Hoe gevaarlijk is het nieuwe populisme in Nederland? Simon Otjes, promovendus in de politicologie, weet ons nuchter te houden. Want zo origineel is Wilders niet in zijn missie tegen de ‘islamisering van Europa’ en met zijn afkeer tegen de Haagse elite. Van populisme komt uiteindelijk toch écht Nederlands polderen: dat weten de protestanten en socialisten van vroeger ook wel.

Door: Robert Reijns

Om misverstanden te voorkomen: wat is populisme eigenlijk?
“Daar blijft in de politieke wetenschap een debat over. Het grootste punt van onenigheid is of het een ideologie of strategie is. Menen populisten wat ze zeggen of is het maar een manier om kiezers te overtuigen? Men is het echter wel eens over hoe een populist zich gedraagt. De kern daarvan is dat zo iemand een centraal onderscheid maakt tussen het deugdzame volk en een corrupte elite. De elite heeft de macht en luistert niet naar het volk. Maar het is het volk dat aan de macht zou moeten zijn. Daarnaast maken veel populisten ook vaak een onderscheid tussen het deugdzame volk en buitenstaanders, die de vrijheid en de deugdzaamheid van het volk bedreigen: dat kunnen moslims zijn, joden, of de Europese Unie.”

Laten we eens naar politici kijken die tegenwoordig populistisch genoemd worden. Willen ze eerder strategische politiek voeren of hebben ze echt een afkeer van de ‘elite’?
“Als je gelooft dat populistische politici menen wat ze zeggen, dan kan dat komen omdat ze zichzelf door de elite gefrustreerd voelen. Pim Fortuyn had dat heel erg. Hij was lid geweest van de PvdA, het CDA, de VVD, Leefbaar Nederland en iedere keer was hij met ruzie weg gegaan. Hij wilde wel deel worden van de elite maar ‘de elite’ wilde hem gewoon niet. Dat voedde zijn populisme. Maar bij iemand als Wilders is dat anders. Hij heeft misschien meer een strategische opstelling. Eenmaal uitgegroeid tot een van de machtigste figuren van de VVD, kon hij daar zijn politieke missie niet waarmaken. Toch komt populisme daar pas later bij kijken: hij was altijd vooral voorstander van Israël en tegenstander van de islam. Het populisme past minder goed bij zijn levensloop, dus denk ik niet dat het een ideologische inslag heeft. Mijn collega Koen Vossen heeft hier uitgebreid onderzoek naar gedaan.”

In uw weblog-posting ‘Stop de katholisering van Nederland’ maakt u duidelijk dat Wilders’ PVV prima aansluit bij een langere Nederlandse traditie van populistische partijpolitiek. De protestantse partij Christelijk-Historische Unie (CHU) en de huidige PVV hebben volgens u veel kenmerken gemeen, alleen zijn tegenwoordig niet de katholieken maar de moslims het doelwit. Kunt u voorbeelden noemen?
“De CHU verzette zich sterk tegen het katholicisme in Nederland. Ze vond bijvoorbeeld dat katholieken geen religieuze optochten mochten houden door protestantse dorpen. Dat is eigenlijk net zo’n symbolisch vraagstuk als hoofddoekjes. In de argumentatie van de CHU’ers kun je bovendien veel terug vinden van de PVV: zij geloofden dat het katholicisme een bedreiging was voor de vrijheid van het Nederlandse volk en dat katholieken vanwege hun dubbele loyaliteit (naar Nederland en het Vaticaan) niet te vertrouwen waren.”

Zijn er ook verschillen tussen de vroegere CHU en de PVV vandaag?
“Jawel. De CHU vond niet dat het volk aan de macht moest komen, maar dat God soeverein was en hij de koning de macht had gegeven om over Nederland te regeren. Daarnaast was de CHU als conservatieve partij jarenlang een deel van de Nederlandse elite.”

Ruik ik protestants bloed in Wilders’ aderen…?
“Wilders en Bosma verwijzen soms wel naar de Acte van Verlatinghe, de Nederlandse Declaration of Independence. Daarmee verklaarde de Nederlandse protestantse adel zich onafhankelijk van de katholieke Spaanse koning. Hun verzet was deels gestoeld op religieuze gronden: de adel was protestants en geloofde dat het katholicisme een bedreiging was voor de godsdienstvrijheid. Eenmaal onafhankelijk beperkten ze de godsdienstvrijheid voor katholieken om hun eigen godsdienstvrijheid veilig te stellen. Datzelfde argument zie je nu terug bij Wilders: ‘We moeten de vrijheden van moslims beperken om onze eigen vrijheden te beschermen.’ In die zin staat Wilders in een traditie van Nederlandse intolerantie voor groepen burgers die als intolerant gezien worden.”

Het CHU van vroeger bestaat niet meer. Worden populistische partijen, eerst gekeerd tegen elite of buitenlanders, op den duur gewoon gematigder?
“De CHU en de katholieken konden het op een groot aantal politieke vraagstukken toch goed met elkaar vinden. Alleen waren ze het oneens over de rol van het katholicisme in Nederland. Toch is uit de samenwerking tussen protestanten en katholieken uiteindelijk het CDA gegroeid. Of kijk bijvoorbeeld naar de retoriek van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Die vond dat de hardwerkende arbeidersklasse werd onderdrukt door de elite die alle politieke en economische macht had. Ze vonden dat de macht teruggelegd moest worden bij de burgers zelf. Tot 1939 zijn de socialisten buiten de regering gehouden. Op lokaal niveau regeerden ze soms, en dat had een matigende werking. Na de Tweede Wereldoorlog gingen ze meeregeren en bleef er van hun originele radicalisme weinig over.”

Draagt de geschiedenis dan een wijsheid mee voor de toekomst van de PVV? Wordt ook de PVV gematigder, zelfs als ze officieel zullen gaan meeregeren?
“Als populisten in de regering komen, zie je dat er interne spanningen ontstaan. Wilders probeert dit te voorkomen: hij houdt alle touwtjes strak in handen, als fractieleider en als enige lid van de PVV. Dat is de reden dat Wilders graag buiten het kabinet blijft. Zo kan hij alle macht in handen houden: als er PVV-ministers aangesteld worden, wordt controle uitoefenen veel moeilijker. Want die ministers hebben een eigen machtsbasis.
Er zijn een aantal populisten in Europa die in staat zijn om te regeren en hun populisme te behouden: Berlusconi, de premier van Italië, is het beste voorbeeld. Hij is in staat om zelf in de regering te zitten en tegelijkertijd zich te verzetten tegen de elite. Volgens hem houdt de linkse elite de rechters in zijn greep. Populisten kunnen dus best regeren.
Maar dat zal ten koste gaan van de radicaliteit van hun standpunten. Je kan je voorstellen dat met de PVV gebeurt wat met de CHU gebeurd is. Minister Wilders zou nog wel eens in het kabinet-Marcouch kunnen komen. Op het gebied van praktische politiek kan je wat verwantschap zien tussen de PVV en de meer conservatieve kant van de PvdA: meer veiligheid in oude wijken en bescherming van de huidige verzorgingsstaat. Daar kunnen ze zich in vinden, als ze over hun principiële verschillen heen kijken.”

In uw weblog-posting ‘Formidable Opponent’ meent u dat de dreiging van populisme afhangt van wat we onder democratie verstaan. Wat is uw eigen democratische visie?
"Ik ben een voorstander van liberale democratie. Burgerlijke vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting vind ik heel belangrijk. Democratie is in mijn ogen een middel om onze burgerrechten te beschermen. Vrijheid van meningsuiting betekent in de eerste plaats dat ik denk dat iedereen het recht heeft om zijn eigen mening te vormen. Ook mensen met een extreemrechtse mening hebben het recht op een eigen mening en op vertegenwoordiging in de Tweede Kamer. We moeten echter het politieke stelsel zo organiseren dat ook dat recht voor andere burgers en toekomstige generaties verzekerd is. Dat betekent dat er op liberale gronden beperkingen moeten worden opgelegd aan de macht van de volksvertegenwoordiging. Regelmatige verkiezingen leggen een beperking aan de macht van het parlement."

Robert Reijns is cultureel antropoloog, docent in opleiding en schrijft tweewekelijks een eigen blog voor Nieuwwij.nl

Nog geen reactie — begin het gesprek.