“Het rouwlandschap is nogal verkaveld, terwijl wij denken dat het om een diep menselijke ervaring gaat,” vertelt Leget. “Het is onze overtuiging dat verlies en rouw ons kunnen helpen om ons als mensen te ontwikkelen en bij elkaar te brengen. Verlieservaringen horen bij ons menselijk bestaan, maar onze cultuur weet er niet zoveel raad mee. In onze maatschappij zijn we doorgaans op materiële winst gericht, maar we groeien als mens niet als we de donkere kant van het leven niet in de ogen kijken.”
Het existentialisme en de fenomenologie zijn belangrijke bronnen waar Leget uit put. “Daarnaast is muziek voor mij een manier waarop verklankt kan worden wat moeilijk in woorden uitgedrukt kan worden en wat toch dragend en troostend kan zijn. Ik speel veel Bach op de piano en ik ben er steeds weer verwonderd over dat hij alle emoties kent en daarmee mij ook lijkt te kennen. Waar ik me in de afgelopen jaren bewust van ben geworden is dat het leven zich voortdurend afspeelt in spanningen en paradoxen. En vooral die paradoxen vind ik zo fascinerend. Kierkegaard stelde al dat we die tegenstellingen niet kunnen oplossen, dat we daar mee hebben te leven. Iedereen moet in die paradoxen zijn eigen weg vinden. Ik ben altijd op zoek geweest naar zingeving, naar die kant van de werkelijkheid die ons overstijgt, en die tegelijkertijd te maken heeft met ontwikkeling en verdieping. Verlieskunst is daarmee ook een persoonlijk boek. De paradoxen en de levenswijsheid die we hierin hebben proberen te verwoorden is diep verweven met wat ons dierbaar is en wat we graag willen uitdragen en doorgeven.”
Rouwonderzoek
Honderd jaar geleden begon Freud het moderne onderzoek naar rouw. Aanvankelijk was zijn idee dat rouw iets is waar je door heen moet werken. Zijn theorie van het verrichten van rouwarbeid is heel invloedrijk geworden. Leget verklaart: “Dat vinden we bijvoorbeeld terug in de verschillende fasen van rouwverwerking van de Zwitsers-Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross (1926-2004). Het interessante is dat, nadat Freuds dochter was overleden aan de gevolgen van de Spaanse griep, hij in een brief aan een vriend schreef dat hij niet wilde dat zijn rouw over zou gaan, want daarmee zou ook de liefde verdwijnen. Dat komt rond de eeuwwisseling terug in een andere theorie die zegt dat verlies niet iets is dat je achter je laat. Veel mensen houden juist de verbinding met wat ze verloren hebben, omdat het zo betekenisvol voor ze is. In diezelfde tijd ontstond de nu nog steeds gangbare rouwtheorie waarin wordt beschreven hoe een gezond rouwtraject verloopt als het heen en weer bewegen tussen twee processen om je te kunnen aanpassen aan de nieuwe werkelijkheid.”
Verdieping
Rouw blijft in de bestaande modellen beperkt tot iets wat je af kunt ronden, stelt Leget. In dit verband spreekt hij over de mogelijkheid van posttraumatische groei. “Onze persoonlijke ervaring en onze ervaringen in ons werk laten zien dat verlies niet iets is dat we moeten vermijden, maar dat we aan kunnen gaan. Het kan ons leiden naar nieuwe verbondenheid met onszelf en het leven. In ons integratieve procesmodel (IPM) hebben we de bestaande theorieën samengebracht met vijf dimensies van rouw als basis: fysiek, emotioneel, cognitief, sociaal en spiritueel. We maken een verdiepingsslag door deze dimensies steeds te verbinden met zingeving en existentiële groei. De Amerikaanse psychiater Irvin Yalom, die binnen de existentiële therapie de meest invloedrijke denker is, maakte het ons mogelijk om een aantal grote universele kernvraagstukken waarmee ieder mens te maken heeft in samenhang te brengen met die dimensies. De zogeheten ultimate concerns: sterfelijkheid, vrijheid, isolement, zinloosheid.”
Elke cultuur heeft zijn eigen accenten, maar we opereren allemaal tussen de spanning van het moeten accepteren van de dood en het omarmen van het leven tot het einde toe, vertelt Leget verder. “Het is kenmerkend voor die grote thema’s dat je steeds in paradoxen terechtkomt. En dan helpt het niet om de ene kant van de paradox weg te schuiven, want daarmee houden we onszelf voor de gek. Dat doen we met de dood in onze samenleving. We omhelzen het Zwitserleven-gevoel, maar hoe bereiden we ons voor op de ouderdom, hoe gaan we om met verlies? Dat wordt een beetje weggemoffeld. Daarom hebben we het boek Verlieskunst genoemd, om te laten zien dat verlies niet alleen een zwart gat is, maar dat het ook een venster kan zijn om je bewust te worden van waar het om draait in het leven. We gebruiken graag een citaat van Nick Cave. Hij heeft twee kinderen verloren en daarover zegt hij dat hij heeft geleerd dat leven met verlies voor hem een maníer van leven is, waarin hij sensitief is geworden voor de kwetsbaarheid van het leven. Zo probeert hij een balans te zoeken in hoe hij het verlies met zich mee kan laten reizen in zijn bestaan.
Ik heb mijn ouders en mijn zus verloren, die zitten zo diep in mij verankerd dat ik niet eens zou schrikken als ze nu binnen zouden komen. Ik draag ze met mij mee, ook al denk ik niet meer elke dag aan hen. Er zijn culturen waar men leeft te midden van de overledenen die er nog steeds zijn. Ik heb ook allerlei fotootjes staan van gestorven dierbaren, zo doen wij dat in de Westerse wereld vaak. Dat geeft mij het gevoel dat ik onderdeel ben van een groter verhaal.”
Rouw is liefde

Niemand van ons ontkomt aan verlies in het leven, we hebben het slechts te aanvaarden als een levensfeit. “Het is iets wat deel uitmaakt van ons menselijk bestaan, waar we zorgvuldig mee om moeten gaan en wat we niet weg moeten poetsen. We gaan naar een sportschool om fysieke weerstand op te zoeken, omdat we een fit lichaam willen, maar onze psychische en spirituele ‘spier’ hebben we veelal niet ontwikkeld. Die rouwspier kunnen we ontwikkelen door ons bewust te worden van de ‘kleine’ verliezen en te zien dat dat voorbereidingen zijn op grotere verliezen die onvermijdelijk komen. Groot verlies is iets dat in de regel onverteerbaar is en het is belangrijk dat we gaan zoeken naar een manier hoe die onverteerbaarheid ons kan helpen een nieuwe balans te vinden. Rouw is een vorm van liefde, zoals Freud al aangaf. Het is liefde die existentieel dakloos is geworden. Die liefde kan iets zijn waar je je aan kunt warmen, omdat dit betekent dat je samen iets gedeeld hebt wat zo waardevol is geweest dat je het nooit meer had willen loslaten. Die liefde is er nog steeds, maar vindt geen thuis meer. Dus blijft ook de rouw, wat je in staat stelt om een geliefde te blijven eren.”
Paradoxen
Verlieskunst is een positief boek, dat begint met het kijken naar waar je liever niet naar kijkt, maar de boodschap is dat er groei mogelijk is en dat je nooit af bent als mens. “Ons model kan mensen helpen om hun weg te vinden naar een diepere menselijkheid en zich met de grote vragen van het leven te verhouden, daar taal voor te vinden en daar hun leven naar in te richten,” legt Leget uit. Het boek geeft geen antwoorden, maar biedt wel oriëntatiepunten om onze rouw beter te begrijpen. “Een van de oriëntatiepunten in het boek is het zoeken naar iets waar je door geraakt wordt, bijvoorbeeld muziek, een film, een tentoonstelling. Dat kunnen momenten zijn waarop we even uit onszelf getild worden en voelen dat er ook nog een andere grond is die ons draagt.”
Ieder rouwproces heeft z’n eigen tempo en wetmatigheden en is afhankelijk van iemands temperament en karakter. Er is wel enige stabilisering nodig wil iemand een volgende stap kunnen zetten. Leget preciseert: “Niet vanuit de gedachte dat je dan klaar bent, maar dat er ruimte ontstaat om met die grotere thema’s in aanraking te komen. We proberen die stabilisering op alle vijf vlakken te helpen ontstaan. Als je rouwt is het vaak allereerst van belang dat je aandacht geeft aan de basale behoeften van het lichaam, zoals goed slapen en goed eten, voordat je weer wat vaste grond onder je voeten voelt. Andersom kan het ook zo zijn dat zingeving zo’n belangrijke steunpilaar is dat het je helpt om ook de fysieke ellende en de emotionele wanhoop uit te houden. Voor mij betekent dit dat het nooit een vaste volgorde is die voor iedereen geldt. Juist het heen en weer gaan tussen die verschillende velden kan helpen om te bewegen in je rouwproces.”
Heilige grond
We hebben een open mind nodig om elkaar beter te kunnen ondersteunen als we verlies meemaken, volgens Leget. Hij licht toe: “We moeten beseffen dat alleen degene die het verlies doormaakt ons kan vertellen hoe zwaar het is. We hebben vooronderstellingen in ons hoofd over hoe erg het is en hoe lang het mag duren en staan daardoor niet echt open voor het verlies van iemand. Het vraagt om steeds weer leerling te zijn van degene die rouwt. In het boek gebruiken we een uitdrukking van Oscar Wilde: waar verdriet is, is heilige grond. Het gaat om iets wat iemand heilig is, wat iemand zo diep raakt dat je alleen maar eerbiedig kunt luisteren. In de Joodse traditie gaat men naast de rouwende op de grond zitten en wacht tot de rouwende zegt wat hij nodig heeft. Dat is een prachtige rituele uitdrukking van deze gedachte.”
Verlieskunst is een boek dat hulpverleners kan helpen om in contact te komen met hun eigen verliezen, zodat ze fijngevoeliger worden voor de mensen met wie ze werken. “Ik denk dat dat nodig is, omdat veel situaties niet als verlies worden geoormerkt en daardoor wordt het niet waargenomen. Verlies is veel meer alomtegenwoordig dan we denken. Vaak realiseren wij ons dat niet en vinden we het normaal dat mensen bepaalde dingen niet hebben. Denk bijvoorbeeld aan mensen die ongewenst kinderloos zijn, of mensen die de liefde van hun leven nooit hebben kunnen vinden. Dat zijn vormen van gemis die grote impact kunnen hebben. De openheid daarvoor heeft me bewuster gemaakt van de donkere kant van het leven. We hoeven ons niet te schamen voor die menselijkheid waarin we aan het modderen zijn met verliezen waarmee we geconfronteerd worden, dat is het leven. Laten we elkaar daar vooral in steunen.”
Verlieskunst. Over verlies, rouw en existentiële groei, Uitgeverij Boom 2024.
Elke vorm van lijden vergt identificeren met de persoon, een vergissing die we in elke droom maken. Ontwaken doet ons beseffen dat er nooit een separaat persoon was in welke droom dan ook.