Er is alom wantrouwen in het politiek en openbaar bestuur. Dat treft ook links. Gaat de steeds hechtere samenwerking tussen de PvdA en GroenLinks dat veranderen?
“Dat wantrouwen is inderdaad een groot probleem. De afgelopen decennia hebben kabinetten gedaan of waarden er niet meer toe doen. Wat hou je dan over? Ofwel de overheid laat veel over aan de samenleving, vaak de markt, ofwel je voert beleid op louter technocratische of pragmatische gronden. Problemen moeten worden opgelost, toch? Het debat gaat dan over hoeveel minuten een verzorgende nodig heeft om een patiënt te verschonen, maar niet meer over de waarde van zorg en over hoe die zorg er dan uit zou moeten zien. Het draait dan om de vraag hoe je de Cito-score met 2 procentpunt kunt verhogen, zonder een idee te hebben wat je met onderwijs wil bewerkstelligen. Maar zo kan je niet besturen, je hebt een waardenperspectief nodig, alleen al om burgers te kunnen aanspreken. Politiek en overheid opereren in een leeg moreel systeem. Mogelijk dat politici persoonlijk wel handelen vanuit door hen gevoelde waarden, maar de taal ontbreekt om daarover met elkaar van gedachten te wisselen.
“Ik denk dat deze morele leegte in forse mate bijdraagt aan het wantrouwen tussen burger en bestuur, gedeelde waarden ontbreken, er is geen morele common ground meer, erger nog, die lijkt helemaal niet te worden nagestreefd. Het wordt hoog tijd dat we die waardendiscussie weer op gaan zoeken. Overigens is dat niet het alleenrecht van links, maar een nieuw links blok moet en kan daar wel aan bijdragen. Ik denk dat je dan ook uitkomt bij religie en levensovertuiging. Want al dertig eeuwen gaat het in religieuze tradities over waarden en vraagt men zich af: wat is nu een goede wereld, hoe willen we leven met elkaar?”
Als je, zoals je bepleit, een waardenperspectief hanteert, hoe kijk jij dan naar het vluchtelingenvraagstuk, toch een heftige politieke kwestie?
“Aan beide kanten van de discussie spelen legitieme waarden. Aan de ene kant is er de medemenselijkheid en barmhartigheid om mensen in nood te helpen. Aan de andere kant is er de meer conservatieve bescherming van eigen leefgemeenschap en cultuur. De vraag is hoe je die legitieme waarden, die op het eerste gezicht op gespannen voet met elkaar staan, bij elkaar brengt? Ik denk dat ze niet onverenigbaar zijn, in tegenstelling tot diegenen die migratie als een belangenstrijd zien tussen wij en zij, een zero sum game: wat de nieuwkomer wint, gaat ten koste van de ontvangers. De waarde van een veilige leefwereld geldt zowel voor de bewoners in kwetsbare wijken als voor de migranten. Als je de waarden van veiligheid en leefbaarheid serieus neemt en je je daarvoor verantwoordelijk weet, zou dat kunnen betekenen dat je veel meer gaat investeren in Afrika en Syrië én in kwetsbare wijken in Nederland. Maar op dit soort oplossingen kom je pas als je het gesprek vanuit een waardenperspectief voert. Het is niet zo dat zo’n gesprek gemakkelijk is, ook waarden kunnen botsen en schuren, maar alleen door waarden te bespreken en proberen te verenigen kom je tot een oplossing die standhoudt.”
Je onderstreept de waarde van religie, maar religie heeft bij linkse mensen een slechte reputatie.
“Ik onderscheid twee soorten religiekritiek. Op de eerste plaats de intellectuele: het kan toch niet dat er een God bestaat, elke vorm van religie is een dwaalleer. Je ziet dat hard seculiere denken bijvoorbeeld bij een club als Vrij Links. Van mij mag je dat vinden, maar tegelijk vind ik deze intellectuele kritiek politiek irrelevant. Een tweede soort, de sociale religie-kritiek vind ik wel van belang. Als religieus gekleurde waarden worden ingezet om mensen klein te houden en om macht te legitimeren, is kritiek nodig en politiek relevant. Bijvoorbeeld op de Russische patriarch die Poetins wapens inzegent, op de Amerikaanse Evangelicals die hun antidemocratische en discriminerende ideeën exporteren, op de SGP die de positie van transgenders ondermijnt, op moslimleiders die met hun acties tegen de Mohammed-cartoons ook misstanden in eigen kring verhullen. Links zou beter onderscheid moeten maken tussen deze twee vormen van religiekritiek. Dat vraagt om een respectvolle houding ten opzichte van religies en om een zuiver onderscheidingsvermogen.”
Je schreef eens in een blog dat religie mooi én gevaarlijk kan zijn.
“Religie heeft een revolutionair potentieel doordat zij de mens als onderdeel van een veel groter verband ziet: de wereld, de natuur, de kosmos. Door die blik naar buiten, door die oriëntatie op iets groters, stelt zij alles wat wij mensen gewoonlijk doen en denken ter discussie. Niet voor niets zie je dat religieuze leiders een belangrijke rol spelen in emancipatie- en bevrijdingsbewegingen die ook door links worden gesteund.
Het verhaal van de barmhartige Samaritaan die zijn plannen voor die dag verstoord zag, doordat iemand langs de kant van de weg om hulp vroeg en een beroep op hem deed, is illustratief. Op dat moment wordt het persoonlijk belang en het eigen perspectief van de Samaritaan opengebroken voor iets groters, er gebeurt iets transcenderends en dat bergt een revolutionair potentieel in zich. Zie het verhaal van Jezus die volgens de gevestigde orde ondermijnend bezig was: hij praatte zomaar met vrouwen, met buitenstaanders, vormde een bedreiging.
Maar religie kan ook een institutionaliserende, machtsbevestigende kracht zijn. Die spanning tussen verandering en conservatisme is vanouds aanwezig in religieuze gemeenschappen. Je kunt het zien bij de huidige paus die afwisselend progressief en conservatief overkomt en zo die dubbele dynamiek belichaamt.”
Mij viel tijdens een bijeenkomst van De Linker Wang en de Banning Vereniging dat er een appèl werd gedaan op de persoonlijke verantwoordelijkheid: een beter milieu begint bij jezelf. Banning had het al over persoonlijk socialisme, het CDA sprak vroeger over het moreel appèl. Hoe zie jij die individuele verantwoordelijkheid die religieus geïnspireerde denkers zo benadrukken? Het kan toch niet alleen van de overheid en van wetgeving komen?
“Ik zie dat als een fundamentele spanning tussen wat wel heet structure en agency. Die sociologische discussie is eigenlijk nooit opgelost, dus ik denk dat beide polen bij elkaar horen. De slogan ‘het milieu begint bij jezelf’ kan ook een drogreden zijn om niets te hoeven veranderen in wetgeving en overheidsbeleid. VVD en in mindere mate D66, gaan uit van het primaat van individuele keuzes, dat is hun motor van verandering, bedrijfsleven en overheid volgen dan. Socialisten zetten van oudsher in op structuurveranderingen: wetten, belastingen, overheid. Die sturen de individuele keuzes. GroenLinksers zitten daartussenin, zij worden als wat liberaler gezien dan traditionele socialisten. Individuele keuzes en verantwoordelijkheid zijn waardevol, maar niet voldoende om de grote uitdagingen van deze tijd te beantwoorden. Voor een nieuw links blok lijkt het me van belang om beide polen bij elkaar te houden.
Maar het christelijk-sociale denken, waar je in je vraag naar verwees, hield zich niet in de eerste plaats bezig met het vraagstuk van individu versus overheid maar vooral met de waarde van het maatschappelijk middenveld: tussen de individuele burger en de overheid zit nog iets anders van grote waarde, namelijk gemeenschappen. Zij zijn door onderlinge verbondenheid in staat om zelf in een deel van hun behoeften te voorzien. Daar had het CDA, in zijn goede dagen, een sterk verhaal over, waar links nu veel van zou kunnen opsteken.
In de verzekeringswereld zie je grote anonieme structuren zoals zorgverzekeraars of het UWV. Op deze organisaties kunnen burgers een beroep doen, waarbij hun individuele rechten wettelijk verankerd zijn. Maar het besef van onderlinge verbondenheid, het idee van ‘draagt elkanders lasten’, lijkt verloren te zijn geraakt. Wat dat betreft is een broodfonds, opgericht door zzp’ers om te voorzien in financiële compensatie bij inkomstenderving, een interessante ontwikkeling. In de zorg in Nederland zijn bijna alle instellingen van oudsher ontstaan vanuit particulier initiatief. Ook in het onderwijs is het nog steeds een groot goed dat scholen door gemeenschappen zelf kunnen worden opgericht en bestuurd. Traditioneel links heeft het vaak knap lastig met dit soort instellingen, maar zien we hun waardevolle bijdrage aan publieke taken niet te veel over het hoofd?
Mijn beeld, als buitenstaander, is dat er in de PvdA wel sprake is van sympathie voor het idee van een gemeenschap, maar dat dit toch vaak erg abstract blijft. Op de schaal van een dorp wordt dat niet uitgewerkt. Traditioneel was er in de sociaaldemocratie sprake van de arbeidsgemeenschap, de fabriek, maar die ideeën lijken geen gelijke tred te houden met de opkomst van kennisintensieve arbeid en digitaal werken. Opmerkelijk vond ik een initiatief van GroenLinks- en CDA-wethouders. Zij schreven een gezamenlijke notitie over hoe je op het niveau van gemeente, wijk of dorp dat gemeenschapsdenken in de praktijk zou kunnen brengen. Overigens is het bij mooie woorden gebleven, omdat bijvoorbeeld hervormen en bezuinigen in de decentralisatie onder Rutte II niet samen gingen.
De Linker Wang en de Banning Vereniging zouden zich bij uitstek moeten beijveren om dit communitaristisch perspectief binnen links te versterken. Omarm het zelforganiserend vermogen in de samenleving, geef dat de ruimte en wees niet te bang voor verschillen die dat oplevert. Zorg er wel voor dat het publiek belang hiermee gediend wordt. Links heeft hier een wereld te winnen.”
Je noemde al twee aandachtspunten voor De Linker Wang en de Banning Vereniging: bevorderen van het waardenperspectief en het stimuleren van het gemeenschapsdenken. Hoe zie je de rol van levensbeschouwelijke clubs binnen een zich hergroeperend links?
“Eerst twee waarschuwingen. Pas op om een reünie-vereniging van (al dan niet ex-)gelovigen te worden. Binnen seculiere partijen als GroenLinks en de PvdA is het soms de enige plek waar mensen dan nog over religie praten. Ze komen bijeen in een apart hoekje, maar dat is irrelevant voor de partij als geheel. Een tweede valkuil kan de neiging zijn om je te beperken tot een tegengeluid op ethisch terrein: “Links moet niet te liberaal worden waar het gaat om euthanasie of abortus, want er is ook nog iets anders…” Maar krijg je dan geen ChristenUnie-light verhaal? Begrijp me goed, met beide posities is op zich niks mis, maar als dat alles is, dan vind ik dat geen grote bijdrage aan het doordenken van ons gedachtegoed en wat we daarmee zouden moeten doen.
Religieuze inspiratie brengt mij ertoe om fundamenteel te denken vanuit gemeenschap en verbondenheid, met de wereld en met de natuur. Ik noem dat politiek met compassie. Uitbuiting van de aarde is vanuit deze verbondenheid uit den boze, we kunnen de natuur niet overheersen of uitroeien, we zullen ermee moeten samenleven. Wij mensen zijn slechts tijdelijke bewoners en hebben evenveel recht op een goed leven op aarde als dieren of planten. Die verbondenheid geldt natuurlijk ook voor de mensen om ons heen. De boer hier verderop (Ganzevoort woont op het platteland) met zijn omgedraaide vlag behoort meer tot de lokale gemeenschap dan ik als nieuwkomer. Je moet je afvragen of zijn tachtig koeien eigenlijk wel zo’n groot probleem vormen. De waarde die hij hecht aan zijn boerderij, aan het land waar zijn familie al generaties op werkt, is veel meer dan alleen een financieel gegeven. Het is ook de verwerkelijking van zijn persoon. Daar kom je achter als je je verbonden weet. Alleen dan kun je bespreken hoe de waarden van die boer verenigbaar zijn met de waarde van de natuur.
Links loopt het risico dat het terechtkomt is een soort wereldverbeteraarschap aan de groene kant of in de verheffing van arbeider aan de sociale kant. Echter het onderliggende verhaal van de specifieke waarde van gemeenschap en verbondenheid, dreigt uit beeld te raken. Dit verhaal dat achter de belangenstrijd, achter de klassenstrijd, achter de duurzaamheidsdiscussie ligt, is dat ook niet het verhaal waar links al zo lang naar op zoek is?
Als het fundament van verbondenheid en gemeenschap ontbreekt of te zwak is, komt links er niet goed uit. Dat zie je bij de migratiekwestie, het sterkst bij de SP en ook in mindere mate bij de PvdA, het wordt dan snel een wij-zij-verhaal, sociaal achter de dijken. Aan de groene kant zie je de Partij voor de Dieren met een radicaal ecologische stellingname, waarbij een internationaal perspectief lijkt te ontbreken. Een hergroepering van GroenLinks en de PvdA daagt levensbeschouwelijke en religieus geïnspireerde clubs uit om het denken en handelen vanuit waarden en wereldwijde verbondenheid weer in het hart van de politiek te brengen. Niet om onszelf te bewijzen, maar om links vooruit te brengen.”
Dit artikel is afkomstig uit Tijd & Taak, tijdschrift van de Banning Vereniging.