Wat doet u eigenlijk in dat Interfaith Seminary, wat leert u mensen?

Diane Berke: “In wezen leren wij mensen om een leven te leiden van gewijde dienst, dat wil zeggen: dienst aan de wereld en anderen. Alleen zien wij ‘dienst’ veel breder dan alleen kerkelijk.”

Maar toch niet in de zin van vuilnisbakken legen?

D.B.: “Ja, ha ha, het kan zelfs betekenen dat je de vuilnisbak leegt. Ik vind een citaat van Tolstoj heel mooi: ‘Spiritueel groeien en anderen helpen om spiritueel te groeien, dat is de zin van het leven.’ Eigenlijk is dat de basis van wat wij hier doen. We ondersteunen mensen in hun spirituele groei en ontwikkeling en we leren ze om zelf ook dat soort steun te geven aan anderen. Het kan betekenen dat mensen in een kerkelijke setting gaan werken, maar er zijn ook veel die rituelen creëren zonder met een religieuze traditie verbonden te zijn. Veel ongebonden spirituelen willen toch vaak de belangrijke momenten van het leven, zoals geboorten en huwelijken, vieren met een ritueel.”

Is in Amerika niet vrijwel iedereen lid van een of andere kerk?

D.B.: “Volgens de officiële cijfers wel, maar het is niet zeker of iedereen wel echt naar die kerken toe gaat waarvan men naar eigen zeggen lid is. Twintig procent van de Amerikanen beschrijft zichzelf als spiritueel maar niet religieus. Dat zijn miljoenen mensen die hongeren naar spirituele steun en leiding, en die niet meer vinden in de bestaande instituties.”

Hoe kun je nieuwe rituelen maken zonder gebruik te maken van oude tradities?

D.B.: “Wat een ritueel effectief maakt, is de kracht van traditie door de tijden heen. Maar aan elk ritueel ligt een oorspronkelijk doel ten grondslag. Vaak is de traditie gescheiden geraakt van dat oorspronkelijke doel en leeg geworden, betekenisloos. Als wij bijvoorbeeld een huwelijksritueel creëren, keren we terug naar de oorspronkelijke bedoeling. Wat voor ervaring wil je hier mogelijk maken? Dan zijn er veel mogelijkheden. Soms stoppen mensen er elementen in uit een religieuze traditie of een familietraditie die betekenis hebben voor hen. Het belangrijkste is dat het ritueel opnieuw tot leven komt.”

Zou het niet effectiever zijn als mensen terugkeerden tot de oude tradties?

D.B.: “Terugkeer naar tradities, dat gaat niet gebeuren. We leven in zo’n uitdagende tijd. Vaak worden mensen door een verlies of een mislukking gedwongen op zoek te gaan naar diepere betekenis en onderzoeken ze hun waarden: wat is belangrijk voor mij? Het falen van onze instituties, de onmacht van het materialisme en consumentisme, dat alles raakt mensen diep en brengt ons tot diepere lagen van zoeken en vragen. Men realiseert zich dat we de enorme uitdagingen van nu alleen aankunnen als we de wereld anders gaan zien. Hoe? In het beste geval hebben de religieuze tradities – in wezen – altijd tot doel gehad om het beste en het meest nobele van de menselijke natuur tot uitdrukking te brengen: liefde, compassie, gastvrijheid, gulheid. Als ze dat benadrukken, zijn ze een kracht ten goede. Nu moeten wij direct focussen op het belang van die waarden en kwaliteiten in onszelf en anderen, of we nu wel of niet deel zijn van een traditie. We moeten beseffen hoe volledig afhankelijk van elkaar we zijn geworden. We móeten wel uitzoeken hoe we op meer liefdevolle manieren met elkaar en de natuur kunnen omgaan, anders hebben we geen toekomst.”

Maar is de oplossing dan dat je tradities een beetje door elkaar mengt?

D.B.: “Het is geen kwestie van mixen en mengen, en bedenken wat je weglaat en wat je erin stopt. Je moet weer terug naar het feit dat religie en spiritualiteit aan elkaar verwant zijn, maar niet hetzelfde. Elke religie begon doordat de stichters een of andere directe ervaring van het goddelijke hadden, hoe je dat goddelijke ook wilt noemen, en die ervaring probeerden beschikbaar te stellen voor anderen. Wat die religies delen, is die diepere grond die ons gemeenschappelijk erfgoed is. Elke religie heeft daarbij verschillende methoden en praktijken ontwikkeld om mensen te helpen een meer directe verbinding te maken met die goddelijke bron. Als je het theologische verhaal even terzijde laat en kijkt naar de praktijk, dan zie je dat bijna alle religies eigenlijk alle vormen van beoefening wel in zich hebben, al benadrukken ze de ene meer dan de andere. Het herhalen van een heilige frase of woord bijvoorbeeld vind je vrijwel overal. Wij onderzoeken: wat gebeurt er met je als je dat doet? Wat ervaar je dan in je innerlijke leven?
Elke religie betrekt ook het lichaam erbij – zoals het vijfvoudige gebed van de islam, het boeddhistisch voorover liggen. Bidden met je lichaam brengt dus ook iets in je spirituele leven en je kunt leren van die traditie en je begrip verfijnen, gebaseerd op de wijsheid van andere tradities.
Er is veel dialoog tegenwoordig tussen christendom en boeddhisme, met name in meditatiepraktijken. De soefi leraar Hazrat Inayat Khan zei: ‘Als je kijkt op het niveau van denken en geloven, vind je altijd wat ons van elkaar scheidt. Maar als je kijkt op het niveau van het hart, vind je altijd wat ons verbindt, wat ons hetzelfde maakt. Onze benadering – het woord interspiritueel is overigens meer accuraat dan ‘interfaith’ – is dus eigenlijk kijken op dat diepere niveau van het hart, om te vinden wat we gemeen hebben. Hoe onze ervaring van het goddelijke ons helpt om betere, meer liefdevolle mensen te worden.”

Hoe belangrijk is die directe ervaring van het goddelijke daarbij?

D.B.: “Voor mij gaat het erom dat je een meer liefdevol mens wordt. Die directe ervaring is niet het doel, maar als je zo’n ervaring hebt, weet je dat het enige wat er nog toe doet, is een liefdevoller mens worden. Ik heb zelf geen grote dramatische ervaringen gehad, maar er zijn momenten waarop ik me zo open voelde in mijn hart, zo’n verbinding ervoer met het hele leven… en op die momenten voel ik me het meest mezelf, het meest trouw aan mezelf.”

Kun je mensen wel openheid aanleren?

D.B.: “Je kunt ze leren om nieuwsgierig te zijn en te erkennen dat er veel verschillende perspectieven zijn. Openheid kan de bereidheid zijn om ook die alternatieven te zien, en niet ervan uit te gaan dat maar één enige ware manier is.
Maar onderscheidingsvermogen is ook belangrijk. Open zijn tegenover verschillende manieren om naar iets te kijken betekent niet dat ze allemaal even goed zijn of even nuttig. Sommig gedrag voert tot lijden en ander gedrag tot verzachting van lijden. Onderscheiden tussen de effecten is iets anders dan een veroordeling uitspreken.”

Je kunt ook te open zijn?

Michael Pergola: “Het gaat meer om gedrag. We kunnen wel slechte ideeën tolereren, maar geen slecht gedrag. Wat je denkt moet je zelf weten, maar hoe je je gedraagt, daar hebben wij mee te maken. Ideeën kun je altijd onderzoeken. Wat werkt en wat werkt niet? Luister er open naar en weet het kaf van het koren te scheiden. Je kunt mensen respecteren en zien hoe ze ook gewond zijn, maar er is een verschil tussen vrijheid en losbandigheid. Je moet open van hart zijn, en helder van geest. Open zijn betekent niet dat je stopt met denken. Voor spirituele groei is dat essentieel.”

Zijn er nog meer uitdagingen en obstakels bij interspiritualiteit?

M.P.: “In alle spirituele tradities hoor je dat we met elkaar verbonden zijn, dat liefde de kern is, en dat liefde geduldig is en vriendelijk. Maar dat is helemaal niet zo makkelijk, geduldig en vriendelijk zijn. Dus de test is altijd: hoe werkt dit uit in het leven van mensen? Er zijn een hele hoop van ons op de planeet en er zijn heel veel meer manieren dan vroeger om onszelf kapot te maken. Dus we móeten ons wel spiritueel ontwikkelen. Maar we weten ook meer dan vroeger. Een voorbeeld: de oudste delen van ons brein zijn gericht op overleven en als we worden meegesleurd door onze amygdala, bij wijze van spreken, hebben we onszelf niet meer in de hand. Dat kan te maken hebben met een oud trauma en daar moet je dan iets aan doen. Maar je kunt je ook richten tot iets dat groter is dan jezelf. Je moet zowel van boven af als van onderop werken, en het ontmoet elkaar in het hart.”

Maar waarom is de christelijke boodschap daarvoor niet genoeg?

M.P.: “Ik vind het fijn om tradities met elkaar te integreren, en wel hierom. Ze zijn ontwikkeld in verschillende omstandigheden en hebben verschillende kernpunten. Voor het christendom was dat universele liefde. In het boeddhisme ging het over innerlijke ruimte, aandacht en openheid, en boeddhisten doen veel aan lichamelijke oefening – ademen, zitten. Het mystieke hart van elke religie heeft een andere nadruk. Wat je niet in je eigen traditie vindt en wat wel bij jouw temperament past, kun je nu wel vinden, omdat we nu toegang hebben tot alles. Er is een enorme hoeveelheid spirituele kennis beschikbaar voor de hele wereld.”

Is Amerika pionier in interspiritualiteit?

M.P.: “In sommige opzichten misschien wel. Het Esalen Instituut van Michael Murphy was zeker een voorloper. Sri Aurobindo heeft hier veel invloed gehad, en Teilhard de Chardin. Die twee verbonden interspiritualiteit aan innerlijke ontwikkeling en evolutie.
Maar Nederland was ook een leider. De vernieuwingen van het Tweede Vaticaanse Concilie werden ondersteund in Nederland en kardinaal Alfrink was een van de grote leiders van de renaissance. Helaas is de r.k. kerk weer op de terugweg, nu zijn ze niet meer bezig om de goddelijke essentie in zichzelf te vinden, maar mensen onder controle te houden. En dat werkt niet.”

Hoe ziet u de toekomst van religie?

M.P.: “We moeten nieuwe vormen van gemeenschappen vormen waarin we mensen helpen om spiritueel te groeien en zin te geven aan de vreugden en het lijden van het dagelijks leven. Dat is een van de grote taken. De andere grote taak is mensen ondersteunen in hun evolutie naar een meer inclusieve identiteit, een groter gevoel van wie we zijn, ruimere grenzen van de kringen die bij ons horen, terwijl we intussen zorgen dat het sociale weefsel niet kapot gaat.”

Hoe ziet u interspiritualiteit in Nederland?

Diane Berke: “Helaas weet ik niet veel over de Nederlandse situatie. Net als in heel Europa zijn er problemen door een conservatief-rechtse reactie op de islam.
Ik ben hier in Amerika vooral bezig met de vraag: hoe kun je een spiritualiteit ontwikkelen die niet om jezelf draait, maar verbonden is met rechtvaardigheid en vrede voor allen? We hebben ‘heilig activisme’ nodig. Als we een diepe ervaring hebben van verbondenheid met het leven en voelen dat we niet het centrum zijn van het universum maar een draadje in een groot web, dan wordt de vraag: hoe kan ik nuttig zijn, hoe kan ik bijdragen aan het welzijn van het geheel? Dat wordt dan een zeer urgente vraag. Maatschappelijk engagement komt dan niet langer voort uit woede en tegenstand, want dat kweekt alleen maar meer woede – maar uit het diepere gevoel dat we hier echt met ons allen in zitten.”

Op 21 oktober spreken Diane Berke en Michael Pergola in Sint Oedenrode. 

Lisette profiel

Lisette Thooft

Journalist

Lisette Thooft (1953) studeerde Engels met antropologie als bijvak maar rolde de journalistiek in en schreef jarenlang voor spirituele …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.