Nederland telt momenteel ongeveer 3500 mensen die 99 jaar of ouder zijn. Waarom worden sommige mensen zo oud? Ik blader door het dit jaar uitgegeven boek van huisarts en onderzoeker Hans van Hateren en arts en universitair hoofddocent Nanno Kleefstra met de prikkelende titel 99+. Een geheim … of geluk? Een boek met tien portretten van eeuwelingen, bij elkaar gebracht door twee relatief jonge mensen. Met één ervan, Nanno Kleefstra, ga ik in gesprek.
Waarom dit boek?
“Het maken van dit boek was een doel op zich, omdat we de opbrengst investeren in onafhankelijk medisch onderzoek met de focus op diabetes. We hebben de indruk dat ouderen vaak te snel met te veel medicatie bij de (huis)arts weggaan. Uit gesprekken blijkt ook dat de meeste ouderen liever minder pillen willen slikken, dan ze voorgeschreven krijgen. Behalve dat, willen we met het boek de schoonheid en wijsheid van oude mensen onder de aandacht brengen. We waren nieuwsgierig naar hoe mensen van deze leeftijd tegen hun leven, gezondheid en naderende dood aankijken. En iets van een antwoord krijgen op de vraag, waarom sommige mensen zo oud worden.”
In het boek worden tien mensen geportretteerd. Waarom deze tien mensen? Hoe zijn jullie tot deze selectie gekomen?
“Dat gebeurde vrij arbitrair: we hebben 12.000 huisartsen en verpleegkundigen per e-mail benaderd met de vraag of zij mensen van 99 jaar of ouder wilden aandragen. Ouderen, die redelijk vitaal waren, cognitief goed het gesprek aan konden gaan en zelf hun verhaal wilden doen. Deze actie leverde zo’n 80 potentiële kandidaten op. Diezelfde hulpverleners hebben we als intermediair gebruikt bij de uiteindelijke selectie. We hebben gekozen voor een groep, die redelijk verspreid over het land woont en het concept van het boek omarmt. Bovendien wilden we er minimaal drie mannen bij. Vrouwen worden nog altijd ouder dan mannen. Uiteindelijk zijn het vijf mannen en vijf vrouwen geworden.”
Het zijn mensen met een eigen levensloop. Met verschillende achtergronden, beroepen en gezinssituaties. Hebben jullie een gemeenschappelijke factor ontdekt bij deze eeuwelingen?
“De achtergrond en de karakters van deze tien verschillen nogal, ja. En het is ze echt niet alleen maar voor de wind gegaan. Sommigen hebben verschrikkelijke dingen meegemaakt, bijvoorbeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hebben geliefden verloren, zelf met ziekte gekampt. En zonder uitzondering hebben ze hard moeten werken. Wat opviel was, dat ze niet (meer) rookten, geen van allen overgewicht hadden en op hun eigen manier nog actief in het leven stonden. Ik zou deze mensen dan ook omschrijven als ‘vitaal’. En die vitaliteit komt vooral tot uiting in hun levenshouding.”
Geef eens een voorbeeld
“Neem mevrouw Roelofs van 101 jaar, die gedichten schrijft en vlak voor haar honderdste verjaardag op tekenles is gegaan. Of mevrouw Pennarts van 103, die tot op de dag van vandaag haar eigen kleding ontwerpt en maakt. Meneer Lucas, die ook na zijn pensioen nog allerlei apparatuur ontwikkelde, van elektronica tot metalen bouwwerken. De een verklaart de hoge leeftijd als ‘gewoon blijven ademen’, een ander accepteert het als een geschenk van God. Het zijn tien mensen, die met een grote mate van flexibiliteit, acceptatie en vertrouwen door het leven gaan. Of uiteindelijk konden gaan.”
Vitaliteit en levensbeschouwing gaan dus hand in hand?
“Als je met levensbeschouwing niet specifiek op een religie doelt, maar het ziet als een basisfilosofie met een positieve, gezonde levenshouding, waarin ruimte is voor anderen, dan beaam ik dat. De tien mensen uit het boek laten dat zien. Bij ieder van hen bespeurden we ook een mooi soort berusting. De 100-jarige Hendrik Roelofs heeft geleerd niet te veel stil te staan bij het waarom van gebeurtenissen. Inspirerend is het verhaal van de 103-jarige Leonora Johanna Pennarts-Elfferich die na een veelbewogen leven nog steeds hoopvol vooruit kijkt: ‘Kijk naar wat voor je ligt, vergeet wat achter je ligt, vooral de nare dingen.’ Deze tien mensen koesteren geen wrok, omdat het leven te kort is om in negativiteit te blijven hangen. Ze nemen het leven zoals het komt en zijn tevreden. Ze leven met aandacht voor de omgeving, zijn zorgzaam en blijven actief ondanks beperkingen.”
Volgens hoogleraar ouderengeneeskunde Rudi Westendorp hangt een lang leven samen met ‘een positieve levensdrift en zo min mogelijk risico nemen’. Hij verwacht dat er rond het jaar 2100 de eerste 150-jarige mens te noteren valt.
“Wij zijn als mensen met onze voortschrijdende inzichten en daarmee gepaard gaande ontwikkelingen in staat behoorlijk oud te worden. Maar in tegenstelling tot Westendorp denk ik dat de gemiddelde leeftijd langzaam weer zal dalen. De grootste levensbedreiging van dit moment is een ongezonde leefstijl. Natuurlijk, er zijn betere voorzieningen, antibiotica, goed sanitair en er sterven minder kinderen dan vroeger. Maar kinderen worstelen op steeds jongere leeftijd met overgewicht en diabetes. Ze eten teveel, krijgen teveel suikers en vetten binnen en bewegen te weinig. Onderzoek heeft uitgewezen dat er in onze supermarkten twee keer zoveel calorieën aanwezig zijn dan we nodig hebben. Er valt een toename te constateren van overgewicht, hoge bloeddruk, suikerziekte en kanker.”
Het boek is uitgebracht in eigen beheer, Uitgeverij Langerhans. Waarom in eigen beheer?
“Mijn co-auteur Hans van Hateren en ik maken deel uit van een groep van vijf artsen, die gepromoveerd zijn op diabetes. We hebben het wetenschappelijk instituut Langerhans opgericht, omdat we de tanden willen zetten in onderzoek naar vragen die er echt toe doen in de zorg. Naar de zin en onzin van de behandeling van suikerziekte, bloeddruk en cholesterol bij ouderen. En dit volledig onafhankelijk van de farmaceutische industrie. Het gaat ook om vragen waar niet altijd directe belangstelling voor is vanuit geldverstrekkers. Doordat wij geen banden hebben met belanghebbende bedrijven kunnen we een onafhankelijk en adequaat antwoord geven op de vraag: wat is op dit moment de beste behandeling voor mensen met diabetes. Er wordt veel onderzoek gedaan bij relatief jonge mensen, maar niet bij de leeftijdsgroep 75 jaar en ouder.”
Behalve dit boek, dat over eeuwelingen gaat en verband houdt onderzoek bij ouderen, heeft Langerhans ook een boek speciaal voor de jeugd uitgebracht: ‘Etenstijd. Na het lezen van dit boek weet je meer over voeding dan je ouders’. Waarom dit boek?
“Zoals ik al aangaf is een ongezonde leefstijl primair levensbedreigend. En die start bij de jeugd. Er is veel aandacht voor bewegen, maar veel minder voor een gezond voedingspatroon. Wij willen bijdragen aan adequate voorlichting en ons vooral richten op preventie dus. En dit zonder enige verstrengeling met belanghebbende partijen als overheid, zorgverzekeraars of de farma-industrie.”
Op welke wijze brengen jullie de boeken en jullie werk onder de aandacht?
“We geven voorlichting op scholen. Kinderen kunnen vragen stellen aan de dokter. We willen als katalysator fungeren, ‘awareness’ creëren. Dit allemaal in het besef dat zo’n voorlichtingsuurtje van ons de wereld niet zomaar verandert. Maar nietsdoen is geen optie. Steeds meer boekhandels hebben belangstelling voor onze boeken. We geven presentaties in bibliotheken en zijn ook onderdeel geweest van een tentoonstelling over ouderen. We hebben een eigen website met een webshop. De opbrengst van de boeken komt geheel ten goede van onze onderzoeken.”
Heel oud worden: geheim of puur toeval? En een zegen of een vloek?
Kleefstra lacht: “Geheim of toeval? Geen van beide, of misschien wel allebei! Het hangt van zoveel factoren af. Genetisch, omgevingsfactoren, gezondheid, noem maar op. Goed eten, bewegen en actief zijn van invloed. En een positieve levensinstelling. Voor deze tien mensen is het oud worden per saldo een zegen. En ik ben dankbaar dat wij in die zegen mochten delen door even heel dicht bij deze mensen te zijn. Een groot voorrecht. Het heeft me milder gestemd, naar mezelf toe en naar anderen. Als arts en als mens. Ik hoop ooit de staat van rust en tevredenheid te bereiken die we aantroffen bij deze mensen. Echt weten waar het om draait in dit leven. Kennelijk moeten we daarvoor eerst oud worden…”
Wijsheid in pacht?
Volgens de Duitse dichter Goethe (1749-1832) hoort bij iedere levensfase een bepaalde filosofie. ‘Maar de grijsaard zal altijd het mysticisme aanhangen; hij ziet dat er zoveel van het toeval lijkt af te hangen: het onverstandige slaagt, het verstandige mislukt, geluk en ongeluk komen onverwacht op hetzelfde neer; zo is het, zo was het! En de hoge leeftijd berust in wat er is, wat er was en wat er zal zijn.’ (Maximen & Reflexionen). Ouder worden is geen gegarandeerde zegen. De dynamiek verandert en de ongemakken stapelen zich op. Wat daarvoor in de plaats kan komen, is een transparantie voor de zin van het leven. Een onbaatzuchtig soort houding, die reflecteert, relativeert en accepteert. Dat betekent geen onverschilligheid of een vorm van defaitisme, maar onderscheiding en flexibiliteit. Misschien is dat wat wijsheid genoemd wordt. Een mooie boodschap voor en bijdrage aan de samenleving, die mensen te veel op tastbare productiviteit en inbreng beoordeelt.
Graag wijs ik in dit verband nog even op het boek met verhalen van tien Zeeuwse honderdjarigen, dat mijn broer heeft uitgebracht:
Zeeuwlingen – Jan Jansen (uitgegeven bij De Boer de Ruiter, 2012)
Misschien leuk om te vergelijken, Marianne? (Zeeuwse roots, toch?)
Dank je wel voor de tip Wim, ja, Zeeuwse roots, Zeeuws-Vlaamse zelfs 🙂 Kan jij voor een recensie exemplaar zorgen? Zou fijn zijn.
Hartelijke groet, Marianne