In gewone tijden wordt de prijs op 13 mei uitgereikt, op de sterfdag van Ab Harrewijn. Volgend jaar zal het alweer twintig jaar geleden zijn dat hij stierf en GroenLinks in hem een gedreven volksvertegenwoordiger is verloren. Zijn domineeshart ging uit naar mensen aan de onderkant van de samenleving. De naar Harrewijn vernoemde prijs is daarmee bestemd voor bijzondere initiatieven, die de onderkant van onze samenleving ten goede komen. Uit alle inzendingen worden er vijf genomineerd voor de prijs. Er is er één die wint, maar de anderen gaan ook niet met lege handen naar huis. Zodoende zijn er al bijna 100 projecten die een duwtje of duw in de rug hebben gekregen dankzij deze geldprijs.
Dankzij het mooie najaarsweer kunnen Neo en ik buiten zitten aan een grote picknicktafel. Het gesprek wordt regelmatig onderbroken; voorbijgangers groeten of schuiven aan voor een kopje koffie. Neo woont nu vijf jaar in Moerwijk en heeft zich vanaf het begin ingezet voor de wijk en haar bewoners. Geen wonder dat de wijkgenoten hem en het buurthuis goed kennen. Tegen vijf uur is het een jonge Bonairiaan die warm eten in een voorraaddoos voor hem op tafel zet: “Neo, ik heb lekkere stoba van kip gemaakt. Die is voor jou.” Tegen mij zegt hij: “Neo heeft mij gered. Ik zat aan de grond. Dankzij hem heb ik mijn leven weer op de rit gekregen.” En hij voegt daaraan toe: “Elke keer als ik dit vertel, krijg ik weer tranen in de ogen, zo blij ben ik met hem.”
Dit gebaar van de Bonairiaan illustreert de levenshouding van Neo. Hij heeft oog voor de bewoners die het op eigen kracht niet meer kunnen en samen met de wijk wil hij Moerwijk naar een hoger plan tillen. Moerwijk telt zo’n 21.000 inwoners en voert de verkeerde lijstjes aan: het is niet alleen de ongezondste en armste wijk van Den Haag, maar de bewoners zijn ook laaggeletterd en hebben een taal- en onderwijsachterstand opgelopen.
Samenwerken
Op de vraag hoe Neo, met 70 uur professioneel vrijwilligerswerk per week, in zijn eigen levensonderhoud voorziet, antwoordt hij: “Ik leef in vertrouwen op God.” Even later illustreert de Bonairiaan hoe dat in zijn werk gaat. Neo: “Zie je, zo zorgt God.” Het is te vergelijken met de Voedselbank en het maaltijdproject in de wijk, waar hij bij betrokken is.
‘God zorgt’ is geen opmerking die je dagelijks hoort en maar weinig mensen geven blijk van zo’n groot Godsvertrouwen. Veel wil Neo niet kwijt over hoe hij zover gekomen is, wel dat hij de Camino heeft gelopen, zich in Santiago de Compostela heeft laten dopen en in Moerwijk lid geworden is van de gemeenschap ‘Geloven in Moerwijk’. Deze gemeenschap runt onder andere de voedselbank in de wijk. Als vrijwilliger bij de Voedselbank ontmoette hij heel wat bewoners, die het niet gemakkelijk hadden. Neo vertelt van mensen in de bijstand, die van de gemeente een tegenprestatie moeten leveren: “Dat moet dan bijvoorbeeld in Scheveningen. Dan gaat de helft van hun schamel leefgeld op aan reiskosten.”
Een ander voorbeeld zijn de brieven die de Overheid verstuurt: de geadresseerde krijgt niet de mogelijkheid om te vragen hoe de instantie tot een besluit is gekomen en kan alleen maar in beroep gaan. Zo raken burgers het spoor bijster door ingewikkelde regelingen, onbegrijpelijke brieven, aanmaningen en uiteindelijk schulden. Van hen krijgt hij dan de vraag: “Neo, kun jíj hier niets aan doen?”
Van het één kwam het ander. Individuele hulpverlening werd opgeschaald naar collectieve initiatieven door en voor de wijk. Er werd een fietsreparatieproject opgezet, alsmede een maaltijdservice en een hondenuitlaatservice. Een winkelpand werd gehuurd en gebruikt als buurthuis. De Moerwijk Coöperatie werd opgericht en kreeg van de gemeente een voormalig restaurant in beheer. Neo vertelt dat er verbouwplannen worden gemaakt: “Straks hebben we onze eigen biologische wijkrestaurant, waar groente en fruit gegeten wordt uit onze eigen buurttuin en voedselbos.” De plannen die worden gemaakt, geven hoop en vertrouwen. Vertrouwen in de eigen kracht van Moerwijk: samen maken we er wat van.
De gemeente
De gemeente Den Haag maakt natuurlijk ook plannen voor Moerwijk. Neo: “Moerwijkers zijn sceptisch geworden en vertrouwen er niet meer op dat plannen van de overheid hen ten goede komen. In onze bewonerscoöperatie doen we het echt samen en laten we zien dat we daar iets mee bereiken.” Inmiddels is de Moerwijk Coöperatie een serieuze gesprekspartner van de gemeente en is er regelmatig Bondgenotenoverleg. In deze overleggen is de Moerwijk Coöperatie alert op het mogelijk ‘weglekken van geld’ uit hun wijk. Neo geeft een voorbeeld: “Dan vragen wij de gemeente om geen adviesbureau in te huren om interviews in de wijk af te nemen, maar om onze mensen te trainen om dat zelf te doen. Dan snijdt het mes voor Moerwijk aan twee kanten.”
Neo’s functie is inmiddels die van zowel aanjager als kwartiermaker en hij heeft genoeg ideeën om het prijzengeld aan te besteden: “Ik wil veel, maar de wijk bepaalt het tempo.” Iedereen die in Moerwijk woont en zich voor de wijk wil inzetten, kan lid worden van de coöperatie. “Samen weten we het beste wat nodig is voor deze wijk en welke plannen haalbaar zijn.”
Uit het juryrapport: “De jury heeft bewondering voor de manier waarop de relatief kleine organisatie drie insteken probeert te combineren: bewonersorganisatie, bewonersplatform en bewonersbedrijf. […] Als een soort Baron van Münchhausen probeert Moerwijk Coöperatie de wijk aan de eigen haren uit het moeras te trekken. Dat vinden we als jury bewonderens- en dus ook prijswaardig.”
Dit artikel verscheen onlangs in De Linker Wang