Eerst even voor de duidelijkheid: wat is ‘romantiek’ volgens u?
“Het lijkt een vaag begrip waar weinig concreets over valt te zeggen. Toch zijn er vier ideeën uit de romantiek die de afgelopen twee eeuwen steeds dominanter zijn geworden. Ze zijn uitgegroeid tot overtuigingen die onze maatschappij in belangrijke mate vormgeven. Namelijk dat de mens van nature goed is; dat ieder mens een uniek wezen is; dat wij voor ons oordeel over goed en kwaad moeten afgaan op ons gevoel, op onze ‘natuur’, en dat verbeelding, de fantasie, heel waardevol is.”
Het eerste multiculturele drama dat ik u wil voorleggen gaat over een man die zijn Filipijnse geliefde uitnodigt voor een vakantie in Nederland. Ze hebben het erg leuk samen. Maar hij blijft zich afvragen of ze echt van hem houdt of dat het haar om zijn portemonnee gaat. Voor de rode rozen en romantische dinertjes heeft hij nog nooit een blozende blik ontvangen. Wat vindt u hier romantisch aan?
“In het Westen is het romantische idee dat je je partner uitzoekt op basis van je gevoel, sterker verspreid dan daarbuiten. Dat lijkt hier een verschil te zijn. Het is zelfs zó vaak herhaald en in allerlei media afgebeeld, dat ze tot kitsch verworden is. Rode rozen en romantische diners komen op mij ook wat kitscherig over. Want dat is ook een erfenis van de romantiek, kitsch. We zoeken authenticiteit, echtheid, een puur intens gevoel. Als echter iedereen hetzelfde doet om dit gevoel op te wekken, bijvoorbeeld met rode rozen, kan dit gebaar ook zijn kracht verliezen.
Toch denk ik niet dat de man zijn geliefde koud laat. Filipijnse vrouwen kunnen heus wel verliefd worden. Hun maatschappij ziet verliefdheid wel minder als een goede, laat staan fundamentele basis om een huwelijk te sluiten. Je kiest je wederhelft eerder vanwege status en economische zekerheid. Maar wij romantici noemen dergelijke beweegredenen misschien ‘materialistisch’ en ‘egoïstisch’. Interessant is het dan om te weten dat westerse vrouwen hun ideale man ook met een flinke portemonnee op zak zien. Althans, een dergelijk idee kun je krijgen als je let op het weergaloze succes van liefdesromans. Al sinds 1975 brengt uitgever Harlequin, de grootste uitgever van romantische fictie, elke vier weken acht nieuwe Bouquetreekstitels op de markt. Ruim een miljoen Nederlandse vrouwen zouden de uitgaven lezen. Bijna elk verhaal draait om een vrouw die ‘toevallig’ een rijke man ontmoet. Als de liefde eenmaal opbloeit, blijkt geld minder belangrijk te zijn, maar ze is blijkbaar wel een voorwaarde om een relatie te beginnen.”
Een andere anekdote. Een Indiase hindoe bezoekt een Nederlands yogaclubje. Het wordt een vreselijke avond. De hindoe vindt de vrouwen hypocriet. Het zou ze vooral gaan om de zakelijke successen die ze dankzij meditatie behalen. Wat maakt dit akkefietje ‘romantisch’?
“De manier waarop wij spiritualiteit tegenwoordig beleven, vindt haar oorsprong in de romantiek. Veel romantici hadden weinig op met de traditionele christelijke religie. Romantici zoeken spiritualiteit ‘van binnen’, en zijn daarbij individualistisch ingesteld. Iedereen zal voor zichzelf moeten bepalen welke spirituele praktijken hem of haar aanspreken. Het individu stelt z’n eigen religie samen. Dat idee komt ook vaak terug in het populaire tijdschrift Happinez.
De westerse spiritualiteit laat zich sterk inspireren door oosterse religies, maar deze worden niet klakkeloos gekopieerd. De nadruk op het lijden en de enorme godenrijkdom van oosterse religies, zijn naar de achtergrond verdwenen. Ook is de nadruk op het loslaten van het ‘ego’ vele malen kleiner. Het boeddhisme leert dat de mens vaak te gefixeerd is op zijn werk, partner of bezittingen. Meditatie is nodig om het ego op te lossen, waardoor hij ‘verlicht’ wordt. De verlossing van het lijden is volgens het boeddhisme het doel van de religieuze praktijk. De vrouwen hebben van die oosterse wijsheid weinig kaas gegeten: ze schrijven materiële successen juist toe aan hun persoonlijke ‘goddelijke ik’.”
Een Poolse moeder woont met haar puberzoon in Nederland. De moeder is ongerust, bang dat haar zoon ontspoort. Ze vindt ons onderwijssysteem veel te vrij. Ziet u iets romantisch in dit moederdrama?
“Wij vinden het goed dat pubers zich afzetten tegen hun ouders. De kijk op puberteit en adolescentie is romantisch: een kind op weg naar volwassenheid is een uniek individu dat door ervaring en gevoelsmatige introspectie zijn weg zal moeten vinden in de wereld. ‘Zelfontplooiing’ is het woord dat dit moeilijke proces ongeveer aanduidt, maar in de context van opvoeding en scholing is het onvertaalbare Duitse woord Bildung een betere omschrijving. Bildung was oorspronkelijk een religieuze term uit de piëtistische theologie van de zestiende eeuw, een voorloper van de romantiek. In die tijd was het de bedoeling om de goddelijke kern tot ontplooiing te brengen die ieder mens in zichzelf zou hebben.
Dat idee is later in belangrijke mate geseculariseerd door Johan Gottfried Herder: hij stelt dat elk individu onophoudelijk moet werken aan de volledige ontwikkeling van zijn talenten en vaardigheden ter verbetering van de maatschappij. De meer dan duizend vrije scholen in Nederland zijn op dat ideaal geënt, maar ook het onderwijs op openbare scholen van het voortgezet en hoger onderwijs is erdoor beïnvloed.
De populariteit van bildungromans als de Harry Potter-serie van J.K. Rowling, De Vliegeraar van Khaled Hosseini of Karakter van Bordewijk is trouwens ook illustratief voor de grote waarde die wij toekennen aan de zelfontplooiing van kinderen.”
De Chinese meneer Quweng kwam op z’n dertigste in Nederland wonen. Een paar maanden geleden verhuisden zijn kinderen hem naar een bejaardentehuis. Teleurstellend, vindt hij. Hoe konden zijn ‘nota bene christelijke’ kinderen het in hun hoofd halen om hun oude vader te laten vereenzamen? Hij geeft niet zijn kinderen maar het kapitalisme en de westerse cultuur de schuld. Wordt Quwengs frustratie veroorzaakt door de romantiek?
“Grappig is, dat Quweng inderdaad een romantische verklaring geeft voor het gebrek aan zorgbereidheid van zijn kinderen. De gedachte dat de maatschappij het individu verpest, is te herleiden tot de belangrijkste grondlegger van de romantiek, Jean-Jacques Rousseau. Hij veronderstelde dat de ‘kunst en de wetenschap’ ons corrumpeerden en onze authenticiteit aantastten. Tegenwoordig is dat de consumptiecultuur, vinden velen.
Typerend is dat Quweng zijn kinderen daarvan toch niet de schuld geeft. Hun individualistische leven is immers een uiting van authenticiteit. Als je mensen, die de meeste woorden vuilmaken aan kapitalisme en individualisme, zou vragen wat zij voor hun kind het belangrijkst vinden, dan zullen de meesten antwoorden: dat ze hun hart volgen, hun ‘eigen ik’. Overigens blijkt uit verscheidene onderzoeken dat in landen die collectief zijn ingesteld, de tevredenheid met het leven veel lager is dan in individualistische landen. Ook bij vergelijkingen tussen mensen met dezelfde inkomens en kwaliteit van gezondheidszorg. Maar tegelijkertijd zijn er in individualistische landen wel veel eenzame Quwengs; in Nederland ongeveer een miljoen. We zouden ons dus wel meer kunnen inspannen om vereenzaming tegen te gaan; het is een uitwas van het op zich waardevolle romantische ideaal van ‘jezelf zijn’.
Tot slot nog iets over de ‘christelijkheid’ van Quwengs kinderen. De romantiek is een vrucht van het protestantse christendom. Het protestantisme heeft de gelovige geleerd om God ‘in zijn binnenste’ te zoeken, en zich ervan bewust te worden dat hij ‘gevoelens’ en daarmee ‘verlangens’ heeft die van hemzelf zijn. Dit in tegenstelling met het katholieke geloof, waar de uitleg van de kerkgeleerden belangrijker is.”
Na zoveel leed is het nu tijd voor het antwoord op een vraag die de liefde voor altijd en overal zou moeten beslechten. ‘De wereldwijde verbroedering van de mensheid is alleen mogelijk op basis van kitsch,’ laat u Milan Kundera in uw boek citeren. Waarom en hoe zou kitsch de wereld, te beginnen met een multiculturele maatschappij als Nederland, volgens u kunnen verbroederen?
“Ik geloof wel dat de populaire cultuur – soaps, bioscoopfilms en popmuziek – de wereld enigszins kan verbroederen. Ze sticht weliswaar geen vrede in de landen waarin ze bekend is, maar toch kunnen we ons door de verspreiding van westerse ideeën en producten makkelijker met elkaar identificeren. Hoe meer de wereld verwestert, hoe minder verdacht we voor elkaar worden, hoewel sommigen zullen rouwen over het verlies aan culturele verscheidenheid. Vertrouwdheid werkt verbroedering in de hand.
Dat is overigens heel onromantisch. Nationalisten zijn romantisch: zij waarderen de ‘authentieke, pure cultuur’ van hun ‘eigen volk’. Ik ben kosmopoliet, als er een paar oorlogen in deze wereld minder gevoerd worden doordat we wat meer op elkaar gaan lijken, dan lijkt me dat toch een goede zaak.”
Misschien is de zoektocht naar eigen identiteit, (het zelf), een begin van zelfkennis, waardoor je kunt ervaren welke rol jij kunt vervullen in de maatschappij, zonder dat je jezelf geweld aan moet doen. In de tussentijd kun je ook werk doen, dat je minder leuk vind, om aan je dagelijkse behoeften te kunnen voldoen. Of is dat ook te romantisch geredeneerd?