U hebt het over de ziekte van onze maatschappij. Wat bedoelt u daarmee?

“Als psychiater luister ik in de beslotenheid van mijn consultatieruimte naar het verdriet van individuele mensen, maar ik vond altijd dat de wereld daar ook mee te maken had. Ik gaf vaak lezingen voor een groot publiek over psychiatrische ziektebeelden en dan werd vaak duidelijk dat het grote publiek en mijn patiënten eigenlijk dezelfde problemen verwoorden.

Toen ik daar verder over nadacht bleek dat de diagnose borderline heel erg overeenkwam met de problemen van de wereld. Mijn boek Borderline Times werd onverwacht een bestseller. Blijkbaar herkennen veel mensen zich in de redenering dat de psychiatrische problematiek niet losstaat van de wereld, maar een uitvergroting is van de wereld.”

Wat is uw boodschap?

“Mijn boodschap aan psychiaters is dat hun patiënten geen rare afwijkingen hebben, maar dat zij nog meer dan anderen in het midden van de wereld staan. Psychiaters moeten goed naar hun patiënten luisteren, want zij vertellen iets over ons allemaal. Dat is een belangrijke boodschap, omdat deze wereld de neiging heeft om dat wat patiënten vertonen weg te zetten als niet normaal en als ook niet van betekenis. Zij moeten behandeld worden en daarna kunnen ze hun plaats in de wereld weer innemen alsof er verder niks aan de hand is. Ik wil het graag omdraaien: wat patiënten vertellen is van groot belang voor iedereen.”

Psychiaters moeten goed naar hun patiënten luisteren, want zij vertellen iets over ons allemaal.

Wat vertellen die patiënten?

“Ze vertellen en vertonen de kenmerken die ik terugzie in de maatschappij. Relationele instabiliteit is een kenmerk van borderline. Als ik om mij heen kijk, dan zie ik dat dat een fundamenteel kenmerk is van de huidige Westerse wereld. Onze relaties zijn niet meer zo duurzaam en vast als twee generaties geleden.

Een kenmerk wat ik ook zie zijn hardnekkige gevoelens van eenzaamheid. Ik denk dat die eenzaamheid en individualiteit wezenlijke kenmerken zijn in de grootstedelijke Westerse wereld, waar we in grote gemeenschappen dicht op elkaar wonen en elkaar niet kennen. Gemeenschappen waar we onze vrienden alleen maar op facebook ontmoeten, waar ieder in zijn eigen studio zit met zijn eigen eenpersoons diepvriesmaaltijd en weinig connectie heeft met anderen. Dat is de inbunkering van de ikkigheid. Het blijkt uit onderzoek dat eenzaamheid het grootste probleem van de moderne mens is. Dus als mensen dat afdoen als een psychiatrisch symptoom, dan vraag ik hen om eens na te gaan of het als symptoom van de wereld ook niet van betekenis is. Ik denk namelijk van wel. We zijn verbonden wezens die zich ontwikkelen in de spiegeling met onze geliefden en in verbondenheid met anderen.

girl-1848477_1920
Beeld door: Pixabay

Het centrale kenmerk vind ik de hardnekkige gevoelens van leegte en zinloosheid. Volgens mij is dat de core-business. Alle andere kenmerken zijn daar fenomenen van. In onze samenleving lijkt dat de belangrijkste uitdaging: de zin van het bestaan. Dat heeft volgens mij te maken met de secularisering van onze maatschappij. Uit de geschiedenis van tweeduizend jaar traditie is heel snel een bijna anti-religieuze beweging ontstaan die het kind met het badwater heeft weggespoeld. En wij staan daar nu eenzaam en naakt onder de hemel, niet goed wetende wat er moet gebeuren. Er is geen goddelijkheid om aan te refereren. Ik pleit absoluut niet voor een terugkeer van de maatschappij van gisteren, dat kan ook niet, maar ik pleit er voor om heel goed na te denken over de zin van het bestaan. Over wat het leven is en hoe we kunnen leven. Dat is de onderliggende boodschap.”

Eigenlijk was dat de rol van de kerk, die valt weg. Wie moet die rol dan nu op zich nemen?

“Dat weet ik niet, ik ben geen mens die voorop loopt in de oplossing. Ik beschouw mijn boodschap als een therapeutisch proces. Psychotherapie houdt in dat je de vraag zichzelf laat ontwikkelen, zodat mensen tot inzicht komen en hun eigen oplossingen vinden. Geen grote dingen, maar kleine oplossingen die hen weer op de been helpen. Een psychiater helpt om het eigen proces van de mens te laten gedijen. Dat doe ik ook met mijn visie: ik houd een spiegel voor aan de wereld en signaleer een probleem, in de hoop dat mensen op verschillende terreinen en manieren daar voor zichzelf en voor de wereld oplossingen voor kunnen bedenken. Heel erg bottom-up. Ik ben bang voor politieke of religieuze leiders die zeggen: ‘Denk niet, volg mij, ik weet het’. De geschiedenis heeft bewezen dat dat heel gevaarlijk is. Ik geloof in leiders die zeggen dat ze samen met de mensen gaan zoeken en hen zelf aan bod laten komen in een democratisch denkproces: hoe we allemaal als gewone kleine mensen kunnen bijdragen aan een betere wereld. Ik wil geen gelijk halen, maar ik wil wel graag dat mensen dit herkennen, zodat ze er over gaan nadenken. Dat is hetzelfde doel als met psychotherapie: mensen raken en doen nadenken en ergens een verandering initiëren die ze zelf in handen nemen. Ik stuur de verandering niet. Ik zet het bewustzijn in gang.”

Ik geloof in leiders die zeggen dat ze samen met de mensen gaan zoeken en hen zelf aan bod laten komen in een democratisch denkproces

Gelden uw bevindingen voor iedereen in de samenleving, ook bijvoorbeeld voor migrantengroepen?

“Ik word uitgenodigd door mensen van allerlei strekkingen die de dialoog willen aangaan. Zo ben ik al meerdere keren uitgenodigd door groepen met een moslimachtergrond.

In Nederland heeft het mij veel genoegen gedaan dat ik werd uitgenodigd in de Amsterdamse grachtengordel door de VPRO-kijkende progressieve bakfiets-rijdende hipsters die mijn gedachten interessant vonden. Tegelijkertijd werd ik uitgenodigd in de biblebelt om in kale kerken te gaan spreken over deze thema’s. Deze twee, op het eerste gezicht, wat anders denkende bevolkingsgroepen konden zich toch wel vinden in mijn gedachten. In die zin wil ik  een verbindende mens zijn die in allerlei milieus, ook in migrantengroeperingen, zijn gedachten wil laten groeien. Hier in België word ik uitgenodigd door partijpolitieke groeperingen van redelijk rechts tot vrij links. Extreem rechts vindt mij niet. Mochten zij mij uitnodigen, dan zou ik er naar toe gaan. Ik wil mij niet vastzetten in een bepaalde groepering, maar ik wil een breed discours dat mensen met verschillende achtergronden zal aanspreken.”

Als u contact hebt met allerlei groeperingen, ziet u dan overal dezelfde symptomen?

“Mijn discours gaat over de Westerse wereld, in andere delen van de wereld spelen andere mechanismen. In het binnenland van Afghanistan, zeg ik altijd, zullen kenmerken van borderline veel minder te vinden zijn. Daar spelen andere moeilijkheden die niet minder groot zijn. Laat dat heel duidelijk zijn, maar ik spreek over de mensen hier. Ik zie hoe mensen uit verre landen hier komen met totaal andere opvattingen en ideeën over geloof, over samenleven, over familie en hoe dat door de Westerse wereld als niet interessant wordt bezien. Wij beschouwen ons als superieur en zij moeten doen zoals wij, want wij weten het beter. We moeten daar de dialoog mee aangaan en nuanceren en luisteren.

Ik wil bijvoorbeeld weten hoe mensen uit andere culturen, als het gaat over familiaire verbanden en zorg, deze dingen aanpakken, zodat wij daarvan kunnen leren. Ik probeer dat met een open geest te doen, niet met een vooringenomenheid van het grote eigen gelijk. Dat is mijn houding tegenover andere achtergronden die vanuit hun cultuur hier dingen brengen die boeiend zijn om over te spreken. Die houding lijkt de dialoog te bevorderen. Deze mensen komen in onze wereld, waar ze deze kenmerken tegenkomen en waar ze gevraagd worden om daarin te integreren, dat is soms een cultuurclash. Een beetje kort door de bocht, maar wij vragen dus aan deze mensen om zo snel mogelijk de borderline-diagnose te krijgen.”

family-2899274_1920
Beeld door: Pixabay

U zegt dat het in andere culturen vaak veel minder speelt, heeft u een idee waardoor dat komt?

“Laten we al die verschillende culturen niet op een hoop gooien. Ik ben geen antropoloog en geen cultuur-socioloog. Ik zeg dit wat vrijblijvend en niet wetenschappelijk onderbouwd. Maar ik heb de indruk dat in veel culturen de familiaire verbanden nog hecht zijn en dat de tradities en het belang van religie nog ergens meespelen. Ik zeg dit met respect, ik zeg niet dat dat de oplossing is die wij ook moeten zoeken, maar het is interessant om daar samen over te spreken. Mijn oplossingen voor de wereld zitten in engagement, zorg en verbinding. Ik zie dat mensen in andere culturen het, wat die eigenschappen betreft, soms nogal goed doen en dan wil ik dat niet als achterlijk en oninteressant beschouwen. Ik wil dat nuanceren.”

Is er ook kritiek op uw zienswijze?

“Jazeker. Eén van de kritieken is dat ik een ondergangsdenken zou propageren, waarbij ik zeg dat de wereld naar zijn ondergang gaat. Dat is haaks op wat ik bedoel, want ik ben een hoopvol mens, een therapeut die de problemen niet uit de weg wil gaan, maar ze wil benoemen om er iets aan te doen. Met de overtuiging dat dat ook kan.

Een andere kritiek is dat ik een allemansvriend ben, omdat ik mij inderdaad niet in een kamp laat duwen van politiek of religieus denken. Dan zeggen mensen dat ik alles maar goed vind. Het is wederom de positie van de psychotherapeut die in zijn spreekkamer mensen ziet met verschillende achtergrond: jongeren en ouderen, religieuze en atheïstische mensen, links- en rechtsdenkende mensen en al deze mensen beluister ik in hun verhaal, waarbij ik probeer voorbij de standpunten van de maatschappelijke opvattingen te denken en naar hun wezenlijkheid te gaan. Dat probeer ik ook te doen met mijn maatschappelijk discours. Ik bezie de wereld toch vooral in zijn veelheid. Ik wil daarin geen splitsing maken tussen migranten en autochtonen, tussen religieuzen en niet-religieuzen, ik wil het verbindend benaderen.

Het is natuurlijk raar dat de cultuurkritiek komt van een hulpverlener uit de gezondheidszorg. Daar waar de filosofen en de sociologen wat minder in de kijker lopen. Ik weet dat niet goed te verklaren. Misschien omdat het aansluit bij het feit dat mensen in een maatschappij, waarin iedereen ongelofelijk gelukkig moet zijn, toch voelen dat er onder die sfeer een soort verdriet zit dat nu naar boven komt en waar ik de vinger op heb gelegd.”

We móeten met z’n allen gelukkig zijn…?

“Ja, dat is mijn stelling. Het lijkt een soort verplichting, een dwangmatig dagelijks geluk dat niet verstoord mag worden, maar dat kan niet. Het leven is wisselend, het is af en toe gelukkig, maar het is soms ook heel lastig. Dat is eigen aan het menselijk bestaan.”

Wat is er nodig om ons te genezen?

“Dat is nadenken en elk kleine mens kan op zoek gaan naar zijn engagement in de wereld. Ik citeer vaak de Franse filosoof Levinas die het heeft over de Kleine Goedheid. Dat betekent dat elke mens in zijn leven, in zijn positie, iets kan doen in de samenleving voor de medemens, onmerkbaar en klein soms, niet revolutionair, maar wezenlijk. Daar zit de sleutel voor de oplossing: in het engagement wat ieder mens kan hebben ten opzichte van zijn medemens. In de verbinding, in het beantwoorden van de vraag naar zorg en het durven en kunnen luisteren naar het verdriet en de kwetsbaarheid van de medemens. Daarmee kan onze verkruimelde samenleving weer een weefsel worden. Uiteindelijk zijn we allemaal kwetsbaar. Onze wereld is fragiel en dreigt ook heel impulsief te zijn. De vraag is hoe we die kwetsbaarheid als een verbindend patroon aan kunnen wenden. Het is naar buiten durven komen met kwetsbaarheid en het durven beantwoorden van die kwetsbaarheid door de ander.”

Dat is ook gerelateerd aan de zin van het leven…

“Ja, absoluut, naadloos en zonder twijfel.”

Ina Veldman

Ina Veldman

Ritueeldeskundige

Ina Veldman studeerde aan het Opleidingsinstituut voor theologie, levensbeschouwing en geestelijke begeleiding in Vrijzinnig Perspectief …
Profiel-pagina
Al 7 reacties — praat mee.