Door: Zinzy Geene
Hoe kan het dat wij ons zo verbazen over de hoge bonussen terwijl de mensen in de financiële sector vaak niets van onze verbolgenheid begrijpen? Hoe is dat gat ontstaan?
“Het eerste woord in de bijbel”, begint Van Zwieten, “is het Hebreeuwse bereshit. Dat is geen tijdsaanduiding zoals velen gewoonlijk denken. We moeten het lezen als in principio: in beginsel schiep God de hemel en de aarde. Dat beginsel, daar gaat het om. Maar daar raken we snel van vervreemd. De vraag die we onszelf kunnen stellen is: waar waren we ook alweer begonnen?” Hij vertelt over het ambt van bankier; een ambt omdat het een niet uit de samenleving weg te denken taak is. De bankier van nu is volgens hem vervreemd van het basale bankconcept: geld van iemand bewaren en dat aan iemand anders uitlenen. “Die vervreemding, dat gat moeten we overbruggen. We moeten de kloof opzoeken en vragen waar het ooit om begonnen is. Dat is exact wat de Nieuwe Poort doet.”
Wat mij fascineert is de zoektocht naar het kantelpunt. Wanneer wordt een jonge economiestudent een belangrijk man of vrouw in pak? Nog belangrijker: wanneer vergeet hij of zij dat het leven ooit anders was?
Volgens Van Zwieten is er niet echt sprake van een aanwijsbaar moment. “Als je alleen de algemeen aanvaarde dingen herkent en niet de trends, tijdgeest en mentaliteit proeft, dan ben je niet waakzaam en nuchter. Ik heb ontdekt dat je waakzaamheid moet trainen. Bijna niemand kan aanwijzen of er een kantelpunt is en waar. Zo komen ook ziekten vaak sluipend binnen. Slechts een enkeling kan de kanteling voelen en naar buiten toe aangeven dat die kanteling gaande is. Zo iemand is een profeet. Profeten zijn mensen die tegen de machthebbers zeggen: hallo, word eens wakker! Maar zij zijn niet algemeen bekend, ze staan niet op billboards. Het zijn bijvoorbeeld mensen die voor een bedrijf werken en zeggen: ik wil in de ondernemingsraad zitten; ik ben niet per se links, maar wil wel mijn kritische stem laten horen.”
Waar ziet u zichzelf staan: aan de kant van de verbolgen burger of aan de kant van de mensen met topfuncties?
“Ik ben misschien wel de synagoge waar mensen die waakzaam willen zijn, of worden, bemoedigd worden. De Nieuwe Poort traint hen in het Leerhuis, waar de rijke bibliotheek iedereen inspireert die het over zaken van vroeger en nu wil hebben. Wij willen de mensen laten leren, dienen en vieren.”
Wat had u in gedachten toen u de Nieuwe Poort ging opzetten?
“Ik wilde een plek creëren waar mensen een andere werkelijkheid betreden, een werkelijkheid die anders aandoet dan de werkelijkheid van alledag. Er moest een contrast zijn. De bediening van de Nieuwe Poort is in handen van voormalige vluchtelingen en vroegtijdige schoolverlaters of studie-drop outs. De koffie is niet de hipste van Amsterdam, maar we schenken goede, fair trade producten. De programmering? We organiseren niet de zoveelste verkooptraining, maar gesprekken over de toekomst van de zorg in dit land, en de toekomst van arbeid.”
Hoe ervaren die topmannen en -vrouwen dat?
“Als een verademing. Het is fascinerend om te zien hoe de onderwerpen die wij aandragen doorwerken op bepaalde terreinen. Zo is de Meesterpreek in de lunchpauze erg populair: een topbestuurder houdt een betoog ‘ter aanmoediging van mens en samenleving’.’ Kennelijk worden van honderden zakenmensen de ogen geopend door het zingevingsproject op de Zuidas, dat onderwerpen aandraagt die voor velen van ons vrome kerkgangers de gewoonste zaak van de wereld zijn. Maar wij begrijpen op onze beurt de corporate cultuur niet goed. Wij ervaren machteloosheid terwijl we deze beweging aan ons voorbij zien trekken, maar we hebben die anderzijds wel met zijn allen gecreëerd.”
Moet de hopelijk groeiende bewustwording binnen de financiële sector ook de andere kant op werken? Anders gezegd: moeten wij meer begrip hebben voor de situatie van ‘de andere partij’?
“Ja,” zegt Van Zwieten meteen. “Ik vind het onredelijk dat bankiers zo hard worden aangepakt, vooral ten opzichte van andere sectoren. In de vastgoed- en woningbouwsector is de situatie niet anders. Wij zouden op meer terreinen vraagtekens moeten zetten bij de heersende status quo. Het komt erop neer dat het systeem vernieuwd moet worden. De verantwoordelijkheid daarvoor dragen we samen. Het is te kort door de bocht om de problemen van het huidige systeem af te doen als hebzucht. De complexiteit en regulering van het huidige systeem dienen ons niet langer, daar gaat het om.”
Hoe gaan we dat gat met zijn allen dichten? En is het wel te dichten?
“Ja hoor. Je zou mensen niet moeten afstraffen of afserveren, maar ze bij het proces betrekken. Eerst reflecteer je: hoe is het ooit ook alweer begonnen? Vervolgens analyseer je wat er momenteel gaande is. Tot slot stel je de hamvraag: hoe gaan we terug naar de kern?”
Welke rol speelt de Nieuwe Poort daarbij?
“De Nieuwe Poort kan de juiste vragen stellen. In de achterkamer lezen we in het Leerhuis oude bronnen zonder die direct actueel te maken. Het is belangrijk dat we onze wortels goed kennen. Daarna bekijken we in de voorkamer de nieuwe tijden, daar zit onze denktank. Hier zeggen we dan ook: oude bronnen, nieuwe tijden.’ Menig predikant is ervan overtuigd dat het christelijk geloof een rol kan spelen bij het benaderen van de huidige scheve situatie. Ook volgens Van Zwieten kunnen bijbelverhalen nieuwe perspectieven bieden, maar hij vindt het wel van belang dat we de Schrift collectief anders gaan benaderen. ‘Het levert problemen op dat we niet literair genoeg naar de bijbel kijken. Er moet een paradigmaverschuiving komen. Eigenlijk zouden we ons als godgeleerdheidsfaculteit moeten aansluiten bij een Liberal Arts-school, of bij de Bildungs-academie die onlangs is opgericht. We dienen ons af te vragen wat de kern van de bijbel is. Centraal staat in elk geval de cirkelbeweging: steeds opnieuw gebeurt hetzelfde. Dat zien we ook in ons dagelijks leven. En daarover kunnen we van de bijbel veel leren.”
Dit artikel verscheen in het zomernummer van Doopsgezind NL, maandblad van de doopsgezinde geloofsgemeenschap. Klik hier om het magazine te downloaden.
Deze man spoort niet.
Het geld wat hier in omgaat zorgt ervoor dat mensen worden onderdrukt.
Ethiek is tegenwoordig een scheldwoord geworden.
Uit dit artikel komt voornamelijk naar voren dat het onterecht is dat (alleen) bankiers zo hard worden aangepakt, maar dat maakt het gezien de economische situatie toch niet onbegrijpelijk? Begrip kun je ook opbrengen voor een groep mensen die een verkeerd beeld blijken te hebben. En om dat beeld te veranderen heb je eerst begrip voor elkaar nodig.
Zo zei de dief tegen de rechter: Het is niet eerlijk dat u mij zo hard aanpakt, want er zijn er veel meer die doen zoals ik.
Het mag dan waar zijn dat bankiers onevenredig hard worden aangepakt, maar hun verantwoordelijkheden zijn er ook naar. Ze beheren het geld van de wereld. J. Luijendijk heeft al laten zien hoe lastig het is om dat ethisch verantwoord te doen in een wereld waarin belangen ongelooflijk zijn verstrengeld. In plaats van hen te veroordelen mogen we bidden om mensen in de financiële sector met profetisch inzicht en een herderlijk gevoel die mensen kunnen ondersteunen in een ethisch besef. Want het is waar dat grote groepen mensen gaan verarmen in de huidige situatie, lang niet altijd door gebrek aan kunde en kennis, maar door domme pech – verkeerd beroep op de verkeerde tijd. Bankiers zullen wel zeker niet tot die pechgevallen horen maar hebben wel een hoge verantwoordelijkheid. In vriendschap, Johan.