Klopt het dat sommige psychische aandoeningen bij bepaalde cultuurgroepen in Nederland vaker voorkomen dan bij andere?
“Dat is nauwelijks het geval. Schizofrenie komt vaker voor bij Marokkaanse migranten en Nederlandse Marokkanen van de tweede en derde generatie. Mensen met schizofrenie hebben vaak onlogische gedachtepatronen, leerproblemen, hallucinaties en emotionele stoornissen. Dat probleem heeft waarschijnlijk niets te maken met cultuur. Waarmee wel, is onzeker. Stress bij migratie kan een oorzaak zijn. En die stress speelt voor iedere migrant, ook voor westerse migranten. Misschien komt schizofrenie vaker voor bij kinderen uit neef-nichthuwelijken, die dikwijls met intellectuele beperkingen (zoals een taalachterstand) geboren worden. Maar dat is gissen.
Wel zijn we ervan overtuigd dat zelfmoordpogingen vaker voorkomen onder jonge vrouwen met een migratieachtergrond dan onder vrouwen met Nederlandse voorouders. Belangrijke oorzaak is dat deze vrouwen in sommige gevallen ‘verscheurd’ worden doordat zij moeten kiezen tussen een Nederlandse norm als zelfbeschikking, en normen als uithuwelijking of het behoud van maagdelijkheid. Vooral Marokkaanse, Turkse en Hindoestaanse migrantenvrouwen worstelen hiermee.”
De afgelopen vijfentwintig jaar heeft u gewerkt aan het verbeteren van de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) voor Nederlanders met een vluchtelingen- en migratieachtergrond. Waarom was dat nodig en wat heeft het opgeleverd?
“Veel psychische stoornissen werden door migranten en hulpverleners vaak niet goed herkend en behandeld. GGZ-instellingen moesten zich dus bijscholen. Bovendien was het belangrijk dat migranten met een mogelijke stoornis de weg naar de GGZ beter konden vinden.
Er is een bescheiden verbetering. De zorg heeft zich meer gericht op migranten. Zo zijn er steeds meer therapeuten met een migrantenherkomst. Ongeveer de helft van de migranten laat zich liever behandelen door iemand met dezelfde cultuurachtergrond. In cultureel opzicht is de zorg dus geëmancipeerd. Je zou het ook ‘zorgverzuiling’ kunnen noemen.
Toch schort er nog een hoop. De jeugd blijft moeilijk te bereiken waardoor veel jongeren niet geholpen worden. Ouders herkennen de psychologische problemen van kun kinderen vaak niet, of willen die niet herkennen. Een Surinaamse moeder die kinderen bij verschillende mannen heeft, moet alle zeilen bijzetten om te overleven en zal zich daardoor weinig bezighouden met de problemen van haar kind(eren).”
Pakt de ‘verzuiling’ in de zorg wel goed uit?
“Gelovige migranten vinden het prettig om behandeld te worden door gelijkgezinde hulpverleners, wat sommigen over de streep haalt om bij een GGZ-instelling aan te kloppen. Dat is een voordeel van emancipatie in de zorg.
Maar ‘zorgverzuiling’ heeft voor mij een negatieve bijsmaak. Sterker: we hebben hier te maken met een groot probleem. Het komt regelmatig voor dat patiënten hun problemen toeschrijven aan de wil van Allah of God. Als hulpverleners met een al te orthodoxe geloofsovertuiging daarin meegaan, helpen zij de patiënt niet hun eigen aandeel in het probleem te onderkennen en het gedrag te veranderen. Een collega vertelde mij over een vrouw met hoofddoek die behandeld werd door een islamitische hulpverleenster. Het ging om mishandeling. Een maandenlange behandeling gaf geen verbetering. Wat bleek? De hulpverleenster rechtvaardigde de mishandeling op grond van haar geloofsovertuiging.”
‘Gebedsgenezing’ in de GGZ? Is dat wel toelaatbaar?
“Je hoopt dat toekomstige hulpverleners hun studie doen en de grondbeginselen van het vak omarmen, zoals neutraliteit bij de diagnose en behandeling. Het is prima als studenten geloven in waarden die je humanistisch kunt noemen. Een hulpverlener moet een patiënt ‘het gevoel kunnen geven begrepen te worden’, troost en steun bieden, een luisterend oor zijn. Maar dat kunnen dominees, pastores en buurvrouwen vaak ook heel goed. Het oplossen van een psychische stoornis is andere koek. Dat lukt niet als humanistisch-religieuze waarden gewikkeld zijn in averechts werkende geloofsdogma’s.”
Door vooroordelen onder psychiaters komen allochtonen vaak onterecht in de gevangenis of in een Tbs-kliniek, menen wetenschappers. Allochtone verdachten worden eerder ontoerekeningsvatbaar en gevaarlijk verklaard dan blanke autochtonen. Bij hetzelfde gedrag krijgen allochtonen een langere en zwaardere straf in het gevang of een Tbs-kliniek. Ook krijgen ze zwaardere medicijnen. Hoe denkt u hier over?
“Feit is dat dertig procent van alle Tbs-patiënten afkomstig is uit het buitenland of buitenlandse voorouders heeft. Het is waar dat veel van deze patiënten door vooroordelen benadeeld worden. Van allochtone misdadigers wordt al gauw geconcludeerd dat zij hun persoonlijke problemen niet onder ogen willen zien en daardoor per definitie ontoerekeningsvatbaar zijn. Dat is net zo’n onzin als dat je van een Surinamer, die trots is op zijn vaste baan, zou zeggen dat hij ‘wel erg ingenomen is met zichzelf’ en daardoor waarschijnlijk een narcistische stoornis heeft. Of dergelijke vooroordelen van hulpverleners te maken hebben met kwaadwil kan ik niet zeggen. Zeker is, dat veel psychiaters en psychologen onvoldoende geschoold zijn in het herkennen en dus begrijpen van stoornissen. Daar komt gelukkig sinds kort verandering in. In de hele Tbs-wereld wordt geknoeid met diagnoses en behandelingen waarvan niet bewezen is of die effectief zijn.
Veel hulpverleners ontlenen hun macht aan het handboek DSM-5, een internationale standaard waarin ziektebeelden, symptomen, diagnose- en behandelingsmethoden staan omschreven. Al te gemakkelijk ‘labelen’ sommige psychiaters en psychologen hun allochtone cliënt met een ziektebeeld dat daarin voorkomt. En als de ziekte niet overeenkomt met de criteria in dat boek, vinden zij dat de stoornis eigenlijk toch wel aanwezig is. Niet zelden wordt daarom tbs op oneigenlijke gronden verlengd. Er zijn gevallen waarin dit onmiskenbaar een schending van de mensenrechten betekent. Het is een probleem dat nog lang niet serieus genoeg wordt genomen.”
U vindt bovendien dat het vluchtelingenbeleid asielzoekers psychisch kapot maakt.
“Klopt. Onderzoek van Laban heeft uitgewezen dat depressies en posttraumatische stoornissen in ernst verdubbelen als vluchtelingen en asielzoekers langer dan twee jaar in onzekerheid over hun verblijfsstatus leven. Ivo Opstelten, de minister voor Veiligheid en Justitie, en zijn staatssecretaris Fred Teeven, noemen de hongerstakingen en zelfmoorden onder asielzoekers in detentie simpelweg ‘excessen’. Schandalig dat met deze woorden ernstige fouten in het beleid worden weggemoffeld. Het zijn geen incidenten! Onderzoek toont aan dat door dit beleid, ondanks enkele beschermende asielwetten, de psychische toestand van mensen juist verergert.
Bovendien komen asielzoekers en vluchtelingen voor goede hulp nog steeds te weinig terecht bij de Geestelijke Gezondheidszorg. Er bestaat een grote behandelkloof tussen mensen die een behandeling nodig hebben en degenen die deze ook echt krijgen. Op het gebied van de procedure is er de afgelopen jaren wel wat verbeterd, maar het kan nog veel beter.
Iets heel anders. Juristen zouden zich de vraag moeten stellen of het wel ethisch verantwoord is om de asielprocedure eindeloos op te rekken. Onbedoeld geven ze hen daarmee valse hoop. Ik zie mensen daardoor in de verdommenis gaan. Ik vind dat onze beroepsgroepen daarover met elkaar dialoog moeten voeren.”
ik zou u willen vragen om het boek ,HET PAUPERPARADIJS,te lezen…..wij nederlanders hebben het ook niet altijd zo goed gehad en zijn wel blijven vechten ondanks alle ellende of niet soms??