Hoe is Herinner ons ontstaan?
“We zitten middenin de zesde extinctiegolf met een razendsnelle afname van biodiversiteit tot gevolg,” vertelt Deuten. “Een ongekend aantal dier- en plantensoorten verdwijnt geruisloos. Aanvankelijk voelde ik daar weinig verbinding mee, maar op een gegeven moment las ik een interview met René ten Bos, voormalig Denker des Vaderlands. Daarin werd ik geraakt door het inzicht dat we ons emotioneel niet verbinden aan het uitsterven van insecten, omdat ze geen zielige gezichtsuitdrukking hebben. Dieren met grote glimmende ogen, zoals van een ijsbeer, daar kunnen we ons emotioneel nog wel toe verhouden, maar de dieren die onderaan het ecosysteem zitten, die juist essentieel zijn voor het functioneren van het ecosysteem vinden we niet zielig en dus zorgen we niet voor ze.”
“De gedachte kwam bij mij op: elk wezen wat hier op aarde is geweest of verdwijnt, verdient een waardig afscheid. Zo was het idee geboren om een afscheidsceremonie te organiseren voor uitgestorven diersoorten die onopgemerkt uitsterven. Het is een onzichtbare ramp die zich aan het voltrekken is. 75 procent van de insecten is aan het verdwijnen. Dit gebeurt in de coulissen van onze aandacht, terwijl deze uitsterving voor de mens bedreigender is dan de klimaatopwarming. Het gaat steeds over cijfers en alarmerende berichten en dat we in actie moeten komen. Maar we hebben het niet over het verdriet en de pijn. Of de wanhoop die we erbij voelen.”
Op welke manier willen jullie stilstaan bij dit grote verdwijnen?
“In mijn werk zit altijd een zingevingsvraag: hoe kijk je naar de wereld waarin je leeft en welke betekenis ontleen je eraan? We hebben gekeken wat er precies aan de hand is en hoe we ons hier emotioneel toe kunnen verhouden. In een aantal aanloopsessies hebben we met ritueelbegeleiders, ecologen en klimaatpsychologen themadagen georganiseerd en wat daar klonk nemen we mee in de voorstelling. Het is een oefening in afscheid nemen.”
“Ons uitgangspunt is dat we iets proberen waarvan we zelf ook nog niet weten hoe we het kunnen doen. Ik noem het daarom een voorstel en niet een voorstelling. Het is een voorstel hoe we hiermee kunnen omgaan in wisselwerking met het publiek. Een voorstel dat actief in ontwikkeling blijft.
Tijdens Karavaan Festival speelt theatergezelschap Gouden Haas op Natuurbegraafplaats Geestmerloo in Koedijk. “Dat is een bijzondere plek,” vindt Deuten. “We hebben honderd lijkkistjes laten maken als symbool voor al die dieren en planten die aan het verdwijnen zijn. Die staan in een cirkel opgesteld. We halen het publiek op met één zo’n klein kistje en de vraag of de mensen ons willen helpen om bijvoorbeeld het duingentiaanblauwtje er ook tussen te zetten. Deze vlinder is uitgestorven en die brengen we met elkaar naar de cirkel bij de andere 99 kistjes.”
“Gaandeweg de voorstelling vertellen we over ons onderzoek en wordt duidelijk dat de kistjes leeg zijn, want het blijkt ingewikkeld te zijn om vast te stellen wanneer iets uitgestorven is. Het probleem is ook dat het om veel bedreigde soorten gaat. Het gaat ook over soorten die er nog wel zijn, maar die onder druk staan, doordat het leefgebied is verdwenen of de populatie is uitgedund. Op een gegeven moment vragen we iedereen een kistje te pakken en het achter zich te zetten, omdat we niet precies weten waar we afscheid van nemen en wat voor ons op het spel staat. Dan hebben we een lege cirkel en gaan we in gesprek met het publiek om te ontdekken wat er gaande is en hoe we ons daarmee kunnen verbinden. Zo verkennen we of we in een gelijkmatige ademhaling terecht kunnen komen om te voelen dat we het met elkaar met de levensadem moeten doen.”
En er komen af en toe een paar pissebedden voorbij…
“Ja, die net als de twee oudjes op het balkon in de Muppetshow van de zijlijn commentaar geven. Die pissebedden zijn aan het filosoferen hoe lang ze er nog zullen zijn. Via die pissebedden kun je het gemakkelijker hebben over dit soort dingen dan vanuit het menselijke perspectief. In de voorstelling wordt langzaam inzichtelijk dat we niet alleen afscheid moeten nemen van dieren en planten, maar ook van de vanzelfsprekendheid dat de natuur er altijd wel zal zijn en ons geloof in oneindige groei. We komen er bij uit dat we in een spirituele en emotionele crisis zitten. En dat we elkaar nodig hebben om dat te dragen en daarover veel meer uit te wisselen. Dat is de kentering in de voorstelling. We beginnen wetenschappelijk: wat is er aan de hand? En langzaam breken we dat open. Uiteindelijk gaat het ook over onze eigen sterfelijkheid. Ons leven als onderdeel van het ecosysteem staat eveneens op het spel.”
Vaak worden we aangesproken op wie we zijn en wat we willen, maar we hebben het er doorgaans niet over dat we onderdeel zijn van een ecosysteem…
“Inderdaad, we worden aangesproken als consument. Alsof dat is wie wij zijn. Maar we zijn als mens zoveel meer. Het gaat niet alleen om zonnepanelen en een warmtepomp. Alle grote crises die gaande zijn grijpen volgens mij in elkaar. We staan met een bepaalde grondhouding in het leven die op zijn einde loopt. We proberen de oplossingen te zoeken binnen de middelen die de crises hebben veroorzaakt. Het mag groener, maar het moet wel winst opleveren, want de welvaart mag niet afnemen. Dat gaat niet samen. We interpreteren vanuit ons oude model dat dat achteruitgang is en dat onze vrijheid wordt ingeperkt. Maar als we radicaal afscheid kunnen nemen van dat idee en we vanuit een hele andere basis in het leven gaan staan, dan komt daar rijkdom voor terug, een rijkdom waarvan we nu nog geen idee hebben.”
Zouden we voor deze oude denkbeelden sowieso een afscheidsritueel moeten bedenken?
“Daar wil ik wel op koersen, maar moet zich verder ontwikkelen. Het zit al een beetje in het laatste ritueel wanneer we het publiek vragen waarvan ze voor zichzelf afscheid moeten nemen. Als we door dat proces van ecologische rouw en afscheid nemen heen gaan, ontstaat er ruimte voor nieuwe denkwijzen. We leven in een tijd waarin dingen gebeuren die ongekend zijn en we waar we nooit eerder voor stonden. We weten het met z’n allen niet en ik ben oprecht nieuwsgierig hoe anderen hiermee bezig zijn.”
“Het mooie is dat er in de ecosystemen veel verbindingen zijn en zo’n ecosysteem is sterk als er diverse soorten zijn. Dat geldt ook voor sociale ecosystemen. Als er een sociaal vangnet is of je bent onderling met elkaar verbonden of je voelt je onderdeel van een groter systeem, dan is dat een krachtige gemeenschappelijkheid. De inheemse volkeren maken deel uit van vijf procent van de wereldbevolking, maar beheren tachtig procent van de biodiversiteit. Zij zouden dus eigenlijk de leiders moeten zijn in de geestelijke transitie waar we het over hebben. Er liggen antwoorden en er zijn verhalen in de manier waarop de inheemse bevolkingsgroepen het altijd gedaan hebben. Maar wij koloniseren met onze taal het duurzaamheidsdebat.”
“Veel inheemse volken hebben niet eens woorden voor wat er gebeurt. Daardoor staan naast de ecosystemen ook gemeenschappen onder druk. Er zijn culturen en er is taal aan het verdwijnen. Met elke taal die verdwijnt, gaat er tevens een visie op de wereld verloren. In de globalisering verliezen we dus ook de diversiteit. Als er in de inheemse cultuur een strijd is, spreken ze met elkaar af dat als de een sterft de ander opstaat en de strijd voortzet, zoals klimaatrechtvaardigheidsstrijder Chautuileo Tranamil tijdens een aanloopsessie van Gouden Haas vertelde – zij is lid van de Mapuchegemeenschap in Chili en opgegroeid in Nederland. Het gaat er dus niet om dat je individuele leven ten einde is gekomen, maar het geeft een andere benadering aan van wat jouw plek is in een geheel en dat anderen voor jou kunnen opstaan. We beginnen langzamerhand de gebreken van de individualisering te ontdekken. We moeten meer holistisch gaan denken, maar ik denk ook dat we ons er meer bewust van moeten worden dat we leven in verbondenheid met de natuur, met elkaar, met onszelf.”
Dat bewustzijn zijn we in de loop van de welvaart kwijtgeraakt?
“Ja, in ons denken zijn we losgeraakt van de natuur. Ik vind het woord mede-natuur heel mooi, want daarmee hef je de scheiding op tussen de mens en de natuur. Het gaat dus om de vraag hoe we ons verhouden tot de mede-natuur, waarmee we zeggen dat we zelf onderdeel zijn van die natuur. We staan daar niet los van en we hebben er invloed op. De grote schraalheid van deze tijd is dat we niet meer verbonden zijn met de gemeenschap waar we onderdeel van zijn. We voelen ons niet verbonden met de plekken op aarde waar de klimaatcrisis voor veel vluchtelingen zorgt.”
“Mijn verlangen is dat we meer in verbinding met elkaar, onszelf en de mede-natuur kunnen leven in het volle bewustzijn dat sterfelijkheid een segment is van het leven en dat we dat niet wegduwen. Vanuit verbinding kunnen we weer dankbaarheid voelen en kunnen we andere keuzes maken. Het is pas solide als wij ons onderdeel van een geheel voelen. Je bent inclusief duurzaam als je dat uitdraagt in je hele wezen, omdat je het niet alleen doet voor een probleem dat opgelost moet worden. Het is dus ook een transformatieproces naar een inclusief bewustzijn.”
De regisseur haalt hoop uit de veerkracht en de weerbaarheid van zowel van mensen als natuurlijke ecosystemen. Deuten: “We hoeven het niet alleen te doen, maar samen met de mede-natuur. Dat is een wisselwerking. De natuur is er om gebruikt te worden, maar we moeten niet meer nemen van de natuur dan zij aan kan, zodat zij zich weer kan herstellen. Als we dus luisteren, kijken en samenleven met de aarde vanuit een wederkerigheid in wat ze ons geeft, dan komt er een leven dat veel meer in evenwicht is.”
Kan rouw een vorm van activisme zijn?
“Bij activisme denken we al gauw aan de barricaden, maar activisme begint als je zegt dat je iets niet meer wilt. Ik denk dat alles wat je doet om het systeem te veranderen een vorm van activisme is. We hebben een bepaalde manier van omgaan met elkaar waar een aantal ideeën aan ten grondslag liggen. Als je je afvraagt of die ideeën wel kloppen en of dat de grondprincipes zijn waaruit we zouden moeten leven, is dat al een vorm van activisme. Rouw is daar een belangrijk element in, omdat het betekent dat je van iets afscheid moet nemen. Als je iets op een andere manier wilt doen, laat je ook iets achter. En wanneer je dat achterlaten goed doorleeft, kan er ruimte ontstaan om het op een andere manier te doen.”
“Ik denk dat we ergens heel bang zijn voor rouw en afscheid. Het gaat al snel over handelingsperspectieven, wat we kunnen dóen. Maar we kunnen pas iets doen en dat volhouden wanneer we echt afscheid nemen van iets waaraan we niet meer willen meedoen, waarin we geen factor meer willen zijn. Dat is een rouwproces. Pijn en rouw zijn tot een individueel probleem gemaakt, maar we moeten ook in een collectieve rouw, anders kunnen we niet collectief veranderen.”
Op zaterdag 20 mei gaat Herinner ons om 16.30 uur tijdens Karavaan Festival in première op Natuurbegraafplaats Geestmerloo in Koedijk. Dit is de derde productie van Gouden Haas waarin de worstelende mens te midden van een veranderende wereld wordt bezien. Via radicale verbeelding, vanuit oprechte betrokkenheid en met wrange humor. Herinner ons is van 20 t/m 29 mei te zien tijdens Karavaan Festival op Natuurbegraafplaats Geestmerloo in Koedijk, van 9 tot en met 18 juni tijdens Oerol op Terschelling en op 23 tot en met 25 juni tijdens FlevoZomer bij de Groene Kathedraal in Almere.
Over Gouden Haas. Het gezelschap van theatermaker Gienke Deuten wil door middel van theatrale ervaringen ruimte scheppen voor reflectie, verdieping, voor onbekende kaders en onbegrensde verbeelding. Door de natuur een stem te geven, prikkelt zij de verbeelding en daagt uit het perspectief te kantelen van ego-centrisch naar eco-centrisch. Zie: goudenhaas.nl.