit te kunnen nemen.”
Zie je een parallel tussen je eigen familiegeschiedenis en het lot van de Palestijnen?
“De systematische campagne om een normaal leven voor Palestijnen onmogelijk te maken, doet me denken aan hoe de bezetter destijds joden in Nederland en Europa een normaal leven onmogelijk maakte. Dat is mijn recente, persoonlijke ontdekking. Het is het verhaal van de Duitse joden uit de dertiger jaren en dat van mijn ouders aan het begin van de oorlog: geleidelijk aan mochten zij niets meer, werd alles verboden. Ze werden afgezonderd door ‘anti-joodse maatregelen’ uit het gewone leven gekieperd. Ontmenselijkt.
Natuurlijk weet ik dat de bezetters van Nederland en Europa daarbij een duivels moordplan voor ogen stond, maar dat maakt mijn woede niet minder. Mijn bescheiden activisme komt voort uit een emotionele gelijkstelling van het lot van mijn ouders toen, met dat van het Palestijnse volk nu.
Ik vermoed dat mijn inzet is bedoeld om langs deze weg mijn ouders alsnog het gewone leven te gunnen en terug te geven dat hen, kort na hun huwelijk in 1937, door de Duitse ‘inval’ is afgenomen, een trauma waarvan zij nooit helemaal hersteld zijn.
Verschillende mensen zeiden tegen mij dat ik een ‘tweede generatie-kind’ ben maar dat wierp ik altijd verre van me. Ik heb niets met slachtofferschap. De weerzin ertegen heeft mij echter jarenlang het zicht ontnomen op die andere kant van menig joods ‘tweede-generatie kind’: de onuitgesproken ‘opdracht’ om voor je ouders alsnog het normale leven te realiseren dat zij hebben gemist. ‘De oorlog van mijn ouders’ heeft mij een doel verschaft, een overtuiging gegeven die mijn leven een zekere zin geeft. Want mensen ontmenselijken, dat mag nooit meer gebeuren.
Mijn ‘heilige geloof’ in international recht en mensenrechten zie ik als ‘geschenk’ dat mij zonder oorlog wellicht niet zou zijn toebedeeld. Mensenrechten zijn het fragiele schot tussen een normaal en een ontwricht bestaan.”
Wat bracht je ertoe je aan te sluiten bij EAJG?
“Er was in 2001 wrevel over de standpunten van de toenmalige Cidi-directeur. Ook leefde de overtuiging dat de Israëlische politiek de eigen belangen verkwanselde. Maar de belangrijkste reden voor mijn eigen affiniteit met EAJG was en is: iedereen heeft recht op een leven vrij van dwang en onderdrukking. Dat geldt voor joden, maar voor Palestijnen geen shekel minder.
De bron van die overtuiging ligt in hoe ik het verleden van mijn ouders meedraag. En ook dat van mijn broer die als driejarig kind verraden werd op zijn onderduikadres, gevangen genomen, gedeporteerd en na drie kampen, ternauwernood aan de dood is ontkomen. In tegenstelling tot ons zusje.
Hoe pijnlijk is het dat de meeste Israëlische joden het recht op een vrij en onafhankelijk leven opeisen zonder dat zij zich veel gelegen laten liggen aan andermans rechten. Hoe pijnlijk is het dat het Zionisme, dat in Europa en Rusland begon als een emancipatie- en bevrijdingsbeweging voor joden, in Palestina is verworden tot koloniale ideologie van onderdrukking en landroof. Hoe pijnlijk is het dat er met een klein beetje visionair leiderschap nog steeds een win-win situatie voor Israëli’s en Palestijnen zou kunnen groeien, maar dat dit leiderschap er niet is. In de eerste plaats niet aan Israëlische kant, waar men de troefkaarten op zak heeft.”
Kun je wat meer vertellen over de achtergronden van EAJG?
“De oprichters van EAJG – Anneke Jos Mouthaan en Harry de Winter – hadden vooral het belang van Israël op het oog. Zij waren verontrust over de koers van Israël tegenover de Palestijnse bevolking en diep overtuigd dat die koers op den duur ook Israëlische belangen zou schaden. Zij zagen het als ‘opdracht’ de Nederlands-joodse bevolking te mobiliseren om Israël hierop te wijzen. Zij meenden dat de Israëlische politiek van koers moest veranderen, in de richting van een ‘fair share’ van het territorium en het toelaten van een Palestijnse staat.
Mouthaan en De Winter plaatsten najaar 2000 een oproep in de Volkskrant waarin zij de oprichting van Een Ander Joods Geluid aankondigden. Ongeveer achthonderd Nederlandse joden reageerden en in 2001 werd de stichting EAJG opgericht. De Oslo-akkoorden (1993/1994) lagen nog vers in het geheugen. Hun – en ook mijn – blik was die van Nederlandse joden die vonden dat in het belang van Israël een andere koers geboden was. Mouthaan wees steeds weer hierop. Zij was idealistisch, maar ook praktisch ingesteld; zij wierf donateurs en meende dat het voorop stellen van het Israëlische belang voorwaarde was voor blijvende steun van joodse zijde.
Twee ontwikkelingen hebben dit veranderd. In de eerste plaats werd steeds meer duidelijk dat de Israëlische politiek er op gericht was om zoveel mogelijk land toe te voegen aan het Israëlische territorium van voor 1967, met daarop zo weinig mogelijk Palestijnen. Met het aantreden van generaal Sharon (2001) als premier van Israël en de herbezetting van de Westelijke Jordaanoever, werd teruggegrepen op dit oude beleid.
Ten tweede viel niet te ontkomen aan oog voor het lijden van de Palestijnse burgerbevolking onder Israëlische bezetting. Eenzijdig blijven hameren op het belang van Israël, zou hebben betekend: de ogen sluiten voor de Palestijnse kant van de medaille. Dat zou op termijn fnuikend zijn voor de geloofwaardigheid van EAJG dat een oplossing voorstaat op basis van internationaal recht.”
Welke positie neemt EAJG in binnen joods Nederland? Waarom is het volgens jou ‘joods om EAJG te zijn’?
“Het loslaten van het voorop stellen van Israël en het ontwikkelen van oog voor de andere kant, de ‘receiving end’, heeft EAJG ongetwijfeld steun gekost onder joodse Nederlanders, al zal het steun hebben opgeleverd onder niet-joodse Nederlanders. Maar dat is niet de enige factor. De verhoudingen en het debat zijn verhard, door de komst van sociale media wordt een vruchtbare discussie steeds lastiger. Verdraaiïngen, loze aantijgingen en verwijten, een enkele keer bedreigingen ook, aan het adres van EAJG, niet zelden maar zeker niet uitsluitend uit joodse hoek, zijn schering en inslag. Ik geef een voorbeeld.
Twee jaar geleden werd ons van joodse zijde het volgende toegevoegd: ‘Hamas, Hamas, alle joden van Een Ander Joods Geluid aan het gas’. Daar is aangifte van gedaan ten behoeve van de antisemitisme monitor.
Ik citeer een ander type opmerking die al circuleert sinds de oprichting van EAJG: “Weet waar je donateur van bent. Deze club is een kolfje naar de hand van antisemieten die kunnen zeggen: zie je wel? De Joden zeggen het toch zelf?”
Wat is het antwoord hierop? Ten eerste dit: degenen die joden willen belasteren kunnen dat prima buiten EAJG om – en doen dat ook. Ten tweede is mijn ervaring met ‘antisemitisme’ precies omgekeerd. Velen die ik spreek koesteren een latente of uitgesproken verontwaardiging over het optreden van de staat Israël en de steun ervoor van de zelfbenoemde zegslieden en woordvoerders van de joodse ‘gemeenschap’, christelijke partijen, of anderen. Velen geven blijk van opluchting dat er nog joden te vinden zijn die uiting geven aan een kritische houding jegens Israël. Mijn indruk is dat die opluchting hen juist behoedt voor een mogelijk afglijden in de richting van onwenselijke, misschien zelfs anti-joodse sentimenten. Niet EAJG, maar het optreden van Israël jegens de Palestijnen en de steun daarvoor van derden in Nederland, zijn potentieel bevorderlijk voor een – laat daar geen misverstand over bestaan – ook in mijn ogen misplaatst antisemitisme.
Ten derde: een kritische houding tegenover de staat Israël is iets heel anders dan antisemitisme. EAJG is kritisch over het beleid van de staat Israël, niet over ‘joden’. Ten vierde: als EAJG er dan maar het zwijgen toe zou doen uit vrees voor ‘antisemitisme’, heeft het anti-semitisme al gewonnen nog voor er een woord gesproken is.
En tenslotte in de woorden van wijlen Hajo Meyer, ex-Auschwitz gevangene en jarenlang bestuurslid van EAJG: “Als de werkelijkheid en de waarheid weggestopt worden, zullen zij ooit als een boemerang terugkomen. Wie de vuile was binnen wil houden, zal ervaren dat die erbarmelijk gaat stinken.”
‘Israël is voor de joden, Israël is voor de joden!’, zo hoorde ik opperrabbijn Binyomin Jacobs eens roepen. Ik vind dat een onbuigzaam ‘eigen volk eerst’ standpunt. Vallen Palestijnen buiten de joodse humanitaire traditie? Hebben zij geen burgerlijke, politieke en nationale rechten in het gebied tussen de zee en de Jordaan? Zijn zij ‘children of a lesser God?’. Zo’n opvatting getuigt van onwetendheid en hoogmoed.
Tienduizenden joden buiten Israël, tienduizenden Israëli’s, een Israëlische NGO als Rabbi’s for Human Rights bewijzen dat het anders kan. Zij zijn wel bij machte het onderscheid te maken tussen Judaisme en Zionisme, en dientengevolge een antisemiet te onderscheiden van een anti-zionist.”
Binnen Joods Nederland lijkt, buiten EAJG om, weinig kritiek te zijn op Israël, klopt dat of is dat gezichtsbedrog?
“Heel veel joden in Nederland hebben wel degelijk hun zorgen en bedenkingen bij het optreden van Israël, en bij dat van de huidige regering in het bijzonder. Maar het gaat bijna altijd om andere zaken dan het beleid tegenover het Palestijnse volk. Daarbij wordt het speelveld overgelaten aan het beter georganiseerde en toegeruste Cidi of NIW. Hoe dit komt? De organisatiegraad is laag, sommigen zijn niet geïnteresseerd in politiek, wat hun goed recht is. Anderen zijn ambivalent of het conflict simpelweg beu. Weer anderen vinden het moeilijk om openlijk kritisch te zijn omdat zij dat huns ondanks voelen als verraad jegens Israël of als risico op het aanwakkeren van anti-joodse sentimenten.”
Hoe ziet de kritische beweging van joden buiten Nederland eruit? Hoe sterk is hun invloed?
“Er is een stevige kritisch-joodse stem in Israël met talloze kritische NGO’s. Denk aan Rabbi’s for Human Rights en mensenrechtenorganisatie B’Tselem. Anderen bemoeien zich met de illegale blokkade van Gaza, met martelpraktijken in Israëlische gevangenissen en met de uitbreiding van nederzettingen. Ook zijn er organisaties zoals Combatants for Peace, die verbinding zoeken tussen Israëli’s en Palestijnen vanuit de gedachte dat beide slachtoffer zijn; niet van elkaar, maar van de bezetting. En er zijn bijvoorbeeld Israëlische fotografen die de bezetting vastleggen en vrouwen die checkpoints monitoren. Het zijn allemaal Israëlische joden die de joodse humanitaire traditie hoog houden.
Het Israëlische beleid jegens de Palestijnen mag wreed en onbuigzaam zijn, de Israëlische samenleving heeft nog ruimte voor deze en vele andere kritische NGO’s die overigens onder zware druk van de overheid hun werk doen. NIW en Cidi negeren consequent dit ‘andere Israël’. Dit is een grote zwakte van de Israëllobby die veel onrecht verzwijgt en goede initiatieven vanuit Israël negeert.
In Europa kennen we European Jews for a Just Peace (EJJP), een koepel van tien organisaties uit negen Europese landen waarvan EAJG deel uitmaakt; evenals het Britse Jews for Justice for Palestinians. In de Verenigde Staten bestaat Jewish Voice for Peace of J- Street, dat de tweestatenoplossing propageert ‘in het belang van Israël’, in lijn met de oprichters van EAJG. Ook in Canada en Zuid-Afrika zijn georganiseerde kritisch-joodse stemmen.
Toch is het aantal kritisch-joodse organisaties gering vergeleken met de zich ‘pro-Israëlisch’ noemende. Dit komt ook door geldinjecties van het Israëlische ‘Ministerie van Strategische Zaken’ – lees: propaganda – dat met een budget van tientallen miljoenen dollars Palestijnse organisaties en sympathisanten van de Palestijnse zaak belaagt en belastert. Ook enkele puissant rijke Amerikaanse joodse miljardairs steunen ‘pro-Israëlische organisaties’ met veel geld.
Laten we niet denken dat wie de grootste organisatie vertegenwoordigt, de meeste media-aandacht genereert, of wie het luidste roept, daarom het meeste recht heeft om gehoord te worden, laat staan het gelijk aan zijn kant heeft.
Ik denk aan de zeventiende-eeuwse ‘vrijdenker’ Spinoza. De stem van de eenling of van de kleine organisatie kan meer waarheid bevatten dan van de massa of van een wijdvertakt netwerk. Hoe makkelijker mensen achter een denkbeeld of opvatting of stroming aanlopen, des te meer een kritische houding op zijn plaats is. Dàt is voor mij de diepe waarschuwing die ik ontleen aan de joodse geschiedenis in het algemeen en die in de twintigste eeuw in het bijzonder: durf tegen de massa in te gaan en geef het zelfstandig denken nooit op.”
Hoe verhoudt de joodse orthodoxie, het liberale jodendom en seculier jodendom zich tot kritiek of kritiekloosheid jegens de politiek van Israël?
“Op deze vraag kan ik bij gebrek aan voldoende zicht van binnenuit niet heel goed antwoord geven. Mijn indruk is, hoe orthodoxer, des te kritieklozer jegens Israël. De stelling kan worden gewaagd dat de orthodoxie geen onderscheid maakt tussen Judaïsme en Zionisme, en dat de seculiere diehards weinig of geen onderscheid wensen te zien tussen ‘joden’ en Israël.
Ik denk waar te nemen dat het belijdend jodendom, van orthodox tot liberaal, de gelovigen een extra binding met Israël geeft. Als niet-religieuze buitenstaander zou je wensen dat de identificatie van Judaïsme met hedendaags Zionisme gestuit zou worden door de humanitaire traditie in het jodendom, en dat die traditie gelovigen juist extra kritisch zou maken. Voor zover ik kan zien is dat bij velen inderdaad het geval, maar ontbreekt het in Nederland aan een georganiseerd kritisch geluid over Israël uit gelovige hoek.
Rabbijnen hebben van de kennis van moreel leven en handelen hun beroep gemaakt maar het is mij een raadsel hoe ze dat rijmen met hun keuze om te zwijgen over de ‘Palestijnse kwestie’. Ik heb overigens veel waardering voor rabbijnen als Lody van de Kamp en Awraham Soetendorp, die anderen principieel als mensen en als gelijken tegemoet treden en verbindingen leggen, hoewel dat zich niet zozeer uit in publieke steun voor de Palestijnse zaak.
De Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam, die deel uitmaakt van het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom, wenst niet ‘aan politiek te doen’. Maar wat is ‘niet aan politiek doen’ anders dan de status quo accepteren?”
Waarin zit het bestaansrecht van Israël? Is een tweestatenoplossing nog wel realistisch? Hoe ziet het gebied van Israël en Palestina er in jouw dromen uit in 2050?
“Bestaansrecht? Een staat bestaat of zij bestaat niet. Wel is er de juridische categorie van het zelfbeschikkingsrecht van een volk. De staat Israël opheffen is onmogelijk en zou groot nieuw onrecht scheppen. Twee maal onrecht maakt geen recht. De best begaanbare weg lijkt mij één staat in het gebied, met gelijke rechten voor alle bewoners, ongeacht etniciteit, of welk ander onderscheidend kenmerk ook. Een land waar joden zichzelf niet apart hebben gezet, en anderen niet apart zetten. Dat is mijn droom voor Israël-Palestina, en liefst eerder dan 2050 te verwerkelijken.”
Zie je antisemitisme als reëel gevaar? Is de angst van veel joden niet juist begrijpelijk en reëel?
“Deze vraag verdient een antwoord met inbreng van alle kanten, niet alleen van joden. Laat ik mij beperken tot Nederland. Het begrip ‘antisemitisme’ vind ik verwarrend omdat er te uiteenlopende fenomenen onder worden samengebracht, van de vernietigingingskampen tot omgeduwde grafstenen op joodse begraafplaatsen en ranzige uitingen op Twitter of Facebook. Ik zou de term willen inruilen voor het historisch minder belaste ‘anti-joods racisme’. Groot bijkomend voordeel is dat antisemitisme ontdaan wordt van zijn exclusiviteit en in verbinding wordt gebracht met andere vormen van racisme. Dat kan mijns inzien bijdragen aan analyse en begrip.
Van joodse zijde bestaat veel weerstand tegen zo’n benadering; vaak wil men daar het exclusieve en ‘unieke’ karakter van antisemitisme benadrukken, evenals het ‘unieke’ karakter van de grote moord op de joden in Europa tijdens de Hitlerjaren. Men meent al gauw dat elke andere benadering zou betekenen dat die massamoord wordt ‘gebagatelliseerd’. Inderdaad heeft de massamoord op de joden unieke kenmerken, maar juist daarin onderscheidt zij zich niet van andere omvangrijke genociden, immers allemaal met algemene en specifieke karakteristieken.
Hoewel vrij algemeen beweerd wordt dat ‘het antisemitisme’ groeiende is, ben ik daarvan voor Nederland niet overtuigd. De presentatie van de cijfers die dit voor Nederland moet staven, geschiedt vaak met politieke en publicitaire bijbedoelingen, de analyses van die cijfers ook.
De nieuwe ‘definitie’ van antisemitisme die door toedoen van Israël furore maakt, en die als ‘bewijs’ wordt opgevoerd, de zogeheten IHRA-‘definitie’, is frauduleus. Ik accepteer – tegen mijn zin – dat er her en der een bepaalde mate van weerstand en weerzin tegen joden zal zijn, maar word daar niet ongerust van.
Het politiek en maatschappelijk taboe op anti-joods racisme is krachtig en wordt vrijwel alom gedeeld. De anti-discriminatiebepalingen uit de strafwet acht ik in de huidige omstandigheden toereikend geformuleerd om uitingen van racisme tegen te gaan, en die vinden waar nodig toepassing, al kan de handhaving beter.
Anti-joodse uitingen op sociale media daarentegen zijn volop aanwezig, en dat is een reëel probleem. Het zoeken naar manieren om paal en perk te stellen aan die uitingen (‘toetsenbordterreur’) is pas net begonnen. Het hellend vlak begint in de taal. In Duitsland heeft men dat door schade en schande geleerd. Er loopt een fataal pad van ‘Auslanderwitz naar Auschwitz’, las ik daar.
Sommigen zaaien kwaadwillig taalverwarring in omgekeerde richting. Telegraaf-columnist Leon de Winter is zo iemand. Bij hem is Israël = joodse staat. Kritiek op die staat = kritiek op joden = antisemitisme. Ik vind dat onverantwoorde demagogie.
Steun voor Israëlische politiek is op nationalistisch rechts allerminst een garantie tegen oprispingen van anti-joodse sentimenten. Die twee kunnen goed samengaan, historisch gezien en ook internationaal. Het meest pregnante voorbeeld is het Hongarije van Victor Orbàn, de nieuwe held van rechts. Zelfs Israël ontziet zich niet politieke toenadering te zoeken tot Hongarije. Soms lijkt het wel of Israël antisemitisme door de vingers wil zien, als het er onverkorte steun voor de bezetting van Palestina voor terugkrijgt.
Bewaar ons voor een Nederlandse ‘anti-semitisme-coördinator’ waarop ons parlement onlangs per motie heeft aangedrongen. Geen exclusiviteit voor joden! En de ervaring met zulke coördinatoren in Duitsland (Klein), Amerika (Carr) en de EU (Von Schnurbein) leert één ding: zij zijn overgeleverd aan de Israëllobby die hen inzet om kritiek op Israël de kop in te drukken.
Antisemitisme? Ik signaleer in Nederland eerder een enorme aandacht en empathie voor joodse geschiedenis, gevoeligheden en opvattingen. Naar mijn gevoel leven we in Nederland momenteel in een maatschappij die meer judeofiel is dan ooit tevoren.”
Hoe verhoud jij je tot het Zionisme?
“Toen het Zionisme met behulp van Engeland vanuit Europa werd geëxporteerd naar het reeds bewoonde Palestina, in de vorm van het streven naar een eigen staat, ontwikkelde het zich bijna onontkoombaar in de richting van de onderdrukking van een ander volk.
Het had misschien anders kunnen lopen als het meer inclusieve Zionisme van de filosoof Martin Buber, van Judah Leon Magnes – de eerste rector-magnificus van de Hebreeuwse Universiteit-, of van Moshe Sharett – de eerste minister van Buitenlandse zaken en later bijna twee jaar premier – sterker was geweest dan het meer militante Zionisme van onder andere Ben Gurion. Het is zo niet gegaan.
De ontwikkeling van het exclusieve en militante Zionisme is vanaf ongeveer 1970 verweven geraakt met religie en joods Messianisme. De ideologie van nationalisme en godsdienst, overgoten met superioriteitswaan en voorzien van militaire macht, is de giftigste cocktail die er te brouwen valt. De doctrinaire joodse volksplantingen in Palestina zijn het gevolg.
Deze ideologie heeft anno 2020, door behendig manoevreren van de Israëlische kolonistenbeweging, in een tango met de militante krachten in regering en parlement en de machtselite, uitzinnige en ongeremde vormen aangenomen. Daarbij zijn de Israëlische radicalen geholpen door actieve steun van de eigen en de Amerikaanse regering en door versluierde financiële injecties van Amerikaanse miljardairs en Russische oligarchen.”
Hoe kan vrede dichterbij komen?
“Hoe rauw de werkelijkheid ook is, ze moet met idealen tegemoet worden getreden wil er ooit verlossing komen. Die idealen liggen klaar en vragen om uitvoering. De weg voorwaarts ligt in brede en aanhoudende internationale druk op Israël. De prijs van de bezetting en van de Apartheid dient gestaag opgevoerd te worden. Daartoe zijn eindeloos veel middelen beschikbaar. Het activisme moet gericht zijn op het bevorderen van de politieke wil die middelen daadwerkelijk in te zetten.
Het gaat om toepassen van het international recht, gericht op een democratische rechtssstaat met gelijkheid voor de wet van alle bewoners: joden, Palestijnen en anderen. Uiteraard met behoud van het hele palet van hun verschillen in religie, opvattingen en leefwijzen. Met ver daarbovenuit, beschenen door een hemels licht dat alle mensen verbindt: hun bestaan als gelijkwaardige mensen.”
Dit interview verscheen oorspronkelijk op 23 oktober 2020 en is opnieuw gepubliceerd in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen 2021.
een schitterend interview met een volwassen man die zijn humanisme nooit heeft verloochend. Jaap redt daarmee het judaisme, wat fundamenteel afwijkt van het zionisme. ik voel me bevoorrecht Jaap al jaren te kennen.
Stan, dat is wel (heel) erg veel lof, maar ik ben voor de verandering in een goede bui, dus ik spreek je nu maar eens niet tegen. Maar ik geef geen enkele garantievoor de toekomst!
Jaap Hamburger geeft een duidelijk beeld van het dilemma ten aanzien van joden en Israël, zonder opportunisme op grond van de geschiedenis en de politiek-veranderde invulling van het begrip antisemitisme. Zoals de rol die de Israël-lobby daarbij speelt – in Nederland voorgestaan door het CIDI c.s. – om zowel het grondgebied van (voormalig) Palestina als de (mensen)rechten in Israël uitsluitend toe te kennen aan joden, waarbij de oorspronkelijke bevolking van Palestina genegeerd c.q. onder de voet gelopen wordt: de ideologie van godsdienst en nationalisme met militaire macht (waaraan ikzelf nog kolonialisme wil toevoegen). Jaap geeft in dit interview zicht op een mogelijke, menswaardige oplossing en waarschuwt voor exclusiviteit van een bevolkingsgroep. Ik hoop dat bij velen die dit artikel onder ogen krijgen de ogen worden geopend en dat ze hun mond zullen opendoen tegen onrecht en onderdrukking van medemensen, ongeacht afkomst of religie.
Hartelijk dank voor deze instemmende reactie Lamkje! Ik hoop inderdaad dat onrecht en onderdrukking herkend zullen worden, ook daar waar dat psychologisch het moeilijkst is, in eigen kring….
De opvattingen van Jaap Hamburger van EAJG geven deze burger weer moed.
Waarbij ik moet opmerken dat ik persoonlijk toch ook het bestaansrecht van dit volkomen ontspoorde Israel ter discussie zou willen stellen.
Als het op kiezen aankomt dan zouden wat mij betreft de rechten van de inheemse bevolking op Palesina zwaarder moeten wegen dan die van ‘indringers’.
Dat ‘wij’ onze Holocaustschuld over de schutting hebben gegooid bij de inheemse Palestijnse bevolking en nu al bijna 75 jaar Israel de facto steunen bij haar wandaden tegen de Palestijnen maakt ons overigens medeverantwoordelijk voor die ontrechting, onderdrukking, landroof, en sluipende genocide van/op de inheemse bevolking.
Beste Frank, dank! Fijn dat je je bemoedigd voelt!
Jij schrijft: “Waarbij ik moet opmerken dat ik persoonlijk toch ook het bestaansrecht van dit volkomen ontspoorde Israel ter discussie zou willen stellen.” Ik snap dat, en ik ben het er volkomen mee eens, dat Israël volkomen ontspoord is, in ieder geval tegenover het Palestijnse volk, en niet alleen daar tegenover. Wat ik er over te zeggen heb is dat onrecht niet met – in mijn ogen – nieuw onrecht uit te wissen valt, twee maal onrecht maakt geen recht….en verder dat ik er van overtuigd ben dat er met politieke wil een win-win situatie te creeëren valt voor Israëli’s en Palestijnen; dit conflict wordt wordt ten onrechte van Israëlische zijde altijd voorgesteld als een zero-sum game, maar dat is geen natuurwet. Het kan anders. De eenstaat-realiteit zal leren of een win-win situatie binnen bereik komt.
Een goed stuk, wel een trieste constatering, de wereld wil het niet zien en de VS kijkt de andere kant op,
Als je onrecht goedkeurt gaat het steeds verder, een Israëlische schrijver zei, we zijn eeuwenlang vernederd en vermoord, we zijn van onderdrukten onderdrukkers geworden dat stemt mij somber