Een religieus onderwerp voor je proefschrift… Ben je zelf religieus?
“Ik vind troost in teksten zoals die van Arthur Schopenhauer, die de filosofische verwondering laat beginnen in teleurstelling en droefenis. Mijn favoriete passage uit de Bijbel is het begin van Prediker.”
Waar gaat je proefschrift precies over?
“Mijn proefschrift is een studie naar het gebruik van luidsprekers voor de azan, de islamitische oproep tot gebed. Het maakt deel uit van huidige debatten over de politieke betekenissen van islamitische esthetiek in de westerse wereld. De versterkte azan, vaak bekritiseerd door tegenstanders als geluidsoverlast, dient als casus om maatschappelijke intolerantie en de regulering van publieke religieuze aanwezigheid door de Nederlandse overheid te onderzoeken.”
Eerst iets over het waarom van de azan. Kun je kort aangeven waarom moslims worden opgeroepen voor het gebed? Is deze oproep te vergelijken met de kerkklok op zondagochtend?
“Het oproepen tot gebed is een praktijk die volgens overleveringen al bestaat sinds de tijd van de Profeet Mohammed toen Bilal Ibn Rabah werd gekozen als de eerste muezzin, de persoon die is aangewezen om op te roepen tot gebed. In dat verhaal zit een universalistisch element, omdat de eerste muezzin een zwarte slaaf was die werd bevrijd en aangewezen voor deze grote taak. Verhalen zoals deze staan voor vele moslims, zeker sinds de moderniteit, voor de ultieme gelijkheid van alle mensen.
Maar de specifieke wijze waarop moslims worden opgeroepen tot gebed functioneert natuurlijk ook om een specifieke groep als moslims aan te spreken. In een overlevering van Bukhari waarin het ontstaan van de azan wordt omschreven, staat dat sommige moslims destijds voorstelden om kerkklokken te gebruiken zoals de christenen of een hoorn zoals de joden. Uiteindelijk werd er gekozen voor een andere manier van oproepen tot gebed. Dat vind ik interessant. Het betekende ook de creatie van een specifiek islamitische identiteit.
Een vergelijking van de oproep tot gebed op de vrijdag met de kerkklok op zondagochtend is niet nieuw, maar dat betekent niet dat het om twee identieke praktijken gaat. Maar dan kun je je ook afvragen: waarom zou je iets vergelijken als het precies hetzelfde is? Er moeten genoeg overeenkomsten en verschillen aanwezig zijn om een zinvolle vergelijking te kunnen maken. Dat is denk ik het geval, maar er bestaat wel veel verwarring over in welke zin je de azan met kerkklokken kunt vergelijken. Interessant voor mijn onderzoek was dat de wet in de jaren tachtig werd aangepast om er zeker van te zijn dat in de toekomst een vergelijking in ieder geval in de juridische zin mogelijk werd.”
Moskeeën waar geen azan plaatsvindt… Hoe ‘erg’ is dit? Zijn dit wel volwaardige moskeeën?
“Dat is niet aan mij om te zeggen. Het is niet de taak van een antropoloog of socioloog om te speculeren over de ‘echte’ of ‘volwaardige’ islam. Wel is het duidelijk dat er een brede consensus bestaat onder moslims in de hele wereld dat het oproepen tot gebed verplicht is in een moskee. Maar dat betekent niet dat het gebruik van luidsprekers verplicht is. De meeste moslims zeggen dat ook gewoon, dat het geen religieuze verplichting is om luidsprekers te gebruiken. Nu zijn moslims in landen zoals Marokko, Iran en Indonesië gewend geraakt aan het gebruik van luidsprekers, maar dat was niet altijd zo. Bijvoorbeeld in Pakistan waren islamitische geleerden het in de vroege twintigste eeuw niet eens over het gebruik van luidsprekers. Sommige van hen vonden luidsprekers onvoldoende authentiek.
In Nederland begrijpen mensen vaak niet dat de azan versterkt moet als het toch geen religieuze verplichting is. Kunnen die moslims niet gewoon klokkijken? Kunnen ze niet ‘gewoon normaal’ doen? Het gebruik van luidsprekers, zeiden tegenstanders vaak, is niet essentieel voor de islam, dat zeggen moslims zelf ook, dus moslims zouden de oproep niet moeten versterken.
Filosofen die leefden in de tijd van de Europese godsdienstoorlogen wisten dat tolerantie niet alleen een kwestie is van dogma’s en overtuigingen, maar dat ook de materiële aspecten van religieuze diversiteit van groot belang zijn. Een kerngedachte van John Locke, bijvoorbeeld, is de stelling dat niets in de religie onverschillig is. Locke schrijft in zijn essay On Toleration (niet te verwarren met zijn brieven over tolerantie) het volgende: ‘In Religious Worship, Nothing is Indifferent’. Wat bedoelde Locke hiermee? Hij legt uit dat het gaat om rituelen, om lichamelijke en materiële aspecten van de religie, bijvoorbeeld de keuze om een zwart of een wit gewaad te dragen, wel of niet knielen, een sober of een spectaculair feest organiseren, enzovoort. Het gaat hem om de gewoontes en tradities die mensen in verschillende religieuze stromingen hebben ontwikkeld. Zijn redenering leidt tot de conclusie dat de stijl en esthetiek van aanbidding van een groep ertoe doet voor hen. Het is in eerste instantie niet aan buitenstaanders of een wetgever om te bepalen dat een element van die aanbidding – zeer extreme gevallen uitgezonderd – wel of niet essentieel is, dat wil zeggen nodig of onnodig is.”
Steeds meer moskeeën in Nederland besluiten luidsprekers te gebruiken voor de azan. Over hoeveel moskeeën hebben we het eigenlijk?
“Het was in mijn onderzoek niet de bedoeling om te doen aan ‘mapping’, namelijk precies vast te leggen waar welke moskee oproept tot gebed. Zelf ben ik meer geïnteresseerd in de theoretische en politieke vraagstukken. Maar om een idee te geven, het gaat waarschijnlijk om minder dan 10% van de moskeeën in Nederland (dus sowieso minder dan 45), maar het aantal is in de afgelopen jaren toegenomen, zoveel is zeker.”
Vaak leidt de versterkte azan tot grote ergernis bij omwonenden. Wat zijn de belangrijkste redenen?
“Wetenschappers die zich bezig hebben gehouden met geluidsoverlast weten dat de sociale verhoudingen tussen mensen altijd een rol spelen: ergernis voor de azan wordt bepaald door sociaal-culturele, dat wil zeggen: niet alleen door puur akoestische factoren. Nostalgie voor een homogeen Nederland speelt een rol, zoals geanalyseerd door Jan Willem Duyvendak in zijn boek The Politics of Home. Maar ook bijvoorbeeld een hardnekkige Protestantse erfenis: veel mensen zijn opgegroeid met het idee dat de ‘scheiding van kerk en staat’ inhoudt dat publieke vormen van religie verboden zouden moeten zijn. Ik vermoed dat ons onderwijs over ‘politiek secularisme’ zwaar tekort schiet en achterhaalde opvattingen over de ‘scheiding’ reproduceert. Die overigens de facto niet is opgenomen in de Grondwet en dus meer een richtlijn is voor interpretatie dan een eenzijdig uit te leggen regel.
Maar we kunnen ook de vraag zelf onder de loep nemen. Is het wel de azan die leidt tot grote ergernis? Ik sluit dat niet uit in het proefschrift, maar benadruk wel dat zulke vragen niet beantwoord kunnen worden zonder politiek-esthetische oordelen te doen. Als neutraliteit zou betekenen dat sociale wetenschap zich verre houdt van zulke oordelen, dan denk ik dat een onderzoek zoals die van mij per definitie niet neutraal kan zijn. Of de azan de oorzaak is van de grote ergernis is dan al een normatief geladen vraag, waarvoor je zowel de sociale wetenschap als de politieke filosofie moet raadplegen. Dat geldt ook voor de bredere stelling dat ‘diversiteit’ de oorzaak is van onrust in een woonwijk, zoals Paul Scheffer dat op verschillende manieren heeft verwoord. Hoe kun je zo een kwestie empirisch en kritisch onderzoeken? Is ‘diversiteit’ het probleem of is het ‘intolerantie’? In zijn A Letter Concerning Toleration, geschreven in Holland, stelde Locke dat het meestal om het laatste gaat. Ik zeg niet dat dat altijd zo is, maar denk dat we te snel oordelen dat het probleem bij de azan, de moskee en de sluier ligt, in plaats van dat we beginnen met kritische introspectie.
Wat vind je van al die mensen die zich zo ergeren aan de versterkte azan? Heb je hier begrip voor of…?
“Natuurlijk. Het gaat ook om heel verschillende mensen, bijvoorbeeld een ongelovige Turkse jongeman die de azan vervelend vindt om te horen omdat het hem doet denken aan sociale druk van de gelovige gemeenschap. Of een bejaarde autochtone Nederlander die nostalgische gevoelens heeft voor hoe de buurt ooit was. Je kunt natuurlijk niet zomaar zeggen dat de thuisgevoelens van die mensen er niet toe doen.
Waar ik kritischer over ben is de populaire wens om Nederland te zien als een land met christelijke wortels waar islamitische geluiden per definitie niet thuishoren. Veel belangrijker misschien voor een rechtsstaat dan de scheiding van kerk en staat is wellicht een scheiding tussen staat en samenleving. En daarbij hoort ook een scheiding van opvattingen over taal, cultuur en etniciteit van burgerrechten. Dat is wezenlijk aan de liberale democratie. Wie dan nog treurt om het feit dat er een diversiteit aan religieuze uitingen mogelijk zijn in Nederland, treurt in feite om het rechtvaardig functioneren van instituties die de vrijheid garanderen. Ik volg hierbij in grote lijnen het denken van de liberale filosoof John Rawls in Political Liberalism.”
Kijkend naar de komende jaren: zal de ergernis minder worden over de versterkte azan?
“Ik denk dat de ergernis bij tegenstanders niet snel minder zal worden, maar omdat mensen steeds bekender raken met lokale onderhandelingen die eerder hebben plaats gevonden, zal het besef dat moslims luidsprekers mogen gebruiken toenemen. Ik denk dat bewoners door de oproep tot gebed worden gedwongen om tolerantie in de praktijk te beoefenen. Het is een vergissing te denken dat mensen eerst een filosofische conceptuele overeenkomst moeten bereiken over zoiets ingewikkelds als religieuze tolerantie om die dan vervolgens te beoefenen. De antropologie leert dat het eerder de andere kant op gaat: men leert de rechten van anderen te respecteren met vallen en opstaan in de praktijk. Maar zelfs als de oproep tot gebed niet meer gezien wordt als geluidsoverlast, als geluid op een ongepaste locatie en tijdstip, dan blijft de azan voor veel mensen op zijn minst opmerkelijk. Of het geluid van de Westermoskee in de toekomst net zo ‘normaal’ kan worden gevonden als de Westerkerk moet dus nog blijken.”
In hoeverre staat het gedoe over de versterkte azan symbool voor de anti-islamitische gevoelens bij veel Nederlanders?
“Het is niet toevallig dat Geert Wilders Kamervragen over de ‘imperialistische’ azan heeft gesteld. Maar wat ik in het proefschrift duidelijk probeer te maken is dat de weerstand tegen islamitische oproepen tot gebed breed gedragen wordt in de Nederlandse samenleving. De SP in Zutphen was tegen, net zoals de VVD in Oldenzaal. Maar een VVD-wethouder in Deventer hielp de moskee, terwijl de PvdA partijleider vraagtekens zette bij moslims die de oproep per se willen versterken toen hij daar een vraag over kreeg. Ik bedoel te zeggen: de realiteit is ingewikkelder dan ‘autochtonen’ versus ‘allochtonen’, ‘rechts’ versus ‘links’, hoewel stereotype conflicten zeker een grote rol spelen. Mijn onderzoek bevestigt wel het beeld dat Nederlanders zich weinig bewust zijn of zich onvoldoende laten leiden door wat Rawls een ‘sense of justice’ noemt. In plaats daarvan gaat men te vaak meteen uit van de eigen emoties en voorkeuren, zonder daarbij in acht te nemen wat de wet zegt en belangrijker, waarom de wet dat zegt.”
Weet je al wat je na je promotie gaat doen? Ik neem aan dat je geen muezzin wordt?
“Ik muezzin? Ik zou het de Nederlandse bevolking inclusief de moslims niet aan willen doen! Ik heb in ieder geval een korte postdoc aanstelling aan de Universiteit van Amsterdam vanaf september. En als het lukt misschien als visiting researcher een tijdje naar het buitenland.”
Het lijkt voor de hand om weerstand tegen azan te relateren met specifieke weerstand tegen moslims, maar zou het kunnen dat er veel algemenere bezwaren zijn die de boventoon voeren?
Als kerken ook 5 keer per dag, 7 dagen per week aan dat klokkenspel gaan lopen jengelen zou dat toch dezelfde bezwaren oproepen?
Daarnaast is een klokkenspel toch echt heel wat anders dan een gebed zo luid mogelijk ten gehore brengen of oproepen daartoe.
En zoals iedereen het recht heeft op vrijheid van religie, heeft iedereen ook het recht om vrij van religie te zijn. Het lijkt alsof er maar weinig rekening gehouden hoeft te worden met atheïsten en anders-gelovigen. Terwijl het recht om vrij te zijn van opdringerige religies nu juist één van de basis voorwaarden was voor het ontstaan van een Nederland waar elke religie een plek mag en kan hebben.
Het probkeem met tolerantie is dat intolerante mensen er gewiekst gebruik van maken om stap het land akoestisch en anderszins in hun greep te krijgen. Gesubsidieerd vanuit de islamwereld wil men niets liever dan de Azan wereldwijd laten schallen. Hopelijk blijft er nog lang plek op deze wereld voor mensen die niet van deze opdringerige praktijken gediend zijn.