“Mijn overgrootvader was rond 1900 de eerste voorganger voor het Apostolische Werk in Veenendaal. Mijn grootouders hebben elkaar leren kennen in de toenmalige gemeenschap Utrecht. Zij hebben, net als mijn ouders, de scheuring in 1946 meegemaakt die dwars door onze familie trok. Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw, na het overlijden van mijn grootouders, zijn mijn ouders gastlid geworden van de Hervormde Kerk. Zij hebben zich er nooit thuis gevoeld. Als kind ging ik mee naar de apostolische diensten, ik deed mee aan het avondmaal en herinner me de sfeer en de cultuur. Geen dogmatiek, maar veel nadruk op de gemeenschap. Misschien heb ik dat daar wel meegekregen!”

In je boek beschrijf je je zoektocht naar gemeenschappen met een hart…

“Ja, maar dat is niet het startpunt. Dat is de alomvattende kwetsbaarheid van de mens, van het leven. Ontregelende ervaringen die de grond onder je voeten vandaan slaan. Het overlijden van een kind, een psychose waardoor je je opleiding niet kunt afmaken, een verslaving die je relaties stukmaakt, een virus dat de samenleving en vele levens ontregelt. Dergelijke ervaringen brengen je in een tussengebied waar oude zekerheden ophouden te bestaan en nieuwe nog niet gevonden zijn. Mijn zoekvraag was: wat hebben religie, theologie en filosofie dan te bieden? Of zorgen die alleen maar voor ballast? Wat maakt dat je doorgaat? Hoe kan religie helpen om de transformatie te maken van ontregeld zijn naar opnieuw zinvol leven en samenleven?

Ik heb in de psychiatrie gewerkt en gesprekken gevoerd die gingen over hoe je door diepe dalen heen komt, een weg vindt door de duisternis. En ook: wat als dit onmogelijk lijkt? In mijn zoektocht kwam ik er steeds meer achter dat het niet om het talent van individuen gaat. Daar is een gemeenschap voor nodig – maar dan wel een bepaald soort gemeenschap. Een gemeenschap met een hart.”

Christa Anbeek EIKE2536
Christa Anbeek Beeld door: Pieter Eikeboom

Welke kenmerken heeft zo’n gemeenschap?

“Dat was mijn zoekvraag, kun je die kenmerken destilleren, herkennen, versterken? In onze samenleving telt vooral succes, we houden niet van kwetsbaarheid en ontregeling. Mensen keren zich soms van je af als het ongeluk je treft, of rennen weg. In gemeenschappen met een hart gebeurt het tegenovergestelde, mensen wenden zich naar kwetsbaarheid toe en durven de fragiliteit van al het leven onder ogen te zien. Zo’n gemeenschap kan overal zijn. Ze doemen op op plekken waar je het niet verwacht, plekken van belofte. Een kinderopvang, een vriendenkring, een kinderziekenhuis, een inrichting. Een kerk of gemeenschap kan dat ook zijn. Voorwaarde is wel dat zo’n kerk niet te veel met zichzelf bezig is. Een gemeenschap die zich naar buiten keert en die kijkt naar wat je kan doen in de wereld om je heen.

In mijn lange zoektocht kreeg ik steeds meer afkeer van abstracte theologie, aan de grote woorden en zinnen. Over God, bron van zijn, het goede en het schone. Die belemmerden mijn blijk en verhinderden te zien wat er zou kunnen zijn. Als ik de kenmerken van zo’n gemeenschap probeer te benoemen, dan doe ik dat daarom in werkwoorden. Zoals het open tegemoet treden van de ontregelingen waar we niet om hebben gevraagd. Ruimte maken voor stilte en gesprek. Maar ook de handen uit de mouwen steken en durven falen en bereid zijn om opnieuw te beginnen. In die tussengebieden zijn we niet alleen en ontmoeten we lotgenoten. Kleine daden van compassie worden van grote betekenis.”

Hoe kan een gemeenschap zo’n plek zijn?

“Je kunt bij elkaar inspiratie opdoen en vóór elkaar en mét elkaar zo’n gemeenschap bouwen. Het vraagt wel veel van een gemeenschap. Je moet je eigen verhalen kunnen vertellen én naar elkaars verhalen willen luisteren.

Een goede reflectie kan je opbeuren, net als een vertrouwde liturgie en liederen dat kunnen. Rituelen kunnen verbinden, troosten en helen. Mits je dat kan inkaderen in waar het echt om gaat: de zorg voor elkaar, het willen omhelzen van elkaars kwetsbaarheid en van alles wat leeft. Een liturgie kan een dragende kracht zijn in de ontmoeting. Het helpt je iets te ervaren dat groter is dan jezelf, maar het is wel van belang dat het ook open blijft voor nieuwkomers zodat die weten dat ze welkom zijn. Daarom is vrijzinnigheid belangrijk. Weten dat de waarheid niet vaststaat, dat je naar zinzoekers blijft luisteren. Wat is er nodig? De kunst is om te bewegen tussen de tradities en oude bronnen en de wereld van nu.”

Heb je nog een goede raad voor gemeenschappen?

“Ook levensbeschouwelijke groeperingen zijn kwetsbaar en kunnen in een tussengebied terecht komen. Je hebt misschien veel te bieden en kunt het gevoel hebben dat je goud in handen hebt, maar dat is niet waar het om gaat. Het gaat om de mensen in de wereld. Er staat veel op het spel. Alleen maar bezig zijn met je eigen identiteit zie ik als een zwaktebod, omdat je dan al gauw de gelederen sluit, naar binnen kijkt en in een richtingenstrijd terecht kan komen. De blik moet naar buiten gericht. Wat betekenen we in de samenleving?

Christa Anbeek EIKE2557
Christa Anbeek Beeld door: Pieter Eikeboom

Er kunnen bijvoorbeeld kleine groepen zijn, op zoek naar verdiepende vragen, naar lichtpuntjes in het leven. Een groep waarin je niet alleen maar brengt, maar ook ontvangen kan. Ik herinner me van de groepsgesprekken in de psychiatrie dat ik me dikwijls afvroeg: ‘Wie helpt hier nou wie? Moet je kijken wat deze mensen met hun verhalen aan mij meegeven.’

Geloofsgemeenschappen moeten dienstbaar zijn aan de wereldgemeenschap. Daar zit hun bestaansrecht, niet in het feit dat ze er al eeuwen zijn. Religieus humanisme, dat vind ik wel een sympathieke term. Ik spreek er wel eens over met Hans Alma, collega bijzonder hoogleraar aan de VU. Maar ik zou het niet zoeken in abstracte woorden die het moeten kenmerken. Werkwoorden zijn voor mij de bouwstenen van een gemeenschap met een hart. Hoe kun je die versterken?”

Christa Anbeek is bijzonder hoogleraar Women and Care for the Future aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Eerder was ze bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Ze begon haar loopbaan als geestelijk verzorger in de psychiatrie. In haar boeken speelt de ervaring van het kwetsbaar zijn een grote rol. Haar laatste boek is Kwetsbaarheid omhelzen. Gemeenschappen met een hart (Ten Have).

Dit artikel verscheen eerder in De Stroom (nr. 4, 2023), het ledenblad van het Apostolisch Genootschap, is hier oorspronkelijk gepubliceerd op 15 januari jl. en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen.

Banner De Stroom NieuwWij.nl 2023 03 21

Rob Groen

Rob Groen is medewerker van magazine De Stroom en actief binnen het Apostolisch Genootschap.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.