In haar functie als senior donatieadviseur gaat ze actief op zoek naar projecten die gericht zijn op het bestrijden van discriminatie en vooroordelen op allerlei thema’s. Zo komt ze in contact met tal van initiatieven, groot én klein, vanuit de Randstad en daarbuiten, gericht op empowerment en systeemverandering.
De programmalijn over discriminatie bestaat nog niet zo lang. Wat heeft VSBfonds doen besluiten om hier een aparte lijn voor te maken?
“VSBfonds heeft twee grote aandachtsgebieden: Mens & Maatschappij en Kunst & Cultuur. Al jarenlang steunen wij projecten die zijn gericht op ontmoeting, vanuit het idee dat je om vooroordelen tegen te gaan, de ander moet ontmoeten. Ook bij Kunst & Cultuur is er veel aandacht geweest voor inclusie, representatie en de toegankelijkheid van kunst voor alle groepen in de samenleving. De projecten die zich heel expliciet richtten op het tegengaan van discriminatie waren echter op één hand te tellen. Onze database van partijen die actief zijn in het antidiscriminatie werkveld was dus ook verrassend leeg. Toch was voor iedereen duidelijk dat het thema urgent is. Daarom hebben we besloten om er een aparte programmalijn van te maken. Ik ben gaan zoeken, partijen gaan benaderen en rond gaan vragen wie we en wat we zouden kunnen steunen. Zo heb ik in de afgelopen twee jaar heel veel mensen kunnen spreken en zijn er mooie projectaanvragen ingediend.”
Op welke manier zagen jullie die urgentie?
“VSBfonds wil de kwaliteit van de Nederlandse samenleving verbeteren door middel van het bevorderen van actief burgerschap. Dat gaat om verantwoordelijkheid nemen voor jezelf, de ander en je omgeving. Dat zijn grote woorden, die niet altijd zo makkelijk te realiseren zijn. Want je kunt bijvoorbeeld leren om verantwoordelijkheid te nemen voor jezelf, maar daarin hindering ondervinden van andere mensen. We waren vooral geneigd om projecten te steunen die mensen een zetje geven, qua vaardigheden en het benutten van eigen mogelijkheden. Maar als je vervolgens te maken krijgt met discriminatie, vooroordelen of ander hinderend gedrag op de plek waar je je wilt ontwikkelen, dan loop je alsnog vast. Dat zie je zo pijnlijk goed bij MBO studenten die allerlei vaardigheden aangeleerd krijgen om een goede stage te doorlopen en dan vervolgens al bij de voordeur worden afgewezen op basis van hun achternaam.”
“We beseften ons dat er op twee fronten gewerkt moet worden. Natuurlijk blijven die projecten waar zetjes worden gegeven enorm belangrijk, maar ook aan de systeemkant moeten zaken veranderen. Ik zeg altijd als ik een project mag verdedigen: dit project probeert discriminatie en vooroordelen te verminderen, die staan de sociale mobiliteit en maatschappelijk samenhang in de weg en daarom moeten we het steunen. Zo simpel is het soms.”
Hoe komt het dat organisaties jullie eerst niet zo goed wisten te vinden?
“Voor met name de wat kleinere organisaties bleek het toch wel een drempel te zijn om bij ons een reguliere aanvraag in te dienen. Het is best veel werk om een goed projectplan te schrijven, alle stukken te verzamelen en in een digitale omgeving je weg te vinden. We hebben daarom een aparte oproep uitgezet, waarvoor je niet direct al die dingen hoeft te doen. We vragen je alleen om een idee aan te leveren, op basis van vijf vragen die we je stellen. Vervolgens maken wij een selectie en dan pas volgt er een verdere uitwerking. Dat maakt het een heel stuk toegankelijker.”
Kan het ook zijn dan er geen projecten werden ingediend omdat er sprake is van een bepaalde ‘discriminatievermoeidheid’?
“Ik spreek natuurlijk veel met mensen die actief bezig zijn met een aanvraag op dit thema, dus ik zie daarin die vermoeidheid niet terug. Maar als het gaat om zo’n incident als deze week bij Wie is de Mol, waarbij iemand met een Aziatisch uiterlijk werd nagedaan, dan hoor ik mensen dingen zeggen als ‘is dat dan ook al beledigend?! Moet écht alles op een weegschaaltje, kan er dan niets meer? Ze hebben dan het gevoel dat alles direct wordt benoemd als racistisch. Voor mij gaat het erom dat als de mensen die zich beledigd voelen dat op die manier ervaren, je het dus niet moet doen.”
Wat voor projecten worden er bij VSBfonds ingediend?
“Er is veel diversiteit in de projecten. We hanteren in de oproep voor antidiscriminatie projecten een financieel plafond van 20.000 euro. Dat is voor sommigen heel veel geld, maar als je heel Nederland wilt bereiken, dan is dat nooit genoeg. Veel projecten richten zich op de ontmoeting tussen verschillende mensen in een bepaalde setting. Het uitgangspunt is dat wanneer mensen elkaar ontmoeten met eten, een voorstelling of andere activiteit, er ruimte ontstaat om de ander met andere ogen te bezien. Dat contact moet je soms faciliteren. Er zijn ook dialoogprojecten waarbij discriminatie het thema is waarover wordt gesproken.”
“We richten ons bewust niet op één doelgroep of methode. Die openheid maakt het ook zo leuk. We krijgen van alles binnen, bijvoorbeeld projecten gericht op mensen met een beperking of antidiscriminatie projecten uit de Aziatische community. Veel projecten gaan over zwart/wit- of moslimdiscriminatie en er zijn ook projecten waarin er gekozen wordt voor een brede doelgroep.”
Steunen jullie ook grotere projecten?
“Er is ook een aantal grote projecten dat gesteund wordt door VSBfonds. Movisie heeft bijvoorbeeld een project opgezet over online discriminatie. Ze laten jongeren met de hashtag #datmeenjeniet reageren op discriminerende uitlatingen om vervolgens de discussie aan te gaan over wat er is gepost. Een ander groot project is dat van RADAR waarbij met amateurvoetbalclubs plannen worden gemaakt om racisme op het voetbalveld tegen te gaan. Diversion heeft een meerjarig project lopen over hoe jonge mensen nieuws beleven en omgaan met nepnieuws. Dit project heet ‘Under Pressure’ en wil tegemoet komen aan de vraag van leraren die zeggen niet meer te weten waar ze moeten beginnen in het gesprek met jongeren. Ze gebruiken zulke andere bronnen en zien de gekste dingen voorbij komen. Dat maakt iedere discussie mogelijk explosief. Dit project gaat dan niet heel direct over discriminatie, maar vooroordelen worden enorm versterkt als je niet goed geïnformeerd bent en de leraar het gesprek hierover mijdt.”

Hebben al die projecten effect?
“We willen natuurlijk dat de projecten die we steunen een bepaalde impact hebben. Sommige zaken zijn alleen niet direct meetbaar en als er al snel effect is, dan is het ook altijd de vraag of het dan toegewezen kan worden aan het project. Als mensen anders gaan denken, dan heeft dat vaak te maken met heel veel factoren. Natuurlijk wordt er door sociaalwetenschappers wel onderzocht hoe je impact kunt meten, bijvoorbeeld door te kijken naar veranderingen in stemgedrag of hoe mensen zich uiten op sociale media. Voor de thema’s waar wij mee bezig zijn is dat alleen nog niet zo gemakkelijk. We gaan wel na de derde ronde aanvragen kijken wat er van de projecten terecht is gekomen. Dan gaat het echter meer om output dan om impact.
Zie je vernieuwing in de antidiscriminatie initiatieven?
“Ik vind vernieuwing een lastig begrip. Aan de ene kant is het goed om vernieuwing na te streven, maar daarvan zie ik het nut vooral op een meer hoger niveau. Er is daarnaast ook het niveau van de buurt en de wijk. Ik denk namelijk dat op plekken waar eerst weinig gebeurde, het organiseren van een simpele maaltijd al een enorme impact kan hebben. Dat blijkt ook uit allerlei onderzoeken. Als je een paar keer samen iets organiseert, dan doet dat veel met alle betrokkenen. Je kunt zeggen ‘wat is daar nou voor vernieuwends aan, zoiets gebeurt al op duizend plekken!’ Dan zeg ik: ja, maar niet in die plaats of in die provincie. Je moet er als fonds niet te snel overheen gaan vanuit het idee dat alles vernieuwend moet zijn. Die neiging is er toch vaak nog wel.”
“Tegelijk is het ook goed dat er op een ander niveau naar nieuwe oplossingen wordt gezocht. De maatschappij verandert voortdurend en vraagt hier dus ook naar. Er zal meer naar elkaar geluisterd moeten worden. Nu buitelen mensen over elkaar heen met meningen die steeds extremer lijken te worden. We moeten met elkaar de verbinding blijven zoeken.”
Hoe doe je dat, verbinding zoeken?
“Er is niet één oplossing voor discriminatie of polarisatie. Het speelt zich af op allerlei thema’s en op heel verschillende gebieden. Het is goed dat er steeds meer oog is voor de intersectionele benadering van de problematiek. Dat wil zeggen dat kijkt naar het geheel van factoren. Het is niet of/of maar en/en. Dat spreekt me ook zo aan in jullie campagne. Niemand is alleen moslim of vrouw, je bent van alles. Die diversiteit geeft mensen inkleuring en dan wordt het leuk. Je kunt je zo beter herkennen in die persoon die zoveel meer aspecten blijkt te hebben dan dat je eerst had gedacht.”
Hoe krijg je meer mensen uit het maatschappelijke midden betrokken bij het thema ‘discriminatie’?
“In het debat over discriminatie wordt het midden gevormd door de mensen die zich niet extreem uitspreken in het ene of het andere kamp als het gaat om bepaalde vraagstukken. En dat zijn heel veel mensen. En die er op hun beurt ook veel verschillende redenen voor hebben. Een belangrijke reden is dat mensen denken er niets mee te moeten. Bijvoorbeeld als het gaat om Black Lives Matter zeggen sommige witte mensen dat het hen niet aangaat. Dat is niet persé uit onverschilligheid. Er kan ook angst achter zitten. Angst voor wat anderen ervan vinden als je je wel uitspreekt. Meningen worden snel uitvergroot of kunnen een eigen leven gaan leiden, zeker als je ze uit op sociale media.”
“Het is wel degelijk belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven over bijvoorbeeld racisme. Ook al zijn mensen het soms zat. Je ziet dat wat betreft het koloniale verleden er al grote stappen zijn gemaakt. Omdat er nu veel meer aandacht voor is dan een aantal jaar geleden, beseffen steeds meer mensen dat de koloniale erfenis wel degelijk doorwerkt in het hier en nu. Het constant agenderen en zichtbaar maken, werkt dus wel. Uiteindelijk zijn veel mensen ook tot nieuwe inzichten gekomen over zwarte piet omdat het jaar in jaar uit aan de orde is gekomen en activisten ervoor op de barricaden zijn gegaan. En waar zij de wegbereiders zijn, kunnen andere partijen via heel andere routes verandering realiseren. Zo’n RADAR-project over racisme op het voetbalveld volgt dan weer zo’n route. Beide aanpakken zijn nodig.”
“Ook in de middengroep zullen er mensen moeten zijn die op een aansprekende manier anderen positief kunnen beïnvloeden. Die changemaker willen zijn. En dat niet alleen bij de overheid, of in de media of vanuit het onderwijs. Het is ook hierin en/en. Het is niet makkelijk om vanuit zo’n enorm breed perspectief op projectniveau dingen te organiseren. De meeste interventies zijn gericht op een bepaalde setting. Als projectorganisatie moet je kiezen aan welk stukje van de puzzel je wilt bijdragen. Dat wordt ook door de fondsen gevraagd. Het is wel aan hen de taak om het grote plaatje in het vizier te houden, door bijvoorbeeld projecten uit verschillende sectoren te steunen.”
Hoe ziet de toekomst van jullie programmalijn eruit?
“We gaan dit voorjaar voor de derde keer organisaties uitnodigen om hun eerste ideeën aan te leveren. We zullen ook alle lopende initiatieven de ruimte gunnen om hun projecten die door corona zijn vertraagd alsnog uit te voeren. Na die derde ronde gaan we de balans opmaken. Ik hoop dat mensen VSBfonds ook weten te vinden als er geen speciale programmalijn voor antidiscriminatie initiatieven is. Het moet vanzelfsprekend zijn dat je op dit thema terecht kan bij VSBfonds.”
Doe mee met de publiekscampagne "Ik ben En/En. En jij?"
Nieuw Wij Lab: onderzoek naar methoden van deskundigen en professionals
Dit interview is oorspronkelijk gepubliceerd op 19 februari 2021 en is opnieuw geplaatst in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen.