Theo Menting, theoloog, kerkmusicus, theatermaker en programmaleider bij het Dominicanenklooster, voelt zich hier thuis, en hoopt dat dit ook geldt voor zijn bezoekers. “De mensen komen naar deze plek om hun eigen tijd stil te zetten. Er is ruimte voor studie, bezinning en ontmoeting. We stellen geen eisen en je mag hier alles zeggen, want je bent wie je bent.”

Menting deed in dit klooster in Huissen als jonge man zijn noviciaat en woonde een periode in een kleine Dominicaanse communiteit – het Giordano Bruno-huis – in Utrecht. Maar na verloop van tijd kwam het beeld van priester steeds verder van hem af te staan. En toen hij ook nog eens verliefd werd, besloot hij begin jaren negentig uit te treden.

Je bent dus eigenlijk weer terug op het oude nest?

“Ja, dat is wel een mooie toevalligheid. Sinds dertien jaar ben ik hier actief, eerst als dirigent van de kloostercantorij en later ook als programmamedewerker. Ik ben zelfs in de buurt komen wonen.”

Maar voor hetzelfde geld had je hier als broeder gewoond. Waar komt die liefde voor het klooster vandaan?

“Ik ben opgegroeid in een Rooms-Katholiek gezin in Wehl. We baden voor het eten, gingen op zondag naar de kerk en bezochten elk jaar de Duitse bedevaartsplaats Kevelaer. Als klein jochie zong ik tijdens de mis. En toen ik een jaar of zeven was kwam de pastoor bij ons thuis om te vertellen dat ik in het jongenskoor zat. Ik zie mezelf nog staan in mijn zwarte broek, keurig wit overhemd met zwarte stropdas. Met de handjes op de rug zong ik Gregoriaans, motetten van componist Palestrina. Ik had geen idee wat ik deed, maar mijn muzikale basis is daar gelegd. Toen ik ouder werd zat ik in de liturgische werkgroep en nam deel aan korendagen. Zo begon ik me steeds meer te interesseren voor kerk en geloof. Maar ja, theater vond ik ook geweldig. Van mijn zakgeld kocht ik een abonnement op de schouwburg en ging ik vaak alleen naar voorstellingen. Op een gegeven moment wilde ik priester, acteur en dirigent worden. Het werd priester, want als prediker ben je toch een soort voordrachtskunstenaar en het klooster is natuurlijk een prachtig decor.”

Dominicanenklooster-Huissen-YT
Beeld door: YouTube

Menting volgde de priesteropleiding op het seminarie Rolduc en vertrok later naar Utrecht om theologie te studeren. Voor zijn studie maakte hij eind jaren tachtig een indrukwekkende reis van drie maanden door de Filipijnen.

“Dat was een confrontatie met de armoede. Ik kwam uit een wereld waarin mensen ’s morgens voor hun kledingkast staan en denken: ‘Wat zal ik vandaag aandoen?’ Of we vragen onszelf af wat we vandaag weer eens zullen eten. In de Filipijnen moesten mensen zien te overleven. Eenmaal thuis had ik behoefte om mijn verhaal te delen, dus ging ik langs kerken en zalen. Door al mijn ervaringen kreeg ik ook belangstelling voor de bevrijdingstheologie, voor de geestelijken die een rechtvaardige wereld wilden scheppen door hun geloof om te zetten in politieke daden. Tegelijkertijd besefte ik dat ik geen man van de barricades ben. Mijn talenten liggen bij muziek, theater en schrijven.”

Een van de programma’s die je organiseert heet: ‘Op zoek naar…’.

“Klopt, dat is een stilte-retraite. Zoals de titel suggereert, is het niet voor een bepaalde doelgroep. Ieder mens verlangt soms naar bezinning; terugblikken of juist vooruitkijken. Soms lopen mensen daarbij vast en willen tijd en ruimte om rustig te kunnen nadenken. Ze kunnen hier de retraite volgen en eventueel met mij in gesprek. Opvallend is wel de komst van steeds meer jonge mensen met een burn-out. Dan denk ik: je bent nog geen vijftig…”

Ouders bemoeien zich met de docenten en de kinderen worden enorm gepusht. Misschien zijn ze daardoor minder weerbaar.

Laatst meldde de Volkskrant de uitkomsten van een onderzoek onder jonge mensen met een burn-out. Ze worden de gepamperde generatie genoemd. Ouders zitten er te lang bovenop. Herken je dat?

“Ten dele. Ik zie het op de scholen gebeuren. Ouders bemoeien zich met de docenten en de kinderen worden enorm gepusht. Misschien zijn ze daardoor minder weerbaar. Maar onderschat niet de impact van social media. Onze jongeren leven onder enorme prestatiedruk.”

Zijn de deelnemers aan dat programma religieus?

“Ik denk dat het fifty-fifty is, maar weinigen zijn nog kerkelijk actief. Die hele secularisatie is een geweldige uitdaging. Jonge mensen zijn niet besmet met alle dogma’s uit het verleden. Ze voelen zich aangetrokken door het programma en het klooster. En er is ruimte om je verhaal te vertellen of gewoon stil te zijn.”

Hoe ziet zo’n stilte-retraite eruit?

“Voordat we vier dagen lang de stilte ingaan, beginnen we met een gezamenlijk moment. Dat kan hier zijn in de bibliotheek of in een van de andere ruimtes in het klooster. Ik stel iedereen de vraag: wat brengt je hier? Sommigen antwoorden heel uitvoerig, anderen zeggen niets. De dagen zijn verder gevuld met de ochtend- en avondgebeden in de kapel, de meditaties en de gezamenlijke maaltijden. Alles op vaste tijden. En buiten de getijdengebeden en de meditaties wordt er niet gesproken. De gasten kunnen wel een gesprek met mij aanvragen. De meeste mensen voelen zich prettig bij het kloosterritme. Het geeft structuur aan hun dag. Ik ben overigens zelf ook deelnemer aan de retraite. Ik heb een eigen ruimte waar ik me vier dagen in nestel.”

bench-889222_1920
Beeld door: Pixabay

Jij leidt zelf de meditaties. Hoe doe je dat?

“Elke ochtend en middag is er een meditatie van minimaal een half uur. Ik doe ontspannings- en concentratieoefeningen met de deelnemers. Soms geef ik aanwijzingen voor een goede houding of gebruik ik een klankschaal om iedereen erbij te houden. Nadat ik de meditatie heb ingeleid, volgt er volledige stilte. Na een half uur verlaat ik de ruimte als teken dat de sessie is afgelopen, maar sommige mensen gaan nog langer door, dat kan ook.”

Die vier dagen stilte, dat lijkt me een opgave. Vanuit de hectiek van het leven zit je ineens in een klooster op een matje te mediteren. Hoe gaan de gasten daarmee om?

“Dat is heel verschillend. Sommigen worden actief in hun hoofd en moeten hard vechten om die chaos te bedwingen. Anderen komen tot rust en krijgen zicht op hun situatie. We hopen mensen richting te kunnen geven. Maar we zijn geen hulpverleners en soms verwijzen we de mensen door. Bij ons moet de stilte het doen. Als je net de diagnose burn-out hebt gekregen, is het zinvol een moment stil te worden voordat je weer verder gaat. Dát moment willen wij aanbieden.”

Wat brengt de retraite jou?

“Een geweldige rijkdom. Doordat ik zelf meedoe, ben ik onderdeel van de tijd en ruimte hier. Het is een voortdurend aftasten en kijken wat past. Geen mens en geen groep zijn hetzelfde. Ik ervaar het als een geschenk dat ik met mensen mee mag lopen.”

Misschien is het zoeken naar God hetzelfde als het zoeken naar je ziel, naar jezelf.

We hebben het over mensen die zoeken en hier de verbondenheid met elkaar vinden. Is het klooster ook niet dé plek om God te vinden?

“Ik kom hem af en toe op het spoor in de gesprekken met anderen. Maar vaak denk ik: God is een woord omdat we iets nodig hebben om te zeggen wat we niet kunnen uitleggen. Zoals theoloog Harry Kuitert al zei: ‘Al ons spreken over boven komt van beneden.’ Misschien is het zoeken naar God hetzelfde als het zoeken naar je ziel, naar jezelf. En dat kan een enorme worsteling zijn. Een gast zei ooit eens tegen mij: mijn ziel zit zo vreselijk binnenin. Die worsteling om bij jezelf te komen, herken ik.”

“Een verhaal dat ik erg liefheb gaat over zo’n worsteling. Een Bijbelverhaal uit het Oude Testament. Jakob keert na lange tijd terug in Kanaän om zich te verzoenen met zijn broer Esau. Onderweg komt hij een engel tegen die hem de weg blokkeert. Jakob worstelt de hele nacht, tot de engel het opgeeft en Jakob zegent.”

Waarom spreekt dit verhaal jou zo aan?

“Ik las dit voor het eerst toen ik kanker kreeg. Ik was jong en woonde in het Brunohuis in Utrecht en ging op een dag nietsvermoedend naar het ziekenhuis voor de uitslag van een testje. Daar kreeg ik de mededeling dat ik kanker had. De arts liep na afloop nog met me mee naar het loket voor een vervolgafspraak. Daarna namen we afscheid. Ik zie mezelf nog staan in die grote witte hal. Toen volgde de moeilijkste tocht van mijn leven: van het ziekenhuis naar huis. Het was lunchtijd en iedereen zat aan tafel. Bij binnenkomst vroeg iemand: ‘He Teetje, wat zei Ome Dokter?’ Toen stortte ik in. Later werd ik erg boos. Al die jaren had ik me ingezet voor de kerk en nu werd ik gestraft met deze ziekte.”

“Het verhaal van Jakob leerde me dat je moet blijven zoeken zonder er onder gebukt te gaan. Kijk om je heen en zie de mooie dingen, misschien kom je iets op het spoor. In de zoektocht die het leven is, mag je ook omhoog kijken, we zijn immers mensen van de opstanding. En neem vooral je verhaal en je talenten mee op reis.”

Maar ik kan me voorstellen dat je ook angst hebt gekend.

“Natuurlijk. Je leeft lang in onzekerheid en het vertrouwen in je lichaam is weg. Toen ik de uitslag kreeg, was ik hartstikke gezond en toch zat er iets in dat lijf, waarover ik geen controle had. Ik heb het geluk gehad dat ik na vijf jaar genezen werd verklaard. Maar het verhaal van Jakob en de engel is mij dierbaar gebleven. Ook toen ik daarna tot tweemaal toe slachtoffer werd van een ernstig verkeersongeval, waarbij ik een goede vriendin verloor. Je wereld komt letterlijk op z’n kop te staan. Ik denk dat ik een klein beetje weet wat angst is, ja.”

Komt veel van onze geworstel ook niet voort uit angst en merk je daar iets van onder de gasten?

“Sommige mensen zijn bang voor de situatie in de wereld, of dat ze in het leven niet de goede keuzes hebben gemaakt. We hopen dat de gasten zich hier veilig voelen en hun vertrouwen een beetje terugkrijgen. Dat ze hun angst kunnen accepteren en dat het niet erg is om te falen. Onze huidige samenleving is erg gefocust op het uiterlijk – jezelf jong houden – en de politiek is alleen maar gericht op de werkenden. Voor hen wordt alles geregeld. Er is geen ruimte voor mensen die buiten de boot vallen.”
“Ik merk ook dat mensen het lastig vinden om te gaan met ziekte of dood. Vroeger was er nog een religieus kader. Kerkelijke rituelen zorgden ervoor dat de dood zichtbaar een plek kreeg. Er was een rouw van zes weken, nabestaanden droegen zwarte kleding en buren en familie hielden het huishouden draaiende. De gemeenschap wist ervan. Nu moet iedereen het zelf maar uitzoeken. Ik doe veel uitvaarten en merk dat mensen – ook al zijn ze jaren niet in de kerk geweest – hunkeren naar rituelen. Ze willen wijwater en wierook.”

Je denkt dan niet: nu heb je ons wèl nodig?

“Nee, ik vind het de opdracht van de kerk om er voor mensen te zijn als dat nodig is. De viering blijft wel kerkelijk. Ik lees uit de schrift en bid met de mensen.”

Wat hoop je dat mensen hier in Huissen vinden?

“De ervaring van rust en stilte, een veilige plek waar ze mogen zijn zoals ze zich op dat moment voelen. Want het leven blijft een zoektocht. Niet alleen van ons… Abraham Herschel, een Pools-Amerikaanse rabbijn, zei ooit: ‘God zoekt de mens.’ Wij zijn gekend en gezien. Er is ooit tegen jou gezegd: jij mag er zijn. God vind ik niet alleen in een kerkdienst, maar ook in een toneelstuk. En tegelijkertijd zeg ik: het is soms zo onvindbaar en zo vreselijk binnenin.”

Meer informatie
Voor meer informatie over ‘Op zoek naar…’ in het Dominicanenklooster in Huissen: klik hier.

judith

Judith van Leeuwen

Redacteur klassieke muziek

Judith van Leeuwen is redacteur klassieke muziek bij Radio 4 (NTR), docent Nederlands, coach en interviewer.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.