Je ouders richtten in 2002 de eerste voedselbank van Nederland op. Het sociaal ondernemerschap is je met de paplepel ingegeven… klopt dat?
“Mijn vader had vroeger een bruidswinkel. Toen de zaak failliet ging, kwamen we in armoede terecht. Ze hadden een uitkering maar bleven zich actief inzetten voor de maatschappij door vrijwilligerswerk. Het zorgen voor je naasten heb ik meegekregen van mijn ouders, het is onderdeel van ons gezin. Mijn broer, drie zussen en ik werken allemaal in de sociale sector.
Ik heb diverse dingen geprobeerd om te kijken of ik ergens gelukkiger van werd dan sociaal ondernemen, maar hier word ik het gelukkigst van. Werk is niet alleen werk, maar een hartenzaak. Ik kom meiden tegen die ik tien jaar geleden eens een kaartje heb gestuurd. Ze vertellen mij hoe belangrijk mijn woorden voor hen zijn geweest. Dat is echt goud. Een klein gebaar kan een enorme impact hebben. Je hebt geen idee wat je in werking zet wanneer je doet wat goed voelt.”
Je werkt in Rotterdam als sociaal ondernemer. Hoe zet jij je idealen om in daden?
“Door gewoon te doen! Begin met groot te dromen: wat wil je op de lange termijn realiseren? Wat is je droom? In die droom zit de drive om eraan te blijven werken. Omring jezelf met mensen die deze dromen en visie delen en bundel de krachten. Maak het vervolgens klein: wat kun jij nu doen in je omgeving?
Ik ben al ruim twintig jaar actief in het jeugd- en jongerenwerk. Mijn hart ligt voornamelijk bij jongeren uit de grote steden: jongeren die in hun ontwikkeling voor diverse uitdagingen staan en waarbij het zonder extra begeleiding wel eens goed fout kan gaan.”
In 2017 richtte je de organisatie Peace Penguins op. Wat doet Peace Penguins?
“Als Peace Penguins organiseren wij feestjes van waardering, verbinding en vrede. Ook in die volgorde, omdat wij ervan overtuigd zijn dat wanneer je gezien en gewaardeerd wordt, je de verbinding kunt aangaan met die ander, om zo te bouwen aan vrede op kleine schaal. Wat we precies doen? Denk aan kleine feestjes voor een buschauffeur, een bloemetje voor de buurman die vaak alleen is of een knuffelmarathon. Dit alles uiteraard met ballonnen, slingers en heel veel confetti!
Na een terreuraanslag hebben we een menselijke keten gevormd om de Essalam Moskee op Rotterdam Zuid, als symbool van veiligheid. Dit heeft enorm veel indruk op mij gemaakt. Tijdens het vrijdaggebed, hoorden we dat er in Rotterdam moslims bang waren om hun eigen heilige gebed uit te voeren.
Wij wilden en voelden dat we iets moesten doen, hand in hand met elkaar als moslims, joden, christenen, boeddhisten, niet- en andersgelovigen. Omdat wij er van overtuigd zijn dat iedere Rotterdammer zijn geloof in vrijheid en veiligheid zou moeten kunnen beleven. Met dit initiatief hebben we heel veel media aandacht gehad, ook internationaal. Maar de reacties van de moskeebezoekers overtroffen alles. Na afloop van hun gebed kwamen ze naar buiten en gaven ons een applaus als dank. Dit geeft me tot op de dag van vandaag kippenvel.”
In 2018 demonstreerde je met bloemen en stoepkrijt tegen de anti-islamitische protestbeweging Pegida. Wat wilde je met deze tegendemonstratie laten zien?
“We wilden de islamitische gemeenschap een boodschap van hoop meegeven: ongeacht hoeveel varkens op jullie stoep worden ge-bbq-d, de liefde zal altijd overwinnen, laten we ons daar op richten. Vandaar een overvloed aan bloemen en stoepkrijt. Stoepkrijt met vooral positieve en warme teksten, ook voor de Pegida-beweging, welke ook deel zijn van mijn stad. Ook zij moeten gehoord en gezien worden. Ik geloof dat dit enkel mogelijk is wanneer we elkaar in vrede opzoeken.”
Je bent een Nederlands-Portugese Jodin met een christelijke geloofsovertuiging, getrouwd met een Surinaamse man met een islamitische overtuiging. Je draagt vele identiteiten. Wat brengen die jou?
“Voor mij zijn deze identiteitsaspecten absoluut een verrijking, maar anderen vinden het ingewikkeld omdat ze me niet goed kunnen plaatsen. Blijkbaar hebben mensen het nodig om mij in een hokje te kunnen zetten. Het past niet in hun referentiekader.
Voor mij is het heel fijn omdat ik makkelijk contact kan maken met diverse levensbeschouwelijke en culturele groepen in de stad. Ik doe een beroep op het aspect wat mij het beste uitkomt: ben ik met een rabbijn in gesprek, dan zal ik meer een beroep doen op mijn joodse kant. Ben ik met mijn zussen in gesprek dan ben ik de zus.”
En wat heeft deze (crisis) tijd nodig?
“Het minste wat je kunt doen is één iemand in jouw straat adopteren waar jij je verantwoordelijk voor maakt. Een bloemetje, een kaartje, een beetje liefde en aandacht. Dit kan iedereen doen! Op het moment dat jij liefde stuurt, zal er heel weinig haat terugkomen. Ik heb de kassière die ik elke week zie een Milka chocoladereep gegeven. Zij verdient ook dat extra stukje waardering en juist in deze tijd waarin ze zoveel shit over zich heen krijgt.
Roept het ongemak op? Een beetje ongemak is niet erg. Volgens mij moet je juist op zoek naar dat beetje ongemak. Als je niet durft te bewegen in dat wat ongemakkelijk gaat voelen, dan blijft het maar zoals het is. Het ergste risico dat je kunt lopen is dat diegene zegt: nee ik hoef het niet. Dan loop je door naar de volgende. Dat is niks persoonlijks. Natuurlijk ga je mensen tegenkomen die je wantrouwen, maar dat kun je ondervangen door te benoemen dat jij er gewoon heel erg blij van wordt om iets te geven.”
Ken je ook momenten van uitzichtloosheid? Hoe ga je daarmee om?
“Ik heb in mijn leven veel jonge mensen om mij heen moeten begraven, onder wie ook kinderen. We hebben twee miskramen gehad en toen stond mijn wereld ook stil. Ik heb creatieve vormen nodig om weer hoopvol te kunnen worden. Nu met de zwangerschap van ons vijfde kindje, heb ik het dagboekje met knipsels van de vorige miskraam erbij gepakt.”
Je draagt tijdens de Haardvuur Dialogen op 8 december een verhaal voor uit de Bijbel. Hoe kunnen Bijbelse verhalen van betekenis zijn in deze tijd?
“Verhalen van mensen, door alle eeuwen heen, zijn voor mij inspiratiebronnen van hoop en liefde. Daar waar wij hier nu denken alle wijsheid in pacht te hebben, zien we dat er in de tijd van de Bijbel mensen dezelfde struggles hadden. Kijk bijvoorbeeld naar het verlangen dat Zacheüs had om genezen, gezien en gehoord te worden, dat voelt voor mij als een bron van herkenning en erkenning.”
We hebben het met de Haardvuur Dialogen over ‘Verhalen van hoop’. Hoe put jij hoop en liefde uit het geloof?
“Ik ben christen in wie ik ben en wat ik doe. Ik ben mega-kritisch en dat maakt dat ik niet meer actief betrokken ben bij een kerk. Elke stap die ik neem, neem ik actief samen met God, zoekende naar wat zijn vraag aan mij is. Ik geloof dat God op meerdere manieren met mij praat en met mij communiceert of laat zien waar ik heen moet. De Bijbel is daarin mijn leidraad maar niet mijn enige bron; ik hoop nog meer te kunnen zien in de natuur en het bewegen van de lucht.”
Naar welk Bijbels verhaal grijp jij wanneer je snakt naar hoop?
“Dat zijn verschillende verhalen, afhankelijk van de situatie. Zo is het verhaal van de verloren zoon een verhaal dat mij aan het hart ligt, de onvoorwaardelijke Liefde van de vader in dit verhaal en de zoektocht van de zoon. Of het verhaal van Noach waarin de wereld hem voor gek verklaarde voor het werk dat hij deed, en de liefde, hoop en trouw die uiteindelijk altijd overwinnen.”
Jij gaat het 8 december hebben over het thema ‘verbinding’. Wat is verbinding voor jou?
“Verbinding voor mij betekent een relatie met de ander. Een ander waarmee ik emoties, eigenschappen of verlangens deel, ongeacht de vorm die onze relatie kent. Ik voel mij verbonden als ik voel dat de ander de nieuwsgierigheid heeft om mij te leren kennen. Zoals ik de ander wil zien.
Verbinding komt terug in het nummer ‘One Day’. Het is een lied dat verbindend is. Het nummer is heel krachtig omdat we allemaal hopen op die ene dag waarop we kunnen zeggen: het is klaar. We zijn er. We zijn gezegend. One Day is voor mij een groot feest waarop alle culturen, religies kleuren met elkaar en om elkaar heen kunnen bewegen. Waar oog is voor de ander.”