Schrijfster Mariët Meester was al een ‘Genoeger’ voordat het blad bestond. Begin jaren tachtig van de vorige eeuw trok ze jarenlang met haar vriend, inmiddels man, Jaap de Ruig door Frankrijk in een zelfgebouwde woonwagen. Die was zo groot als een tweepersoonsbed. Een paard trok hen voort. Als ze niet rondtrokken, waren ze beheerder en geitenhoeder op een Frans landgoed. Daar was Jaap, kunstenaar, bij toeval een keer terechtgekomen.

Ze beschrijft het allemaal gedetailleerd in haar nieuwe boek Een vrij leven, waarin ze de balans opmaakt van hun ‘radicale zoektocht naar een onafhankelijk bestaan zonder de aarde te belasten’. Anders dan veel van de huidige camperreizigers romantiseert Mariët niks. Ze poepen in een melkpak, ze zitten onder de deken terwijl de regen binnen langs de wanden stroomt. Er zijn geldzorgen, honger en hoogoplopende ruzies door het 24/7 samenzijn in een extreem kleine ruimte onder primitieve omstandigheden.

Het was af en toe behoorlijk afzien…

‘Ja, daar schrok ik zelf ook wel van toen ik al die dagboeken teruglas. Maar zeker in het begin – we waren begin twintig – kun je niet én én hebben: én vrijheid en autonomie én comfort, tenzij je heel veel geld hebt. Het was heftig soms, toch ben ik heel bij dat ik het allemaal heb meegemaakt. Ik ben er ook trots op. Het heeft ons zo veel levenservaring gegeven. We waren straatarm, maar voelden ons rijk.’

1e woonwagen – Een vrij leven – Mariet Meeste r – foto Jaap de Ruig – vrij van copyright

Vonden jullie ook de vrijheid die jullie zochten?

‘Ja. Maar het was een zoektocht, nog steeds trouwens. Bij elke beslissing vroegen we ons af: hebben we dan nog wel vrijheid? Begin jaren negentig hadden we vier jaar geleefd in onze derde, veel grotere salonwagen, die in Nederland stond. Toen kwamen we tot het besef dat streven naar vrijheid ook kan omslaan in een vorm van onvrijheid. We staken veel te veel tijd en energie in bezigheden die aan het eind van de twintigste eeuw niet noodzakelijk meer waren: houthakken, drinkwater aanslepen, boodschappen doen per fiets of met paard en wagen. Die tijd en energie wilden we liever besteden aan ons schrijf- en creatieve werk.’ Dus kwamen er een autootje en een huurappartementje. Mariët: ‘Het is niet de woonvorm die bepaalt of je vrij bent. En ook niet het reizen.’

Wat wel?

‘De eerste voorwaarde voor vrijheid is volgens mij dat je je niet vastdraait in onnodige verplichtingen, ook financieel. Het is een reden dat ik altijd nee heb gezegd tegen een vaste baan. We willen weg kunnen als we weg willen. Voorwaarde twee: kunnen leven van weinig. Wat je niet uitgeeft, hoef je ook niet te verdienen, op zoiets simpels komt het toch wel neer. We hebben samen nooit meer dan één minimumloon te besteden gehad. Daar kunnen we goed van leven – ook omdat we handig en creatief zijn.’

Dat ‘goede leven’ speelt zich sinds ruim 25 jaar grotendeels af in hun kleine appartement, driehoog in Amsterdam, en daarnaast in huurhuisjes in Spanje en in de salonwagen die bij een boerderij in Nieuwersluis is blijven staan. ‘Dat is luxe’, zegt Mariët. ‘Om tussen die werelden te kunnen afwisselen. Hier in de stad vind ik mijn intellectuele voeding in musea, gesprekken met mensen. In Spanje en Nieuwersluis vind ik de natuur en de rust.’

Mariët Meester (1958) is opgeleid tot beeldend kunstenaar. In 1990 debuteerde ze met de roman Sevillana. Daarna volgden nog veertien romans en non-fictieboeken. Ze gaan onder meer over haar jeugd in gevangenisdorp Veenhuizen (onder andere Koloniekind, 2022) en haar reizen.

De achterkamer in het Amsterdamse appartement is Jaaps werkkamer, de extra zolderkamer Mariëts werkkamer. Een slaapkamer vonden ze zonde van de ruimte; slapen doen ze op een netjes weggewerkt opklapbed in de woonkamer. Zelfgemaakt, zoals bijna alles in het huis. Of tweedehands. Of gevonden. Want hun levensvisie en -wijze is na al die jaren nog min of meer hetzelfde, schrijft Mariët. ‘Ik ben zo’n type gebleven dat in tweedehands kleding loopt, schoonmaakt met soda en groene zeep en zo weinig mogelijk plastic gebruikt. We zijn vegetariër gebleven en ik scharrel nog steeds bij het vuilnis.’

2e woonwagen – Een vrij leven – Mariet Meeste r – foto Jaap de Ruig – vrij van copyright

Waarvan heb je te veel?

‘Beeldschermen. En beeldschermtijd. Ik wil echt leven, eerstehands, niet tweedehands via een schermpje. Maar ik ben net als iedereen toch verslaafd geraakt aan die beeldschermen. Een televisie hebben we niet meer, maar wel een iPad en een e-reader en natuurlijk een mobiele telefoon en computer. Ik vind het superhandige verworvenheden, maar helaas zijn ze ook verslavend. Daarom leg ik mezelf allerlei beperkingen op. Zondags zijn we offline, dat is heerlijk. En Jaap heeft op het modem een kinderslot gezet, waar hij wel, maar ik niet de code van ken. Zo zorgt hij er – op mijn verzoek – voor dat ik doordeweeks ’s ochtends tussen 9 en 1 uur offline ben: geen e-mail, geen telefoon. Dat zijn mijn heilige uren om te werken en dan wil ik niet worden afgeleid. Dat bevalt uitstekend, maar ik heb er dus een ander voor nodig om het te laten lukken.’

Waarvan heb je te weinig?

‘Stilte. Al is het misschien meer dat ik altijd bang ben dat ik er te weinig van heb, want het is een voorwaarde voor mijn werk. Als ik aan het werk ben, kan ik geen enkel geluid verdragen.’

Waarvan heb of krijg je nooit genoeg?

‘Fruit, groente, dieren, bloemen – alles wat aan het paradijs doet denken. Ik koop overigens zelf geen bloemen meer. Deze bos op tafel? Nep, die staat er al meer dan tien jaar.’ Mariët en Jaap waren met meer dingen hun tijd vooruit. Inmiddels is een plantaardig menu volkomen geaccepteerd, net als tweedehands kopen. Mariët: ‘En tegenwoordig gaan zo veel mensen in een tiny house in de natuur wonen, of met een camper op reis.’ Daarom was de tijd nu rijp voor dit boek, denkt ze.

opening Marie¦êt Meester – 02 – foto Jaap de Ruig

Hoe kijk je naar die ontwikkelingen?

‘Ik vind ze leuk en positief. Wij zijn regelmatig verguisd om onze manier van leven, maar achteraf kun je concluderen dat we gelijk hebben gehad: het moet én kan veel minder, kleiner, eenvoudiger, groener. En natuurlijk is dat nog steeds niet mainstream. Maar inmiddels vindt de overgrote meerderheid duurzaamheid belangrijk, blijkt uit onderzoek. Dat woord kenden we vroeger niet eens. Dus er worden echt wel stappen gemaakt, al gaat het minder snel dan we hoopten.’

Ben je optimistisch?

‘Op het moment niet zo. Maar ik las laatst in een interessant essay in NRC (‘Laat je niet ontmoedigen’ van Ewoud Kieft – EP) deze quote: “Tegenmacht bieden hoeft helemaal niet groots of ingewikkeld te zijn. Het is, als het goed is, zelfs erg plezierig. Het begint met uiting te geven aan wat je belangrijk vindt, waar je je zorgen om maakt, van wie je houdt. En daarin onverschrokken te zijn.” Dat is me uit het hart gegrepen.’

Tip van Mariët

‘Leef alsof je op reis bent. Wij maken elke dag tussen de middag dezelfde wandeling. En elke dag is die anders. Het gaat om aandacht. Je kunt overal met aandacht kijken.’

VIRTU_23069_Adv_Banner_Genoeg_2000px
Eva prins

Eva Prins

Eva Prins is journalist, bladenmaker en (eind)redacteur.
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.