Wat betekent boeddhisme voor u?
“Ik zou mijzelf geen boeddhist willen noemen. Ook boeddhisten hebben niet de behoefte om mensen zo te labelen. Of iemand boeddhist is, zal volgens de meeste boeddhisten blijken uit iemands gedrag. Dat je iets zegt of wat je precies zegt, is in het boeddhisme niet het belangrijkst. Het komt meer aan op de houding waarmee je iets zegt.
Ik ervaar wel een sterke affiniteit met het boeddhisme. Ik zou mijn relatie met het boeddhisme willen vergelijken met het maken van reizen naar een land dat je niet kent en waarvan je de taal niet spreekt. Gaandeweg leer je de taal spreken en bouw je er een zekere vertrouwdheid mee op. Zodra je terugkomt van zo’n reis, kun je je niet meer voorstellen dat je dat land niet kende.”
Wat verstaat het boeddhisme onder liefde en mededogen?
“Het is belangrijk te weten dat boeddhisme – anders dan de monotheïstische religies – zich oriënteert op de ‘binnenwereld’ van de mens, en niet op de sociale wereld. Een heel ander referentiekader! Binnen de monotheïstische religies is liefde altijd iets tussen twee personen. Het is juist het liefhebben van die persoon, en de wederzijdse verstandhouding, die maakt dat die liefde de moeite waard is. Er is dus altijd sprake van liefde mèt aanzien des persoons. Karuna of mededogen is de hoogste boeddhistische deugd. Karuna betekent het uitdragen van een bewustzijnstoestand die je zelf in meditatie hebt ervaren. Het is een toestand waarin geen grenzen meer bestaan tussen mijn en dijn, tussen ik en jou. Het gaat erom dat je de positieve energie die je doorgaans jegens jezelf ervaart, uitbreidt tot àlle levende wezens. Het resultaat is een zuivere vorm van liefde: onbaatzuchtig en niet gebaseerd op verlangen.
Mededogen draagt iets neerbuigends in zich: je vindt iemand anders in zekere mate ‘zielig’. Karuna voel je altijd ten aanzien van iemand die ‘minder ver’ is dan jij, ze gaat niet op tussen gelijken. Het betekent dat jijzelf verder bent op de spirituele weg en op basis daarvan in staat bent de ander te laten delen in jouw uitstraling. Een bodhissatva (zoals de Chinese Quan Yin) is zo iemand. Hij of zij heeft de belofte afgelegd om alle levende wezens die de verlichting nog niet hebben bereikt, te helpen op hun pad.”
Het boeddhisme wordt vaak gezien als een religie van liefde, een religie zonder geweld. Klopt dat met de werkelijkheid?
‘Het boeddhisme is opvallend geweldloos in verhouding tot veel andere religies. Een uitzondering is het Theravada boeddhisme zoals dat in Sri Lanka beoefend wordt. Daar staat het boeddhisme al tweeduizend jaar in dienst van het Singalese nationalisme. De nationalisten gaan ervan uit dat Tamils geen volwaardige Sri Lankaanse burgers zijn, omdat zij hindoe zijn en geen boeddhist.
In de meeste andere landen die het Theravada boeddhisme beoefenen, waaronder Vietnam, is het nationalisme pas in de negentiende eeuw ontstaan, als verzet tegen het kolonialisme. Een religie neigt ernaar militant te worden waar deze ten dienste staat van het nationalisme en het antikolonialisme. Dit betekent niet noodzakelijk dat een religie militaristisch wordt, maar dat is wel een mogelijkheid. Verder is ook het boeddhisme als instelling niets menselijks vreemd. In die zin kun je verwachten dat ook het boeddhisme zo nu en dan gewelddadig zal uitpakken. Daar staat tegenover dat het boeddhisme vanwege zijn focus op de binnenwereld altijd moeite zal blijven hebben met het voeren van politieke oorlogen, in plaats van “oorlogen” tegen bepaalde ondeugden in de mens zelf.”
Boeddhisme heeft als voorschrift niemand leed aan te doen, dat is mededogen met dieren en mensen, compassie . Misschien komt het het door woord gedogen in mededogen, toelaten dat men meevoelt lijdt met de ander. Dat is niet hetzelfde als de ander zielig vinden of minder.