Ergens halverwege het gesprek roept ze heel hard: “Nee, nee, nee!” Het is haar antwoord op de vraag of ze mensen bewust wil maken, met haar optredens, met haar boek. “Nee! Ik kom mensen niet vertellen hoe het moet!” Heel even is ze stil. Dan, bijna zachtjes: “Wat ik probeer, is anderen te inspireren. Ik wil mensen laten zien hoe mooi het leven is, de wereld, de natuur, wat een wonder het is, wat een ondoorgrondelijk mysterie.” Ze voelt zichzelf een onderzoeker, een bevrager, een verbinder, zegt ze, iemand die met haar presentatie- en debatwerk initiatieven die de wereld mooier, rijker maken, wil bekrachtigen. Ze onderzoekt al een leven lang wat we als mensen kunnen doen om de wereld meer in balans te laten zijn, hoe we kunnen voorkomen dat we verharden, tegenover elkaar komen staan. “De zaken waarvoor we ons als mensheid gesteld zien, moeten we samen aanpakken, simpelweg omdat we samen zoveel meer weten en kunnen.”
Froukje Jansen wil zichzelf en anderen in beweging zetten. “Ik ben opgeleid als danser, ik was een turnster, ik hou van yoga. Beweging is voor mij de poort naar verbinding.” Je kent het wel, zegt ze, zo’n moment dat je volkomen samenvalt met alles om je heen: de mensen, de natuur, de muziek, dat je gedachten stoppen en de tijd lijkt stil te staan. “Dit kan spontaan gebeuren. Maar een van de voordelen van ouder worden is dat ik iets beter weet hoe ik naar die stilte kan terugkeren; en dat vergt oefening.” Gesprekken met goede vrienden, de moderne jazzlessen van haar voormalige artistiek leider, en aan het water in haar woonplaats Amsterdam. Het helpt haar allemaal om zich te verbinden met het leven zelf.
Natuurlijk, zegt ze, zit ook zij wel eens vast. “Dat is onderdeel van leven. Dat je het soms even niet weet, dat je moet bijstellen, een zetje nodig hebt. En ook dat je weleens onderuit gaat. En dat je je realiseert: dat hoort er net zo goed bij. Ook omdat je er een aardiger mens van wordt.”
Op de korte termijn is ze bezorgd, zegt ze, vanwege de klimaatcrisis, de vluchtelingencrisis, de financiële crisis, terrorisme, en er zullen de komende tijd nog veel plant- en diersoorten verdwijnen. “Maar kennelijk leren we pas als we echt aan de rand van de afgrond staan. We komen pas tot nieuwe inzichten en praktijken als de oude niet meer werken; alleen dan ontstaat meer bewustwording en reflectie. In die zin zijn dit de positieve, maar zeer duurbetaalde vruchten van een groter ontwikkelingsproces waar we als mensheid doorheen gaan.
Ik geloof dat alles een uitdrukking is van onze geestelijke wereld. Kijkend naar de staat van de aarde moeten we dan concluderen dat wij, als mensheid, in veel opzichten vervuild en verarmd zijn. Dat is een pijnlijk en confronterend besef. Tegelijkertijd is het ook een wake-up call die ons helpt bewuster te worden van onze innerlijke wereld en gedachten. Als ik mijn eigen geest bestudeer, merk ik dat, wanneer ik alles insluit, ook de dingen die ik moeilijk en verwerpelijk vind, ik gaandeweg meer balans en rust ervaar. Mild zijn bijvoorbeeld, voor mezelf en voor anderen, dat klinkt gemakkelijk, maar probeer het maar eens. In alle grote boeken uit alle religies staat: gij zult niet oordelen. Maar natuurlijk denk ik, als ik hoor dat er een asielzoekerscentrum wordt bekogeld: welke idioot doet dat?”
Ze wil maar zeggen: het is allemaal mooi en prachtig, je zogenaamd verbonden weten, maar je verbonden voelen met degenen met wie je het hartgrondig oneens bent, is natuurlijk oneindig veel moeilijker. “Alles includeren, dát is, denk ik, de kunst.” Ze draait de stukjes verse gember rond in haar theeglas, en kijkt lachend op. “Maar jonge, jonge, jonge, wat een uitdaging, zeg!”
“Ik heb gemerkt dat klimaatverandering voor veel mensen een angstaanjagend doemscenario is, waardoor ze zich klein en machteloos kunnen voelen en dan maar hun kop in het zand steken. Maar vanuit het besef dat alles onderling verbonden is met elkaar, ben je dus altijd van invloed. Of je het nu wilt of niet! Misschien is dat wel wat ik mensen hoop mee te geven.” Opnieuw is ze even stil. Haar gezicht breekt open. “En af en toe moet je heel hard om alles kunnen lachen; dat ook!”
Dit artikel komt uit VANDAAG, een nieuw magazine over zingeving en levenskunst. Meer lezen? Vraag het magazine gratis en vrijblijvend aan!
Mooi, uit het hart gegrepen!