Schaamteloos tijdverdrijf?
Lachwekkend, noemde een vertegenwoordiger van de TU Delft het piratenkostuum dat Pastafari-priesters dragen als priestergewaad. Hij is niet de enige die het moeilijk vindt deze opmerkelijke levensbeschouwing serieus te nemen, waarvan de aanhangers een vergiet op hun hoofd dragen en een Vliegend Spaghettimonster centraal stellen als God. Hart van Nederland vroeg Afanasyev na de zitting zelfs of hij zich niet schaamde om op deze manier de tijd van zo veel mensen te verdoen.
Stereotypen doorbreken
Toch gaat achter de oppervlakkigheid van pasta, noedels en piraten, ook een diepere intentie schuil. Afanasyev, die behalve zelfverkozen priester van de Kerk van het Vliegende Spaghettimonster ook geohydroloog is, ziet dan ook geen reden om zich te schamen. Over de opmerking dat de godsdienst lachwekkend is, zegt hij: “Veel mensen moeten in eerste instantie lachen om onze religie, maar daarna zet het ze aan tot nadenken over rolverdelingen en stereotype denkpatronen in de maatschappij.” Voor hem is het Pastafarisme een strijd voor een meer gelijke en rechtvaardige samenleving.
Religieuze vrijheid
“Onze religie is ironisch bedoeld, maar tegelijkertijd is het ook serieus”, legt Afanasyev uit. “We vinden vrijheid van geloofsovertuiging belangrijk en daarom hebben we geen strikte regels of dogma’s.” In plaats daarvan hebben ze de acht ‘liever-nietjes’, die Afanasyev zeer ernstig neemt. “Ze geven ons houvast en verbinden ons onderling.” Over het eerste “liever-nietje”, dat gaat over gelijkheid tussen mensen ongeacht geloofsovertuiging, zegt hij: “het herinnert me eraan dat ik niet moet denken dat ik beter ben dan anderen.” Waarom de “liever-nietjes” dan toch op zo’n grove manier worden geformuleerd? ”Als je jezelf te serieus neemt en niet meer om jezelf kunt lachen, dan schiet je door in je overtuiging”, vindt Afanasyev.
Absolute waarheid
Over de vraag wat zijn grootste frustratie is in de huidige samenleving, moet Afanasyev even nadenken. “Wat ik graag zou zien is dat mensen wat meer nadenken over het waarom”, antwoordt hij peinzend. “Dat ze meer proberen zich in te leven in anderen –dat geldt ook zeker voor mezelf- en zich bewust worden van hun eigen vooroordelen. Ik wil dat mensen kritische vragen durven te stellen.” Veel mensen roepen volgens Afanasyev vaak van alles, zonder zich af te vragen of er een objectieve onderbouwing voor is. “Vervolgens verkopen ze hun geloofskwestie als een absolute waarheid.” Hij ziet dit niet alleen gebeuren in religieuze kringen: “Het is een valkuil die overal voorkomt, ook wetenschappers trappen er regelmatig in.”
Spiritualiteit
Het Pastafarisme is voor Afanasyev ook een manier om te reflecteren op zijn eigen handelen: “Ik probeer me altijd af te vragen waarom ik iets doe en waarom bepaalde dingen voor mij belangrijk zijn. Het Pastafarisme herinnert me eraan alles in perspectief te zien, mezelf geen groter belang toe te dienen dan ik heb.” Of hij zichzelf spiritueel zou noemen, vindt hij een tricky vraag: “Ik ben priester, dus het hoort wel, maar wat is spiritueel? Ik probeer af en toe na te denken over de zin en onzin van het bestaan. Als dat spiritueel is, ben ik het waarschijnlijk wel. Maar dan wel op mijn eigen, niet-standaard manier.”
De uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens is op 8 december a.s.