Zingevingsdeskundige, dat hoor je niet vaak. Hoe ben je daartoe gekomen?
“Als kind al viel mij op dat sommige mensen graag naar hun werk gaan, maar andere mensen niet. Mijn ouders vertrokken elke morgen met een gevoel van: ‘Ja, lekker, weer aan het werk.’ Maar ik zag ook mensen op vrijdagavond met een zucht op de bank ploffen: ‘Hè hè, eindelijk weekend.’ Ik vroeg mij af: wat maakt het verschil?
Vervolgens raakte ik in mijn tienerjaren erg geïnteresseerd in de Holocaust, en vooral in de overlevenden daarvan. Het fascineert mij nog altijd hoe mensen als Viktor Frankl, Etty Hillesum en Edith Eva Eger het voor elkaar kregen om ondanks alles toch licht te blijven zien. Hoe kun je onder zulke omstandigheden, vol pijn en verdriet, zo’n power behouden? Ik woonde twee jaar in Israël om naar antwoorden te zoeken.
Ik ben niet gelovig opgevoed, maar koos door deze vragen en ervaringen zo’n tien jaar geleden voor een studie religiewetenschappen, met een master Geestelijk verzorger. Er bleek toen maar weinig werk te zijn voor geestelijk verzorgers, wat mij deed twijfelen: is het bestaan van geestelijk verzorgers eigenlijk wel zinvol? Deze vraag onderzocht ik voor mijn masterscriptie en zo kwam ik terug bij wat mij als kind al was opgevallen. Ik ontdekte dat er grote behoefte is aan hulp bij het vinden van zingeving in werk. In onze westerse samenleving is ‘werk’ tenslotte heel belangrijk. We gaan eerst zo’n twintig jaar naar school, om daarna de rest van ons leven te werken. Zinvol werk vormt een belangrijke bron van levensgeluk. Daar ben ik mee aan de slag gegaan.”
Wat heb je ontdekt?
“Dat mensen in alle werkvelden zingevingservaring nodig hebben. Niet alleen artsen, verpleegkundigen en docenten, maar ook de bankdirecteur, hoveniers, vrijwilligers … Wie werkt zonder zingeving, heeft letterlijk geen zin, ervaart geen plezier, heeft weinig energie, loopt de kantjes ervan af en compenseert het gemis met allerlei zinvolle activiteiten in zijn/haar vrije tijd. De wetenschap toont hierin een verband aan met het ontstaan van depressie en burn-out. Anderzijds geldt: wie wel zingeving en plezier ervaart, is energieker, zet graag een tandje bij en loopt niet zo snel weg voor een beter salaris.

In mijn functie van zingevingsdeskundige begeleid ik teams van collega’s bij het zoeken naar de kern van hun werk. Hoe kan ieder zich op zijn plek voelen, zin en levensgeluk ervaren? Als je dat van elkaar weet, ontstaat verbinding, helpen mensen elkaar en wordt er efficiënter gewerkt.”
Sinds een jaar werk je in een revalidatiecentrum, waar je vooral ouderen ontmoet die kampen met ‘uitdagende’ omstandigheden. Wat leer je van hen over zingeving en geluk?
“De enorme veerkracht van mensen verrast mij. Zo is er een man die in een rolstoel zit en zo goed als doof en blind is, terwijl zijn vrouw dementeert. Hij overleeft eerst corona en daarna een andere virusinfectie. Door onze gesprekken verbetert zijn ademhaling en daarmee groeit zijn vertrouwen. Hij maakt briljante grappen en zegt zo lang mogelijk te willen blijven leven, omdat de natuur zo mooi is … Zulke mensen laten mij zien dat er in elke duisternis lichtpuntjes te vinden zijn.
Mooi is dat de mensen op deze afdeling met vooral ouderen ook elkáár steunen. Ze verzamelen zich als ‘de kletsclub’ rond een grote tafel, ze praten samen of doen een spelletje. Er is plezier, er wordt veel gelachen en er is veel licht. Toen een van de bewoners verhuisde naar een verzorgingshuis, kwamen de anderen met een rolstoelbus op bezoek. Op die manier verbinding vormgeven, dat is voor mij zingeving in haar meest essentiële vorm.”
Hoe waardevol is het dat jongere generaties openstaan voor de verhalen van deze ouderen?
“Mensen aan het einde van hun leven, die hulpbehoevend zijn, niet meer thuis kunnen wonen en toch zoveel licht ervaren: dat is zó relativerend. Waarom zou ik me nog druk maken om succes of kleding? Hun levenslust, ondanks het verdriet of de pijn die zij ook voelen, geeft mij meer vertrouwen in het leven en in het menselijk bestaan. Hierdoor ervaar ik mijn eigen leven als zinvoller. Ik maak mijn keuzes bewuster en voel me sterker.
Het zien van lijden kan best confronterend zijn, maar dat verandert als je echt contact maakt. Dat zou ik de wereld zo gunnen. Streven naar een zinvol in plaats van een succesvol bestaan. Als mensen vanuit die houding zouden denken, kunnen ze elkaar helpen het leven zinvoller te maken, én gelukkiger.”

Je doelt dan niet meer alleen op ouderen in revalidatiecentra, denk ik?
“Nee, dat klopt. Contact tussen generaties kan sowieso een positieve invloed hebben op ons gevoel van zingeving en geluk. Ouderen hebben langer geleefd, meer levenservaring opgedaan. Zij kunnen jongeren helpen, bijvoorbeeld met hoe je omgaat met liefdesverdriet. Door verhalen te vertellen over de liefde, en dat dat geven en nemen is. Of met heel praktische oplossingen, zoals in deze tijd van duurzaamheid. Om energie te besparen gaan wij, veertigers en jonger, naar de bouwmarkt om isolatiematerialen te kopen. Voor oudere generaties is het heel gewoon om dat wat er al is creatief te hergebruiken. Pak een paar oude dekens en neem een kruik in bed. En panty kapot? Twee halve vormen samen weer één.
Gelukkig is er in de maatschappij een beweging van kopen naar maken – mijn moeder leert mij naaien, zodat ik een schortje kan maken voor op de school van mijn dochter. En gelukkig groeit de waardering voor wat ieder bijdraagt. Hele generaties vrouwen zijn feministisch opgevoed: ‘Geef je leven zin door te studeren en daarna te werken.’ Ouderen kunnen ons helpen inzien dat er zo veel meer mogelijkheden zijn. Iedereen kan van grote waarde zijn; ook een moeder thuis of een vrijwilliger.”
Kunnen gemeenschappen nog iets extra’s bijdragen aan het ervaren van zingeving?
“Zingeving zit al in de wereld. Om het te ervaren heb je altijd een ander nodig, maar soms kun je wat éxtra hulp gebruiken. Dan moet iemand anders de lantaarn voor je aansteken. Laten we elkaar – vooral positieve – verhalen vertellen en naar elkaar luisteren, bijvoorbeeld door middel van storytelling. Welke waarden en inzichten hoor je in het verhaal van de verteller? Neem die vervolgens mee in je eigen leven. Ga de lichtpuntjes van anderen zien.”
Tot slot, wat kun je zelf in je dagelijkse doen om je geluksgevoel te vergroten? Heb je een praktische tip?
“Je kunt een dankbaarheidsoefening doen: aan het einde van elke dag drie dingen opschrijven die je dankbaar stemmen, hoe klein ook. Al zijn het maar de dierbare foto’s op je telefoon, die je nog eens bekijkt. Of het is misschien het eekhoorntje dat zich voor het keukenraam laat zien. Vraag jezelf af: waarvoor kom ik ‘s morgens mijn bed uit? Leef vanuit je kernwaarden.”

Oorspronkelijk hier gepubliceerd op 28 maart 2023 en opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen.