De interreligieuze dialoog


De film Promises volgt vijf Palestijnse en vijf Israëlische kinderen. Ze wonen hemelsbreed slechts twintig minuten bij elkaar vandaan, maar door de controleposten leven ze in totaal gescheiden werelden. De film brengt de kinderen met elkaar in contact. Het is ontroerend te zien hoe de kinderen met elkaar praten over eten en voetbal en hoe ze elkaar hierin vinden.

Juist vanwege deze ontwapening heeft Gerard de Korte dit fragment gekozen. “Het is een opdracht aan volwassen om bruggen te slaan.”

“Een belangrijke dialoog die we moeten voeren, is de dialoog tussen christenen en moslims. We kunnen dat op verschillende niveaus doen: op maatschappelijk niveau en op theologisch niveau. In de theologische dialoog komen de argumenten over de menswording van God, de verzoening op Goede Vrijdag en de triniteit aan bod. Dit zijn onderwerpen waar moslims geheel anders tegenaan kijken dan christenen. Starten met deze dialoog raad ik dan ook af. In de maatschappelijke dialoog kunnen we elkaar makkelijker vinden, want daarin gaat het over gedeelde waarden als ‘rechtvaardigheid’ en ‘barmhartigheid’.”

“Moeten we het in die dialogen met elkaar eens worden?” vraagt Maaike de Haardt.

“Dat zal moeilijk zijn, want hoe we over God spreken is niet onbelangrijk, en moslims en christenen doen dat verschillend. Ze delen de opvatting van een scheppende en voltooiende god, maar de één ziet Jezus als een profeet en de ander ziet Jezus als de Zoon van God. Daar overeenstemming over bereiken, dat zal niet gebeuren. Maar het gesprek hierover voeren is wel belangrijk.”

De oecumenische dialoog

“Een andere belangrijke dialoog is de oecumenische dialoog. Enerzijds gaat het goed met de oecumene. Ze weten door het hart van het christendom te benadrukken verschillende stromingen met elkaar te verbinden. Anderzijds zien we dat kerkgemeenschappen zich terugtrekken op hun eigen eiland en hun eigen identiteit gaan benadrukken.”

“Hoe gaan we daar mee om?” vraagt Maaike de Haardt.

Gerard de Korte geeft twee analyses die het terugtrekken kunnen verklaren. Allereerst is er een verschil tussen het rooms-katholieke antwoord op de leegloop van de kerken en hoe de protestanten hiermee omgaan. Bij de protestanten blijven de afzonderlijke gemeenten bestaan, terwijl bij de katholieken er parochiefusies plaatsvinden waardoor het werkgebied van een priester vergroot wordt. Doordat de grootte van het werkgebieden zo uiteen lopen, is het simpelweg moeilijker voor een pastor en een dominee om samen te werken.

Ten tweede “is er een verschil in hoe jongeren en (oudere) oecumene denken over de kerk. De ouderen houden meer vast aan het kerkelijke, het gebouw, de activiteiten. De jongeren zijn daar minder aan gehecht.”

Gezamenlijk rond de tafel van de Heer?

“Het gaat dus goed met de oecumene. We zien dat protestanten en rooms-katholieken gezamenlijke jaarprogramma’s hebben. Ze komen bij elkaar over de vloer voor gesprekken, geloofsverdieping en ook op het gebied van de caritas en de diaconie ontstaan samenwerkingsverbanden.”

“Kunnen we ook in de liturgie samenkomen?”

“Dat is een spannende vraag, want op spiritueel gebied zit er een groot verschil tussen de eucharistie en het avondmaal. We zijn erover eens dat zowel in de eucharistie als in het avondmaal Christus werkelijk aanwezig is. Maar het grote verschil is dat Christus aanwezig blijft bij de rooms-katholieken en verdwijnt bij de protestanten. In de katholieke kerk wordt het brood en de wijn, dat lichaam en bloed van Christus onze Heer is, opgeborgen in het tabernakel waar het Christus blijft. In de protestantse traditie is het brood en de wijn na het avondmaal gewoon weer brood en wijn en kan het brood aan de eenden gevoerd worden en de wijn ’s avonds bij de borrel gedronken worden.”

“Mag, ondanks dit verschil, een protestant dan de eucharistie ontvangen? Want”, betoogt Maaike de Haardt, “ze geloven toch net zo goed dat op het moment van de communie Christus aanwezig is in het brood en de wijn?”

“Een pastor zal een protestant die ter communie gaat, niet weigeren. Maar hij kan er na afloop wel een goed gesprek mee hebben.”

Dit antwoord roept commotie op in de zaal: “Nee, we kennen voorbeelden van weigering! Ze zijn zelfs in de media bekend!”

Een pijnpunt. Een duidelijk pijnpunt. Dat erkent Gerard de Korte ruiterlijk. Maar de verklaring van de pijn zal menigeen verbazen. Waar de meesten van ons dit pijnlijk vinden, omdat ze ervaren dat protestanten worden uitgesloten van de communie, zegt Gerard de Korte dat het een pijnpunt is, omdat een protestant die ter communie gaat, niet de rooms-katholieke leer erkent; niet erkent dat het brood en de wijn blijvend zijn getransformeerd. Hij gaat zelfs een stapje verder. Een miskenning is nog niet zo’n ramp, maar doordat die miskenning het hart van het katholicisme raakt, doet het zo’n pijn.

De zaal blijft in rep en roer. De Korte probeert te sussen: “Vergeet niet dat mensen ook naar voren kunnen komen en in plaats van de hosti de zegen kunnen ontvangen. En het scheelt veel als er in het misboekje wordt afgedrukt wie wel en niet ter communie mogen gaan.” Wel, of dat minder pijnlijk is? De zaal laat duidelijk blijken van niet.

Kerk en samenleving


“Paus Franciscus bracht een bezoek aan Lampedusa, icoon voor de vluchtelingencrisis. Hij herdacht de gestorven, sprak bemoedigende woorden, maar was ook fel. Tijdens de eucharistieviering uitte hij onomwonden dat we ons meer moeten bekommeren om de ander. Op alle niveaus van de samenleving roept de paus ons op om minder egoïstisch te zijn.

Met Laudato Si, de encycliek van de paus die verscheen in mei 2015, roept de paus ‘alle mensen van goede wil’ op om met respect en eerbied om te gaan met de Aarde en de armen. De paus verdedigt een integrale ecologie waarin duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid samen gaan. De paus verzet zich hiermee tegen de globalisering van de onverschilligheid. Hij roept ons op om bewogen te worden door de nood van de ander.”

“Wij”, zegt De Korte, “hebben de brief uitgegeven Herbergzaam Nederland: Brief van de R.-K. Bisschoppen van Nederland over de opvang van vluchtelingen. We laten hierin zien dat we zelf een Heer volgen die een dakloze vluchteling is geweest. Hij werd geboren in een stal, omdat er in de herberg geen plaats meer was. Daarom roepen wij in het publieke debat op om voorzichtig om te gaan met de vluchtelingenproblematiek. Sluit niet de grenzen, maar neem ook de geluiden serieus van mensen die het gevoel hebben overspoeld te worden door de vluchtelingenstroom.”

Wees niet bang

“In Europa zien we”, zegt Maaike de Haardt, “dat er heel verschillend op de vluchtelingen gereageerd wordt.” Als prototypes haalt ze Merkel en Orban aan. Merkel, de bondskanselier van Duitsland, stelt dat Duitsland de vluchtelingen kan opvangen en is gastvrij. Orban, president van Hongarije, sluit daarentegen de grenzen en is nationalistisch. Deze tegenstelling is ook terug te zien onder de Christen-Democraten in het Europees Parlement. Toch geloven ze allen in God, in de God die ons draagt en ons in Zijn Hand houdt. Het evangelie roept ons op om niet bang te zijn, maar toch zien we in Oost-Europa angst als het gaat om vluchtelingen. “Hoe kan dat?”

“De Oost-Europese houding moeten we niet religieus duiden, maar sociaal en historisch. In Hongarije en in Polen zien we een nationaal-christelijke cultuur opkomen. Het is een nationalisme dat het eigen land sterkt. Dat is niet in lijn met wat de paus wil. Deze bisschoppen keren zich dan ook tegen de paus. Zij willen het christelijk erfgoed beschermen tegen de moslims. Daar leven andere zorgen en denkbeelden dan in West-Europa. Dat leidt tot een andere visie op de omgang van vluchtelingen.”

Politiek, de polis beïnvloeden

“Doen jullie aan politiek?”

“Ja, maar niet aan partij politiek. We hebben een idee van wat de rechtvaardige samenleving is en die visie bespreken we met politieke partijen. Wij vinden het belangrijk om die dialoog te voeren en hopen zo wat invloed op het beleid te hebben. Dat doen we met alle partijen. Nou ja, we hebben nog geen gesprek gehad met de PVV, al staan we daar wel voor open.

We voeren het gesprek over het goede en rechtvaardige leven dus op alle niveaus. Zowel op macroniveau, het niveau van de staat, als op microniveau, het level van het individu. We vinden dit belangrijk en zien dit als een taak voor alle ambtsdragers. Ik zie liever dat de kerk vuil wordt doordat ze naar buiten gaat, dan dat ze ziek wordt van het binnen blijven zitten. Ik juich het dus toe dat kerken en (burgerlijke) gemeentes elkaar opzoeken en zo de sociale cohesie in stad en dorp vorm geven.”

De crisis rondom de kerk en de crisis rondom het godvraagstuk


Amadeu de Prado spreekt in zijn speech over het godsbeeld dat hij veracht: de God die alles ziet, alles weet en die ons geen ruimte laat voor geheimen. Maar hij kan niet zonder kerken. Hij heeft de stilte, de poëzie van de Bijbel en de mystieke sfeer van de ramen nodig om bij God te komen. Hij wil een God die hem vrij laat, en een Kerk die hem vrij laat.

“Dit fragment is tekenend voor onze tijd. De grote crisis is niet dat de kerken leeg lopen, maar dat we niet meer weten wat we onder ‘God’ verstaan. Die onzekerheid diende zich al aan het begin van de Verlichting aan. Door de wetenschappelijke ontwikkelingen is ons wereldbeeld op de kop gezet. Onze noties van tijd en ruimte zijn wezenlijk veranderd. Hoe is daarin nog ruimte voor een scheppende, almachtige God? Het heeft geleid tot een religieuze onzekerheid in de kerk.”

“Maar”, brengt Maaike de Haardt hiertegen in, “de mensen die de kerk verlaten, hebben het niet over het godsbeeld. Zij hebben het over de kerk.”

“Dat klopt, maar wat daar aan ten grondslag ligt, is de crisis dat in sommige parochies God niet meer als Gij wordt aangesproken. Daarmee ontkennen ze het persoonlijke godsbeeld, en juist dat beeld is de kern van het christendom. Het is mijn hoop dat de relationele dimensie in het godsbeeld weer wordt ontdekt. Als mensen die dimensie zien, ontsluit de christelijke traditie zich voor hen.”

“Er zijn echter ook mensen die zichzelf religieus voelen, maar niets hebben met een persoonlijke god. Ze spreken liever over Iets. Toch kunnen die mensen”, zegt Maaike de Haardt, “wel betrokken de liturgie vieren.”

Deze mensen wil De Korte niet uitsluiten, maar hij wil wel in gesprek. “De relationele god zou een centraal discussiepunt moeten zijn binnen de kerken.”

Overdrachtscrisis

“Naast de crisis rond het beeld van God, is er nog de crisis in de kerk, die ik omschrijf als een overdrachtscrisis. De leeftijdsopbouw binnen de kerken is een omgekeerde piramide. Er zijn veel ouderen die rap wegvallen en weinig jongeren die de gaten opvullen. Als deze piramide niet vervangen wordt door een ander model, valt de kerk om.

Aan de andere kant, het christendom is altijd een minderheid geweest. In het begin van het christendom was slechts 10% van de mensen christen. Dat we naar dat percentage teruggaan, is niet zo erg. Ook vanuit een minderheidspositie kunnen we missionair zijn, ons gedachtegoed uitdragen.

Wat mij wel zorgen baart is het verdampen van de kerkleer. Dat gebeurt de laatste vijftien jaar in rap tempo. Er wordt wel gezegd dat het christendom en de christelijke waarden in onze cultuur zitten ingebakken, maar we hebben nu wel een onthoofd christendom. Als het geloof niet meer gevoed wordt, hoe lang blijven de christelijke waarden dan in de samenleving gehandhaafd?”

De kerkelijke taak

“De opdracht van de kerk is om te zoeken naar inzicht, om het geloof te doordenken en het gestalte te geven. En”, zegt Gerard de Korte, “theologen moeten hierbij helpen. Zij moeten predikanten en priesters ondersteunen.” Als voorbeeld verwijst hij naar Erik Borgman, lekendominicaan en hoogleraar theologie en samenleving aan de Universiteit van Tilburg.

“De theologie heeft een rol naar buiten toe. Het praten over God maakt de wereld beter.” Gerard de Korte verwijst hierbij naar twee dingen. Allereerst wijst hij ons op het dubbelgebod van de liefde dat ons oproept om God lief te hebben en onze naasten. Door hierover te praten, komen we achter de betekenis ervan voor onze levens.

Ten tweede kan de theologie helpen om de vanzelfsprekendheid van onze levensstijl te bevragen. “We zijn gewend te consumeren, de samenleving naar onze hand te zetten en om plezier na te streven. Theologen, maar ook priesters en predikanten, kunnen ons een spiegel voorhouden. Kunnen wij in plaats van maken ook ontvangen? Liefde en vriendschap maken we niet; die ontvangen we. Kan de kerk ons dat besef, die notie van genade, bijbrengen?

Natuurlijk staan theologen en kerkelijken niet alleen in het verbeteren van de wereld. Paus Franciscus appelleert aan iedereen van goede wil, en daarbij doet het er niet toe welk geloof je aanhangt of misschien wel helemaal niet gelooft. We moeten de spirituele kracht van iedereen bundelen om de noden van de wereld aan te pakken.”

Tanja van Hummel

Tanja van Hummel

Filosoof en Schrijfcoach

Tanja van Hummel is filosoof en schrijfcoach. Tijdens haar filosofiestudie aan de Radboud Universiteit ontdekte zij een voorliefde voor …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.