“Dit boek was voor mij een feest van herkenning, zowel over mezelf als over ons allen samen en een kerkelijke gemeenschap – maar het is ook toepasbaar op de samenleving als geheel en op bedrijfsculturen.
Er is ontstellend veel vraag naar zingeving, bezinning, verdieping, naar aansluiting op een oud maar geloofwaardig en levensvatbaar verhaal. En veel mensen vinden dat niet bij de kerk in zijn huidige vorm, omdat die kerk zo in zijn vorm is vastgegroeid. Vorm wordt een hindernis als je ‘m niet vernieuwt.
Ik zat in de redactie van Interpretatie, een tijdschrift voor exegese en bijbelse theologie dat inmiddels niet meer bestaat, en daar werd geleurd met dit boek als recensie-exemplaar. Ik zei: ‘Kom maar op, daar maak ik wel gehakt van,’ in de veronderstelling dat iemand weer iets modieus had bedacht, theologie-light met een sausje nieuwe spiritualiteit… Ik had er weinig fiducie in. Maar na een bladzij of zes, zeven had het boek me compleet te pakken. Ik ben in mijn Citroënnetje gestapt en naar München gereden en ik heb een van de auteurs, Tilmann Haberer, opgezocht. Hij is City pastor daar, heeft veel te maken met daklozen en mensen in crisissituaties. Zijn kantoor is in het metrostation München-Marienplatz, hartje oude stad, onder systeemplafonds met tl-verlichting, zonder daglicht. Tussen een kiosk en een loket is de ingang naar zijn pastoraal punt, waar hij met een psychiater en een pastoraal werker opvangwerk doet.

De andere auteurs, het echtpaar Küstenmacher, zijn meer thuis in een upper-middleclass circuit. Werner Tiki Küstenmacher heeft furore gemaakt met het boek Simplify your life, dat is in tientallen talen vertaald en hij houdt er nog steeds lezingen over, voor een publiek waar spiritualiteit en wellness dicht bij elkaar liggen; een luxe publiek zeg maar. Maar ze hebben het boek echt samen gemaakt.”
Wat is er zo bijzonder aan?
“Het reikt een model aan waarbinnen je leert omgaan met de verschillende lagen in jezelf, je eigen godsbeleving en werkelijkheidsbeleving, en met die lagen in andere mensen. Het is de integrale psychologie van Ken Wilber, aangevuld met de kleurenspiraal van Clare Graves, en hier toegepast op godsbeelden en geloofstaal. Het is natuurlijk een schema en ik kan er nog steeds een tikje wantrouwig naar kijken: het klopt zo mooi, dat kan nooit waar zijn… maar het is zó bruikbaar. En het heeft mij veel ontspanning gegeven in mijn werk hier.
In een geloofsgemeenschap heb je mensen die met dezelfde woorden heel verschillende dingen bedoelen. Dat geeft wrijving. Om een voorbeeld te geven: in bijna elke protestantse gemeente vindt een deel van de mensen dat iedereen zich aan de regels moet houden: er mag geen verkooptafel in de kerk. In dit boek heet dat 4.0, de ‘blauwe’ laag: de laag van de scholier die discipline en regels moet leren – de laag waarin je gesocialiseerd wordt en leert met anderen samen te leven. Daarvoor is het nodig dat je gezag erkent. Ontzettend belangrijk om mee te maken; wie dit overslaat, gaat het niet redden in de maatschappij want die is niet loyaal, niet in staat tot trouw, doorzetten, discipline, tot zichzelf bij de lurven pakken, en het erkennen van een anders gelijk. Maar als je erin blijft steken, wordt het benauwd.
Na de blauwe laag moet je gaan puberen. Het kan wel een half leven duren voor je durft te puberen in je geloofsleven, zeker als je uit een strenge traditie komt. Dan raak je in de termen van dit boek in ‘oranje’, in 5.0. Veel mensen die het helemaal gehad hebben met de kerk, vurige atheïsten, blijven steken in oranje, ze roepen: ‘Wij kunnen bewijzen dat het niet klopt!’ Dan vraag ik: ‘Is dat alles wat je te bieden hebt? Je neemt mij alles af maar wat krijg ik ervoor in de plaats?’ De bedoeling is dat je ook uit die laag doorgroeit naar de ‘groene’ laag, 6.0: de laag van de verbinding.
In elke kerk heb je behalve die blauwe mensen van 4.0 ook de groene mensen van 6.0: die staan in de kerk met de verkooptafel van Amnesty International en de wereldwinkel en fair trade koffie. Die twee groepen, blauw en groen, hebben allebei een enorme inzet en trouw, maar ze kunnen niet uit de voeten met elkaar. De groenen zeggen: ‘Mensen, allemaal kaarten kopen want we moeten iets voor die gevangenen doen’, en de blauwen zeggen: ‘Je mag niet kopen en verkopen op zondag’. Dan staan ze elkaar verbijsterd aan te kijken want ze vinden het allebei zo evident.
Het knappe van die spiraal is dat ik-lagen en wij-lagen elkaar aflossen. Blauw zit in de kerk gehoorzaam te wezen als wij-laag. Oranje is: intellectueel puberen en zeggen ‘IK wil weten wat waar is, en IK geloof het lekker niet.’ Dan ga je door naar groen, op zoek naar gezelschap om gelijk mee te zijn en samen al pratend alles uit te polderen. Eigenlijk moet iedereen het eens zijn voor groen; die ene die dwarsligt, daar blijf je maar tegen praten. En ook daarvan kun je denken: daarmee redden we de wereld niet. ‘Ga eens wat beter voor jezelf zorgen’ klinkt er dan en dat is geel.
God 9.0 zegt: het begint ermee allen de ruimte te geven om te zijn waar ze zijn. Zodat ze zich thuis kunnen voelen in de laag waarin zij het meest expressie vinden, of dat nou blauw is of groen of wat dan ook. Want dan is de kans dat ze doorgroeien, het grootst. Je komt nooit verder door een laag af te schaffen, alleen door hem verder te integreren. De volgende laag komt er bovenop, zeg maar, en de vorige lagen vormen een bodem.”
De ontwikkelingslagen beschreven in God 9.0 in een notendop:
Beige (ik)
Bestaan. De dag doorkomen, overleven en sterven. Naïef-instinctief. Diep vertrouwen in het leven. De hulpelozen, dementerenden en stervenden. God als voedende moeder en ‘De hand van God’; Christus als zuigeling in de kribbe.
2.0 Paars (wij)
Veiligheid. Erbij horen en bescherming vinden in de eigen clan. Goed-slecht. Kwade geesten, magisch animisme. Vertrouwen in verbond. Genezers en sjamanen. Spoken, het dodenrijk. Stamgoden; de God van Abraham, Isaak, Jakob; Christus als wonderdoener.
Rood (ik)
Kracht en macht. Uitbreken, veroveren. Sterk-zwak. Agressie, expansie. Zelfvertrouwen. Helden, heldhaftige martelaren, avonturiers. Zeus, Jahweh, Allah als machtige goden van oorlog; Christus als bevrijder.
Blauw (wij)
Waarheid. Hogere orde, moraal, gehoorzaamheid, geweten. Heiligen-zondaars. De Wet, hiërarchie. Vertrouwen in ethische waarden. Koningen, ambtenaren, priesters, scribenten. Eén Schepper-God, de Almachtige, de Rechter; Christus als het Lam Gods, Messias.
Oranje (ik)
Vrijheid. Welvaart. Logisch redeneren. Geslaagd-mislukt. Seculier, efficiënt. Vertrouwen in de rede. Persoonlijke verantwoordelijkheid, dialectisch denken. Deskundigen, kooplui, het verlichte individu. God is dood, een verloren God, een persoonlijke God; Christus als Mensenzoon, criticus en opstandeling.
Groen (wij)
Verbinding. Consensus, integratie, verzoening. Gevoelig-ongevoelig. Empatisch, vreedzaam. Vertrouwen in liefde. Teams, therapeuten. Humane en moederlijke God, de God van alle religies; Christus als gewonde genezer, vredesleraar.
Geel (ik)
Synthese, verschillen overkoepelend. Complexiteit, nondualiteit. De paradox integreren. Systemisch-inclusief. Vertrouwen in intuïtie. Eén project tegelijk aanpakken. Trinitarisch Godbeeld, eenheid van mens en God, Christus in ons.
Turquoise (wij)
Universaliteit. Alles is met alles verbonden. Harmonie, wereld-ethos. Fractale netwerken. Vertrouwen in de kosmos. Wereldwijd opererende virtuele netwerken. God als geest, het netwerk dat alles verbindt, Christus als hoogste punt van liefde en compassie in het kosmische netwerk.
9.0 Koraal …
Kun je ook terugvallen naar een vorige laag?
“Zeker, dat kun je zelfs bewust doen. Als ik catechese geef is het meestal een enorme keet, omdat ik nog erg in het groen van het verbinden zit: ik wil aardig gevonden worden, ik wil kameraadschap. En die kinderen weten daar wel raad mee. Dan merk ik dat ik moet terugvallen op mijn eigen blauwe laag, mijn gevoel voor gezag en verhoudingen en loyaliteit, om te kunnen ingrijpen en orde te scheppen. Dus het is maar goed dat ik die blauwe laag in me heb.”
Dus denken in termen van ontwikkeling helpt u om verschillen te overbruggen?
“Het helpt mij om het uit te houden, om er met een glimlach naar te kunnen kijken, maar ook om vrijmoedig de talen van die verschillende lagen te spreken. Ik heb mij vroeger weleens een beetje een bedrieger gevoeld als ik bij iemand die heel naïef in zijn geloof stond, in zijn eigen termen met hem praatte. Dit boek laat zien dat de Bijbel, en ook Jezus, voor elk van die lagen taal heeft.”

Dat trof mij het meest in het boek: hoe ongelooflijk rijk het christendom blijkt te zijn, met woorden en beelden voor elke ontwikkelingslaag.
“Dat opent ook de mogelijkheid om van passages in de Bijbel die je betreurt, te erkennen dat ze in bepaalde situaties en ontwikkelingsstadia nodige woorden kunnen zijn, maar dat je er niet tot het eind van je leven aan vastgekluisterd hoeft te zitten. Neem Openbaringen: veel van die visioenen geven een opening naar een wereld van licht en genade, maar het poortje wordt heel klein gemaakt, vol boze veroordeling. Dat doet denken aan de rode laag, de boze kleuter van 3.0: ze zijn kwaad en in die kwaadheid verwensen ze de ander. Dit systeem helpt me te erkennen dat dit soms aan de hand is, dat het ook in mij zit, maar ik hoef er niet aan vast te zitten.”
Bedoelt u dat we die boze kleuter van 3.0 ook allemaal in ons hebben?
“Ja, en als die de ruimte krijgt om uit te razen kan hij vervolgens doorgroeien. Dit boek heeft me echt geholpen om daarvan de winst te zien. Mijn gesprekken met de schrijvers ook. We hebben nog een mooi robbertje gestoeid over de term Stufen, treden. In het Engels hebben ze dat vertaald met levels, maar ik had daar bezwaar tegen: dat wordt me te hiërarchisch, in de trant van: ‘jij bent zover nog niet’ en ‘je moet op een hoger niveau komen’. Bij lagen is het duidelijk dat een laag waar je bovenuit gekomen bent, er nog steeds onder ligt, en dat het niet een lager niveau is, maar een diepere laag. Dat klinkt veel waarderender. Tilmann Haberer zei: ‘Dat we daar zelf niet op gekomen zijn.’ Marion Küstemacher zei: ‘Dat is jouw groene hart die er lagen van wil maken, en denk eraan, het is wel erg belangrijk dat zoveel mogelijk mensen verder groeien.’ Dat klopt: je moet mensen niet vooruit schoppen, want dan schop je ze de loopgraaf in, maar je moet ze wel vooruit lokken. Want stilstand is de dood in de pot. Het hele systeem gaat voortdurend over ontwikkeling, beweging.”
Maar als je met elke laag steeds wijzer en volwassener wordt, is dat toch beter?
“Ze zijn allemaal nodig. Neem bijvoorbeeld laag één, die ze beige noemen, de laag van het bijna vegetatieve leven: alleen eten en beschutting zoeken, de laag van de zuigeling. Hoever je ook gekomen bent, als je in een bombardement terechtkomt, ben je weer terug in laag één. En dat is maar goed ook, want dan zoek je beschutting en je overleeft. Dus ook voor die eerste laag kun je maar beter veel waardering en respect hebben. In de tweede laag, de paarse, ontwikkel je gevoel voor magie en bovenzinnelijke ervaringen, en daar heb je ook je hele leven iets aan. De boze kleuter van de rode laag kom ik ook regelmatig tegen in mezelf; hij zit er nog en ik heb hem soms nodig. Er zijn momenten dat je je wil moet doorzetten.”

Waar staan we met ons allen in de wereld? Of valt dat niet te zeggen?
“Ik denk dat het nog altijd heel veel 4, 5 en 6 is, blauw, oranje en groen. In intellectueel Nederland dreigen we opgesloten te blijven zitten in de oranje laag 5: het ontkennen van de magie, van het religieuze en de mystiek. In die oranje laag heb je voor de zingeving geen ruimte, want dat riekt nog te veel naar wat ervóór kwam – het geheven vingertje van blauw. Tot en met de zesde laag, de groene verbindende laag, hebben mensen de neiging om zich af te zetten tegen de vorige laag waar ze bovenuit gegroeid zijn. Een van de kenmerken van geel is dat je de vorige lagen kunt overzien en kunt waarderen dat ze er allemaal zijn. Dus als je ophoudt te oordelen over de andere lagen; als je niet per se met pappen en nathouden in je groep blijft zitten maar je eigen spoor durft te trekken; en als je paradoxen durft uit te houden, dan kom je in geel.”
Geel christendom… wat is dat dan?
“Christendom dat niet in de strijd gaat ten koste van andere levensvisies; christendom dat zijn eigen potentieel inzet om het levensraadsel te visualiseren en om in het hele netwerk dat er is, een positieve rol te vervullen. Christendom dat op heel veel dingen durft in te spelen zonder angst dat het zichzelf verliest, en dat de traditie bij de hand houdt, zowel de eigen als andere tradities.
Hier in De Ark willen we oefenen met ‘kerk op maat’ – wat er langskomt, willen we oppakken, niet om alles in onze richting om te buigen, maar om er iets aan toe te voegen.”
Zo hebt u onlangs de internationale pers gehaald, toen u het Loofhuttenfeest vierde?
“In de joodse traditie gaan mensen dan naar buiten en zitten ze zoveel mogelijk in een hut thee te drinken en fruit te eten met hun naasten en buren, ze eten er en als het kan slapen ze er. Het belangrijkste voorschrift is dat het dak niet dicht mag zijn: door de takken moet je de hemel kunnen zien. Ik vind dat we dat nodig hebben, als ecologisch feest, dus ik heb voorgesteld dat we dat gaan vieren. Voor kinderen is het betoverend. Dus vorig jaar hebben we voor het eerst een loofhut neergezet. Met lampjes binnenin, en de sterren die je door het dak ziet – dat vergadert echt heel anders dan binnen. En ja, hoe het komt dat een Israëlische reporter erachter kwam, weet ik nog steeds niet, maar die kwam, en schreef erover in een Israëlische krant, en daarna kreeg ik reacties uit de hele wereld.”
Het boek God 9.0 is te bestellen via https://www.woordenmetzielenzin.nl/god-9-0
Over Piet van Veldhuizen
Piet van Veldhuizen (1959) is predikant in De Ark, een kerk gebouwd van polycarbonaat in Hendrik-Ido-Ambacht. Hij promoveerde in de nieuwtestamentische wetenschap op verbindingen tussen de Hebreeuws-joodse traditie en de joods-christelijke traditie. Hij schreef ook een boek getiteld Verzet geen bergen, waarin hij betoogt dat de uitdrukking ‘een geloof dat bergen verzet’ weliswaar altijd is opgevat als iets positiefs, maar dat het gebruik ervan in de Bijbel eerder een waarschuwing is: bergen verzetten is ravage aanrichten. Hij is vertaler van en tevens agent voor het boek God 9.0 geschreven door het Duitse theologen-echtpaar Küstenmacher met de pastor Tilmann Haberer, een boek over de verschillende lagen van de menselijke bewustzijnsontwikkeling.
Vooral onder de indruk van wat mij woorden heeft gegeven voor de volgende situatie….
Mijn vader kreeg twee jaar geleden een herseninfarct.
Ik had enorm veel moeite om naar hem toe te gaan in het revalidatiecentrum en later in het verzorgingshuis, om hem daar te zien in de laag ‘Beige’.
De ‘hulpeloze’, voor mij moeilijk te aanvaarden omdat hij ook zo dominant kon zijn.
Omdat ik toen mijn gevoel heb afgesloten, valt mijn oog op alles wat mij treft om die periode te duiden en te herleven.
Daar zijn deze ontwikkelingslagen ook onderdeel van.
Dank voor dit artikel, voor het boek en voor de zin..
‘De ruimte te geven om te zijn waar we zijn’