Veel mensen kennen u als medeoprichter van de Partij voor de Dieren. Na uw afscheid van de politiek bent u theologie gaan studeren. Inmiddels bent u begonnen aan een promotietraject in de theologie. Vanwaar deze overstap?

Toen ik jurist was en we in 2002 de Partij voor de Dieren oprichtten, werd me wel eens gevraagd of ik niet helemaal gek was geworden. Niet alleen omdat ik als jurist veel geld kon gaan verdienen, maar ook omdat we een ‘single issue partij’ begonnen. We werden belachelijk gemaakt. Mensen vroegen gekscherend of we ook een fietsenpartij of een partij voor de planten zouden gaan oprichten. Toen bleek dat ik ook nog eens ‘van God’ was, was de hilariteit compleet!

Ik kwam erachter dat dit soort weerstand mij juist energie gaf. Tegen de stroom ingaan wakkert bij mij moed en durf aan. Mensen proberen in beweging te krijgen door het fundamentele te bevragen is – en was zeker toentertijd – lastig, maar ook ontzettend boeiend.

De theologie bevraagt het vanzelfsprekende, zoals de relatie tussen mens en natuur. Het moderne idee is dat de mens heerst over de natuur. Ook als we spreken over ‘zorg voor de natuur’, ligt daar zo’n beheersingsperspectief aan ten grondslag. Binnen het christendom wordt soms ook op zo’n manier gesproken. Denk aan het woord rentmeesterschap. Alsof de natuur moet renderen, in dienst staat van de mens! Ik denk dat we een krachtiger en waardevoller beeld vinden in het Bijbelse idee van bondgenootschap: alle wezens delen verleden, heden en toekomst. We leven in bondgenootschap met elkaar.

De fundamentele vragen over onze omgang met de natuur, mens- en wereldbeelden, en de zoektocht naar bronnen van betekenis vond ik zo interessant dat ik theologie ben gaan studeren.

Marianne Thieme (1972) is jurist, theoloog, duurzaamheidsstrateeg en medeoprichter van de Partij voor de Dieren. In 2019 nam zij afscheid van de Tweede Kamer en besloot zij systematische theologie te gaan studeren. Op dit moment werkt zij als promovenda theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ook is zij publicist, spreekster en maakt zij de wekelijkse podcast Van Alles de Waarde.

Wat heeft theologie ons in de huidige tijd te zeggen?

Daar is natuurlijk heel veel over te zeggen, maar één belangrijk element dat ik wil noemen is taal. We leggen tegenwoordig sterk de nadruk op theoretische scholing, op hoger, wetenschappelijk onderwijs. Dat is natuurlijk ook belangrijk. De wetenschap heeft ons veel gebracht. Tegelijkertijd zijn we enkel nog gewend om technocratische taal te gebruiken. Zakelijke, rationele, meetbare, wetenschappelijke taal. Ondertussen zijn steeds meer mensen op zoek naar betekenis. Als je kijkt naar de huidige polarisering in samenleving en politiek, dan hebben kiezers duidelijk laten weten dat er iets anders moet. De vraag is nu: hóé dan? Simplistische oplossingen die gebaseerd zijn op angst, xenofobie of boosheid zijn wat mij betreft geen goed antwoord. Maar de onderliggende kwestie is dat de wereld steeds betekenislozer is geworden. We voelen ons vervreemd, onzeker en voelen ons vaak geen onderdeel meer van een gemeenschap.

Hoe kunnen we de taal vinden die ons weer verbindt? Hoe identificeren we de waarden die niet zozeer te meten zijn? Daarvoor moeten we op een andere manier over de wereld praten dan in technische of wetenschappelijke termen. We zitten verlegen om taal die uitdrukt waar we naar verlangen. In de theologie en de religieuze wereld worden woorden gebruikt als bescheidenheid, genade, nederigheid, dankbaarheid, bevrijding. Allemaal woorden die verband houden met een bepaald mens- en wereldbeeld. Als deze woorden in de seculiere omgeving worden gebruikt, krijgen ze vaak een andere betekenis of lading. Daardoor kunnen misverstanden ontstaan, of onbegrip. Theologie en filosofie kunnen ons helpen weer een gemeenschappelijke taal te vinden; zodat de twee werelden, die van wetenschap en verlangen, elkaar weer kunnen vinden.

Religieuze taal resoneert vaak minder in seculiere kringen. Hoe vindt u taal die aanspreekt?

Ik denk dat we allemaal ten diepste verlangen naar liefde, rechtvaardigheid en schoonheid. Daar ben ik van overtuigd. Daarom denk ik ook dat je uiteindelijk met elk onderwerp het hart kunt raken van mensen. Door aan te sluiten bij wat voor hen betekenisvol is. Dat hoeft niet op een filosofische of theologische manier, met grote woorden of theoretische reflecties. Bij elke discussie zullen we terug moeten naar wat ons bindt, waar onze verlangens of zorgen zitten. Niet steggelen over zoiets abstracts en technocratisch als stikstofnormen, maar praten over de gezondheid en welzijn van mens en dier. Maak het invoelbaar voor mensen in hun dagelijkse omgeving. Want dan voelen mensen een aanleiding om groener te willen leven, in plaats van dat het ze wordt opgedrongen.

In relaties gaat taal pas leven. Dat is een open deur, maar het is zo. Als mensen bij elkaar komen, krijgen de woorden die ze met elkaar wisselen echt een gemeenschappelijke betekenis. Of we nou samen koken, elkaar helpen in de tuin, of het schoolplein opknappen. Door ontmoetingen ontstaan netwerken van betekenis en leren we elkaar weer begrijpen.

U bent ook actief als duurzaamheidsstrateeg. Is er binnen het bedrijfsleven ruimte voor de vraag naar betekenis?

Ik vind dat we de echte waaromvraag te weinig stellen, ook in het bedrijfsleven. Het draait vaak om KPI’s, compliance en meetbare resultaten. We houden ons aan de regels omdat de wet het voorschrijft. Maar een bloeiende organisatie – in de integraal-ecologische zin van het woord – durft zichzelf de cruciale vraag te stellen: Klopt het wel wat we doen? Waarom doen we wat we doen? Hoe staat het met ons morele kompas? Wat drijft ons ten diepste? Dit vraagt om leiders met bezieling, die in staat zijn visionair te denken. Ik denk dat we daar behoefte aan hebben, niet alleen in organisaties en bedrijven maar ook in de samenleving als geheel. We zijn zo resultaatgericht bezig dat we onze drijfveren uit het oog verliezen.

De betekeniscrisis kan aanleiding vormen voor een verandering die dieper gaat dan pure systeemverandering. Die gaat over het besef dat we als mens deel uitmaken van iets groters. Dan kan ons mensbeeld veranderen van homo economicus naar de mens als spiritueel verlangend wezen dat behoefte heeft aan verbinding, liefde en schoonheid. Daarom ben ik ook blij met dit soort betekenisvolle gesprekken, waar duidelijk veel behoefte aan is.

Iemand die op zijn werk begint over verlangens en gevoelens wordt al snel weggezet als sentimenteel. Hoe zorgt u dat uw boodschap landt in een omgeving die daar niet direct voor open staat?

Marianne Thieme staand
Beeld door: Casper Rila

Ik snap die vraag heel goed. Daar heb ik ook veel mee te maken gehad, zeker in het begin. Het heeft ook met framing te maken. Sommige frames zijn moeilijk te doorbreken. Zeker als er bijvoorbeeld seksisme in het spel is. Dan wordt al gauw de kaart gespeeld van ‘emotioneel’ of ‘overgevoelig’. Wat naar mijn idee helpt, is om vooroordelen te benoemen, zowel je eigen vooroordelen als die van de ander. Toen ik een tijd geleden op een bijeenkomst voor zakelijke investeerders sprak, viel ik met de deur in huis: ‘Jullie hebben me uitgenodigd, dus kennelijk willen jullie graag naar een fanatieke vegetariër luisteren.’ Mensen beginnen dan te gniffelen. ‘En dan verwachten jullie natuurlijk dat ik jullie even om de oren ga slaan, omdat jullie een stelletje biefstuk-etende boomers zijn’. Door de spanning te benoemen en uit te vergroten komt er een lach. Dan ontstaat er ruimte voor het gesprek en kun je op zoek gaan naar waar je elkaar kunt vinden, in plaats van in principes te blijven hangen.

Ik denk ook dat de groene progressieve beweging – waar ik ook toe behoor, laten we daar helder over zijn – zich moet realiseren dat het allemaal niet zo radicaal en perfect hoeft. Geen enkele vleeseter wordt van de ene op de andere dag veganist. Net zoals een verstokte bankhanger het niet zal volhouden om opeens elke dag naar de sportschool te gaan. Maar af en toe eens een wandeling maken lukt wel. En wat minder vlees eten misschien ook. Laten we niet te streng zijn voor elkaar. We zijn nu eenmaal inconsequente wezens. We vinden ons pad door vallen en opstaan. Laten we elkaar daar de ruimte voor geven, in plaats van met een moreel superieure vinger te wijzen. Dat stoot af en verlamt.

Inmiddels voelen meer jongeren dan ooit zich verlamd of angstig, of lijden zij zelfs aan klimaatdepressie.

Volgens mij hebben zoomers en millennials ten onrechte het imago heel erg ik-gericht te zijn. Ik begrijp wel waar dat beeld vandaan komt: veel jonge mensen werken aan zichzelf. Met apps, psychotherapie, mindfulness en dergelijke. Maar dat doen ze echt niet alleen om ‘het zelf leuk te hebben’. Ik denk dat dat voortkomt uit zorgen om de ander en een enorme betrokkenheid bij de wereld om hen heen. Ze zijn op zoek zijn naar manieren om zichzelf beter te maken. Het lijkt me loodzwaar om voortdurend het gevoel te hebben aan jezelf te moeten werken. Jezelf aan je haren uit het moeras te moeten trekken, terwijl de wereld om je heen óók nog eens in brand staat. Dat is een doorvermoeiende exercitie. Dan begrijp ik wel dat je naar manieren zoekt om rust en verbinding te vinden.

De problemen om ons heen hebben hun weerslag op hoe we over onszelf denken. Dat is niet altijd constructief. Je ziet ook in de groene beweging dat het een benauwend soort schuldgevoel geeft. Hoe kan ik zo min mogelijk kwaad doen? Deze verkramping kan uiteindelijk leiden tot apathie of zelfs depressie.

Hoe blijft u zelf genieten van de schoonheid van het bestaan, in tijden van crises?

Als je niet geniet van wat je krijgt, ben je niet echt dankbaar. Het gaat erom ook de lichtheid en vrolijkheid van het bestaan te voelen. Zo probeerde ik destijds bij de Partij voor de Dieren te laten zien dat we geen doemdenkers zijn, maar vrolijke activisten: zonder dat er een dier heeft hoeven te sterven, kun je van een prachtige maaltijd genieten.

Het is een kunst om niet in negativiteit te blijven hangen. Als je mild bent voor jezelf en tegelijkertijd je beste beentje voorzet, blijft het haalbaar voor jezelf en voor anderen. Beter inconsequent goed, dan consequent fout.

Is dat niet wat makkelijk gezegd, vrolijk zijn terwijl de wereld in brand staat?

Ik erken dat het zeker niet makkelijk is. Laat ik voor mezelf spreken, ik moet en kan hiervoor uit diepere bronnen putten. Voor mij persoonlijk biedt het geloof houvast en hoop: ik hoef het in ieder geval niet allemaal alleen te doen. Daardoor voel ik een zekere bevrijding. Het ontspant. Ik denk dat ik op deze manier meer een force for good kan zijn dan wanneer het altijd maar uit mezelf moet komen. En natuurlijk blijf ik vragen stellen en wordt mijn vertrouwen soms op de proef gesteld. Als ik weer eens een varkenstransport voorbij zie komen of een vrachtwagen vol kalveren, dan schieten me de tranen in de ogen. Dan vraag ik me af hoe lang dit nog doorgaat. Wanneer grijpt God in? Vroeger kon ik de knop omzetten, maar dat lukt me niet meer. Die gevoeligheid voor leed is tegelijkertijd ook wel wat ons mens houdt, denk ik. Door alles te rationaliseren of in taal proberen te vatten, kunnen we ook afgestompt raken. Dan raken we de betekenis van lijden, liefde en geluk kwijt.

Weet je, ik voel dat ik de last van de wereld niet op mijn schouders hoef te dragen. Ik geloof dat iemand anders de wereld in zijn handen heeft. Daaruit kan ik ook hoop putten. Hoop betekent dat je ondanks dat alles tegen lijkt te zitten, ondanks alle boosheid, cynisme en negativiteit, ondanks al het ontkennen of wegkijken, er toch een positieve kracht is die overal doorheen kan breken. Die hoop zien we ook dagelijks terug in de natuur. In de grassprietjes die opkomen in het gebarsten asfalt. In de wilskracht die wij allen in ons hebben. In het feit dat we als mensen tot inzichten kunnen komen waar we in ons eentje niet toe in staat zijn. Voor mij is dat de Heilige Geest: een goddelijke kracht die we met elkaar kunnen ervaren en ons inspireert.

Welk advies zou u aan jongeren willen geven?

Raak niet moedeloos. Vaak zien we pas achteraf wat de impact is van ons handelen. Als iemand mij twintig jaar geleden zou hebben gezegd dat nu nog maar een op de vijf Nederlanders elke dag vlees zou eten, had ik dat niet geloofd. Er zijn heel veel zaadjes aan het ontkiemen die jaren geleden al zijn geplant. Met elke handeling span je een draadje in dat grote, ingewikkelde tapijt dat we de wereld noemen. Als je aan een draadje trekt kan dat weefsel zomaar ontrafelen. De dingen die je dagelijks doet, doen ertoe. Laten we vooral samen werken aan een revolutionair ander economisch systeem, aan de economie van het genoeg. We kijken vaak naar ‘politiek met de grote P’, als het begin en het einde van alles, de alfa en de omega. De Politiek moet alles oplossen, de wereld beter maken, et cetera. Natuurlijk ligt daar een grote verantwoordelijkheid. Maar vergeet ook de ‘politiek met een kleine p’ niet! Dat gaat over de dingen die we zelf doen, de keuzes die we maken, wat we eten, wat we kopen. Ik zie in deze grassrootsbewegingen heel veel positieve dingen gebeuren. Ik geloof heel sterk in de storm die kan ontstaan doordat aan de andere kant van de wereld een vlinder met haar vleugels slaat. Je zult niet in je eentje het systeem veranderen, maar je kunt wel iets doen. Dan kun je later tegen je kleinkinderen zeggen: ik heb het er niet bij laten zitten.

Tijdens het Young Leaders in Ecology programma van de maatschappelijke denktank Socires spraken jonge werkenden met Marianne Thieme. Dit is een verkorte weergave van dit gesprek.

Socires is een onafhankelijke maatschappelijke denktank in Den Haag en heeft diverse onderzoeksprogramma’s lopen over maatschappelijke thema’s in relatie tot democratie, economie, cultuur en ecologie. In dat kader organiseert Socires dialoogbijeenkomsten, symposia, doet het onderzoek en publiceert artikelen, essays en boeken. Het doel is tweeledig – niet alleen wil Socires door denk- en schrijfwerk bijdragen aan het maatschappelijk debat over sociale cohesie en een verantwoordelijke samenleving; het probeert dat door ontmoetingen in de vorm van gesprekken en symposia, ook in de praktijk te brengen. Zie: https://www.socires.nl.

Ellen-Klaver

Ellen Klaver

Ellen Klaver is programmamedewerker Integrale Ecologie en Structuren van Zingeving bij Socires
Profiel-pagina
Annemarie-Wehmayer

Annemarie Wehmeyer

Annemarie Wehmeyer is programmamedewerker Laudato Si’ / Integrale Ecologie bij Socires.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.