Anne Kremers, 36 jaar, is directeur van migratiemuseum Fenix. Ze is de laatstgeborene uit een Nederlands gezin van vijf: twee broers en twee zussen. Ze studeerde cultuurwetenschappen en kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Na haar studie liep ze stage bij Museum Villa Mondriaan in Winterswijk, waar ze op 24-jarige leeftijd de jongste museumdirecteur werd. Daarna werkte ze in Hong Kong voor de Chow Tai Fook Art Foundation, waar ze betrokken was bij het opzetten van kunst- en designprojecten in Hong Kong en China.

Nu houdt ze toezicht op alle activiteiten van Fenix, een nieuw museum in Rotterdam dat verschillende verhalen over de migratie van mensen toont door middel van kunst, foto’s en geschiedenis. Anne Kremers heeft een schat aan persoonlijke en professionele ervaring op het gebied van migratie en haar verhaal over hoe individuele verhalen bredere maatschappelijke perspectieven op migratie kunnen beïnvloeden, is inspirerend en verhelderend.

Laten we het eens hebben over ‘migratie’, een complex onderwerp. Hoe definieer je dit?

Anne Kremers: Migratie gaat over beweging. Zolang we als mensen bestaan, zijn we gemigreerd en dat zullen we blijven doen, om verschillende redenen. Sommigen verlaten hun thuisland voor avontuur, liefde of werk, terwijl anderen gedwongen worden te vertrekken door omstandigheden waar ze geen invloed op hebben. Ik kan me niet voorstellen hoe moeilijk dat moet zijn.

Wat is jouw motivatie om directeur van Fenix te zijn?

Voor mij is het belangrijk dat kunst toegankelijk is. Kunst heeft de kracht om emotionele verhalen te vertellen en dat motiveert mij bij elk project dat ik onderneem. Toen ik begon te werken aan dit project, Droom en Daad, realiseerde ik me hoe belangrijk de geschiedenis van Rotterdam is.

Mijn grootouders en ouders komen uit Rotterdam. Ook al ben ik hier niet opgegroeid, toch voel ik een diepe verbondenheid met de stad. Mijn grootouders woonden er tijdens het bombardement in de Tweede Wereldoorlog en trouwden slechts twee weken later; het stadhuis was nog intact. Hierdoor realiseerde ik me hoe kwetsbaar het leven is, en dat het essentieel is om te weten waar je vandaan komt en de geschiedenis te kennen van de plaatsen waar we wonen.

In Rotterdam hebben we de neiging om vooruit te kijken en altijd te streven naar het hoogste, het grootste en het beste. Het zijn de mensen die de stad maken. Miljoenen zijn hier op een schip gestapt om een nieuw leven te beginnen in een ander land. De verhalen van vertrek en aankomst, zoals die in Fenix worden verteld, zijn nog niet volledig geïntegreerd in het verhaal van Rotterdam; veel mensen wonen hier zonder enige kennis van deze geschiedenis.

Ik wil verhalen vertellen die ertoe doen, die laten zien dat kunst niet ingewikkeld is. Kunst is als een spiegel; het dicteert niet hoe je moet denken – dat is aan de mensen zelf. Het is essentieel dat mensen zich realiseren dat ieders migratie-ervaring anders is.

Fenix is een museum over heimwee, het vinden van een thuis en het creëren van een nieuw leven, ondanks de obstakels. Het gaat over de complexiteit van het leven in een land met specifieke rechten die verbonden zijn aan iemands paspoort, of het gebrek daaraan. Het is bovenal een museum over mensen. Ik hoop dat bezoekers als ze het museum verlaten over deze onderwerpen praten. Dat is mijn ambitie. We hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn, maar we moeten wel het gesprek aangaan. Migratie is een gedeelde menselijke ervaring die ons allemaal aangaat.

Hoe kunnen bezoekers betrokken raken bij en bijdragen aan de gesprekken over migratie die door het museum worden gefaciliteerd?

We hebben hiervoor bijvoorbeeld het kofferproject opgezet, waarbij mensen hun koffers kunnen doneren. (Inmiddels zijn meer dan tweeduizend koffers gedoneerd door individuen wereldwijd, waarbij elk exemplaar een uniek migratieverhaal illustreert, red.) We blijven dit gedeeltelijk doen op Plein, een open ruimte die dagelijks in beweging is. Het is aan de bewoners van Rotterdam om daar samen met Fenix een programma op te zetten. Ik denk dat Plein cruciaal is voor Fenix; het houdt het museum levendig en geeft iedereen in Rotterdam de kans om zijn stem te laten horen.

Stichting Mano in Rotterdam werkt bijvoorbeeld zowel met mensen met een vluchtelingenachtergrond die op een boot wonen. Wonen op een boot betekent in dit geval dat je niet zelf kunt koken of je eigen maaltijden kunt bereiden, iets wat mensen graag zelf doen. In de keuken van Plein kunnen ze koken voor hun eigen gemeenschap en voor anderen in de buurt die mee willen doen.

We werken ook samen met de organisatie Walking and Talking, die doordeweeks een taalcafé organiseert waar mensen Nederlands als tweede of derde taal kunnen leren. Daarnaast werken we samen met het Arab Film Festival. En de bewoners van Katendrecht vinden het bijvoorbeeld leuk om elke dag samen te wandelen. Ze besloten hun wandeling voortaan te beëindigen op Plein, om pingpong te spelen. Zo proberen we de stad met de wereld te verbinden.

Op welke manier onderzoekt Fenix het onderwerp migratie?

Fenix richt zich op het naar voren brengen van de verschillende verhalen van migranten en het bieden van diverse perspectieven op het thema, ongeacht iemands startpunt. We willen de wereld veranderen door middel van soft power, zonder politieke standpunten in te nemen. We willen verhalen en kennis delen die zich uitstrekken van de geschiedenis tot de toekomst, gesprekken aanmoedigen waar we van leren. We zijn toegewijd aan voortdurende verandering, omdat we nog niet weten waar we naartoe gaan.

Wat doet Fenix om de gemeenschap te betrekken bij migratiekwesties?

Op dit moment beginnen we met het AT2-programma, gericht op mensen die Nederlands als tweede taal leren, en bieden we speciale lessen aan in het museum. We ontwikkelen momenteel ook een educatief programma voor kinderen.

Welke rol spelen kunst, fotografie en geschiedenis in de missie van het museum?

Kunstenaars blinken uit in het overbrengen van emoties. We tonen historische objecten die laten zien dat migratie tijdloos is, maar ook persoonlijke voorwerpen van Rotterdammers die individuele verhalen vertellen en zo een brug slaan tussen het kleine en het grote verhaal.

Wat is het meest dankbare onderdeel van je werk bij Fenix?

Iedereen die betrokken is bij het museum heeft, door kennis en ervaringen te delen, bijgedragen aan onze visie over de afgelopen vijf jaar. Het museum komt echt tot leven als mensen met elkaar in gesprek gaan en hun emoties en bevindingen uiten, of ze nou enthousiast zijn of niet.

Kan je ons vertellen hoe je directeur van Fenix bent geworden?

Als mijn broers en zussen me vroegen: “Wat wil je doen als je klaar bent met je studie kunstgeschiedenis?” zei ik altijd: “Ik wil museumdirecteur worden”. Dat was gewoon een terloops grapje, geen serieus plan.

Ik ben begonnen met een klein museum dat nog niet eens open was. Een maand voor de opening werkte ik samen met Wim van Krimpen, de oprichter van de Kunsthal in Rotterdam, die eerder directeur was geweest van het Haags Kunstmuseum. Hij begon een nieuw museum in Winterswijk, Oost-Nederland, waar ik vandaan kom; Museum Villa Mondriaan. Hij zocht een stagiair en ik bood me aan. Na een paar maanden zei hij me dat hij tevreden met me was en vroeg hij: “Wat dacht je ervan om hier directeur te worden?” Ik stemde in, op voorwaarde dat hij mijn mentor zou zijn.

In het museum hielden we een Mondriaan-tentoonstelling omdat de beroemde kunstenaar er in de buurt woonde en begon te schilderen. Zijn vroege werk bevat onder andere koeien en cartoons, pas later ging hij over op zijn abstracte stijl. Ik werkte met 85 vrijwilligers en was verantwoordelijk voor alles: de inrichting van de tentoonstelling, de ontwikkeling van het bijbehorende educatieve programma, het managen van de vrijwilligers en de financiën. Het was de beste leerervaring ooit en ik had het geluk dat ik die functie vier jaar mocht bekleden, wat een uitstekende start van mijn carrière was.

Wat hoop je dat bezoekers meenemen van hun ervaring in Fenix?

Ik hoop echt dat elke bezoeker, ongeacht zijn of haar ervaringen in het leven, zijn of haar eigen verhaal of dat van een vriend of familielid in de vertelde verhalen herkent. Een van de belangrijkste boodschappen van dit museum is dat het gaat over “jullie, de mensen”. Hoewel de situatie op wereld soms ellendig kan voelen, kunnen we samenwerken om daar iets aan te doen. In het museum staan de thema’s identiteit, beweging en hoop centraal. Het migrantenleven belichaamt al deze aspecten.

Met welke moeilijkheden heb je te maken en hoe ga je daarmee om?

Een van de uitdagingen is dat we een breed scala aan mensen willen aanspreken. Er is niet één type migrant; het is essentieel om zo veel mogelijk verhalen te delen. Dit vereist openheid voor kritiek en suggesties. Soms is het zoeken naar een evenwicht tussen luisteren, vooruitgang boeken en beslissingen nemen. Om veel mensen te bereiken selecteren we kunstenaars van over de hele wereld om te exposeren en verzamelden we bijvoorbeeld die koffers vol verhalen uit verschillende culturen.

Het meest cruciale onderdeel van dit proces is de samenwerking met het Fenix-team. We werken samen aan een goed georganiseerde omgeving waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt. Dit is iets wat we voortdurend in de gaten moeten houden. Het is plezieriger om in een team te werken en zo deel je bovendien de verantwoordelijkheid.

Op welke manieren beïnvloedt de locatie van het museum in een voormalig havenpakhuis het verhaal en de missie van het museum?

Het pakhuis van de Holland Amerika Lijn, waar het museum is gevestigd, vertelt op zichzelf al vele verhalen van vertrek en aankomst. Je voelt er het gewicht van de geschiedenis. Dit is de plek waar talloze mensen voorgoed afscheid moesten nemen van hun familie, en die daarom ook wel de “Pier der Tranen” wordt genoemd.

Dit interview verscheen eerder bij RFG MediaRFG Media is een organisatie met en voor gevluchte journalisten. RFG staat dan ook voor ReFuGee en heeft een dubbele missie. De eerste is gevluchte journalisten te helpen een plek te veroveren op de Nederlandse arbeidsmarkt. De tweede is de stem van gevluchte journalisten vaker en duidelijker laten klinken.

Rose-Ngoy-Foto-Gaid-Abdo

Rose Ngoy

Rose Ngoy is freelance journalist en afkomstig uit de Democratische Republiek Congo. Ze schrijft onder andere voor RFG Media.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.