Ze wonen niet in een klooster maar in twee gewone Eindhovense huizen, met z’n vieren: Zusters van Liefde van Schijndel, gemiddelde leeftijd boven de tachtig. Alles doen ze nog zelf: boodschappen, koken, schoonmaken. Agnes van 87 is de kok. Aloysa: “Ze heeft het koken geleerd op haar oude dag. Vroeger kon ze er niks van.”
Wat doet u aan vrede?
Aloysa: “We roepen elkaar op om op plekken van onvrede met goed inzicht erin te gaan staan. Met kleine stapjes bij te dragen, op de plek waar je woont en werkt. Dat is de bemoediging die van de Vredesdag uitgaat.”
Agnes: “Aloysa is in Eindhoven gestart met de Koerdische Solidariteitsgroep. We hebben ook veel te maken met vluchtelingen. En we schrijven brieven.”
Vertel eens over uw leven als activiste?
Agnes: “Ik heb eerst voor de kweekschool gestaan als lerares aardrijkskunde en Engels, en toen ben ik in 1970 naar Chili gegaan. Tot we in ’73 weg moesten – want wij hoorden bij de groep Christenen voor Socialisme. Toen heb ik een jaar met mensen uit Chili in Eindhoven gewoond en ik kreeg contact met de organisatie Calama. Met die groep ben ik naar Peru gegaan, waar ik drie jaar gewerkt heb met Amerikaanse zusters in een sloppenwijk. Er kwam een andere regering en de kardinaal, die ons een contract had gegeven, switchte mee met de regering. Hij kwam zeggen: ‘Jullie zijn niet in het heilige, want jullie doen niet aan voorbereiding voor de eerste communie, en je komt niet in de kerk.’ We moesten weg. Met Calama ben ik naar België gegaan en daar heb ik een jaar of veertien in Brussel gewoond. Ik was lid van een communistische partij en werkte in de kantine van een fabriek. Twintig jaar geleden, na mijn pensioen, ben ik in Eindhoven komen wonen. In Peru was de toestand zo erg, in die sloppenwijken; ik vroeg me af of we er in de Congregatie iets aan konden doen. Ik heb het voorstel gedaan de AIM op te richten, Analyse Informatie en Motivatie. Dat is gebeurd en die heeft 23 jaar bestaan.”
Aloysa: “De grote vredesmanifestatie in 1985 was ook het begin van het werken binnen de SNVR (zoals de KNR toen nog heette) aan vrede. De Franciscanen hadden ‘Woensdrecht’ opgericht: stille wakes bij het hek waar die Amerikaanse rommel opgeslagen lag.”
Kernraketten bedoelt u?
Aloysa: “Ja precies. Daar zeiden ze: ‘Ja fijn dat jullie naar Woensdrecht komen, maar weten jullie wel dat er op het vliegveld Welschap bij Eindhoven bommenwerpers staan die de Nederlandse regering verkocht heeft aan Turkije, om de Koerden te bombarderen?’ Op een goede dag lag er een briefje in onze brievenbus, van een jongen die naar een franciscaanse retraite was geweest in de Goede Week. Hij wilde dat besluiten met een manifestatie op Welschap op Eerste Paasdag. Of we meekwamen. Dat was in 1987. Er was een heel beraad bij ons: op Eerste Paasdag niet naar de kerk maar naar het vliegveld, en dat voor zusters…! Het zou een Paasviering worden – je viert dan geen Opstanding, maar je viert ‘opstaan’. We zijn er naar toe gegaan en daarna zijn we er elke maand geweest, als stille getuigen.
De Koerden in Eindhoven kwamen daar ook, met hun muziek, hun foto’s, hun verhalen, hun dans… Het waren fantastische bijeenkomsten. Op een dag besloten ze een hongerstaking te houden.”
Agnes: “Omdat vluchtelingen zo moeilijk een verblijfsvergunning kregen.”
Aloysa: “Ja. En of wij dat wilden ondersteunen.”
Weer zo’n gewetensvraag!
Aloysa: “Ja. Maar we begonnen gewoon. Waar moest het plaats vinden? We gingen de kerken af, maar die mensen waren allemaal zo bang. Uiteindelijk zijn we bij de Citykerk terechtgekomen. Dat was een goede plek, want het altaar was naar voren gehaald en daarachter was een open ruimte. Daar zouden ze best kunnen liggen. Maar we moesten nog met de pastoor overeenkomen of het kon. ‘Nee, nee,’ zei die, het was begin december en het kon toch echt niet, want straks was het kerstmis… We hebben de blaren op onze lippen gepraat om te zeggen: het kan wel. Bij het laatste gesprek dachten we: als je nou nog een keer nee zegt, bezetten we de kerk. We hadden best een groot netwerk en er stond al een bestelbusje klaar, er waren al afspraken met het Rode Kruis dat oude matrassen zou brengen. Om twaalf uur was dat laatste gesprek afgelopen, om twee uur stonden de Koerden voor de kerk met die matrassen.”
En die pastoor?
Aloysa: “Die zag groen en geel toen hij zijn kerk in kwam en zag dat alles geregeld was. In zijn boosheid wilde hij de ruimte naar de toiletten afsluiten, maar onze zuster Bep plaatste haar voet tussen de deur, zodat hij dat niet kon doen.
In diezelfde kerk vonden ook gebedsvieringen plaats, terwijl de Koerden daar lagen. Ik zat daarbij in een hoekje en wij hoorden dat de pastoor voor zichzelf bad: dat hij mocht inzien wat er gebeurde.”
Agnes: “Dat was het Nieuwe Wij dat daar op dat moment plaatsvond. Uit de beslotenheid van zijn pastoorschap ging hij open.”
Aloysa: “En hij ging toen elke avond bij de Koerden praten. Hij zorgde ervoor dat de verwarming aanging in de kerk. Daarna hebben ze ook contact gehouden, brachten ze hem af en toe een bloemetje. En toen die pastoor afscheid nam, zei hij in zijn afscheidsviering dat de hongerstaking het hoogtepunt in zijn pastoraat was geweest.
Die staking heeft de Koerden heel dicht bij ons hart gebracht.
Daarna brak de oorlog uit in Iran, in 1990. Mensen zagen foto’s van vluchtende Koerden in de sneeuw over de bergen en in heel Nederland kwam protest, en ontstonden solidariteitsgroepen. Wij kregen het idee om naar Koerdistan te gaan. Met Robert Soeterik, verbonden aan de Middle East Research Association, MERA. Met een groep van tien leken zijn we meegegaan. Dat was heel indrukwekkend. We zijn ook nog achterna gezeten door de politie; we werden ineens gevolgd en moesten ze zien af te schudden.
Toen hebben we een fonds opgericht, dat werd gevuld door de verkoop van tweedehands kleding in heel Nederland. Met CIBO, zo noemden we dat, haalden we een opbrengst van 100.000 gulden per jaar – nu zo’n 50.000 euro. CIBO staat voor Cizera Botan, dat is het culturele centrum van Koerdistan.
Na vijftien jaar hebben we onze opvolging geregeld, want wij worden oud. We hebben vijf Koerdische vrouwen gevonden in Rotterdam die het hebben overgenomen.”
Tegen welke problemen lopen de Koerden op?
Aloysa: “De Koerdische taal mag niet gesproken worden en dat is met name voor de moeders, die niet naar school zijn geweest en geen andere taal spreken, iets ontzettends. Kinderen worden geslagen als ze op het schoolplein met hun moeders Koerdisch praten. Ik denk dat dat een van de oorzaken is van het terrorisme, als je al van terrorisme wilt praten… Het komt voort uit onderdrukking.”
Agnes: “Maar ik ben nog meer kwaad op het Westen, bijvoorbeeld Amerika, dat Turkije de hand boven het hoofd houdt, vanwege handelsbelangen. Het gaat altijd om handelsbelangen. Er zijn meer dan duizend dorpen afgebrand, er zijn honden losgelaten op kleine meisjes.”
Gaat de Vredesdag ook over dit soort politieke conflicten?
Aloysa: “Ja, zoals de strijd van de Palestijnen, of over Afrika dat het slachtoffer wordt van het gebrek aan duurzaamheid in de wereld. We doen wat we kunnen. Mijn emailadres is cibo, en ‘solidariteitsgroep koerden’. Zo weet iedereen die mij mailt dat ik het voor die mensen opneem. Het is een klein signaaltje.”
Agnes: “We hebben als thema dit keer: ‘Hoor het roepen aan de poort’. Dat gaat over vluchtelingen en over de manier waarop men nu met hen omgaat. We kennen een jongen uit Guinee, die het land uit moest. Hij is tien keer naar zijn ambassade gegaan om papieren te krijgen, en twee keer naar de ambassade in Frankrijk. Het is niet gelukt. Dan zou Nederland toch moeten zeggen: als dat niet lukt, mag je blijven. Maar nee, hij blijft illegaal. Ik schreef naar Minister Leers en weet je wat ik als antwoord kreeg? ‘Ja, hij is wel tien keer naar de ambassade geweest, maar hij kan niet aantonen dat zijn land hem geen papieren kan geven.’ Ik schreef terug: ‘Als jullie dat wel kunnen, zeg dan tegen hem hoe dat moet!’ Daarop heb ik geen antwoord gekregen. Die man is wanhopig.”
Jullie hebben ook een brief geschreven aan het CDA?
Aloysa: “Ja, een brief op poten, over het vluchtelingenbeleid. Met name over de mensen die op straat gezet worden.”
Agnes: “Er zijn veel mensen zoals die jongen, die geen papieren kunnen krijgen. Die worden als misdadigers in de gevangenis gezet.”
Aloysa: “En hoe kun je dat nou in overeenstemming brengen met de grondbeginselen van het CDA, gebaseerd op de Evangeliën? Als je dat ook nog eens gaat vastleggen in een wet, dan verloochen je je principes. We gaan handtekeningen verzamelen op de Vredesdag en dan sturen we die naar het partijbureau van het CDA en alle Kamerleden van het CDA.”
Agnes: “Leers, die zelf christen is, zegt tegen de kerken: jullie moeten je niet bemoeien met mensen die geen kant meer op kunnen.”
Aloysa: “En ik vind dat we dit de bisschoppen ook moeten laten weten. Maar in dit soort gevallen ben je de stem van een roepende… Men laat de oren hangen naar de PVV.”
Agnes: “In een tekst van Spaanse jezuïeten las ik: ‘We zijn terechtgekomen in een kannibalistische economie. We eten elkaar op met mes en vork en een servet voor.’”
Het is een heel actief leven, dat jullie hebben geleid…
Ze lachen allebei.
Aloysa: “Ik ben blij dat wij in deze tijd hebben mogen leven. We hebben zelf meegebouwd aan veranderingen die ons uit de beslotenheid en gereglementeerdheid hebben gehaald en ons midden in de werkelijkheid hebben geplaatst. Wat we toch eigenlijk wilden.”
Agnes: “Ik heb me wel eens afgevraagd of ik wel voldoende in de congregatie heb kunnen brengen wat ik zelf geleerd heb. In Chili begon een nieuw soort missioneren, we gingen met drie mensen in een heel arme wijk wonen, middenin. Ik stond daar een keer bij een sterfbed van een vrouw en een buurvrouw zei: ‘Wij armen zullen pas gelukkig zijn na onze dood.’ Zo zijn mijn ogen open gegaan – ik dacht is dat nou mijn geloof? Nee.
Veel mensen in de congregatie hebben die kansen niet gehad, die zijn altijd binnen gebleven. Maar ik weet niet hoe ik het ze duidelijk had kunnen maken.”
Aloysa: “Ik zeg wel eens: we staan met het ene been in het verleden en het andere is al een stapje verder. Die gespletenheid kom je tegen. Dat zijn processen waar mensen persoonlijk doorheen moeten.”
Agnes: “We zijn nu een blaadje begonnen, vier keer per jaar: De Luchter.”
Aloysa: “We bestaan nu 175 jaar en we hebben een fantasie geschreven: hoe onze oprichter, pastoor Van Erp, en de eerste zuster destijds hun dag doorbrachten. En een ander verhaal speelt in de toekomst en gaat over de laatste zuster, in 2036. Met haar rollator loopt ze naar het bankje bij de kerk, waar ze andere oude mensen ontmoet. Ze komt in contact met een dakloze en biedt hem een stukje appel aan. De dakloze zegt: ‘Vertel me over uw leven.’ Dat doet ze en dan zegt die dakloze: ‘Uw verhaal is voor mij een warm huis.’ Zij gaat naar huis met de Daklozenkrant onder haar arm en ze ziet de Congregatiekalender, waar alle zusters van onze congregatie in staan, alle huizen. ‘We hebben dat toch samen gedaan,’ zegt ze. En dan sluit ze haar ogen en ze wordt niet meer wakker. Ze wordt in stilte begraven – maar haar verhaal komt in de Daklozenkrant.”
Alsof deze vrouwen 25 zijn. Geweldig. Zusters van schijndel: ga zo door!!!
Sorry, beetje wereldvreemde vrouwen lijken me dit. Wel respect voor hun goede bedoelingen, maar als we allemaal zo redeneerden als deze dames, dan zou Nederland worden misbruikt door smokkelaars, mensenhandelaars…
Leuk interview, ja, die goede oude tijd komt niet meer terug. De vredesactivisten van vandaag zijn anders dan die van vroeger.
Beste Nederlanders en de rest van de wereld bevolkingen,zo genaamde kurdistan is geen land maar een regio naam wat in geschiedenis genoemd werd.Ten 2’de onder gedrukte zijn niet alleen de koerden maar ook de turken dus wij maken geen onderscheid en heet Turkse burgers zonder dat we naar etnische achtergrond kijken.Dat wij de politiek van de Turkse regering niet instemmen betekent niet dat wij de bergen op moeten en als tegen activiteiten de onschuldige turkse burgers schieten en vermoorden.EN zogenaamde PKK organisatie is een terroriestische groep wat voor belangen van europa en amerika behartigd.Dus koerden kwestie in middenoosten is alleen maar kapitalistische theorie en wordt keihardt gespeeld tegen Turkije en de mensheid .De mensen die koerdische etnik hebben moeten ook rechtvaardig zijn want wij hebben nog steedt in allerlij branches en beroepen ,ministers ,premier ,presidenten gehad die ook koerden waren.Dus in turkije moet niemand ,geen één etnische groepering speciaal bescheidenheid verwachen ,dat doen wij in Nederland toch ook niet.Media en kranten moet u niet zo serieus nemen ,bent u als nog geinteresseerd in dit zogenaamnde koerdische probleem of armeense genocide teorieen dan is mijn advies dat u de geschiedenis boeken moeten lezen en onderzoeken.Met vriendelijke blik en vrede volle leven wordt u gewenst.Groeten .
reactie over bericht van JAN HARTKER.
wat u over de Koerdistan zegt klopt geen een meter. Koerden worden al meer dan 100 jaar onder gedrukt door Turkse regime. U moet ook even geschiedenis boeken goed lezen.
100 jaar hebben jullie gezegd dat Koerden niet bestaan ze zijn berg turken ze zijn arabierin ze zijn armienen enz.
Op school konden wij ons moeder taal niet spreken en leren. wij moesten elke dag op school schreuwen dat wij trots waren dat wij een turk waren..!!!
Hoe kan een Koerd trots zijn dat hij/zij Turks is. Het is toch een beetje raar.?
Koerden werden geassimeleerd door Turken.
Als jij een Koerd bent hoe het Turkse regime wilt dan kan jij president worden. Maar als je echte Koerd bent die voor zijn rechten vecht dan ben jij een Terroriest.
Ik ben een Koerd die voor zijn recht vecht. Dus ik ben nu op jou ogen een terroriest.
zo zie jullie het een maal.
Vergeet een ding niet, Koerden deden hun deuren open voor turken in 1071.
Omdat Koerden zeiden dat zijn Moslims en wij moeten hun helpen..
Koerden hebben samen gevochten om Turkije oprichten. Voor samen te leven maar turken hebben Koerden altijd als 2 mens gezien..
Als een Koerd mag je alles worden behalve een Koerd te zijn.
Meer informatie over het Koerden.
verwijz is u naar
http://www.fedkom.nl
met vriendelijke groet.