Allereerst: wat is religiejournalistiek eigenlijk?

“Journalistiek die producten afscheidt met als onderwerp religie.”

En waarom bestaat die journalistiek in de toekomst niet meer?

“Als je een onderwerp hebt wat bijna niemand lijkt te interesseren, dan heb je het slecht. Van een curling- of snookerjournalist kun je zeggen dat hij of zij een beetje een marginaal bestaan heeft. Journalisten zijn over het algemeen de blanke, intellectuele elite – de grachtengordel Hilversum bewoners. En zij hebben niet zoveel met religie: het staat een beetje in een kwaaie reuk, wordt geassocieerd met achterlijkheid en Middeleeuwen, de Veluwe, vrouwen die niet mogen stemmen of vrouwen die besneden worden en barbaarse toestanden in het Midden-Oosten. Voor hen is religie iets waar je met de nodige dedain naar moet kijken. Maar dan heb je (a) geen kennis over religie en (b) je hebt een heel duidelijk eigen standpunt welke niet voortkomt uit vergaarde kennis. Dan krijg je dus de situatie dat religiejournalistiek als een soort exotische hobby wordt weggezet. Het idee dat religie achter de voordeur thuishoort en geen plaats hoort te hebben binnen het publieke debat gaat volgens mij alleen nog maar aan kracht toenemen. En op dat moment zal er geen geld worden uitgetrokken voor goede religiejournalistiek en komen we er dus nooit uit. Behalve als er een ander model aan kracht gaat winnen.”

Dus religiejournalisten moeten de trend volgen?

“Je hebt geen keus!”

Kunnen zij die religie wèl belangrijk vinden niet een verschil maken; ervoor zorgen dat er een ander model komt?

“Gelovigen kunnen, moeten, een geleefd geloof laten zien. En deze gelovigen moeten zich roeren in het publieke debat juist om te voorkomen dat religie en gelovigen, en het beeld dat de maatschappij erover heeft, niet worden verengd tot algemeenheden, exotische exemplaren of karikaturen.”

In 2010 schreef u samen met acht andere specialisten religiejournalistiek het manifest Vijf vernieuwde principes voor religiejournalistiek. Dat klonk allemaal heel anders. Er staat bijvoorbeeld in geschreven: Het ging allemaal een beetje als op de middelbare school. Jeugd probeert met indelingen zichzelf en de ander een identiteit te verschaffen; de een is gabber, de ander gothic, weer een ander alto. Het is zoeken, soms onbeholpen en verlegen, soms met bravoure, zichzelf overschreeuwend. Deze periode, zoekend naar wie we zijn en hoe ‘de ander’ zich profileert, hebben we doorlopen. De puberale krampen van het eerste decennium van onze eeuw zijn nu voorbij. Zonder aan het grote belang van geloof en identiteit en de waarde van het toekennen van herkenbare omschrijvingen voorbij te gaan, willen we principes hanteren die meer recht zullen doen aan mensen en hun geloof.’ Ik wilde eigenlijk gaan vragen hoe het met de volwassen geworden religiejournalistiek gaat…

“Het is net als met die film The Curious Case of Benjamin Button, waarbij de hoofdrolspeler steeds jonger wordt. Ik heb het idee dat religiejournalistiek in een omgekeerde groeifase zit. Je gaat natuurlijk geen manifest schrijven over hoe slecht het gaat. Toentertijd hoopten we dat mediaorganisaties zouden inzien dat het investeren in een goede religieverslaggever niet alleen uitermate belangrijk is voor het journalistieke product maar ook voor de lezers, luisteraars of kijkers van een bepaald medium. Maar die hoop is niet echt in vervulling gegaan. Het is eigenlijk zelfs nog erger geworden.”

Zijn er dan geen goede religiejournalisten meer in Nederland?

“Jawel, Daniel Gillissen, Tjerk de Reus en Klaas van der Zwaag bijvoorbeeld. Maar hoe zeker zijn hun banen? Ze zijn allemaal ingebed in een bepaalde traditie en betrokken bij relatief kleine mediabedrijven. Op de redacties van grote mediabedrijven wordt religiejournalistiek als een soort bijvakje gezien: de redacteur binnenland mag een stukje over religie schrijven omdat hij twintig jaar geleden eens gedoopt is bij de Remonstranten. Religie is een uiterst gecompliceerde zaak en in onze samenleving speelt het een uiterst ingewikkelde rol in het maatschappelijk debat, dus moet je specifieke en gespecialiseerde religiejournalisten hebben. Maar zolang de grachtengordeljournalisten de mening is toegedaan dat religie ridicuul is, wat kan je dan beginnen? Een medium dat niet confessioneel georiënteerd is en toch op een goede manier verslag doet van religie, die ken ik eigenlijk niet. De NRC bijvoorbeeld zou gewoon een religieredactie moeten hebben waarbij alle grote religies zijn vertegenwoordigd door de redacteuren. Maar daar wordt geen geld voor uitgetrokken. Als je ziet wat de NOS afvaardigt naar Sochi, dat zijn ongeveer 150 mannen en vrouwen!”

Daar verdienen zij aan. Dus media wordt alleen maar gedreven door commercie, religie is niet in en daarom hebben religiejournalisten het nakijken. Dan kunnen ze toch net zo goed hun boeltje pakken?

“Nou ja, als je het zo stelt… Dan zinkt het schip natuurlijk alleen maar harder. Maar als je er van wilt kunnen leven dan weet ik niet of je, als student, moet streven naar een baan als religiejournalist. Je kunt idealen hebben, maar je moet ook reëel zijn: er zijn er maar heel weinig die van religiejournalistiek hun hypotheek kunnen betalen. En dat vind ik echt ontzettend jammer.”

Wat zal de wereld verliezen wanneer het – u denkt over dertig jaar – geen goede religiejournalisten meer kent?

“Ten eerste zit de wereld dan opgescheept met een eendimensionale blik op wat religie precies is, namelijk iets dat je af moet gooien omdat het je dom en onderdanig houdt. Ten tweede dat mensen niet meer het instrumentarium hebben om na te denken en te discussiëren over de ultimate concern, over datgene wat het leven uiteindelijk daadwerkelijk de moeite waard maakt. En als je een eendimensionaal idee van religie hebt, dan mis je dat instrumentarium en wordt de realiteit dus veel minder rijk en mis je een heel domein van het menselijk leven. Dat is toch wel jammer.”

De volgende keer interview ik Ida Overdijk, ik heb zo’n vermoeden dat zij wat minder somber is over de toekomst…

“Ik daag haar graag uit om te laten zien waar die religiejournalistiek dan precies groeiende is.”

Wat vindt u van een initiatief als Nieuwwij?

“Ik denk niet dat het voldoende massa kan genereren om een langlopend succes te zijn. Ik denk dat het wat teveel blijft in een groep die toch wel geïnteresseerd is, ook op intellectueel niveau, in het verschijnsel religie. Het is veel bonding, terwijl ze juist heel graag aan bridging willen doen: de mensen die door Nieuwwij verbonden worden, die waren al verbonden. Het is net als Volzin, de ene reorganisatie volgt op de andere en je ziet dat ze het erg moeilijk hebben om het hoofd boven water te houden. Als ik zou weten hoe dat moet, geloof me, dan had ik Jan (van Hooydonk) gebeld en gezegd: dit moet je doen. Maar ik weet het niet!”

Elze Riemer (27) is masterstudent Media en Religie aan de Vrije Universiteit. Vanaf begin februari tot eind juni 2014 zal zij zich tijdens haar stage bij Nieuwwij.nl bezighouden met de vraag: is er toekomst voor religiejournalisten? Het is een relevante vraag, waarop het antwoord alles behalve eenduidig is. Vorige week verscheen haar eerste artikel over dit onderwerp. De komende maanden zal zij andere deskundigen interviewen voor Nieuwwij.nl

elzer

Elze Riemer

Godsdienstwetenschapper en Journalist

Elze Riemer is freelance journalist voor verschillende media op het vlak van zingeving en religie. Haar specialiteit is het verdiepende …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.