Waarom heeft u ervoor gekozen om hoop als vertrekpunt te nemen voor een activiteit?
“Als er iets is wat voor mij de kern van Pasen symboliseert, dan is dat wel hoop. Het mooie daaraan is dat hoop niet iets is van één specifieke geloofstraditie, iedereen heeft wel een verhaal als je over hoop begint. We hebben dan ook veel verhalen over hoop verzameld. Die verhalen gingen van ‘Ik hoop dat mijn geliefde bij me terug komt’ tot ‘Ik hoop dat het Open Source Network open blijft’”.
U wilt met uw initiatief mensen bereiken die zich normaal gesproken niet aangetrokken voelen tot de kerk. Waarom bekommert u zich om die groep?
“Ik ga in mijn werk veel met die groep mensen om. Het zijn mensen die wel met zingeving en zin zoeken bezig zijn, maar één geloofsrichting kiezen is voor hen een brug te ver. In de tussenruimte die er dan ontstaat, wil ik graag opereren omdat er dan ruimte ontstaat voor ieders persoonlijke verhaal. Mensen konden tijdens de ‘Nacht van de Hoop’ hun verhalen met iemand delen en daar zijn mooie gesprekken uit ontstaan. De bezoekers varieerden van atheïsten tot gelovige christenen, ietsisten en zelfs ook een paar moslims en hindoes. Ik hoorde veel mensen zeggen: ‘Iedereen hier is heel erg verschillend maar we hebben elkaar ontmoet en dat is bijzonder’”.
Probeert u op deze manier de kerk meer zichtbaar te maken?
“De Nacht is voor mij meer een reactie tegen de oppervlakkigheid in het leven en voor de hoop. Mensen praten wel steeds over dialoog, maar echt diepe gesprekken worden er weinig gevoerd. Ik wil daar juist een podium voor creëren. Er zullen altijd mensen zijn die graag kritisch met elkaar praten over het leven en de lastige dingen waar we tegenaan lopen. Dat gebeurt niet zozeer omdat dat van de kerk moet, maar omdat mensen daar behoefte aan hebben en omdat het nodig is in onze samenleving. Als er maar een plek is waar mensen met elkaar kunnen reflecteren over de keuzes in hun leven, dan maakt het mij niet zoveel uit of die gesprekken in een kerk, moskee of waar dan ook gevoerd worden.”
Speelt u op deze manier in op de veranderende omstandigheden in de samenleving?
“Ja, gezien hoe de wereld er nu uitziet, hebben we mensen nodig die met hoop durven leven. Ik ben tegen het vormen van een uniforme een cultuur waarin gezegd wordt ‘laten we alles zo neutraal mogelijk houden’. Ik vind dat we het zo gekleurd mogelijk moeten houden. Laten we niet het perfecte van elkaar vragen maar het authentieke. Als ik alleen thuis tegen mijn geliefde durf te zeggen wat ik hoop, maar daar nooit mee naar buiten treed, dan komt er niks terecht van die hoop, het blijft dan alleen een ideaal in mijn hoofd. Laten we het kleine wat we werkelijk belangrijk vinden ook doen, anders wordt hoop goedkoop.”
Veel kerken hebben de laatste jaren ‘vernieuwende’ activiteiten ontwikkeld. Is deze ontwikkeling een laatste poging om de kerk te redden?
“Ik vind het heel mooi dat de kerk meer zichtbaarheid zoekt, maar de vraag is wel: waar verwijs je dan precies naar? Als het eigenlijk is naar kerkdiensten waar je uiteindelijk niet gastvrij bent, dan vind ik dat lastig. Ik geloof meer in persoonlijke verhalen en gesprekken en in kleine bewegingen en gebaren. Als mensen praten over de kerk zichtbaar maken, dan denk ik: wie is de kerk? De kerk is een vorm van een geloofsgemeenschap en het gaat me niet om de vorm. Het gaat mij er om dat we als mensen met elkaar in contact blijven en gemeenschappen blijven vormen waarin we met elkaar in contact staan over de gebeurtenissen in ons leven.”
Zijn die nieuwe initiatieven vanuit de kerken ook een antwoord op de duidelijk aanwezige islam in onze samenleving?
“Ik denk dat het thema identiteit nu overal in de samenleving speelt. De vraag ‘Wie ben ik?’ kan je drijven naar: bij deze groep hoor ik! Maar daarmee ken je jezelf nog niet, in je authenticiteit, in wat je werkelijk belangrijk vindt. Er is blijkbaar een dringende behoefte om je te profileren als groep en dat heeft te maken met de onzekerheid die het leven met verschillende culturen oproept. Maar als je dichterbij kunt komen bij jezelf en je eigen hoop, dan word je minder onzeker over je positie in de samenleving.”
Bent u eigenlijk niet blij dat er met het verdwijnen van de kerk meer aandacht komt voor hoe we als mensen met elkaar omgaan?
“Ja, en ook meer aandacht voor hoe we met God omgaan. Als we God altijd maar opsluiten in de kerk, moskee, mandir of waar dan ook, dan blijven we onszelf ook opsluiten. Ik hoop dat alle crises ertoe leiden dat mensen gaan nadenken over waar het echt om gaat, de kern van mens-zijn én de kern van geloven.”
Een medewerker van een kerk die blij is dat diezelfde kerk verdwijnt???
Mooi initiatief. Dat er vele andere mogen volgen!