Heb je een idee waar die interesse voor rituelen vandaan komt?

“Rituelen zijn een soort vorm om materie te geven aan abstracte gevoelens van blijheid en verdriet. Daar wordt het tastbaarder door en volgens mij heeft ieder mens daar behoefte aan. Rituelen zijn in de traditie vooral aan religie gekoppeld geweest. Maar dat is niet per se noodzakelijk, rituelen hebben niet per definitie met geloof te maken. Het is ook een manier om met elkaar iets in een gemeenschap te delen. Dat is voor humanisten ook van belang. Ik heb wel het idee dat de vorige generatie van humanisten zich hoofdzakelijk afzet tegen de kerken door alles anders te willen dan de kerken deden. Wij zijn nu meer een zelfstandige beweging geworden die een niet-religieuze levensbeschouwing aan het vormgeven is.

De identiteit van het humanisme wordt minder bepaald door datgene wat het niet is en meer door datgene wat het wel is. Dat is de zoektocht waar we middenin zitten. En daar horen rituelen bij. Een deel van de humanisten is politiek maatschappelijk georiënteerd en een deel is meer levensbeschouwelijk op zoek naar manieren om met levensvragen om te gaan. Zij hebben behoefte aan vormen, waardoor ze betekenis kunnen ervaren en dingen kunnen doorleven.”

Waar heeft dat mee te maken?

“Met het feit dat het christendom, en religie in het algemeen, in onze samenleving minder dominant is geworden. In de vorige generatie was het vrij uitzonderlijk als je niet geloofde, dat is nu veel vanzelfsprekender. Om je identiteit te ontwikkelen is het minder nodig om je af te zetten tegen een religie. Daarmee is er ruimte gekomen voor vormen die we automatisch aan religie koppelen, terwijl ze niet per se religieus hoeven te zijn.

In de hele samenleving merk je dat mensen op zoek zijn naar een vorm van gemeenschap die niet dwingend en verplichtend is, maar waar ze wel iets gemeenschappelijks in kunnen beleven. Rituelen zijn een vorm om dat mogelijk te maken. Het is niet meer een taboe en niet meer verplichtend vanuit de traditie. Het mag weer. Die verplichting kan er voor zorgen dat je niet kunt ervaren wat je eigenlijk wilt ervaren. Nu is dat vrijer, waardoor je ook met de vormen vrijer om kunt gaan. Natuurlijk is dat ingewikkeld, want een ritueel heeft voor mij pas betekenis als ik het niet helemaal zelf hoef te bedenken. Dat vindt niet iedereen, maar bij mij moet het ergens in ingebed zijn. Tegelijkertijd moet er wel ruimte zijn om er zelf dingen aan toe te kunnen voegen.”

De secularisatie gaat dus niet gepaard met minder vraag naar rituelen?

“Ik zie secularisatie als pluriformiteit; de vrijheid dat iedereen elkaar de vrijheid gunt om te geloven wat hij wil. Secularisatie houdt niet in dat iedereen atheïst is geworden. Het is jammer dat het vaak negatief wordt geïnterpreteerd. Het gaat er om dat je elkaar de kans geeft om te zijn wie je bent en je daar in alle vrijheid in te ontwikkelen, waarbij je elkaar niets oplegt. Dat is de consequentie van vrijheid. Je hebt zelf de ruimte en laat de ander ook de ruimte. Je hebt elkaar nodig om elkaar die vrijheid te gunnen. Ik kan het alleen maar hebben als jij het ook hebt. Het is iets wat groeit naarmate je het deelt met elkaar.

Dan is het niet vreemd dat in een seculiere samenleving verschillende vormen van betekenisgeving, zoals rituelen, juist gaan floreren, omdat die behoefte blijft bestaan. Je hebt niet meer een gemeenschappelijke vorm van hoe het moet, maar de ruimte en de vrijheid om het op jouw manier te doen. En dan mag je ook de ruimte voelen wat je in die klassieke vorm misschien wél mooi vindt. Dat is niet uitgesloten. Je bent ontlast van het idee dat het moet. En dan blijkt misschien dat je het altijd al wilde en dat het nu uit jezelf mag komen. Ik heb het idee dat het geen tegengestelde bewegingen zijn. Het één is misschien eerder een logisch gevolg van het andere. Ondanks dat het geloof wat minder wordt, dat verlangen blijft. Religie is ook voortgekomen uit menselijke verlangens om allerlei behoeftes die we hebben vorm te geven. Dat blijven mensen doen.”

Welke behoeftes?

“De behoefte van het vinden van een vorm voor datgene dat abstract in jezelf zit, wat je ervaart of wat je beleeft. Net als wanneer je een boek schrijft, dan heb je allerlei gedachten in je hoofd, die vinden vorm in woorden. Het is het concreet maken van iets dat nog niet helemaal helder in je handen ligt. Dat geldt voor rituelen ook, denk ik. Dat je iets tastbaar maakt door  een bloem of een steen neer te leggen, je legt het buiten jezelf en je maakt het concreet. Het verheldert je ervaring, je maakt het deelbaar en je brengt het in de wereld, zoals je een boek of een gedicht ook in de wereld brengt. Rituelen zijn niet een afgesloten geheel, maar het laat iets herkenbaars zien van iets wat er in jou gebeurt. Als je bijvoorbeeld verdrietig bent en je kunt iets doen, een bloemetje leggen of een kaarsje aansteken, dan vult dat het gevoel op een bepaalde manier. Het neemt er niets van weg, maar het vult je. Het doen van een ritueel doet iets met ons, verandert ons. Het maakt je vol-lediger. En dan ga je weer verder.

Die behoefte is er altijd geweest. Veel mensen hebben die behoefte in religie vervuld gezien. Ik denk dat humanisten dat meer privé deden of meer via het geschreven woord. Ze zijn nu een nieuwe manier aan het vinden, nieuwe rituele vormen aan het herontdekken.”

Hoe zien die nieuwe vormen er uit?

“Ik denk niet dat er specifieke humanistische rituelen zijn. Het is meer dat je met elkaar bedenkt hoe je verdriet of vreugde vormgeeft en wat daar bij past. Niet datgene wat ons is meegegeven vanuit de traditie, maar wat we zelf ervaren en wat we zelf willen verbeelden. Ik denk dat de wereld de vormen aandraagt en dat die vormen ook in religie worden gebruikt, zoals kaarsen, bloemen, dingen uit de natuur. Die vormen kunnen net zo goed ook in het humanisme gebruikt worden, maar dat wordt zelf opnieuw bedacht. Ik denk dat de vormen soortgelijk zijn aan zoals ze altijd waren. Voor mij zijn dat menselijke vormen, omdat je nu eenmaal in de wereld leeft.

Ik kan mij voorstellen dat mensen vroeger dingen met kaarsen deden, dat dit een diepmenselijk oerding is dat niet specifiek uit de religie komt. Religie maakt ook gebruik van datgene wat indruk op ons maakt.  Ik zie het dus vooral andersom. De oermens was niet met een monotheïstische godheid bezig, maar ervoer de natuur en dat nodigde uit tot rituele handelingen. Ik denk dat het diep in de mens zit om betekenis te geven aan datgene wat er om hem heen gebeurt. Rituelen zitten blijkbaar in ons en zijn niet gerelateerd aan religie.”

Je zei zonet dat het humanisme minder bepaald wordt door datgene wat het niet is en meer door datgene wat het wel is. Wat is het humanisme wel?

“Het humanisme is eigenlijk een rare levensbeschouwing, in zoverre dat we een levensbeschouwing zijn, maar niet één van de klassieke. Veel onderdelen binnen het humanisme hebben zich ontwikkeld vanuit het vrijdenken: het kritisch denken over beklemmende verbanden en dogma’s, de beweging van vrijvechten en emancipatie. Tegelijkertijd is het een levensbeschouwing  waar een levensvisie uitspreekt die we positief willen vormgeven. Dat is de spanning binnen het humanisme. Wat we met elkaar delen is dat we niet in een persoonlijke God geloven. Het geloof in de mens, dat is het uitgangspunt. Mensen lopen met vragen rond: waarom ben ik hier eigenlijk, wat gebeurt er na de dood, wat vind ik belangrijk en hoe zorg ik ervoor dat anderen ook tot ontwikkeling komen? Dat zijn waarden die we met elkaar delen. Het zit in de mens om zulke morele intuïties te hebben. God is daar irrelevant in. Dat zijn dezelfde waarden als in religie, alleen het wordt niet aan God verbonden.”

Wat heeft het humanisme met zingeving?

“De mens is blijkbaar een zin-ervarend, zinzoekend wezen. Het grappige van de mens is dat hij zingevingsvragen stelt. Dat is ergens in onze evolutie ontstaan en religie is een vorm om met die vragen om te gaan. Ik ben daar als mens ook mee bezig, al is er geen God bij betrokken. Ik ben ook iemand die de vragen stelt, al is daar geen antwoord op. Wat mij betreft word je geboren zonder vooropgezet doel en ga je dood zonder doel. We zijn een klein moment in een grote tijdlijn. Als zodanig kunnen we ons mens-zijn vieren met elkaar.

De mens is een heel wonderlijk wezen. We schrijven gedichten en literatuur, we maken kunst, we doen van alles. We zijn een hele geinige soort. Het had net zo goed niet kunnen gebeuren. We hadden ook niet tot ontwikkeling kunnen komen in de evolutie, maar dat is wel gebeurd. Dat ervaar ik als zinvol. Ik verwonder mij er over hoe wonderlijk het leven is. Dat wij ons bewust zijn van ons zelf, dat wij mensen zijn die kunnen nadenken over zichzelf en kunnen voelen en dat ik daar aan deelneem. Het is op een bepaalde manier zinloos. Ik heb, door alles wat ik meemaak en ervaar, wel meer waardering gekregen voor het leven als zodanig. Daar hoeft voor mij niets voor of na, boven of onder te zijn. Volgens mij gaat het er om dat je de waardering van datgene wat er is kunt leren ervaren en leren waarnemen, daar is voor mij geen religie voor nodig.”

Ina Veldman

Ina Veldman

Ritueeldeskundige

Ina Veldman studeerde aan het Opleidingsinstituut voor theologie, levensbeschouwing en geestelijke begeleiding in Vrijzinnig Perspectief …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.