“Sinds kort hebben wij het manifest dat bij de oprichting van de werkgroep is geschreven opnieuw uitgebracht en in kerken laten ophangen. Hierin is beknopt samengevat hoe wij willen werken. Het is een uitnodiging tot verbinding: Geïnspireerd door God en Zijn schepping nodigen wij iedereen uit tot samenspraak over hoe we met de schepping en de aarde omgaan en hoe tegenstellingen geslecht kunnen worden. Dit is hoe we in de kern willen verbinden. We willen weg van het gepolariseerde en gepolitiseerde debat over het klimaat.”
De Vos vindt het een groot pluspunt aan de encycliek dat het document nadrukkelijk begint met een synthese op basis van academische inzichten. “Ik hecht daaraan, omdat ik het belangrijk vind dat we vanuit de harde wetenschappelijk feiten vertrekken. Als eerste constateren de wetenschappers dat de aarde piept en kraakt; wij als mensen zijn de aarde massaal aan het uitputten. Daarna volgt een meer reflectieve duiding door de paus. Hij heeft het daarbij over de schreeuw van de aarde, het ecologische vraagstuk, die gepaard gaat met de schreeuw van de armen, het sociale vraagstuk.”
Eco-sociaal
Deze twee schreeuwen zijn twee belangrijke sleutelbegrippen in de encycliek die met elkaar verbonden zijn. Na het benoemen hiervan reikt de paus een dubbele oplossingsrichting aan. Volgens hem worden de gemarginaliseerden als eerste geraakt door de uitputting van de aarde. Dat zijn veelal de mensen in het mondiale Zuiden die op de vlucht moeten slaan voor droogte, overstroming en ziekte.
“Die verbondenheid betekent dat als wij het klimaatvraagstuk tegemoet willen treden, we dat steeds moeten doen vanuit de vraag hoe ons handelen zich verhoudt tot de armen. Deze benadering noemen we eco-sociaal. Als alliantie zeggen we: we komen er niet als we alleen maar zonnepanelen op onze daken leggen. Dat is slechts de magere helft van het vraagstuk, want vervolgens komen de sociale vragen op: hoe zijn die zonnepanelen geproduceerd? En de vraag wat te doen met het geld dat we besparen als kerk als we zonnepanelen op het dak hebben liggen. Als je het echt eco-sociaal wilt doen dan zou dat geld idealiter ten goede moeten komen aan de eenzamen en de armen in de parochie. En andersom geldt het ook. Als mensen of kerkgemeenschappen sociaal bezig zijn, dan rijst de vraag hoe die goede inzet duurzamer gemaakt kan worden.”
De Vos geeft graag een voorbeeld hoe dit eco-sociale vorm kan krijgen in de praktijk. Hij noemt de Franciscushof in Tiel. Dit is een biologische moestuin die beheerd wordt door de katholieke parochie. Er werken mensen die de opbrengst van de tuin mogen meenemen. De producten uit de tuin worden echter ook gebruikt om het voedsel te bereiden van het inloophuis dat in samenwerking met de protestantse kerken is opgezet. “De parochianen in Tiel proberen een verbinding te leggen tussen het sociale inloophuis en de ecologische Franciscushof, bijvoorbeeld ook door mensen van het inloophuis aan te moedigen eens in de tuin aan de slag te gaan. Ik vind dit een prachtig voorbeeld van wat eco-sociaal kan zijn.”
Als student kwam De Vos in aanraking met Laudato Si’. Wat hem steeds meer trof is een ander kernbegrip in de encycliek: het gemeenschappelijk huis. “De eerste keren dat ik dat begrip las vond ik het niet zo sprankelend, zelfs wat archaïsch. Maar nu vind ik het een ronduit krachtige term. Het omvat een hele oplossingsrichting. De paus zegt namelijk dat we naar een andere manier van denken toe moeten, want het is eigenlijk heel vreemd dat wij als mensheid de aarde tegen beter weten in onleefbaar aan het maken zijn. Hij probeert een nieuw verhaal neer te zetten met als kernbegrip dat gemeenschappelijke huis. Die term impliceert dat wij als mensen allemaal in hetzelfde huis verkeren, wij zijn allemaal huisgenoten van elkaar. Als je je daar écht bewust van wordt en je beseft dat we allemaal onderdeel zijn van één ecosysteem, dan kun je niet anders dan daar oprechte zorg voor dragen. Dit inspireert mij, want een dergelijke notie heeft de potentie om polarisatie te overstijgen en hopelijk ook onze junkyachtige behoefte aan economische groei ten koste van de ander.”
Periode van transitie
De Vos hoopt en gelooft dat we met z’n allen op dit moment een nieuw verhaal aan het schrijven zijn. “Ik denk dat we als mensheid in een belangrijke transitieperiode zitten. Je ziet dat terwijl het oude systeem kraakt in zijn voegen, er een nieuwe verhaal wordt geschreven door ons allen, gelovigen en niet gelovigen. En ik vind dat we bij dat proces moeten zijn vanuit de katholieke inspiratie. Want als we die inspiratie niet inbrengen, dan denk ik dat dat sociale en spirituele aspect, dat gemeenschappelijke huis, minder sterk een onderdeel wordt van dat toekomstverhaal. Als christenen zijn wij geroepen om in die maatschappelijke, politieke en levensbeschouwelijke discussie aanwezig te zijn. Anders gezegd: de encycliek is niet geschreven om in een lade te verdwijnen. Ze moedigt aan om het anders te doen, in woorden en in daden.”

De alliantie wil een samenwerkingsverband zijn, maar ook, binnen en buiten de kerk, een aanjaagorganisatie. Er is een wereldwijde Laudato Si’-beweging waar zij onderdeel van is. De alliantie wil gemeenschappen versterken en mensen daarin bemoedigen. “Maar, zegt De Vos, “het is niet altijd eenvoudig om de eerste stap te zetten, want niet iedereen staat te popelen om bijvoorbeeld biologische koffie te gaan schenken, want die is duurder. Ik begrijp dat ook, want als de kerk kleiner wordt, dan moet zij zich afvragen wat haar kernactiviteiten zijn.
Tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat juist de kerk geroepen is om die eco-sociale opdracht te omarmen vanuit de caritas of de diaconie. Hoe dat kan? Soms in het klein. Onlangs kreeg ik het bericht dat in de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch nu ecologische kaarsjes staan zonder een aluminiumcupje dat steeds maar weggegooid wordt. Dat is prachtig, want in dat toekomstverhaal dat we met z’n allen aan het schrijven zijn, gaat het ook over symboliek. En omdat we vanuit de katholieke traditie toch redelijk bedreven zijn in het aanreiken van verbindingssymbolen, vind ik dat we nu kansen moeten grijpen. Nog zo’n voorbeeld: her en der worden er symbolische Laudato Si’-bomen geplant, bijvoorbeeld bij basisscholen. Het is een verhaal van hoop, van constructieve groei. Het gaat mij niet zozeer om invloed uitoefenen, het gaat mij erom dat er in deze transitieperiode wordt toegewerkt naar een rechtvaardiger en duurzamere wereld.”
Pakken koffie
“De encycliek is geschreven voor alle mensen van goede wil,” vervolgt De Vos. “Tot mijn vreugde is er ook een soort islamitische Laudato Si’ verschenen onder de titel Al-Mizan: een Verbond voor de aarde. Dat omvat prachtige aanknopingspunten voor dialoog en concrete samenwerking. We zijn allemaal onderdeel van de schepping Gods en we zitten allemaal in datzelfde gemeenschappelijke huis. Het is niet exclusief katholiek. We hebben een gedeeld basisvertrekpunt, dat gevoed wordt door onze verschillende bronnen. We voelen dezelfde urgentie.”
Van 1 september tot en met 4 oktober was het de periode van de schepping. Het thema van de Scheppingsperiode 2024 was: Hoop en leef met de schepping. De Vos licht toe: “De Wereldgebedsdag voor de schepping van 1 september is een dag waarop christenen los van de precieze denominatie samenkomen om de schepping te vieren en te bejubelen, maar zich ook bezinnen op hoe de leefbaarheid van onze aarde in het gedrang is geraakt door menselijk handelen. Als een markering van iets waar we stil bij moeten staan. In deze scheppingsperiode willen we ruimte geven aan de lokale gemeenschappen om in samenwerking met anderen aandacht te vragen voor dit thema. Dit jaar was ik betrokken bij een parochiecluster in Twente. Daar is het gelukt om voor het eerst in negen kerken op dezelfde dag een groene viering te organiseren. Dat is een grote stap! Als blijk van waardering hebben wij als alliantie de koffie gedoneerd, uiteraard van Max Havelaar. Ik kreeg een foto opgestuurd van die pakken koffie bij het altaar. Dat beeld trof mij geweldig. Het gaat mij er niet om hoeveel mensen er op dat moment in die kerk zitten. Maar wel dat we als gemeenschap Laudato Si’ durven te omarmen, ook in de liturgie.”
Uitgestoken hand
De alliantie wil in samenwerking het verhaal ook door jongeren laten schrijven. ‘Ik vind het voor de toekomst van groot belang om hun taal en hun beleving mee te nemen. Tevens willen we nadenken over hoe onze economie er uit zou moeten zien; welke mensen baat hebben bij het huidige economische stelsel en welke mensen minder. Ik ben daarbij overigens niet huiverig om ook contact te zoeken met partijen die niet in eerste aanleg warm lopen voor deze discussie.”
“Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat wanneer je echt met iemand in gesprek gaat, er geen gemene delers te vinden zijn. Ik probeer mij voortdurend te laten voeden door de ander. Laten we niet bevreesd zijn, maar elkaar proberen te begrijpen. Laten we vanuit onze inspiratie anderen aanspreken en de hand reiken in het vertrouwen dat ook zij mee schrijven aan een rechtvaardig toekomstverhaal. Die uitgestoken hand, dát is Laudato Si’.”
Kijk op https://laudato-si.nl/.
Een mooi positief verhaal. Wat ik graag wil toevoegen is dat het beeld van het gemeenschappelijke huis nog sterker is dan Jurijn doet voorkomen. Want het huis wordt niet alleen bewoond door alle mensen, maar ook door de planten en de dieren, de schimmels en de bacteriën, door alles wat leeft. En ook zij dragen bij aan de huishouding.