Hoe heb je de dominicanen leren kennen?

“Dat is een lang verhaal waarvoor we terug moeten in de historie van mijn kerkelijk leven. Als jongere was ik actief in het bestuur van het jongerenkoor van de Antonius van Paduakerk in Nijmegen. Frans Simons OP (een dominicaan) was moderator van dit jongerenkoor. Hij werd mijn geestelijk begeleider, persoonlijk raadsman en is belangrijk geweest voor mijn geloofsontwikkeling. In de jaren ’90 maakte hij mij bijvoorbeeld enthousiast voor de pastorale toerustingscursus.

Bij die toerustingscursus leerde ik om openlijk over mijn geloof te praten. Er ging een nieuwe wereld open. Ik werk bij de Rijksoverheid en daar sprak je niet over het geloof. Maar door die toerustingscursus werd ik opener over mijn geloofsbeleving. Ik merkte dat mijn collega’s er toen ook over begonnen te praten. Het onderwerp werd bespreekbaar.

Door die toerustingscursus werd ik lekenvoorganger bij de parochie Lindenholt in Nijmegen. Ook zat ik acht jaar in het parochiebestuur, eerst als secretaris en later als voorzitter. Daar leerde ik Nelleke Vonk kennen, die penningmeester was.

In 2005 ontmoette ik Nelleke opnieuw. Toen sloeg de vonk over en in 2008 deed ik haar een huwelijksaanzoek. Ik was echter gescheiden en een huwelijk voor de kerk kon dus niet. Wij wilden daarom graag in een reguliere dienst de zegen over onze relatie ontvangen. In de parochie was dit al vaker gebeurd en dus verwachtten we dat ook onze relatie gezegend kon worden.

Maar dat liep totaal anders dan we hadden verwacht! Nadat ik het parochiebestuur had verlaten, was er een conservatieve wind gaan waaien en de zegen over onze relatie werd geweigerd. Het was echter maar een klein groepje dat ‘nee’ zei. De rest begreep niet goed wat er aan de hand was. Nelleke en ik hebben toen met pijn in ons hart besloten om in Lindenholt te stoppen. Maar waar konden we dan gaan kerken? Ik kende door mijn bestuurswerk de andere kerken in Nijmegen en die trokken mij niet zo. Ik kwam weer terecht bij Frans Simons OP. Hij vroeg of wij Henk Jongerius kenden en raadde ons aan om naar de dominicanen in Huissen te gaan.

Met Palmpasen kwamen we voor het eerst in de kapel van deze dominicanen. Het was een warm bad. We huilden tranen van vreugde. In Lindenholt, waar we allebei in het koor zaten, werd het steeds moeilijker om liederen van Huub Oosterhuis geprogrammeerd te krijgen. En gezongen tafelgebeden werden weliswaar door het koor ingestudeerd, maar tijdens de viering verboden door de pastoor die vervolgens één van de vaste tafelgebeden uit de missaal opzei. In Huissen hoorden we de prachtige teksten van Oosterhuis en werd het tafelgebed bijna altijd gezongen! Wat een vrijheid!

Na de viering kwam Henk Jongerius naar ons toe en nodigde ons uit voor de koffie. Later zei hij, zonder dat wij erom vroegen, dat ze soms relaties zegenen. Dat raakte ons in het hart. We bleven er sindsdien wekelijks komen en werden al snel lid van de kloostercantorij. Enkele maanden later zijn Nelleke en ik getrouwd en ontvingen we in Huissen de zegen over onze relatie.”

Wat spreekt je naast de gezangen nog meer aan in de manier waarop de dominicanen de eucharistie vieren?

“De overwegingen vind ik prachtig. De lezing wordt bijna altijd verbonden aan het leven van alledag. Dit vult mijn rugzak voor de rest van de week. Ik kan weer op pad.

Daarnaast vind ik de vredeswens een baken van hoop. Toen ik lekenvoorganger was in Lindenholt, ben ik begonnen met een vredeswens waarbij je elkaar een hand geeft, aankijkt en vrede toewenst. Dit was toen nog betrekkelijk nieuw, en is later in veel andere parochies ingeburgerd geraakt. Op een gegeven moment liep dit in Lindenholt echter weer terug. Dat vond ik erg jammer.

In Huissen beleven we de vrede echt. Als we elkaar de hand geven, elkaar aankijken en vrede wensen, voel ik: ‘oorlog wordt zo onmogelijk’. Als we in de samenleving nou eens op deze manier met elkaar om zouden gaan, dan zou de wereld vredig zijn. De vredeswens is daarom een baken van hoop. Tegelijkertijd geeft dit mij het rotsvaste geloof dat dit de enige manier is waarop vrede in de wereld kan bestaan..”

En de gezangen, hoe dragen die voor jou bij aan het goddelijke?

“De melodie vind ik belangrijk. Woorden die op een mooie melodie worden gezongen, komen beter binnen. Die woorden weten mij op deze manier vaak te raken. Ik heb een hekel aan standaardgebeden die worden afgeraffeld. Dat voelt niet goed. Die afgeraffelde woorden zijn niet doorleefd. Ik wil ze doorleven, zodat ze betekenis kunnen geven aan het leven.”

De kapelgangers kunnen na de viering samen koffie drinken. Hoe belangrijk is dit voor jou?

“Tijdens de viering krijg ik geestelijk voedsel, bij de koffie krijg ik menselijk voedsel. Beide vind ik belangrijk. Bij de koffie zijn vriendschappen ontstaan. Hier hoor je hartverwarmende verhalen en hoor je elkaars wel en wee. Dat samen maakt dat ik telkens terugkeer naar de kapel.

Na de viering leg ik regelmatig nieuwe contacten. Als ik nieuwe mensen zie, spreek ik ze vaak aan. Het levert interessante gesprekken op. Gesprekken in de refter gaan zelden over koetjes en kalfjes; je spreekt elkaar op een dieper niveau. Dat is waardevol. Zo zijn Nelleke en ik bijvoorbeeld bij de Regionale Dominicaanse Familiegroep (RDF) gekomen. Op een zondag praatten we over onze ervaringen met de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland (DLN) en dat we er vanaf zagen om lid te worden. We vonden het te studieus. Iemand die bij de RDF zat, nodigde ons toen uit om een keertje met de RDF mee te doen. Dat hebben we gedaan en dat beviel zo goed dat we zijn gebleven. Ik ben dus geen lekendominicaan geworden, maar voel me zeker wel een dominicaanse leek.”

De dominicanen hebben ‘veritas’, het zoeken naar waarheid, als motto. Hoe interpreteer jij dit motto?

“Nelleke en ik hebben het initiële jaar van de DLN doorlopen. Daar wordt de waarheid voornamelijk gezocht door te praten over theologie. Dat is rationeel, maar deze manier van geloofsbeleving past niet goed bij ons. Wij willen het geloof meer met onze handen en ons hart ervaren. De waarheid zoeken wij dan ook eerder in de diaconie; we willen ons dienstig maken voor de gemeenschap.”

Is dat de reden dat je zo actief bent? Je zingt in de cantorij, bent eindredacteur van OP-Schrift, een informatiebulletin, verzorgt de exprespost voor de kapelgemeenschap, houdt de Facebookpagina van de cantorij en de kapelgemeenschap bij en hebt een vastenactie georganiseerd. Vergeet ik nog wat?

“Ik zorg ook nog voor de communicatie binnen de kloostercantorij en ben lid van de Regionale Dominicaanse Familiegroep.”

Wat vind je het mooist om te doen?

“De vastenactie vind ik het mooiste project. We hebben toen in de kapel geld ingezameld voor de Nederlandse Stichting Vrienden LaVang. Een groep Vietnamezen die in 1983 als vluchteling in Nederland zijn terechtgekomen, wilden hulp bieden aan oorlogsslachtoffers in Vietnam. Een prachtig doel. Nelleke en ik hebben hen geholpen hiervoor een stichting op te zetten.

In Lindenholt zamelt deze stichting geld in door Vietnamese loempia’s te verkopen. Tijdens de vastenactie hebben de Vietnamezen ook loempia’s in Huissen verkocht. Zij ervoeren Huissen als een warm bad en de kapelgangers genoten van de loempia’s.”

En wat kunnen we in de toekomst nog van je verwachten?

“Vanuit mijn ervaringen in Lindenholt denk ik wel eens: ‘het zou leuk zijn om een werkjaarafsluiting in Huissen te organiseren’. In Lindenholt hielden we dan een volkorendag. Alle koren zongen, er werden loempia’s verkocht en de vrijwilligers werden in het zonnetje gezet. Dat zou in Huissen ook kunnen, maar ik heb dit idee nog niet gecommuniceerd.

Maar belangrijker is het om het gesprek over de toekomst aan te gaan. De dominicanen die in Huissen wonen, hebben niet het eeuwig leven, net zomin als de kapelgangers. Ik zou hier met een klein groepje over willen nadenken. Ik zoek mensen die mee willen denken en in een later stadium de plannen willen uitvoeren.”

Tanja van Hummel

Tanja van Hummel

Filosoof en Schrijfcoach

Tanja van Hummel is filosoof en schrijfcoach. Tijdens haar filosofiestudie aan de Radboud Universiteit ontdekte zij een voorliefde voor …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.