Mounir Samuel richt zich in zijn werk en leven op sociale revoluties en maatschappelijke veranderingen. Als politicoloog, auteur van fictie en non-fictie, journalist, theatermaker, cultureel ondernemer en adviseur en trainer beweegt hij zich op de scheidslijnen van media, politiek, kunst, taal, klimaat en maatschappij. Zijn meest recente boeken zijn Jona onder walvis: een profetie voor Nederland (Uitgeverij Nieuw Amsterdam) en Je mag ook niets meer zeggen: een nieuwe taal voor een nieuwe tijd, beide boeken zijn verschenen bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam.
Wat heeft je moeder jou meegegeven en neem je mee?
“Lang heb ik een haat-liefde verhouding gehad met Nederland,” zegt Mounir. “Aan de ene kant houd ik van dit land met al haar eigenaardigheden, aan de andere kant heb ik nooit ervaren wat het betekent om simpelweg een volwaardig onderdeel van deze samenleving te zijn zonder marginalisering, etikettering en impertinente vragen. In het houden van mijn oer-Hollandse moeder, leer ik ook houden van dit land. Zowel in de warmte, als in de emotionele afstandelijkheid, de gezelligheid, de rigide tijdsplanning als in de goede wil.”
Hoe eer jij je moeder?
“Met mijn moeder heb ik niet altijd een (goede) band gehad. Ik heb een bewogen leven en daarmee ook een bewogen relatie met mijn moeder. In het opnieuw ontmoeten van mijn moeder ontmoette ik ook opnieuw dit land. Dat is de reden waarom ik mijn boek Jona zonder walvis: een profetie voor Nederland aan mijn moeder opgedragen heb. Dat deed ik met de volgende woorden:
Voor mijn moeder
Je wist en zag, voor de rest mij zien of horen kon
Jouw nuchtere inborst en warme hart leren mij om van dit land te houden
Ik voel me gedragen door jouw liefde en je gebeden‘Maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken’
Lukas 2: 19
Mijn moeder wist niet dat ik het boek aan haar opgedragen had. Het moment dat ze het exemplaar ontving en opensloeg en ook nog eens haar favoriete Bijbeltekst zag, was zeer ontroerend. Ondertussen had zij, zonder dit alles te weten, voor mij een Egyptische versie van het Kijkbijbel-verhaal van Jona opgezocht wat ze blijkbaar lang geleden voor mij in Cairo had gekocht. Ze had er destijds een eigen opdracht in geschreven. Toen wij deze boeken aan elkaar uitwisselden, waarbij het extra bijzonder is dat Jona zonder walvis in Egypte begint en eindigt, ervoer ik iets van Gods wonderlijke hand in alle dingen.”
Wat is of betekent moederschap voor jou?
“Dit is een moeilijke vraag voor mij, omdat ik werd geboren met de maatschappelijke verwachting zelf ooit moeder te worden – en ook nog eens op 25-jarige leeftijd. Mijn overgrootmoeder ontving mijn oma toen ze 25 was, mijn oma mijn moeder toen ze 25 was en mijn moeder mij toen zij 25 was. En nu?
Aan mij zijn als het ware andere kinderen geboren. De scheppingsdrift is er niet minder om. Evenmin de kinderwens overigens, al verwacht ik niet ooit een eigen baby in handen te houden, al was het maar omdat er voor dat kind geen wereld is om na te laten. Het is een lang en bij vlagen emotioneel proces geweest om de biologische kinderwens los te laten. Destijds dwong de transgenderzorg me feitelijk all the way te gaan. Maar God voorziet en kent de vorm en de tijd.
Dus nu is moederschap iets wat ik eer, in God allereerst als El Shaddei (de God met de borsten) en Rachoem (de baarmoederlikje God). De moederlijke zorg van de aarde zelf ook. En de scheppende, zorgzame, voedende en moederlijke kracht in ieder persoon die dapper genoeg is diens feminiene energie te omarmen.”
Wil je nog iets delen rond dit thema?
“Jazeker. God is onze moeder, voordat ze tot Vader is gemaakt. Het Oude Testament zit vol met moederlijke en vrouwelijke verwijzingen naar God, net zoals de Islam overigens want ‘El Rachim’ is eigenlijk afgeleid van de Meest Baarmoederlijke én niet de Meest Barmhartige. Wanneer we God als de zorgzame, liefdevolle moeder ervaren wiens onzichtbare navelstreng ons altijd vergezelt, waar we ook gaan, dan verandert niet alleen ons godsbeeld maar ook ons mensbeeld. Het zet de gender- en daarmee machtsverhoudingen op de kop en geeft een andere ademstoot en zachte windvlaag aan deze verschroeide aarde. Of ik nu contact had met mijn moeder of niet, ik kon de navelstreng altijd voelen. Zo zit het ook met God. Haar liefde is onvoorwaardelijk en trouw, ja zelfs in alle menselijke onvolkomenheid.”