Marc De Kesel: “Voor de filosoof is het domein van de mystiek vaak een onbetreden terrein. Toch ligt daar een hele traditie klaar waar behoorlijk is nagedacht over fundamentele zaken in het leven, zoals: wat het betekent mens te zijn. Of: wat is leven? Dood? Liefde? Er heerst een idee dat mystiek boven het denken staat, dat het verwijlt buiten de ratio. Daar neem ik stelling tegenin: er wordt behoorlijk hard nagedacht, in de mystiek.”

Moeten we dan in de mystiek ook al nadenken, is dat niet een beetje jammer?

“Helemaal niet jammer! Er moet sowieso altijd heel hard nagedacht worden. Daarvoor is menszijn te zeer vol problemen. Ik ben huiverig tegenover de houding die zegt: voorbij het denken ligt de oplossing. I’m not so sure.

Over het menszijn kun je niet simpel denken. Neem wat een Johannes van het Kruis schreef, een Jean de Saint Samson… Die laatste was een blinde Franse karmeliet (eind 16de-begin 17de eeuw) met een gigantisch oeuvre, waarvan nog slechts drie delen zijn verschenen. Maar er wordt aan gewerkt, gewaardeerd oud-medewerker Hein Blommestijn leidt nog steeds het project van die tekstuitgave.

De bedoeling van het TBI is dus in de eerste plaats nadenken. Het instituut is een samenwerkingsverband tussen de Karmel Orde en de Radboud Universiteit: het doet wetenschappelijk onderzoek en vertaalt dat voor een ruimer publiek in cursussen en modules.”

nachtmystiek
Beeld door: Titus Brandsma Instituut

Is dat altijd de functie van het TBI geweest?

“In het begin had het instituut wat moeite om zijn koers te bepalen, want het richtte zich op spiritualiteit en was ingekneld tussen het grote publiek aan de ene kant en wetenschappelijk onderzoek aan de andere kant, maar er is snel een mooi evenwicht gevonden. We kunnen bogen op veel publicaties, veel cursussen. In het verleden hadden we nog meer cursussen dan nu want er kwam nog vraag vanuit religieuze ordes, Karmelieten en anderen. Het slinken van die religieuze achterban is opgevangen door leken, en de koers heeft zich dus verlegd.”

Is uw publiek ook kleiner geworden?

“Ja, en diverser. We werken samen met de PThU, de Protestantse Theologische Universiteit. Er is ook van protestantse zijde interesse voor die katholieke mystiek, en we zetten een opleiding op de rails voor geestelijke begeleiding, post-universitair voor dominees, waar ook anderen bij aansluiten. Praktiserende dominees doen daar inspiratie op en worden geestelijk begeleider.”

Wat leren die nou bijvoorbeeld?

“Ze krijgen een inleiding in de mystieke traditie, die gaat namelijk ook vaak over geestelijke begeleiding. Als Meister Eckhart zijn preken geeft of François de Fénelon zijn brieven schrijft, begeleiden zij mensen in hun zoektocht naar God. Vandaag de dag zijn er ook mensen die de vraag stellen naar God, en bij die 17de-eeuwse mysticus kun je tools vinden om daarin je man of vrouw te staan.
Ons publiek is doorgaans heel tevreden over ons aanbod.

Besef ook dat veel mensen interesse hebben in de mystieke traditie, mensen die Hadewijch, Ruusbroec, Eckhart, Teresa van Avila lezen bijvoorbeeld. Hildegard von Bingen is ook heel erg in. De kerkelijke traditie gaat er in geen geval op vooruit, maar dat is deels opgevangen door de populariteit van de spirituele traditie. Waarvan ons domein, de christelijke spiritualiteit, een onderdeel is.

Het is bekend dat de meest succesvolle spiritualiteit uit het Oosten komt. Onze bedoeling is niet zozeer om zomaar op dat spirituale élan mee te surfen, maar eerder om het publiek te leren er kritisch tegenover te staan. Want er wordt behoorlijk wat gezweefd in die contreien. Met de heersende spirituele honger-epidemie maken velen zich rijk… Dus je moet mensen weerbaar maken.”

darkness-3345271_1920
Beeld door: Pixabay

Wat is er gevaarlijk aan mensen die rijk worden?

“De spirituele vraag van de mensen kun je uitbuiten, als je ze te snel op hun wensen bedient en ze in naam van de spiritualiteit producten levert die niet op het niveau staan van de traditie. In die zin doen wij aan een vorm van culturele kwaliteitsbewaking. Dat is voor de moderne mensen die wij zijn erg belangrijk: we kunnen en mogen ons niet toestaan niet mondig en niet kritisch te zijn.

Maatschappelijke spiritualiteit is een van onze projecten: daarin meten we de relevantie van de spiritualiteit af aan de traditie. Zo hebben we onlangs een essaybundel uitgegeven met als titel: ‘Portretten van sociale spiritualiteit’. Mijn bijdrage gaat over de eerder genoemde Fénelon. Hij was een vroom mens die de voie interieure ging, de innerlijke weg, maar dat ging gepaard met harde kritiek op het absolutisme in Frankrijk. Het een sluit het ander blijkbaar niet uit.

dwon

Dit is ook het onderwerp van ons internationaal TBI-congres op 13 en 14 juni, getiteld Down Town/ Down Soul. Het feit dat in de vroege moderniteit, de 17e eeuw, de westerse mens een ‘burger’ wordt, loopt parallel met het feit dat hij God in het eigen innerlijk moet zoeken. Een nieuw mensbeeld ontstaat: ‘wij verhouden ons tot de werkelijkheid niet langer vanuit een verbondenheid met God, maar vanuit onszelf. We definiëren onszelf als vrij, ook tegenover God. Ook als we in Hem geloven, zijn wij het die daar vrij voor gekozen hebben.’ Dat is het cartesiaans bewustzijn: je pense donc je suis. En daarop komt ook het bewustzijn van de burger als ‘vrije ondernemer’ neer. Maar tijdens die 17de eeuw waarin wij een vrij subject neerzetten, ontplooit zich in de mystieke traditie een zware bevraging van dit subject. Zijn wij de grond van onszelf? Is God niet de grond van onszelf? Of zijn we toch vrij tegenover die grond, een vrijheid die zich in gevoel, passies, liefde toont? Er schuilt in de mystieke teksten van die tijd een hele reflectie op wie wij zijn, een passieleer, een menswetenschap zelfs.

Dat is niet algemeen bekend, daar moet hard op gestudeerd worden, en dat is onder meer iets wat we gaan doen. Daar moet je trouwens een rijpe leeftijd voor hebben, maar dat kunnen we nu aan, want we zijn nu vijftig jaar.”

Gaat het ook over de mystiek van nu, wat er nu met ons aan het gebeuren is?

“Nee, daarvoor zijn we dan weer misschien niet oud genoeg. We geven geen trainingen in praktische mystiek. We blijven focussen op de mystieke traditie, dat is onze core business. We blijven georiënteerd op een corpus uit het verleden. Wat niet betekent dat we ons vandaaruit niet ook inlaten met wat aan mystiek- en spiritualiteitsbeleving vandaag gebeurt. Er is momenteel een enorme spirituele honger en die voedt zich gretig met spiritueel fast food. Ook in het land van mystiek en spiritualiteit zijn we allemaal toerist geworden, we gaan er graag op reis om er links en rechts te shoppen. Wat wij als TBI kunnen en moeten doen, is die spirituele consument mondig en weerbaar maken zodat hij zich niet door het eerste het beste product laat inpakken.”

Is het in de traditie dan alles goud wat er blinkt?

“In de traditie is lang niet alles zonder meer positief. De mens is ook in de christelijke traditie af en toe monddood gemaakt, uitgebuit en misbruikt. Een traditie is nu eenmaal een veld waarin allerlei via trial and error is uitgeprobeerd en waar met problemen en vragen oeverloos is geworsteld. In tegenstelling tot wat ‘traditionalisten’ menen, is traditie dus geen gesloten geheel, maar een hybride veld van vraagstelling. Instituten als het TBI geven niet zozeer antwoorden maar brengen de vragen die mensen stellen op een hoger niveau, zodat ze niet door hun vragen overspoeld worden. Die doelstelling heeft het TBI trouwens gemeen met elk ander academisch instituut in de humaniora en de menswetenschappen.

Wij gaan er dus vanuit dat mystiek niet zonder meer iets is dat boven de geschiedenis staat. Dat wordt wel gezegd: ‘je hebt een domein dat eeuwig is, boven alles’. Maar wij zeggen: elke tekst heeft een historische plaats. Meester Eckhart is typisch 14de eeuw, je voelt de problemen van die tijd. Net als nu: als Nederland vol boeddha’s staat, zegt dat niet alleen iets over de ziel van de mens die een boeddhabeeld in zijn tuin zet, maar ook over de cultuur die veranderd is.”

sky-1494656_1920
Beeld door: Pixabay

Op welke thema’s richt u zich?

“Zoals gezegd: wat heeft de mystieke traditie te bieden voor ons moderne bewustzijn? We richten ons dus op de relatie tussen moderniteit en mystiek. Een van de deelaspecten is: maatschappelijke spiritualiteit, de maatschappelijke relevantie van teksten. Een ander element is wat er gebeurde in de tijd van de Moderne Devotie. Dat was een vroomheidsbeweging die niet door de clerus gedragen werd – de burger werd in de 15de eeuw al wat vrijer en die stedelijke cultuur kent een eigen religiositeit. Die premoderne burger definieert devotie anders, en daar wordt de mystiek gesmeed die later zo belangrijk is. Nog een ander thema is ‘Bijbelse spiritualiteit’: hoe heeft de referentie aan dat basisboek vorm gegeven aan mystiek en spiritualiteit door de eeuwen heen en hoe doet het dat ook vandaag nog.”

Wordt spiritualiteit voor de moderne burger niet steeds meer een individuele zaak?

“De burger werd met het burger-worden individueler, en dat gaf vrijheid: ‘Ik ben vrij en sta ongebonden tegenover de wereld, ook tegenover het gezag van Keizer en Paus’. De protestantse religiositeit komt daaruit voort, maar vindt daarin meteen ook haar centrale probleem. Ik kies in alle vrijheid voor God, maar wat betekent die vrijheid in het licht van een allesbepalende goddelijke genade? Wat kan mijn vrijheid inbrengen tegenover de enige die echt vrij is, God? In die zin is de pre-moderne mystiek interessant. Daar weet de mysticus zich vrij, juist omdat hij zichzelf als gedragen door God weet. Nog eens: wie over vrijheid nadenkt, moet zich ook verdiepen in de mystieke traditie. Net zoals wie zich met mystiek inlaat, de moderne reflecties over de vrijheid van het ik moet meenemen.”

Boeddhisten bijvoorbeeld zeggen dat ik niet bestaat, het is een illusie.

“Dat is, ook naar de normen van de boeddhistische traditie, te snel en makkelijk gezegd. Natuurlijk zegt het boeddhisme dat, maar eer je zover bent dat je voorbij bent aan je ik moet je dat moeilijke pad van de mystieke weg gaan. Mijn boek Zelfloos legt dat probleem op tafel: alle mystiekers willen af van hun zelf, maar zetten een bijzonder sterk zelf in om dat te realiseren. Ze leggen dus een lange weg af, een weg waarop het ik vooral met zichzelf strijdt. Misschien IS de mens ook dat problematisch gevecht met zichzelf. Misschien is wel het ergste dat je de mens kunt ontnemen precies het probleem dat hij IS. Want dan neem je hem zijn mens-zijn af.

Wij willen voor alles een antwoord hebben, een oplossing. Hier stelt de mystiek de presistentie van het niet-weten, the cloud of unknowing tegenover. De mystiek weet dat het probleem dat de mens is, niet opgelost zal raken. Het ligt bij het mysterie, bij God.

Maar het probleem is dat je door dit te zeggen snel gaat doen alsof dit juist de oplossing is. Door te beseffen dat je niet alles weet, ga je toch maar lekker denken dan je het hoogste weten bereikt hebt. Je weet meer dan alle anderen samen, want jij weet tenminste dat je het niet weet! De mystiek is bekend met die list en zoekt wegen niet in die val te trappen. In de huidige spirituele shopping-cultuur ligt die val voor iedereen klaar. Reden dus om dat oude mystieke corpus te lezen en te zien hoe daar lucide met dat probleem geworsteld is. Daarom schreven die mystiekers, ook al hadden ze mond vol over het onzegbare, toch maar duizenden en duizenden bladzijden neer. Allemaal om te zeggen dat er niets te zeggen valt.”

titusb

Titus Brandsma zelf zou de trends geconstateerd in het SCP-rapport over de achteruitgang van de religie wel betreurd hebben…

“Dat is het rapport van een sociologische studie over geloof in God, kerkbezoek en spiritualiteit. Religie is out, en spiritualiteit is in. In een vorige studie bleek dat naarmate de religie achteruitging, mensen meer geïnteresseerd waren in spiritualiteit. De huidige studie stelt dat dit nu wat stagneert. Dus de spirituele belangstelling groeit niet langer en de religieuze belangstelling gaat verder sterk achteruit – aldus die studie.

Tijdens het interbellum was Titus Brandsma ook al een exponent van de katholieke beweging waarin de kerk zelf constateert dat ze de greep op de gelovigen verliest. Sinds de jaren zestig heeft die trend zich versterkt verdergezet en is er precies gebeurd wat gevreesd werd. De Kerk blijft dus met dat probleem geconfronteerd en wordt dus vooral ook gedwongen aan kritisch zelfonderzoek te doen. Kan ze haar traditie blijven aanwenden als een bunker van zekerheid waarin ze zich tegen de heersende cultuur verschanst? Of moet ze die traditie juist in haar weerbarstige, maar rijke hybriditeit aanspreken om aansluiting te vinden bij die heersende cultuur?

Ten dele heeft de populariteit van spiritualiteit daarmee te maken: mensen met religieuze honger zoeken naar een niet-doctrinair aanbod. De herontdekking van de mystiek die sinds het begin van de 20ste eeuw opgang maakt, moet je in dit licht zien. De bedoeling van instituten als het TBI is onder meer de spirituele vragen van vandaag levendig te houden, ook om ze open te houden en ze de diepgang, reikwijdte en ernst te geven die ze verdienen.”

Wat is voor u persoonlijk een favoriet thema?

“Hier verwijs ik graag naar mijn boek Zelfloos – het thema dat de mysticus zichzelf moet overwinnen en dat dit voor een moderne mysticus moeilijker ligt dan voor een pre-moderne, middeleeuwse mysticus.

Een ander thema dat ik in de toekomst ga uitwerken is de relatie tussen moderne beeldende kunst en mystiek. TBI-collega Anne Marie Bos schreef een studie over de iconografie van Elia in de moderne kunst. Ikzelf ga in op wat nu precies modern is aan moderne kunst en hoe daarin de mystieke traditie een bepaalde rol speelt. Ik kan het niet laten hier melding te maken van een cursus die ik deze zomer geeft aan het Centre Erasme in Frankrijk, bij Avignon, in het Nederlands. ‘Krassen in het canvas’, heet de cursus.

De moderne kunst kun je niet begrijpen als je niet de religieuze traditie kent waartegen die zich afzet. Ik had het er al over dat in de naam van spiritualiteit heel wat wolligs en wolkigs verkocht wordt, maar met het discours over kunst is het echt niet beter gesteld, integendeel. Het is ook daar niet eenvoudig om door de bomen het bos te zien. Een interessant onderzoeksproject.”

En wat gebeurt er op 15 juni?

“In de ochtend wordt een boek gepresenteerd, een bloemlezing van een dozijn of meer passages uit het oeuvre van Titus Brandsma, die gaan over het hele terrein dat hij beslaat, telkens voorzien van een commentaar door iemand van ons.

In de middag houden we de traditionele Titus Brandsma-lezing, maar omdat het onze jubileumviering is, hebben we twee Titus Brandsma-lezingen gepland, een door Désanne van Brederode over wat Titus Brandsma actueel maakt, en een door Ad van Liempt die meer de politieke kaart zal trekken, over Brandsma’s anti-Nazi-activiteiten. Vervolgens is er een receptie, inclusief walking dinner; kortom: feest. Allen zijn welkom.”

Waarop verheugt u zich het meest?

“Ik kies niet. Ik verheug me op het wetenschappelijke congres, ook al omdat ik het heb georganiseerd. Maar ik verheug me evenzeer ook op de publieksdag, die wordt gegarandeerd zeer sfeervol.”

Meer informatie over congres en publieksdag: wp.titusbrandsmainstituut.nl/nl/?page_id=5123

Meer informatie over de cursus Krassen in het canvas: www.centre-erasme.nl/cursus/18-06/

Lisette profiel

Lisette Thooft

Journalist

Lisette Thooft (1953) studeerde Engels met antropologie als bijvak maar rolde de journalistiek in en schreef jarenlang voor spirituele …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.