U woont in Frankrijk. Hoe volgt u het nieuws in Nederland?

“Dat is tegenwoordig vrij gemakkelijk. Ik heb een satellietschotel en kan alle Nederlandse zenders krijgen. Verder krijg ik de weekeditie NRC Handelsblad en de elektronische nieuwsbrief. Wat ik een beetje mis is het linkse intellectuele milieu in Amsterdam. Ik ga maandelijks nog wel eens een paar dagen naar Amsterdam om lezingen te geven. Er is daar ook een informeel praatclubje van vrienden van me, de Golfclub, die we zo hebben genoemd naar aanleiding van de eerste interventie in de Golf.”

Hoe hebt u het nieuws van de tragedie in Noorwegen meegekregen?

“In fasen. Eerst was er de bomaanslag, pas een paar uur daarna het nieuws over de schietpartij op het eiland. Aanvankelijk was ik niet eens zo verbaasd: weer een bomaanslag, weer een gek met een machinegeweer. Pas later bleek dat het nog veel erger was.”

Wat maakte u op uit het profiel van de dader?

“Hij heeft wonderlijke ideeën. Op internet vond ik een combinatie van bijvoorbeeld stripboeken en tempeliersmythologie. Breivik is duidelijk niet in orde. Bijzonder was dat hij nooit had laten merken wat hij van plan was. Hij was heel perfide in de keuze voor het eiland: een plek waar zijn slachtoffers moeilijk konden vluchten.”

Wat vond u van de berichtgeving omtrent het drama?

“Mij viel op dat veel van de slachtoffers uit minderheden afkomstig waren, maar dat kreeg geen grote plaats in de berichtgeving en wordt nog steeds niet goed uitgespeld in de media. Inmiddels zijn de namen uitgelekt, dus je zou verwachten dat er meer aandacht aan zou worden besteed. Ik heb de opiniepagina’s over Noorwegen niet gezien, maar begreep wel dat er snel een zwarte pietenspel werd gedaan. Dat lag voor de hand. Columnisten waren aanvankelijk zorgvuldig om niet meteen Wilders erbij te betrekken. Omgekeerd zeiden Wilders en consorten terecht dat ze niet meteen het drama in de schoenen geschoven wilden krijgen. Dat zou een ‘typische vuile linkse truc’ zijn. Het is een voorspelbare discussie, ik had die pagina’s zelf ook kunnen volpennen.”

Onmiddellijk na het drama in Noorwegen werd er in Nederland fel gediscussieerd over ‘het geschapen klimaat’…

“Dat is al enkele jaren gaande en begon met de discussie over heiligschennis, wat in Nederland allang een gelopen race is. Nu is er weer de hele discussie over haatzaaien en het proces-Wilders. Ik hink op dat vlak op twee gedachten: idealiter moet je verregaande vrijheid van meningsuiting hebben, waar ook minderheden aan moeten wennen. Anderzijds moet je je afvragen of haatzaaien niet door justitie moet worden ingedamd.”

Hoe kijkt u daar vanuit uw vakgebied tegenaan?

“Laat ik een voorbeeld uit de psychologie noemen. 50 jaar geleden had je de discussie over subliminale beïnvloeding: als je mensen een hele korte prikkel laat zien die niet waarneembaar is, dan beïnvloedt dat mensen. Enkele jaren geleden kwam dat terug als priming, wat wil zeggen dat mensen door woorden op het verkeerde been kunnen worden gezet. Uit experimenten op Harvard blijkt dat als je associaties maakt tussen huidskleur en geweld, mensen sneller zwarten met geweld identificeren, en dat politieagenten ook sneller op ze gaan schieten. Daaruit blijkt dat taal niet zomaar neutraal is.”

JaapvGinneken
Beeld door: Wikipedia

Welke rol ziet u sociale media in de huidige discussie innemen?

“Ik ben bezig met een boek over ‘stemmingsbesmetting’. Daarmee bedoel ik dat veranderende stemmingen zich altijd heel snel door de samenleving verspreiden. Dat principe staat haaks op het principe van de ‘wisdom of the crowd’, waarbij grote groepen mensen onafhankelijk van elkaar tot een, vaak afgewogen, oordeel komen. Stemmingsbesmetting kan positief en negatief zijn. In het begin van mijn boek stel ik dat we leven in een toenemende hyperconnectiviteit. Dankzij het internet is een groot deel van de wereldbevolking 16 uur per dag online. Aan de ene kant is dat mooi, anderzijds klotsen emoties steeds sneller over de wereld. We kunnen ons gemakkelijke laten aanzetten tot een bepaalde handeling.”

Denkt u dat Noorwegen een nieuw tijdperk gaat inluiden in het islamdebat?

“Ik denk wel dat dergelijke discussies door sociale media anders gaan verlopen. Ten eerste gaat alles steeds sneller, binnen een paar minuten dendert nieuws de wereld over, waardoor we vaak slechts een hele grove inschatting hebben van wat er gaande is. Ten tweede ‘audiovisualiseren’ nieuws en informatie steeds meer. Stemmingen bepalen door steeds meer spectaculaire beelden in grotere mate het discours.”

Geert Wilders heeft geen merkbare schade geleden in de peilingen, ondanks Noorwegen. Hoe komt dat volgens u?

“De gemiddelde Wilders-stemmer zal snel denken: ‘Zie je wat die vuile linksen ons weer in de schoenen schuiven’. De menselijke geest is soepel genoeg om zich van zoiets te distantiëren. Wilders begrijpt vrij goed binnen welke marges hij moet opereren, via eenzijdige statements en weinig deelname aan discussies. Als hij nu openlijk in debat zou gaan, kan er een emotionele sfeer ontstaan waarin hij de regie zou verliezen. Mensen nemen selectief waar. Men legt gemakkelijk een eenduidig raster over een complexe werkelijkheid. Ik zeg altijd: we leven niet in de ware wereld, maar in onze eigen voorstelling van de wereld.”

Wat zouden media beter kunnen doen wat betreft het islamdebat?

“Er moet veel vaker naar worden gestreefd om twee radicaal tegengestelde discoursen in de opiniepagina’s te plaatsen. Media masseren vaak op eenzijdige manier feiten en opinies, waar dan een soort weldenkende communis opinio uit ontstaat. Een minder getraind publiek ziet echter niet direct dat het een heel specifiek discours is. Zoals ik heb laten zien in boeken als De schepping van de wereld in het nieuws en Exotisch Hollywood: Westerse media blijken vaak ook nauwelijks in staat buiten de eigen belevingswereld te treden.”

Jan-Albert-Hootsen

Jan-Albert Hootsen

journalist, gespecialiseerd in Latijns Amerika

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.