Stel dat je van je partner te horen krijgt dat hij graag verder wil als zij, hoe zou je hier dan op reageren? Wat zou je doen? Het overkwam theologe Marian Geurtsen. Haar eigen ervaringen vormden de aanleiding van het boek Een bijzondere liefde, dat vorige week verscheen. In dit boek zijn gesprekken met 14 partners van transgenders gebundeld waarbij veel vragen en thema’s aan de orde komen. Dominique Kok vroeg Marian Geurtsen naar haar eigen ervaringen.

Jouw partner is recent van geslacht veranderd. Hoe werd voor jou duidelijk dat hij graag een vrouw wilde zijn?

“Eigenlijk wist ik al vanaf het begin van onze relatie dat ze, toen nog hij, iets met vrouwelijkheid had. De eerste jaren van onze relatie heeft zich dat gemanifesteerd in dat ze regelmatig vrouwenkleding droeg en als vrouw uitging. Ik vond het in het begin heel raar. Ik zat met vragen als: Wat is dat dan precies en hoe komt dat? Wat voel je dan en waarom heb je dit nodig? Kun je niet als man een rok dragen? Waarom moet je dan voor jezelf het gevoel hebben dat je vrouw bent? Toen kwam ik er achter dat het ‘m niet zat in het wel of niet dragen van een rok, maar in een stukje identiteit: je jezelf kunnen voelen als vrouw. Daar begon voor mij veel te schuiven in mijn opvattingen over identiteit. Wat is dan precies vrouw zijn en wat is dan man zijn? Het ging hem er niet om zich het recht toe te eigenen om vrouwenkleding te dragen, maar het ging erom dat hij zich vrouw wilde kunnen voelen.”

Voelde hij zich toen al vrouw?

“Dat is lastig om te zeggen. Achteraf zeg je wel dat hij het altijd al heeft geweten, maar tegelijkertijd heeft hij in die periode van zoeken zo geprobeerd om gelukkig te worden als man en om als man zijn draai in het leven te vinden. Het is niet dat hij zichzelf voorloog, hij heeft het echt geprobeerd, maar uiteindelijk bleef hij daar niet gelukkig mee. Hij wist niet of hij wel gelukkig zou zijn als vrouw, dat was een sprong in het diepe, maar hij wist dat hij het moest gaan verkennen omdat hij er nu steeds mee bezig bleef. Wat ik zag, was dat hij als man een schat van een mens was, maar nooit ergens vol voor ging. Het was altijd of er iets aan hem ontbrak, een stukje basiszekerheid.”

Wat was jouw reactie toen hij het je vertelde?

“Je wereld staat op zijn kop. Ik had iets van: als het dan toch zo ver is, dan moet ik er maar in duiken. Ik moet er wel bij zeggen dat die vraag acht jaar daarvoor ook al aan de orde was geweest. Toen heb ik tegen haar gezegd: daar kan ik niets mee, dat gaat mij een stap te ver. Als dat voor jou de weg is, kan ik je niet tegenhouden, maar ik denk dat ik het dan niet met je ga mee beleven. Nu we zoveel jaren verder waren en toen andere dingen in ons leven zich gesetteld hadden, dacht ik: als het weer terugkomt, is het kennelijk serieus, dan gaan we het maar proberen. Ik kreeg vaak de vraag van mensen: ‘dus nu gaan jullie uit elkaar?’ Maar ik houd toch niet plotseling minder van hem omdat hij een rok aan trekt? Je houdt van de persoon, en er gebeurt wel van alles met die persoon, en ook met mij daardoor, maar liefde stopt niet van het ene op het andere moment.”

Hoe reageerden jullie familie, vrienden en kennissen?

“Eigenlijk heel goed. Veel mensen zeiden tegen mijn partner: als jij daar gelukkig mee bent… Vanaf dat moment gingen alle vragen over mijn partner: Wat is dat? Heb je dat altijd al gevoeld? Er was maar een enkeling die vroeg: ‘Hoe is dat eigenlijk voor jou?’ Je merkt dan dat je nu degene bent die ernaast staat. En eerlijk gezegd wist ik ook niet hoe het voor mij was. Ik had geen idee over hoe het verder zou gaan.”

Hoe kijk je terug op de afgelopen jaren?

“Vooral in de eerste jaren stond de transitie, de geslachtsverandering, heel erg centraal. Ik neem mijn trouwbelofte erg serieus, maar ik wist in die tijd echt niet of ik mij nog aan die trouwbelofte zou kunnen houden. Dit heb ik ook tegen mijn partner gezegd. Ik heb fase voor fase moeten bekijken of ik nog trouw aan mezelf en trouw aan mijn partner kon blijven. Dat was een periode van veel onzekerheid. Ik had heel veel vragen. Wat doet dit met mijn partner en blijft hij of zij nog wel degene van we ik altijd heb gehouden? Gaat mijn partner van karakter veranderen door de hormoontherapie? In de loop van de jaren krijg je daar vanzelf de antwoorden op.
Eigenlijk is zij geen ander mens geworden, ze is vooral meer zichzelf geworden. Dat is ook wel weer heel mooi om te zien. Ik zag dat degene die ik heel lang geleden alleen maar aan de binnenkant kon zien, nu helemaal zichtbaar werd, van binnen en van buiten. Ik denk dat die mannelijkheid die zij van zichzelf moest hebben haar altijd in de weg heeft gezeten, waardoor ook het contact met anderen altijd wat ongemakkelijk was. Nu ze zichzelf weer is, is ze ook veel makkelijker in contact met anderen. Een stukje van de zwaarte die haar leven voor de transitie had, verdween, en zo ging er ook een stukje van de zwaarte bij mij af.”

Is er iets veranderd qua gevoelens voor je partner? Het lijkt me niet gemakkelijk van een heteroseksuele relatie naar een homoseksuele relatie te gaan.

“Ik heb in de loop van de tijd geleerd om een onderscheid te maken tussen lesbisch voor de buitenwereld, want die ziet gewoon twee vrouwen, en lesbisch in onze eigen intimiteit. Wat ik merk is dat de intimiteit en de vriendschap, dingen die maken dat we echt partners zijn, overeind zijn gebleven. Ik houd nog steeds evenveel van haar, en omdat je samen dingen meemaakt, verdiept je band juist alleen maar. Maar er zit toch ergens een grens aan, er veranderen dus wel degelijk dingen. Wat hebben wij nu met elkaar? Hoe zit dat met aantrekkingskracht? Ik viel toch op mannen? Ik heb heel lang geprobeerd om lesbisch te worden, maar ik merk dat die dingen niet zomaar op aanvraag te veranderen zijn.”

Hoe ben jij zelf veranderd door de transitie van je partner?

“Het was een soort aardverschuiving. Het verschoof al mijn beelden over hoe mensen in elkaar zitten en al mijn beelden over wat mannelijkheid en vrouwelijkheid is. Toen mijn man vrouw werd, dacht ik: wie gaat er nu de boormachine pakken? Kennelijk verwachtte ik dat mijn man dat zou doen. Vroeger dacht ik dat ik hartstikke geëmancipeerd was. Maar op het moment dat de situatie veranderde, kwam ik zulke verouderde denkbeelden toch tegen bij mezelf. Ik denk nu ook met veel dingen: waarom heb ik dat zo laten afhangen van een man? Waar komt dat beeld dat je als vrouw een man nodig hebt als steun en toeverlaat, toch vandaan? Ik ben dus zelfstandiger geworden. Ook heeft het mij als mens heel sterk veranderd, want ik ben voor een deel toch lesbisch geworden, in maatschappelijke zin. Ik heb daardoor ook een grotere gevoeligheid gekregen voor de positie van minderheden in onze samenleving. Als hetero vond ik het prima als andere mensen lesbisch of homo waren, maar het waren ‘andere mensen’. Nu gebeurt het in je eigen huis, dus het komt allemaal veel dichterbij.”

Heeft jouw theologische achtergrond je geholpen in dit proces?

“Ik denk dat mijn theologie hierdoor veranderd is. Vroeger dacht ik dat als je een geslachtsverandering zou doen, je zou ingrijpen in dat wat God jou gegeven heeft. Ergens in de loop van de jaren merkte ik dat als je het lichaam zo voorop gaat stellen, je geen recht doet aan iemands persoonlijkheid. Nu denk ik dat de natuur veelkleuriger is dan alleen de scheiding tussen mannetjes en vrouwtjes, daar zitten veel meer schakeringen tussen. God heeft juist veelkleurigheid meegegeven aan de natuur en de schepping.
In mijn geloof staat centraal dat God ten diepste liefde is. Liefde moest dus de rode draad blijven, en dit heeft mij wel geholpen om mee te gaan in de transitie van mijn partner. De liefde zei mij al snel dat waar zij gelukkig van wordt, belangrijker is dan welke dogma’s dan ook. Ik geloof dat God mensen geschapen heeft, geboren heeft laten worden, niet om te blijven zoals je bent, maar om uit te groeien tot beeld van God. Als ik van vrienden of kennissen een geboortekaartje krijg waarop staat ‘Hoera, een jongen!’, dan denk ik stiekem: dat is nog maar afwachten!”

Hoe wordt er in de kerken in Nederland gedacht over het veranderen van geslacht?

“Ik ben zelf katholiek. Wat ik om mij heen zie is dat veel katholieken er niet zoveel moeite mee hebben. Zij vinden dat als iemand op die manier gelukkig is, het vast en zeker een foutje in de schepping moet zijn. Foutjes kunnen we repareren. Sommige kleine conservatieve protestantse kerken hebben wel de overtuiging dat je niet mag ingrijpen in je lichaam. Dit kan mensen tegenhouden om in transitie te gaan of om te accepteren als iemand in transitie wil gaan.
Toch heeft ook de katholieke kerk een leer die niet erkent dat mensen zichzelf kunnen beleven als iemand van een ander geslacht dan hun lichaam. De katholieke kerk heeft een hele strikte biologische opvatting over alles rond gender en seksualiteit. Van deze opvatting zeggen ze: ‘dat is de natuur’, maar die doet in feite geen recht aan de diversiteit en verscheidenheid die er in de natuur zelf toch echt is. Ik denk dat de katholieke theologie op dit punt zeker wat aanpassing behoeft.”

Wat moet er gebeuren om dit te kunnen veranderen?

“In de katholieke theologie geldt het idee dat je identiteit samenvalt met je lichaam, met je biologische geslacht. Als je daaraan gaat tornen en gaat erkennen dat er zoiets bestaat als een genderidentiteit die onafhankelijk is van je lichaam, heeft dat effect op de hele rolverdeling tussen man en vrouw die de kerk belangrijk vindt. Dit zal dan ook effect hebben op de positie van vrouwen in de kerk, voor iets als de wijding van vrouwen, en op de denkbeelden over homoseksualiteit en heteroseksualiteit. Het erkennen dat er zoiets bestaat als transseksualiteit is een heel klein dominosteentje dat uiteindelijk een heel fundamenteel basisverschil tussen man en vrouw, dat in de katholieke leer erg belangrijk is, omver zou gooien. Er moet dus heel wat gebeuren wil er verandering in komen. Ik denk niet dat hier binnen de komende 20 jaar een oplossing voor gevonden is.”

In je boek komen 14 andere partners aan bod die een vergelijkbare verandering hebben meegemaakt. Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen die jou in deze verhalen opvielen?

“De overeenkomst die ik zie is dat alle mensen wel zeggen dat de transitie hen enorm aan het denken heeft gezet over wat mannelijkheid en vrouwelijkheid is. Velen wisten nog niets over transseksualiteit, moesten erg wennen aan het idee en zaten met veel vragen. Ook elementen van rouw kwamen vaker terug. Als je je man verliest, kun je haar als vrouw ook wel heel leuk vinden, maar je verliest toch je zekerheden en toekomstverwachtingen. Er kunnen bijvoorbeeld ook dingen als een kinderwens meespelen. Dit speelt op een andere manier ook bij mensen die pas na de transitie een relatie hebben gekregen. Als je een relatie met iemand aangaat na een transitie, dan weet je er al van voordat je aan de relatie begint. Ik vermoed dat ik niet verliefd geworden zou zijn op mijn vrouw, als ik haar als vrouw had leren kennen. Nu zijn we in alles aan elkaar gehecht en is er zoveel waardevols tussen ons dat ik dat beslist niet zou willen missen.

Wat ik zie in de relaties die goed zijn gebleven, is dat de partners elkaar de ruimte geven om zich te ontwikkelen en te groeien in hun eigen tempo. Bij veel transgenders zit er noodzaak en haast achter de transitie zodra ze voor zichzelf de knoop hebben doorgehakt. Dat tempo is vaak een discussiepunt in relaties. De partner en de naasten hebben vaak meer tijd nodig om te wennen aan het idee. Er zijn voor hen veel vragen, die de transgender al eerder heeft gehad. Bij goede relaties is die ruimte er van beide kanten. Ook van de kant van de partners die vinden dat ze de ander niet moeten tegenhouden om gelukkig te worden. Als dit is wat jij nodig hebt, ga ik jou niet in de weg staan.

Toen ik met de interviews bezig was vond ik het ook goed om de verschillende verhalen naast elkaar te lezen. Waarom gaat het bij het ene stel mis en gaat het bij het andere stel wel goed? Het gebeurt dat een partner zegt dat hij of zij zich het niet voor kan stellen om bijvoorbeeld als vrouw naast een andere vrouw te gaan leven. Of dat een transgender zelf zegt het zich niet voor te kunnen stellen straks als vrouw op de bank te zitten met de vrouw die hem al 30 jaar als man kent. Soms is de denkhobbel van tevoren al zo groot, dat het niet lukt. Kun je het aan dat dingen onzeker zijn of niet helemaal passen in je plaatje? Dat is veel gevraagd.”

Wanneer is het boek een succes voor jou?

“Ik hoop dat mensen die in deze situatie terecht komen het besef krijgen dat ze niet alleen staan en dat ze zich aan dit boek kunnen optrekken en er zichzelf kracht mee kunnen geven. Ook de partners tellen mee, ook zij doen ertoe. Je kunt je partner steunen maar dat betekent niet dat je eigen leven alleen nog maar ten dienste van de ander staat, dat je alles moet opofferen voor hem of haar. Als mensen die aan het begin staan van een vergelijkbare situatie, door deze verhalen een perspectief op kunnen doen, of dingen kunnen herkennen waarbij ze twijfels hebben, dan denk ik dat het boek geslaagd is.”
___

Voor meer informatie over het boek Een bijzondere liefde of om dit boek te bestellen: klik hier.

Dominique Kok

Religiewetenschapper

Studeert Religiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.