“Koningin van podcasts, beschermer van het queer rijk, moeder van nerds.” Dat is Linda Duits volgens haar bio op Instagram. Haar Twitterbio voegt daaraan toe: “hoedster van seks voor alleenstaanden en rebels uitschot.” Deze manier van schrijven kenmerkt deze ‘weggelopen wetenschapper’, Folia-columnist en publicist. Linda Duits is sinds jaar en dag een uitgesproken stem in het publieke debat waar ze op het scherpst van de snede schrijft over de relatie tussen media, gender en seksualiteit. Haar volgers en fans zijn net zo talrijk als de intensiteit van haar haters.

Jouw columns raken vaak een gevoelige snaar bij lezers. Hoe komt dat?

“Ik kan het niet altijd van tevoren inschatten. In de coronacrisis schreef ik een opiniestuk waarin ik benoemde dat seks een mensenrecht is. Daarmee bedoelde ik natuurlijk niet dat je je mag opdringen aan iemand anders. Mijn punt was dat de overheid je niet mag verbieden seks te hebben. Bovendien werden groepen gediscrimineerd: mensen met een vaste relatie die een huishouden vormen mochten wel, de rest niet. Het was niet per se mijn bedoeling een gevoelige snaar te raken, maar dat gebeurde wel.”

Het onderwerp zelf zorgt al voor gevoeligheid net als bij racisme en seksisme?

“De norm wordt zelden als norm benoemd. Doe je dat wel, dan worden mensen boos. Dat zie je bijvoorbeeld bij het gesprek over wit en zwart. Veel mensen voelen weerstand bij het woord wit, omdat daarmee de norm wordt benoemd. Dat zijn ze niet gewend. Ik heb ook een keer een stuk geschreven met de kop ‘wanneer wist jij voor het eerst dat je cis-gender was?’ Daar was ook veel boosheid over, terwijl de column puur een uitleg gaf over de term cis-gender. We zijn gewend om woorden te hebben voor alles wat buiten de norm valt, maar we moeten nog wennen aan het expliciet benoemen van de norm zelf.

Het zichtbaar maken van de norm legt machtsstructuren bloot. Een deel van de mensen die tot deze standaard behoren, hebben nauwelijks over hun positie hoeven nadenken en leven in de veronderstelling dat alles wat ze hebben bereikt puur hun eigen verdienste is.”

Jij omschrijft jezelf als ‘weggelopen wetenschapper’, waarom?

“Ik heb in 2010 besloten geen academische carrière meer na te streven. Ik wil graag een tussenpersoon zijn tussen wetenschap en maatschappij. Dat is een positie die veel vrijheid geeft. Ik ben wel verbonden aan een universiteit en ik kan profiteren van allerlei fijne dingen in die omgeving, maar de universitaire wereld is ook heel kut. Het is een keiharde werkomgeving met bespottelijke competitie en torenhoge druk. Alles wordt in output gemeten. Dat betekent dat je allerlei wetenschappelijke tijdschriften moet volschrijven die niemand leest en dat maakt je dan een goede wetenschapper. Ik wil juist academische kennis breder verspreiden en toegankelijker maken voor een groot publiek. Als zelfstandige heb ik die vrijheid én de tijd om me te kunnen mengen in het publieke debat.”

Kan je als zelfstandige ook onafhankelijker en vrijer schrijven?

“Het is een voordeel om niet bij een organisatie in dienst te zijn die je misschien gaat beperken in hoe en waarover je je uit. Maar ook als freelancer kan je kwetsbaar zijn als je scherp bent in het publieke debat en onderwerpen aansnijdt die gevoelig liggen: want willen opdrachtgevers je daarna nog inhuren? Het scheelt dat ik voor organisaties werk die dwarsdenken juist aanmoedigen.”

Jij bent niet in vaste dienst bij deze organisaties. Wanneer jij iets aankaart komt het dus niet van binnenuit. Dat is misschien minder bedreigend?

“Ik ben onder andere verbonden aan Mediastudies bij de Universiteit Utrecht. Wij voeren regelmatig gesprekken over waarom er zoveel witte docenten en studenten zijn. Er is alle ruimte om hierover te praten, maar het wordt ook met de mantel der discussie bedekt. We komen niet verder dan praten. Dat heb ik ook gezien na de Maagdenhuisbezetting in 2015. Ik ben daarbij betrokken geweest onder meer via Rethink UvA. Er heerste vlak na de bezetting een gevoel dat er ruimte was om dingen aan te kaarten zoals de dekolonisering van het onderwijs. Er was een luisterend oor en er werden allemaal commissies ingesteld. Maar daar bleef het bij. We kregen een speen in onze mond om ons te sussen. Weer een commissie, weer een rapport. Allemaal leuk en aardig, maar er veranderde vervolgens niks.”

Linda Duits2
Linda Duits Beeld door: Manouk Quint/Do Not Say Cheese

Dat klinkt als een schijnvrijheid om dingen aan te kaarten?

“Er wordt geen gevolg aan gegeven. Ik heb ooit ook weleens seksuele intimidatie aangekaart binnen de afdeling waar ik toen werkte, daarover ontving ik verschillende signalen van studentes. Maar hoewel mijn leidinggevende er echt werk van probeerde te maken, gebeurde er niks met deze klachten. Dat kwam door het systeem. Het bestuur van de universiteit gaf aan het verschrikkelijk te vinden, maar er veranderde vervolgens niks. Mensen worden niet of nauwelijks aangesproken op hun gedrag.

Het lastige is dat je hier ook van de buitenkant weinig aan kan veranderen. Ik kan er een scherp stuk over schrijven, wat ik over een andere kwestie die groot in het nieuws was heb gedaan, maar je bent toch sneeuwballen aan het gooien naar een kasteel. En die komen dan in de slotgracht terecht. Toch kan je juist van buitenaf wel hardere sneeuwballen gooien en soms scherper mikken.”

Wat staat er voor jou op het spel? Waarom spreek jij je uit over bepaalde onderwerpen?

“Ik heb altijd wel een sterk rechtvaardigheidsgevoel gehad. Maar laten we eerlijk zijn, voor mij staat er minder op het spel dan voor sommige andere mensen. Ik ben een laffe stoorzender in die zin, want ik kan het in één van mijn stukken opnemen voor sekswerkers, maar ik doe dat werk zelf niet. Daarnaast ben ik wit en hoogopgeleid, ik heb een eigen koopwoning en een leuke poes. Dus ik kan dit doen vanuit veilige positie.

Ik vind het wel heel belangrijk om mijn stem en platform in te zetten om het goede te doen, want er moeten fundamenteel dingen veranderen. Ik probeer heersende machtsstructuren binnen seksualiteit aan te kaarten. En ik vind dat ik mijn podium juist ook moet inzetten voor vormen van discriminatie die niet direct over mij gaan. Ik kan me niet níet uitspreken tegen zwarte piet bijvoorbeeld. De macht die ik heb, ook al is dat op een paar vierkante meter in de publieke ruimte, moet ik inzetten om verschillende vormen van uitsluiting en onrecht aan te kaarten.”

Ben je stoorzender of word je stoorzender gemaakt?

“Ik vind het lastig, want ik wil de boel wel opschudden. Ik wil anders denken dan de rest. En de luxe om dat te kunnen doen heb ik meer dan anderen. Ik heb bijvoorbeeld geen kinderen. Ik kan me best voorstellen dat dit ook meeweegt om je scherp publiekelijk uit te spreken, want wie weet krijgen zij het terug op het schoolplein.”

Maar jij bent geen stoorzender om het stoorzenden. Er zit een ideaal achter.

“Ik wil een meer inclusieve wereld en ik spreek me dan vooral uit over seksualiteit. Ik schrijf over personen die nu buiten de norm vallen zoals sekswerkers, polyamoreuzen, fetisjisten of bijvoorbeeld over welke ruimte er is als je met jouw gender afwijkt van de standaard. Daarnaast streef ik een wereld na die recht doet aan de multiculturele samenleving die wij zijn. We leven in een maatschappij waarbij sommige groepen op basis van hun afkomst zodanig tot de ander worden gemaakt dat ze vanaf jongs af aan consequent minder kansen krijgen. Ik vind dat iedereen zich daarover moet uitspreken.

Linda Duits3
Linda Duits Beeld door: Manouk Quint/Do Not Say Cheese

Ik kijk naar de wereld en dan zie ik dat daar allemaal witte heteromannen de baas zijn. Het is raar dat dit nog steeds zo is. Als kind van de tweede feministische golf was mij een betere toekomst beloofd en die toekomst blijft deels uit. Denk aan de publieke omroep die al vanaf de jaren tachtig roept dat ze meer divers wil worden. We zijn veertig jaar verder en kijk hoe weinig er nog is veranderd. Dat is gewoon onacceptabel.”

Vorig jaar bracht ik voor Nieuw Wij een ‘ode aan de stoorzender’ over het moeilijke pad dat stoorzenders vaak afleggen. Ik wil je een paar zinnen uit deze ode voorleggen.

Jij bent vaak eenzaam. Niet ‘één van ons’. ‘Je hebt geen humor’. ‘Je doet altijd zo moeilijk’.

“Ik ben ondernemer waarvoor ik zelf gekozen heb. Ik ben juist blij dat ik alleen werk en niet dat gedoe heb met collega’s of leidinggevenden. Het geeft me ook de vrijheid om scherp te zijn in het publieke debat. Daar staat tegenover dat ik privé veel warme vriendschappen heb, waarvan een deel helemaal niet bezig is met deze onderwerpen en een deel juist wel.”

Het valt op dat veel stoorzenders freelancer zijn.

“Daar kan ik me iets bij voorstellen. Ik zou alleen bij een organisatie kunnen werken die ertegen kan dat ik continu kritische vragen stel, structuren blootleg en de status quo bevraag. Maar ja, vind maar eens zo’n organisatie.”

Is het niet juist een groot cadeau wat het bestuur van een organisatie zichzelf kan geven: een paar stevige stoorzenders in dienst nemen?

“Neem de universiteit waar we het eerder over hadden. Het wordt heel belangrijk gevonden dat er een open gesprek kan worden gevoerd, dat er dingen worden aangekaart en dat er commissies worden aangesteld. Maar uiteindelijk is het niet in het belang van de mensen die macht hebben binnen de structuren van zo’n instituut dat die structuren veranderen. Er mogen hooguit een rotte appels uit de organisaties worden geplukt. Dus het blijft vaak bij het uitlichten en aanpakken van incidenten of individuen.”

Stoorzenders bevragen de macht en dat komt de machthebbers niet goed uit.

“Precies, maar dat is wel bij uitstek de taak van een stoorzender. Zij moet de mechanismen achter al die structuren analyseren en ontrafelen om ze vervolgens te kunnen blootleggen. Dat kan leiden tot bewustwording en misschien dat we op die manier een stukje verder komen. En dat kan ook echt resultaat hebben. Denk aan het protest tegen zwarte piet. We zijn er nog niet, maar onder andere Jerry Afriyie en Quinsy Gario hebben dat zo goed gedaan onder meer door slim gebruik van taal. Steeds meer mensen zijn daardoor gaan inzien dat zwarte piet een racistische karikatuur is.”

Terug naar de ‘ode aan de stoorzender’:

Gelijkdenkenden waarschuwen soms fluisterend: ‘Pas op.’ ‘Denk aan jezelf.’

“Mensen die dicht bij mij staan zeggen dat weleens tegen me. Zij weten dat ik het natuurlijk niet leuk vind als er weer zo’n bak stront over me wordt uitgestort. Het voelt voor mij, ook al ben ik niet religieus, als het tegenovergestelde van bidden. Wanneer iemand zegt: ‘ik ga voor je bidden’, betekent dit dat deze persoon je positief in gedachten houdt. Dat is een heel fijn idee. De haat en bagger die ik soms over me heen krijg, zijn daarvan het tegenovergestelde. Mensen denken – al is het eventjes – heel hatelijk en negatief over je. Dat raakt me natuurlijk. Ik leer daar steeds beter mee omgaan, zowel psychologisch als technisch door het muten en blokken van mensen.”

Jouw lied van verandering boezemt angst in bij hen die stilstaan. 

“Er zijn mensen die mij – soms letterlijk – het zwijgen willen opleggen. Ze willen dat ik niet meer spreek. Hierin speelt mijn positie als vrouw ook een rol. Het is nog altijd moeilijker voor vrouwen om luid te zijn in de publieke ruimte. Voor vrouwen van kleur is dat nog lastiger.

Als er mannen zijn die mij de mond willen snoeren sterkt dat mij juist om me te blijven uitspreken. En ik kan ze op Twitter bijvoorbeeld muten. Dat is zo’n fijne machtshandeling: ‘doei, blijf maar lekker schreeuwen vanaf de zijlijn’. Het maakt alleen maar duidelijk dat hetgeen waarover ik schrijf en het feit dat ik dat doe als vrouw een bedreiging is voor de status quo.”

Laten we samen zingen. Jouw lied meerstemmig maken.

“Het is heel belangrijk om er voor elkaar te zijn als stoorzenders. Misschien zijn we het soms niet helemaal eens over een aanpak, maar het zou mooi zijn als we elkaar daarin niet publiekelijk de maat nemen. Daar heb ik me vroeger ook schuldig aan gemaakt, maar daar ben ik mee gestopt. Er zijn andere manieren om elkaar aan te spreken.

Wat fijn is aan sociale media is dat je stemmen kan versterken. We weten uit meerdere onderzoeken dat op Twitter de rechterflank hier heel goed in is. Daar moeten we proberen iets tegenover te stellen door elkaars stemmen zichtbaarheid te geven binnen onze netwerken.”

Heb je een tip voor stoorzenders?

“Laat de kans niet liggen als je de mogelijkheid hebt om de wereld ietsje beter te maken door ongelijkheid en discriminatie aan te kaarten. Weet dat je bijdraagt aan het goede. Dat betekent dat je regelmatig tegen de stroom inzwemt, maar dat hoort erbij.”

Wat zou je mee willen geven aan leidinggevenden in hun omgang met stoorzenders?

“Maak een afweging tussen het persoonlijke en het algemene belang. Het goede gaat meestal over het laatste, dus juist niet over wat enkel het beste is voor jou. Je hebt macht binnen een organisatie. Stel jezelf de vraag hoe je die macht wilt inzetten. Heel concreet kan dat zijn wanneer je in een sollicitatiecommissie zit en op die manier de kans hebt om verandering te brengen. Pak je die kans of laat je ‘m liggen?”

Dit interview verscheen oorspronkelijk op 28 mei 2020 en is opnieuw gepubliceerd in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen 2020.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Zoë-4-kopie-mini

Zoë Papaikonomou

Schrijfster, onderzoeksjournaliste en docente

Zoë Papaikonomou is schrijfster, onderzoeksjournaliste en mediadocente. Haar werk is gericht op diversiteit, inclusie en …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.