Kun je kort wat over jezelf vertellen?
“Ik ben Rosaliene Israël. Ik ben predikant met een bijzondere opdracht voor Oudezijds 100, de oecumenische gemeenschap waar ik woon en waar ik deel uitmaak van de kerngroep. Daarnaast ben ik onderzoeker bij de Protestantse Theologische Universiteit. Mijn onderzoek richt zich op christelijke leefgemeenschappen. Ik ben vanaf het begin betrokken bij LoketLevensvragen en daarnaast maak ik deel uit van het festivalteam van LoketLevensvragen. Dit team bestaat uit dominees die festivals in Amsterdam bezoeken en daar in gesprek gaan met festivalgangers.
Ik heb mezelf voor LoketLevensvragen gemeld, omdat ik het belangrijk vind me als predikant in de stad te begeven en me niet op te sluiten in de context van de kerk. Daarnaast denk ik dat de vragen die mij bezighouden, vragen zijn die anderen ook bezighouden. Ik hoop, en geloof, dat we elkaar daar verder in kunnen helpen. Vanuit Oudezijds 100 ben ik gewend om in contact te treden met mensen die niet per se in hetzelfde kerkelijke vakje zitten als ik. Daar sluit LoketLevensvragen mooi op aan.”
Word je zelf wijzer uit de gesprekken die je voert voor LoketLevensvragen?
“Ja, dat denk ik wel. Ik ben voor pastoraal werk opgeleid en voer de gesprekken als professional. Maar uiteindelijk ben ik ook gewoon een mens en is herkenning in elkaars levensverhaal altijd aan de orde. Aan de ene kant mogen mensen van mij als professional verwachten dat het gesprek de veiligheid biedt die nodig is. Aan de andere kant is zo’n gesprek ook gewoon een ontmoeting van mens tot mens. Daar beleef ik ook iets aan natuurlijk.”
Zijn er thema’s die jou heel erg raken?
“In de gesprekken die ik heb gevoerd, zie ik dat veel verschillende facetten van iemands leven invloed hebben op wat er nu voor een persoon speelt. Mensen komen vragen tegen op verschillende gebieden van hun leven. De gesprekken die ik voor LoketLevensvragen voer, kunnen die verschillende gebieden aanraken en bij elkaar brengen. Vaak blijkt dat onder het concrete probleem zaken spelen die dieper zitten en langer lopen dan het probleem zelf. Dit kunnen dingen zijn uit je studententijd of ze hebben te maken met je opvoeding en het gezin waar je uitkomt.”
Herken je dit ook in jezelf?
“Ik herken de behoefte om als mens in z’n geheel bekeken te worden en niet alleen op dat ene stukje waar je nu tegenaan loopt. Ik geloof dat dat is wat Jezus deed. Hij liet zien dat mensen niet op zichzelf staan, dat ze niet samenvallen met hun fouten en problemen. De aanleiding van de gesprekken is toch vaak iets negatiefs, iets waar mensen in vastlopen. Als je daar teveel op focust, raak je het zicht kwijt op de hele mens. En dat is waar ik probeer naar te zoeken: wie ben jij? Wat is het grotere verhaal waar jij deel vanuit maakt?”
Verwachten mensen deze brede blik?
“De mensen die ik gesproken heb, hadden wel de associatie dat er iets religieus of levensbeschouwelijks is aan hun vraag. Zij hadden bijvoorbeeld het idee dat waar zij op vastliepen, te maken had met het religieuze gezin waar ze uitkwamen; met hoe ze zijn opgevoed en wat ze hebben meegekregen. Zij waren op zoek naar hoe zij zich daar na al die tijd toe moeten verhouden. In een kennismakingsgesprek probeer ik vooral uit te zoeken wie er voor me zit en wat er speelt. In de latere gesprekken kun je op een natuurlijke manier raken aan de onderliggende lagen die er spelen. Naar die diepere lagen ben ik, als predikant, op zoek. En ik heb ook ‘tools’ waarmee ik op een voorzichtige manier daarover met mensen kan praten. Dat vertel ik ook aan mensen als we kennis maken. Ik vind het grappig dat mensen dat ook wel van mij verwachten en dat mensen daarnaar op zoek zijn.”
Anders zouden mensen misschien ook eerder naar een andere professional gaan?
“Ja, al gingen de gesprekspartners die ik nu in mijn hoofd heb ook naar een professional die zich bezighield met hun specifieke probleem. Deze mensen zaten misschien toevallig ook in een fase van herbezinning. Waar gaat het nou om in mijn leven en wat is nou echt belangrijk?”
Wat zijn thema’s die het vaakst worden aangekaart?
“Er is een categorie mensen die met specifieke vragen komt rondom trouwen of het afscheid nemen van een geliefde. Die zoeken een predikant die een ceremonie kan leiden. Dit zijn de meer concrete vragen. Verder is er een groep mensen met een psychiatrische achtergrond. Vaak zijn hun problemen zo complex dat we ze doorverwijzen naar collega’s die hierin gespecialiseerd zijn. Maar zij zijn natuurlijk ook op zoek om met hun vragen ergens terecht te kunnen. Ten slotte heb je de categorie vragen waar ik het net over had, waar het Loket Levensvragen voornamelijk voor bedoeld is. Mensen die tegen levenskeuzes aanlopen en die het idee hebben dat deze keuze over meer gaat dan alleen de concrete dingen die je in je leven nodig hebt. Dit zijn de meer spirituele of zingevingsvragen.”
Is het makkelijk om de gesprekken die je voert naast je neer te leggen of spookt er regelmatig nog wat van rond in je hoofd?
“Natuurlijk denk ik wel eens aan mijn gesprekken. Ik vind de gesprekken die ik heb heel bijzonder. Met name ook omdat mensen mij van tevoren helemaal niet kennen en toch hele persoonlijke ervaringen met mij delen. De mensen die via LoketLevensvragen binnenkomen, kiezen mij uit op grond van een foto en wat quotes op de website en geven daarna hun levensverhaal bloot. Ik vind het heel bijzonder dat mensen dat aangaan. Het is altijd weer bijzonder om bij iemands levensverhaal betrokken te worden en daar een stukje in mee te lopen. Dat raakt mij natuurlijk. Maar je kunt het ook weer laten gaan. Dat hoort erbij.”
Heb jij gesprekken gehad met niet-kerkelijken?
“Ja, alleen maar. Dit zijn voor een deel wel mensen met een christelijke achtergrond. Zij komen uit een christelijk milieu, maar zijn daar niet meer actief in. Zij lopen aan tegen iets in hun leven en merken dat ze toch niet helemaal los zijn van hun christelijke achtergrond. Zij vinden het prettig om daar toch eens over te praten. Ik schat in dat de meeste van deze mensen zich als agnost zouden definiëren. Of ze geloven wel in iets overstijgends, maar willen zich niet vastpinnen op hoe dat gezien wordt binnen de christelijke traditie.”
Is voor jou een gesprek met een niet-kerkelijk persoon anders dan met een kerkelijk persoon? Je hebt bij een niet-kerkelijke toch te maken met andere referentiekaders.
“De meeste mensen die ik sprak, hadden nog wel kennis van de christelijke traditie. Soms maak je in een gesprek een referentie naar een Bijbelverhaal en vaak weten deze mensen dan wel waar je het over hebt. In die zin valt het mee met hoe erg de referentiekaders verschillen. Met de jongere generatie is dat anders. Op festivals spreek ik mensen van rond de twintig en dertig en daarvan is een steeds groter deel niet christelijk opgevoed. Vaak hebben deze mensen ouders die heel bewust afscheid genomen hebben van de kerk. Zij hebben minder kennis van de Bijbel en het kerkelijk leven. Maar het is niet zo dat ik me daardoor meer of minder thuis voel bij mensen.
Een gesprek met iemand uit de kerk die heel anders in het leven staat dan ik, kan ingewikkelder zijn dan een gesprek met iemand vanuit LoketLevensvragen die ik heel goed kan volgen in waar hij of zij tegen aanloopt. Ik zou niet zeggen dat gesprekken over het algemeen makkelijker zijn als iemand de christelijke traditie met mij deelt. Ik denk dat het veel meer gaat over of ik en mijn gesprekspartner ons open en kwetsbaar op durven te stellen. Ik probeer altijd open en eerlijk te zijn over mijn motieven en drijfveren. Ik heb het idee dat je open stellen voor iemand anders over grenzen zoals religie of geloofsbelijdenis heen gaat.”
Heb je het idee dat niet-kerkelijken een luisterend oor op spiritueel gebied missen?
“De generatie van twintigers en dertigers heeft in de regel niet zo’n positief beeld over het instituut kerk en de dominees die daar deel van uitmaken. Het idee heerst dat je voor een gesprek met een dominee hetzelfde moet geloven. Dat roept weerstand op. Aan de andere kant zijn mensen wel op zoek naar spirituele kaders en wegwijzers. Ze treden in contact met boeddhisten, ze gaan naar yoga en ze lezen spirituele boeken. Daarom kan ik me voorstellen dat ze wel wat kunnen hebben aan een dominee vanuit de christelijke traditie. Die kan ook helpen met zingevingsvragen. De vraag is hoe je het negatieve beeld doorbreekt. Ik heb het idee dat een groot deel van de jonge mensen inhoudelijk niet zoveel weet van religies, maar er wel nieuwsgierig naar zijn. Voor jongeren die niet in een religieuze setting zijn opgegroeid, staat alles open. In hun ogen staan alle tradities naast elkaar. Je kan van alles zijn en je kan ideeën lenen uit tradities die je aanspreken. Deze jongeren zijn heel open en dat vind ik een kans. Op festivals zijn mensen nieuwsgierig naar wat ik vanuit mijn geloofsovertuiging toe te voegen heb aan hun leven en naar wat ik te vertellen heb. Het is aan ons als predikanten en als kerk om te kijken hoe we ons tussen alle andere tradities positioneren.”