Van wie komt het idee voor een Humanity House?
“Het Rode Kruis wilde een soort museum voor migratieproblematiek oprichten als het ‘House of Humanity’ in het Zweedse Malmö. De stichting vond een pand aan de Prinsegracht in Den Haag. Het Rode Kruis wilde het menselijke verhaal achter rampen en conflicten laten horen, zien beleven: via een museum, met tentoonstellingen en educatieprogramma’s.
Mij werd gevraagd om in krappe tijd een museum- en cultuurprogramma te bedenken. Jongeren kunnen er nu kennismaken met de internationale hulpverlening. We bieden daarnaast een podium voor debat voor vluchtelingen, bezoekers en kunstenaars. Voor volwassenen zijn er lezingen, filmvertoningen en debatten met de vluchtelingenproblematiek als focus.”
Vraagt het niet veel om jongeren na te laten denken over oplossingen voor complexe problemen? En, kunnen ze wel helpen?
“We hopen vooral dat bezoekers meer empathie krijgen voor de situatie waarin vluchtelingen verkeren. De berichtgeving over vluchtelingen richt zich vooral op het opvangbeleid. Wij willen iets meegeven over de motieven en emoties van vluchtelingen. De mens achter “de vluchteling”. En hen inspireren hoe zij, op kleine schaal, handen en voeten aan ‘hulp’ zouden kunnen geven. Natuurlijk overdonderden we hen niet met onuitvoerbare actieplannen.
Het is de bedoeling om serieuze onderwerpen luchtig te brengen. Scholieren mogen bijvoorbeeld een klokhuisuitzending maken, er is een Kindermuseumnacht, en er zijn colleges waarbij een brug wordt geslagen tussen de belevingswereld van jongeren en de wereld ver van hun bed.
Ook voor volwassenen wisselen we zware en luchtige onderwerpen af, bijvoorbeeld in films en debatten.
Toch zijn we nog zoekende naar een betere, concrete manier om bezoekers suggesties mee te geven hoe zij, desgewenst, actie kunnen ondernemen. De tentoonstelling ‘Humanity City’ was daar een opzet toe. Bezoekers konden horen, lezen en zien wat bekende en onbekende weldoeners motiveert om zich in te zetten voor meer rechtvaardigheid. En hoe zij komen tot het nastreven of ondersteunen van een specifiek doel.
Belangrijk is dat bezoekers zich hier prettig voelen. Onze gastvrijheid speelt daarin mee, maar ook de grote ruimte om over ‘moeilijke’ onderwerpen meningen te ventileren en vragen te stellen. Die ruimte is essentieel als je ten doel hebt om iemands begrip te vergroten.”
Zamelt het Humanity House ook geld in voor het Rode Kruis?
“We hopen natuurlijk ook het draagvlak voor ontwikkelingsorganisaties te vergroten. Vanzelfsprekend sporen we niemand aan om een organisatie financieel te ondersteunen. Wel vinden we het belangrijk om te laten weten wat vluchtelingen- en conflictbemiddelende organisaties relevant maakt.”
Wat maakt hulp voor u ‘humanitair’?
“Als mensen in noodsituaties op een humane, neutrale, onpartijdige en onafhankelijke wijze geholpen worden. Of het nu gaat om een ramp die door mensen is veroorzaakt, zoals een oorlog of een aanslag, of door de natuur, zoals bijvoorbeeld aardbevingen, orkanen of overstromingen. Ik sluit aan bij de opvattingen van het internationale Rode Kruis. Zij hanteren in humanitaire hulp zeven grondbeginselen: menslievendheid, neutraliteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid, vrijwilligheid, eenheid en algemeenheid, voortbouwend op de vier ‘Conventies van Genève’ die de basis vormen voor het huidige humanitaire en oorlogsrecht. De overtuiging die we bij het Humanity House als basis hebben en ook uitdragen, is dat mensen in noodsituaties altijd moeten worden geholpen.”
Hebben die ‘humanitaire’ waarden voor u of het Humanity House misschien ook nog een godsdienstige grondslag?
“Nee. Wij gaan niet uit van ‘iets groters’ dan onszelf. We zijn geen kerk of soort kerk. Ik ben opgegroeid in een politiek en sociaal betrokken gezin. Mijn ouders deden vrijwilligerswerk. Mijn vader zat in de raad van een politieke partij. Het hoorde erbij om een steentje bij te dragen. Van huis uit heb ik meegekregen dat het belangrijk is om te streven naar rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid. Ieder mens is in wezen goed. Je moet het beste uit elkaar willen halen. Misschien vind je deze idealen ook terug bij religies of levensbeschouwingen, maar zij zijn geen inspiratiebron voor mij geweest.”
Zijn er conflicten in Nederland die u ernstig vindt? Doet het Humanity House daar iets mee?
“Enerzijds vind ik het onderhuids aanwezig zijn van discriminatie ernstig. Denk aan de zwartepietendiscussie, aan de wijze waarop we omgaan met het slavernijverleden. Vorig jaar vond in het Humanity House anti-discriminatie en antiracisme festival plaats. Met muziek, comedy, debat, kunst, installatie en interactie met het publiek werden verschillende aspecten van discriminatie in Nederland belicht. Ook was er een keti koti-maaltijd. Op de zwartepietendiscussie werd ingespeeld met film en discussie.
Anderzijds maak ik me zorgen over de manier hoe wij omgaan met onze verantwoordelijkheid om vluchtelingen op te vangen. In plaats van het asielbeleid te veroordelen, willen wij laten zien hoe de overheid tot bepaalt beleid komt. Persoonlijk geloof ik dat we vluchtelingen moeten opvangen en ons tegelijkertijd met internationale samenwerking moeten inspannen om de oorzaken van vluchtelingenstromen te beperken. We kunnen in ieder geval meer doen dan gedaan wordt.”
Wat doet het persoonlijk met u om zoveel met leed bezig te zijn?
“Wij worden er hier niet meer mee geconfronteerd dan een goede nieuwslezer. We weten er iets meer van, maar staan er ook vanaf. Dat vind ik positief. Het stelt ons in staat om de verscheidene kanten van hetzelfde conflict zo evenwichtig mogelijk te belichten.”
Hoe gaat u zelf om met conflicten?
“Ik ga ze zeker niet uit de weg! Conflicten zijn positief als ze ertoe dienen om dingen goed uit te spreken. Als er maar geen slachtoffers bij vallen.”
In december bestaat het Humanity House vijf jaar. Wat zijn de hoogte- en dieptepunten?
“Een hoogtepunt is, dat er uit het niets iets ontstaan is. Het eerste jaar trokken we jaarlijks 12.000 bezoekers. In het vierde jaar zelfs 30.000. De tijd en moeite om bekendheid te verwerven zijn dus goed beloond. De Gemeente ziet ons als enige plek in de ‘stad van vrede en recht’ waar je terecht kunt voor onderwerpen die daar mee te maken hebben.
Een ander hoogtepunt was de organisatie van een humanitaire top met tien grote hulporganisaties begin dit jaar. Experts, hulpverleners en wetenschappers namen hun noodhulp kritisch onder de loep.
Van dieptepunten is geen sprake. Toch zou het mooi zijn om meer geld te voor goede projecten te ontvangen. Soms maken we een projectplan dat positieve reacties ontvangt uit verschillende hoeken. Maar dat is nog geen waarborg voor subsidiering. Onze projecten passen lang niet altijd in de doelstellingen van fondsen. Het ene fonds richt zich bijvoorbeeld meer op kunst en cultuur, het andere vooral op maatschappelijke initiatieven als buurthuizen. Soms zijn onze projecten te veelzijdig.
We hadden bijvoorbeeld een boeiend programma ontworpen voor het herdenken van ‘twintig jaar Srebrenica’. Ondanks vele positieve reacties hebben we niet genoeg subsidie gekregen om alles te realiseren.
Jammer, maar het zij zo. Onze slogan, ontleend aan Samuel Beckett, is: Ever tried, ever failed, no matter, try again, fail again, fail better.”