Wat was uw uitgangspunt bij het schrijven van het boek?

‘Er wordt veel waarde gehecht aan het geheugen. De herinnering is tegenwoordig een belangrijke insteek om hedendaagse vraagstukken aan te snijden. Het idee heerst dat de herinnering misschien wel de belangrijkste manier is om het heden en de toekomst vorm te geven. Als we willen dat bepaalde gebeurtenissen uit het verleden niet meer plaatsvinden, moeten we herdenken, ons herinneren en putten uit ons al dan niet gezamenlijk geheugen. Dat is in de kern best een goede zaak, maar in veel hedendaagse memory studies zie ik dat het zich herinneren bijna een verlossende kracht krijgt. Het concept geheugen is zo een secularisering van een religieus concept waar we vroeger als gelovigen vaak bij terechtkwamen, namelijk het concept verlossing. Waar we vroeger hoopten dat God ons verlossing zou brengen en dat een hogere kracht in ons leven zou interveniëren, wordt die plaats in een seculiere wereld ingenomen door het menselijk vermogen van het zich herinneren.’

Wat is het gevaar hiervan?

“Het lijkt me problematisch dat veel verwachtingen die in religieuze kringen geprojecteerd werden op het transcendente, verschoven zijn naar de herinnering, terwijl herinneringen vaak onbetrouwbaar zijn. Ook is het eenvoudig om herinneringen te manipuleren en selectief te gebruiken. Conclusies die voortkomen uit overlevering zijn net als herinneringen gekleurd en onvolledig, omdat een herinnering nooit helemaal compleet is en kan zijn. Het menselijk brein is niet in staat om dingen volledig en accuraat te herinneren. Sommige mensen gaan ervan uit dat de toekomst verlost zal zijn van de gruweldaden en het onrecht uit het verleden, enkel en alleen omdat we die gruweldaden en dat onrecht ons kunnen herinneren. Maar de herinnering kan een dergelijke verwachting niet inlossen en een dergelijke hoop niet dragen.”

Is uw boek daarmee ook kritiek op religie?

“Nee, dat was niet mijn doel, want hoop en verwachtingen zijn heel menselijk en kunnen wel degelijk heel positief zijn. Maar het wordt problematisch als ze op een te smalle basis zijn gestoeld. Dus niet religie is hier de schuldige, maar juist de secularisering van oorspronkelijk religieuze concepten.”

Ste_phane_Symons
Stéphane Symons

Geheugen en herinnering zijn dus niet voldoende voorwaarde om in de toekomst onrecht tegen te gaan?
“Inderdaad, dat zeg je juist. Maar mijn argument gaat nog verder. Je kunt namelijk zeggen dat in sommige gevallen het geheugen zelfs de aanstichter wordt van onrecht. Sluimerende conflicten die al generaties lang voortduren, worden gevoed door het geheugen en overlevering. Daarom gaat het werk van een serieuze verzoeningscommissie, zoals die in Tanzania en Zuid-Afrika, waarbij uiteraard een belangrijke taak is weggelegd voor allerlei historici, ook gepaard met de nodige dosis vergetelheid. Een bewuste en harde stap naar loslaten. Het is voor mij heel belangrijk dat we ons bewust zijn van het corrigerend vermogen van vergeten.”

Dus vergeten als positieve kracht?

“Vergeten, niet als gebrek aan herinnering, maar als actieve daad. Herinnering en geheugen, maar ook vergetelheid als belangrijk werktuig voor rechtvaardigheid.”

Is een mens in staat om te vergeten?

“Er wordt gezegd en er is ook veel geschreven over het feit dat je niet kunt willen vergeten. Dat vergeten gewoon gebeurt. Ik denk dat dat niet klopt. Er zijn wel degelijk mogelijkheden om bewust te vergeten. Daarmee wil ik vooral zeggen dat je probeert niet alleen het geheugen aan zet te laten, dus bij wijze van spreken actief ingaat tegen jouw eigen tendens om iets in een herinnering vast te leggen. Nietzsche beschreef dit al als een vermogen om te kunnen vergeten. Het is het bewustzijn creëren dat vergeten essentieel is om verder te gaan in het leven.”

Er is dus geen truc om te kunnen willen vergeten?

“Nee, je kunt niet jezelf aanleren om iets te vergeten, maar je kunt wel stimuleren om ‘kunnen vergeten’ als positieve kracht in te zetten.”

In Nederland hebben we net de excuses voor de slavernij gehad. Is dat onderdeel van zo’n proces?

“Ja, dat kan een goed voorbeeld zijn, maar alleen op bepaalde condities. Ik moet er namelijk meteen bij zeggen dat al het historische en sociale werk wel eerst gedaan moet worden. Je kunt niet beginnen met het vergeten. Om te kunnen vergeten heb je kennis en erkenning nodig van het gedane onrecht en de geleden pijn. Er moet erkend worden wat er gebeurd is en dan kun je met elkaar proberen een waarlijk nieuwe stap te zetten.”

U noemt de atoombom op Hiroshima in 1945 als voorbeeld in uw boek. Wat wilt u daarmee laten zien?
“Als een gebeurtenis zo groot is als de inslag van een atoombom, is dat een onderbreking van de geschiedenis. Er is een ‘voor’ en een ‘na’. De tijd is echt veranderd. Letterlijk, omdat er stoffen zijn vrijgekomen die nooit meer uit onze atmosfeer verdwijnen. Maar ook figuurlijk, omdat dit het moment is waarop de mens zich realiseert dat er een wapen gecreëerd is dat de aarde in haar totaliteit zou kunnen vernietigen. Bovendien kan deze uitvinding nooit meer ongedaan gemaakt worden. De kracht van de totale vernietiging is absoluut geworden, en dat confronteert ons met de ultieme vergankelijkheid.”

Hiroshima 1 (Live Science)
‘Schqaduw’ van een mens op een trap in Hiroshima Beeld door: Wikicommons

Zou je dit symbolisch kunnen doortrekken naar een mensenleven?

“Ja, zeker. Bijvoorbeeld bij mensen die te maken hebben met een trauma. Voor hen is die gebeurtenis een soort atoombom. Nooit is iets meer hetzelfde. Maar de confrontatie met vergankelijkheid en het thema van vergetelheid, kunnen, naar het voorbeeld van de filosoof Walter Benjamin, uitnodigen om utopisch te denken. Deze filosoof, die de atoombom overigens nooit heeft meegemaakt, heeft het over absolute vergankelijkheid. Hij stelt dat de absolute vernietiging zo onomkeerbaar is dat de vernietiging ook zichzelf vernietigt. Het klinkt allemaal hoog filosofisch, maar is voor mij eigenlijk een heel troostende gedachte. Ze illustreert hoe zelfs de nietsontziende vernietiging iets positiefs in zich draagt. Het mooiste voorbeeld daarvan vind ik de schaduwen die zijn achtergebleven op de stenen in Hiroshima. Schaduwen als spoor van het allesvernietigende.”

Die schaduwen zijn een soort hoopvol beeld van wat uit de ultieme vernietiging voort kan komen…

“Klopt. Niet de herinnering heeft het hier overleefd, maar de vernietiging zelf heeft zich letterlijk vastgezet in de eeuwigheid. Een prachtig voorbeeld van deze beweging is te zien in de Japanse stad Ise. Dat is de centrale plek van de Shinto-religie. Ze hebben daar al meer dan duizend jaar een heel interessant gebruik. Om de paar jaar moeten alle tempels helemaal worden vernietigd en weer precies zo worden opgebouwd als ze waren.

Dat is voor mij een goed voorbeeld van het omarmen van vergetelheid en vernietiging. Een bezoeker kijkt dus in die stad naar tempels die nooit ouder kunnen zijn dan een paar jaar. Dat is voor westerlingen vreemd, want wij zijn gewend kerken, kathedralen en gebouwen te zien die heel oud zijn. En toch weet je dat de Japanners van duizend jaar geleden exact dezelfde tempel hebben gezien! Dus juist omdat ze in Ise de vergetelheid en de vernietiging hebben omarmd, hebben ze daar iets vastgehouden. Dat is de kunst van het vergeten.”

Grote schrijn van Ise
Grote schrijn van Ise

Dit artikel is afkomstig uit Mondig, voortzetting van het blad Doopsgezind.nl. Mondig is het tijdschrift van de Doopsgezinden in Nederland. Thema van de editie waaruit dit artikel afkomstig is, is Kunst van het vergeten.

008__ADS – Portretten-Headshots-Original Size-__www_RAPfotografie_nl

Kalle Brüsewitz

Kalle Brüsewitz is coördinator communicatie bij de Algemene Doopsgezinde Sociëteit.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.