Socioloog, schrijver en activist Karlijn Roex heeft de laatste tijd veel haar gezicht in de media laten zien. In Verwarde Staat, Roex’ eerste boek dat in september van het afgelopen jaar uitkwam, zorgde voor veel aandacht en discussie. Naast veel lovende reacties is er ook kritiek op haar eerste werk, maar een deel hiervan is gebaseerd op drogredenen. Zo wordt de suggestie gewekt dat haar systeemkritiek op de karakterisering en marginalisering van de verwarde persoon een gevolg is van haar persoonlijke negatieve ervaringen. “Dat is niets meer dan op de persoon spelen”, verzekert Roex mij lachend terwijl ze haar jas ophangt en mij volgt richting mijn woonkamer. De vele interviews van de afgelopen periode maakte het een heuse opgave om Roex te kunnen spreken.

Ik vraag Roex in de eerste plaats om samen te vatten waar haar boek nu precies over gaat. “Mijn boek gaat over de verwarde personendiscussie, waar ik niet de verwarde persoon onder de loep leg. Ik vraag me af wat voor samenleving de figuur ‘verwarde persoon’ heeft gecreëerd en waar de bestaande zorgen voor deze mensen vandaan komen. En, niet onbelangrijk, wat de effecten van dit hele discours over verwarde mensen voor deze mensen zelf zijn. Hoe komt dit bij hen binnen?”

Roex’ boek is niet onbesproken gebleven. Ik ben benieuwd of er een thema of vraag is waar volgens haar te weinig aandacht voor was. “Ja, vooral de observatie dat het debat implicaties heeft voor andere dimensies van onderdrukking. Mechanismes als neokolonialisme, racisme, seksisme en transfobie bijvoorbeeld. Er zijn hier analogieën te zien en het is belangrijk om dit te benadrukken. Heel veel verschillende groepen die al langer een strijd voeren, lopen namelijk in zekere zin tegen hetzelfde aan. Daarnaast zijn er intersecties, bijvoorbeeld mensen die naast dat ze verward worden genoemd ook binnen andere gemarginaliseerde groepen vallen, waardoor ze nog harder aangepakt kunnen worden. De overleden Pools-Britse filosoof en socioloog Zygmunt Bauman schreef hele nuttige dingen over angst tegenover bepaalde groepen in de samenleving. Binnen een cis-gendered, kapitalistisch en neurotypisch dominant systeem hebben selecte groepen een grotere kans dan anderen om dit vorm te geven. Het gevolg is dat de andere ‘overige’ groepen hierdoor sneller buiten de als zodanig bepaalde hokjes en duidingen vallen.”

Parallel met het verleden

Roex ziet in deze dynamiek tussen macht en onmacht een duidelijke parallel met het verleden. Ik vraag wat ze precies bedoelt. “Door de geschiedenis heen hebben nomadische volkeren steeds een andere locatie, terwijl staatssamenlevingen vaak uitgaan van een statische plek. Die volkeren zijn daarom moeilijk in beeld te brengen vanuit een hiërarchisch perspectief. Er ontstaat een bureaucratische groep die je als ‘overig’ zou kunnen duiden, met daarin een hele diverse verzameling van mensen met verschillende situaties. Die hebben als gevolg alleen gemeen dat zij afwijken van wat het bureaucratische systeem zich kan voorstellen. Voor de bureaucraat doemt deze groep vervolgens op als structuurloos, onvoorspelbaar en onbekend. Dit maakt hen eveneens moeilijk regeerbaar. Vanuit een meer horizontaal oogpunt van de lokale gemeenschap zijn de leefpatronen van de mensen in deze groep veel inzichtelijker. Het huidige hiërarchische perspectief laat eenzelfde patroon zien in de creatie van de verwarde persoon. Die wordt namelijk letterlijk geplaatst in de categorie ‘overig’, waarbij er veel paniek wordt gezaaid omdat deze groep niet goed in beeld is. De aanname is dat het ontbreken van dit beeld op zichzelf een gevaar voor de orde vormt. Ik denk dat de paniek die hieruit ontstaat ongegrond is, want de orde komt vaak vanuit de gemeenschap zelf en niet van bovenaf. Ons wordt geleerd dat er overal instanties voor zijn, terwijl problemen geen opgelegde instanties nodig hebben, maar eerder in de gemeenschap zelf kunnen worden opgelost.”

Ik zie dat het Roex wat doet. Ze zwijgt even en neemt een slok koffie, die ze ‘lekker sterk’ vindt. Ze wil er toch nog iets over kwijt: “Wat er nu gebeurt, is dat we de angst voor niet makkelijk regeerbare groepen internaliseren, waardoor we ons vervreemden van hen die afwijken van het dominante patroon. We voelen ons incapabel om elkaar te leren kennen en samen problemen om te lossen.”

Goede intenties

Roex heeft ook kritische geluiden gehoord. Ik vraag haar om deze kritiek toe te lichten. “Er zijn twee zaken die steeds terugkomen. Eén is eigenlijk inhoudsloos omdat het niet meer is dan op de persoon spelen. In dit licht word ik weggezet als de verwarde persoon waar ik het juist over wil hebben. Vaker krijg ik, door mijn zorgen over bijvoorbeeld de Wet verplichte ggz en politiestatelijke neigingen, het verwijt dat ik een overtrokken doemdenker zou zijn. Er wordt dan vaak de nadruk gelegd op de goede bedoelingen van de actoren, dat burgers en professionals alleen grijpen naar ingrijpende machtsmiddelen zoals meldpunten en preventieve detentie als dat ‘echt nodig’ is. Maar vergeten wordt dat goedbedoelde preventie al heel snel ontaardt in agressieve reflexen van een risicomaatschappij. Dat wordt gevoed door een overtrokken angst in de media tegenover zogenoemde ‘verwarde personen’. Informatie delen tussen instanties van zorg en veiligheid gebeurt met de beste bedoelingen, maar heeft een nare nalatenschap: de geobserveerde krijgt een datadubbelganger die jou ‘verdacht’ of ‘gevaarlijk’ doet lijken, omdat die is samengesteld uit contextloze databrokken die optellen tot een angstaanjagende slotsom. Terwijl de leegte tussen die databrokken ons zoveel meer zegt over iemand.”

Afwijkingen accepteren

“De pointe van mijn boek is dat geen enkel vreedzaam mens om welke reden dan ook mag worden vastgezet of anderszins van diens vrijheid mag worden beroofd. Er moet meer ruimte voor afwijkend gedrag in de samenleving zijn en het mag niet automatisch met gevaar worden geïdentificeerd. Grote blokkades momenteel zijn een gebrek aan kennis op dit gebied en een zeker cynisme. Dit cynisme uit zich in de veronderstelling dat we de bestaande dwangmiddelen nodig hebben, willen we mensen met een ggz-achtergrond of anderszins ‘verward gedrag’ in de wijk laten wonen. Ik denk dat het mogelijk is om een vrije en gelijkwaardige samenleving te hebben zonder poespas als dwangmiddelen, indicaties en isoleercellen.”

Oplossingen

“Een belangrijke stap in de goede richting is dat er nu meer mensen met het label ‘verward persoon’ tegen het stempel opstaan en dit discours zelf onder de loep nemen. Een tweede stap is dat er meer fysieke ruimtes ontstaan, zoals het Wegloophuis Utrecht, voor mensen die te ‘afwijkend’ zijn voor bijvoorbeeld een betaalde baan en hierdoor moeilijk toegang tot woonruimte hebben. Deze ruimtes laten naar mijn mening een positieve ontwikkeling zien, omdat ze helpen de samenleving als geheel te veranderen. Dit soort projecten geven duidelijk aan dat dingen waarvan we bij voorbaat geneigd zijn om ze als kansloos te zien, toch heel goed werken. Een aanbeveling voor GroenLinks zou zijn om breed ruimte te bieden aan dit soort initiatieven en het kraakverbod te ontheffen.”

Een vrouw met een duidelijke missie. Dat is hoe Roex op mij overkomt. Voor vandaag staat er nog een ander interview op de planning, dus ik bedank haar voor haar tijd en geef aan uit te kijken naar haar nieuwe boek.

Dit artikel verscheen eerder in De Linker Wang.

Brandon-Pakker

Brandon Pakker

Filosoof, redacteur en freelance journalist

Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.