Wat doet Reliëf?

“Wij informeren onze leden op het gebied van ethiek, zingeving en identiteit in de zorg. Dat doen we bijvoorbeeld door middel van bijeenkomsten en publicaties. Daarnaast proberen we enige invloed uit te oefenen op het zorgbeleid in Nederland, met name zodat de menslievende kwaliteit van de zorg blijft bestaan. Wij vinden dat die kwaliteit door bezuinigingen gevaar loopt.”

Verwacht u dat er de komende jaren flink bezuinigd gaat worden?

“Er zal de komende jaren enorm bezuinigd worden en eigenlijk wordt de zorg over de gehele breedte getroffen. De grootste operatie is het beteugelen van de uitgaven in de AWBZ. De overheid wil een deel van de zorg uit de AWBZ overhevelen naar de WMO, maar de uitwerking daarvan is moeilijk in te schatten. Wij zijn opgevoed met het idee dat we recht hebben op zorg, maar als een deel daarvan inderdaad naar de WMO gaat, zal dat idee kantelen. Je moet dan een verzoek indienen bij de gemeente of je bepaalde zorg mag krijgen en bent daardoor steeds neer afhankelijk van de goodwill van de gemeente.”

Over welke ontwikkelingen maakt u zich echt zorgen?

“Vooral of de bezuinigingen niet zullen leiden tot verschraling van de humaniteit in de zorg. Ik ben bang dat veel zorgaanbieders zullen proberen efficiënter te werken. Als je met minder geld hetzelfde moet doen, moet je harder rennen of besluiten minder te gaan doen of het anders te gaan doen. De zorgaanbieders en inspectie moeten nadenken hoe dat op te lossen. Ik ben bang dat men ervoor kiest om ‘harder te gaan rennen’, waardoor het menselijke uit de zorg dreigt te worden gehaald.”

Wat zullen in 2050 de grootste veranderingen in de zorg zijn?

“Ik denk dat de zorg weer terugkeert naar haar oorspronkelijke bedding, namelijk de kring van verwanten, vrienden en buren. Dat betekent dat het aandeel mantelzorg aanzienlijk zal stijgen. Ik ben daar op zich niet tegen, want het kan de verbinding tussen mensen versterken. Reliëf kijkt niet per definitie negatief naar bezuinigingen. Punt is echter wel dat onze maatschappij momenteel niet uitblinkt in sociale cohesie. Onze zorg is dat in de overgang van zelfredzaamheid naar samenredzaamheid bepaalde kwetsbare burgers, bijvoorbeeld mensen met ernstige psychische stoornissen, de rekening gaan betalen. Zij zullen meer dan voorheen op zichzelf aangewezen zijn, waardoor hun isolement wellicht groter gaat worden. Het is dus belangrijk om nauwlettend in de gaten te houden wie er tussen wal en schip vallen. Daarover hoor ik op dit moment heel weinig; het gaat meer over verschraling dan over de zwaksten van de samenleving. Wat dat betreft ben ik heel blij dat GGZ-voorzitter Marleen Barth heeft gezegd dat de GGZ zich verzet tegen de verhoging van de eigen bijdrage in de langdurige psychiatrie. Dat vind ik heel dapper.”

Hoe realistisch is het beeld van eenzame ouderen die amper nog verzorgd worden in verpleeghuizen?

“Dat is niet realistisch. De ouderenzorg is door de bank genomen helemaal niet slecht. Er zijn de laatste jaren enorme sprongen voorwaarts gemaakt, onder andere in kleinschalig wonen, aandacht voor belevingsgericht werken, reminiscentie en levensverhalen. Met name voor dementerende patiënten is de zorg veel leefbaarder gemaakt. Ik verwacht wel dat er in de toekomst grotere druk op de ouderenzorg zal komen. Verzorgings- en verpleeghuizen worden in toenemende mate plaatsen waar veel leed verzameld is. Zeker verpleeghuizen zullen een soort sterfhuizen worden. Het aantal ouderen dat in instellingen woont daalt sinds 1998 ieder jaar, terwijl het aantal ouderen in Nederland sterk toeneemt. Instellingen voor ouderenzorg gaan lijken op ziekenhuizen. Bij de thuiswonende ouderen gaat het probleem van eenzaamheid toenemen. Daar ligt de uitdaging voor gemeenten, kerken, vrijwilligers en voor ouderen zelf. Ouderen kunnen zich wel voorbereiden op hun toekomst. Door het organiseren van nieuwe woonvormen voor ouderen kan eenzaamheid worden tegengegaan. De grote verandering voor de toekomst is dat mensen steeds minder een beroep kunnen doen op algemene voorzieningen voor ondersteuning en zorg. Ze zijn op zichzelf en op elkaar aangewezen, wat weer kansen schept om nieuwe vormen van verbindingen te scheppen.”

Hoe staat het met de solidariteit tussen jongeren en ouderen qua ouderenzorg?

“Mijn persoonlijke mening is dat er veel genegenheid bij jongeren voor ouderen is, maar ook dat beide groepen momenteel in gescheiden werelden leven. Jongeren komen alleen naar het verzorgingstehuis als oma daar al is. Ik denk echter wel dat de bereidheid van jongeren zich in te zetten voor ouderen er wel degelijk is. Zo zijn er projecten, in het kader van de maatschappelijke stage, waarbij jongeren zich voor ouderen inzetten. Dan blijken jongeren onder de indruk van de verhalen van ouderen, waarbij ze hun eigen luxe situatie spiegelen aan de moeilijke situatie van ouderen. Dat zorgt voor wederzijds respect.”

Hebben kerken en religieuze organisaties een taak in het tegengaan van eenzaamheid onder ouderen?

“Ja, die hebben ze logischerwijs vanuit de gedachte dat het betonen van naastenliefde deel uitmaakt van de christelijke identiteit. De vraag is wel wat de ‘slagkracht’ van kerken is. Gevestigde kerken in grote steden vergrijzen sterk. Er is daar vooral onderlinge solidariteit. Leden van kerken proberen veel mensen te bezoeken, maar behoren zelf ook tot de doelgroep. Aan de andere kant bloeien nieuwe gemeenschappen op, zoals de evangelische. Daar lijkt het echter nog meer te gaan over individuele geloofsbeleving, en niet altijd barmhartigheid.”

Hoe kijkt u wat dat betreft naar de islamitische gemeenschap?

“Vanuit islamitische hoek is momenteel niets georganiseerd op zorggebied. Moslims voeren zorg sneller in eigen kring uit en zullen niet zo snel hun vader of moeder naar een verzorgingstehuis brengen. Je ziet bij de nieuwste generatie moslims wel dat er minder belang aan wordt gehecht. Het is niet meer vanzelfsprekendheid dat de schoondochter zorgt voor de ouders van haar man.”

Hoe zou u zelf het liefst oud willen worden?

“Het lijkt mij nu heel prettig als ik mijn ouderdom werkend kan doorbrengen. En qua zorg hoop ik genoeg vrienden en familie om me heen te hebben. Ik ga dus maar investeren in mijn toekomstige mantelzorgers!”

Jan-Albert-Hootsen

Jan-Albert Hootsen

journalist, gespecialiseerd in Latijns Amerika

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.