Alma’s onderzoek richt zich op de rol van verbeelding in zingeving en levensbeschouwing, en op de ontwikkeling van religieus humanisme in relatie tot maatschappelijke en ecologische vragen. Zij is coördinator van de masterspecialisatie Spiritual Care (geestelijke verzorging) waar de studieroute gericht op planetaire gezondheid onderdeel van is.
Hoe en waarom zijn jullie tot deze specialisatie voor geestelijk verzorgers gekomen?
“Vanuit mijn onderzoek naar spiritualiteit en planetaire gezondheid ging ik me steeds meer vragen stellen bij het gebrek aan aandacht voor ecologische vragen binnen de geestelijke verzorging. Er zijn zeker geestelijk verzorgers die actief zijn op dit gebied, maar er is geen structurele aandacht voor deze thematiek zoals bijvoorbeeld in de klimaat- of ecopsychologie. Daar wordt veel onderzoek gedaan naar zaken als klimaatangst of klimaatdepressie en worden behandelmethoden ontwikkeld. Dat is belangrijk, maar ten diepste is klimaatangst geen psychische problematiek. Het is in feite een gezonde reactie op een ongezonde situatie.”
Het gaat volgens Alma bij klimaatangst om vragen en zorgen die de grond van het bestaan raken. “Wie zijn wij als mens in relatie tot de planeet die wij bewonen? Stellen we onszelf en onze belangen centraal, of hebben we oog voor onze verwevenheid met en afhankelijkheid van andere levensvormen? Wat betekent onze manier van omgaan met de Aarde voor het voortbestaan van mensen en andere diersoorten? Kunnen en mogen we rouwen om wat nu al verloren is gegaan?”
Alma vertelt dat geestelijk verzorgers zijn opgeleid om mensen professioneel te begeleiden in het omgaan met levensvragen in vaak kwetsbare situaties. “Als ze ziek zijn, gevangen zitten, als militair op uitzending zijn. Ik vind het belangrijk dat ze ook opgeleid worden om mensen bij te staan in het omgaan met hun fundamentele kwetsbaarheid als aardbewoner, en om bewustzijn te creëren van de invloed van onze keuzes in ecologische zin. Hoe wij naar mens en wereld kijken beïnvloedt ons handelen: geestelijk verzorgers als specialisten op het gebied van zingeving en levensbeschouwing moeten worden toegerust om ecologische vragen te doordenken.”
Wat kun je vertellen over de studieroute? Wat maakt de klimaatcrisis tot iets existentieels?
“De term planetaire gezondheid vraagt uitleg. De term wordt gebruikt voor een nieuw wetenschapsgebied dat zich richt op onderzoek naar de gevolgen van globale omgevingsveranderingen voor de gezondheid en overleving van alle soorten op Aarde (KNAW, 2023, p.4; vertaling HA). De medische- en levenswetenschappen zijn dominant op dit terrein, maar ik vind het van belang dat ook geesteswetenschappen hun inbreng kunnen hebben. Alleen in een werkelijk interdisciplinair verband kan gezondheid in brede zin recht worden gedaan: fysiek, mentaal, sociaal en spiritueel, maar ook menselijk en niet-menselijk.”
Planetaire gezondheid vraagt een zorg voor de aarde die, volgens Alma, mooi omschreven is door zorgethica Joan Tronto: ‘Zorg omvat alles dat we doen om onze wereld te onderhouden en voort te laten bestaan, zodat we daarin zo goed mogelijk kunnen (samen)leven. Tot die wereld behoren ons lichaam, ons zelf, onze omgeving, allemaal nauw met elkaar verweven in een levensbevorderend web’ (Tronto 1993, p. 103; vertaling HA).
Op deze manier naar zorg kijken, roept volgens de hoogleraar de vraag naar zinvol leven op. “Wat betekent goed leven en goed samenleven? Wie worden daarvan uitgesloten? De klimaatcrisis bepaalt ons bij die hele fundamentele vragen. We zijn geneigd vast te houden aan het comfortabele bestaan dat velen in ons deel van de wereld kunnen leiden, maar de klimaatverandering wordt in belangrijke mate door die comfortabele manier van leven aangejaagd. De gevolgen daarvan doen zich vooral voelen in kwetsbare gebieden waar de bewoners zelf een veel kleinere ecologische voetafdruk hebben. Klimaatvluchtelingen zijn bij ons echter niet welkom.”
“Maar ook dichter bij huis roept de klimaatcrisis existentiële vragen op,” zo vervolgt ze. “Wat betekent het voor jonge mensen die hun leven moeten opbouwen in een veranderend klimaat, met een stijgende zeespiegel en verdere toename van conflictgebieden? Anne de Beus schreef een prachtig artikel over hoe jongeren met klimaatangst zich vaak niet begrepen voelen (Trouw, 22 maart 2024). Ze pleit voor een open dialoog waarin naar de stemmen van jongeren geluisterd wordt en gezamenlijk actie wordt ondernomen. Nodig zijn volgens haar: zorg voor geestelijke gezondheid, samenwerking tussen generaties en vooral een empathischer wereld. Ze verwoordt in feite op indringende wijze waarom we aan de VU met deze studieroute zijn begonnen. Geestelijke verzorgers kunnen deze processen op professionele wijze begeleiden, als zij daarvoor goed opgeleid zijn, met inzicht in wat er speelt en mogelijk is.”
Voor wie en hoe komt de studieroute van pas?
De studieroute is bedoeld voor iedereen die zich aangetrokken voelt tot het beroep van geestelijk verzorger in het licht van de vraag hoe wij met zorg de aarde kunnen bewonen, legt Alma uit. “Voor een deel gaat het om ‘klassieke’ vormen van geestelijke verzorging bijvoorbeeld in zorginstellingen die ernst maken van hun duurzaamheidsbeleid. Een voorbeeld is Dimence Groep, een organisatie die specialistische ggz biedt. Zij werken vanuit het programma DuurSaam om bij te dragen aan ecosystemen die de mentale gezondheid voeden en versterken. Het is een omvattend programma waaraan de dienst geestelijke verzorging kan bijdragen. Ook in de directe zorg voor patiënten en cliënten, bij wie soms sprake is van aan klimaatangst gerelateerde problematiek.”
“Dimence ziet in dat deze problematiek een existentiële dimensie kent, die om inzet van de deskundigheid van geestelijk verzorgers vraagt. Ook andere zorginstellingen krijgen met vragen van cliënten te maken en voeren een toenemend ambitieus duurzaamheidsbeleid. Het is van belang dat geestelijk verzorgers zich bewust zijn van de rol die ze daarin kunnen spelen en toegerust zijn om dat op professionele wijze te doen.”
De studieroute is er volgens Alma ook op gericht om aan de maatschappelijke rol van de geestelijk verzorger duidelijker invulling te geven. “Deze maatschappelijke rol wordt in de Beroepsstandaard Geestelijk Verzorger wel genoemd, maar niet uitgewerkt. Naar mijn mening heeft geestelijke verzorging altijd een maatschappijkritisch element, omdat het ruimte creëert in instellingen en in de levens van mensen voor wat in onze samenleving vaak naar de marges verdwijnt: aandacht, compassie en zorg voor de hele persoon, op een wijze die moeilijk meetbare effecten sorteert. Tegen de dominantie van economisch denken en financieel gewin in, roffelt geestelijke verzorging vaak stilletjes op de trom van zinvol leven in een humane samenleving.”
Dat geluid mag wat Alma betreft wel wat luider klinken. “Ik hoop dat we met onze studieroute mensen opleiden die zich in het publieke domein uitspreken voor zorg om kwetsbaar en bedreigd leven als een basiswaarde van onze samenleving.”
“Met de studieroute beogen we mensen die zich zorgen maken om de ecologische crises serieus te nemen en perspectief te bieden. Niet in de zin van ‘alles komt goed’, maar door met anderen te kunnen delen wat er bij hen leeft en naar handelingsmogelijkheden te zoeken. Ruimtes creëren voor dialoog, gesprek, bewustwording en in beweging komen.”
Missen we dat echt in deze tijden van klimaatverandering?
“Ik heb me in studie en werk veel beziggehouden met zingeving. Meer en meer ben ik me erover gaan verbazen dat daar zo diepzinnig over wordt geschreven, terwijl mensen zo onverschillig kunnen omgaan met leven in zijn werkelijke verschijningsvormen. Meer en meer ben ik er ook van overtuigd geraakt dat we er met alleen technische ‘oplossingen’ niet komen. We hebben een spirituele transformatie nodig, die mensen op nieuwe manieren verbindt met elkaar en met andere bestaansvormen.”
Geestelijk verzorgers kunnen volgens de hoogleraar mensen helpen te onderzoeken wat ten diepste van waarde voor hen is. Alma: “Hoe kunnen zij van daaruit bijdragen aan een zorgzame manier van de Aarde bewonen? Dat kan vanuit verschillende religieuze en levensbeschouwelijke bronnen geïnspireerd zijn. Gesprekken daarover voeren en faciliteren zie ik als een belangrijke uitdaging voor het beroepsveld van geestelijke verzorging.”