Donderdag 29 mei a.s. is het Hemelvaart, een belangrijke dag voor christenen. Maar ook voor bahá’ís. Zij gedenken die dag het sterven van hun Stichter, Bahá’u’lláh (1817-1892). Aan Hem ging de Báb (1819-1850) vooraf, vergelijkbaar met Johannes de Doper, die Christus vooraf ging. De Báb (letterlijk: ‘de Poort’) baande de weg voor Bahá’u’lláh. Geboren in een adellijk gezin in Teheran (Iran), koos Hij de kant van de zieken, armen en onderdrukten. In 1853 kreeg Hij een goddelijke openbaring. Vanaf dat moment stond Zijn leven in het teken van het uitdragen van de Boodschap Gods. In de lijn van Profeten als Boeddha, Christus en Mohammed was Hij een aards representant van de ene God en mensen gingen Hem volgen. Na een leven van ballingschap, vervolging en gevangenschap stierf Bahá’u’lláh (lett.’de Glorie van God’) in betrekkelijke vrijheid in het huidige Akko in Israël.

Wie is Charles Hamburger?

“Ik ben geboren in 1942 in Rotterdam in een Joods gezin. Als kind werd ik tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergebracht bij een protestantse familie. Na de oorlog haalden Joodse familieleden mij op. Opgroeien in zo’n periode onder die omstandigheden is lastig. Misschien dat ik daarom al jong verlangde naar ‘mijn eigen weg’. Rond mijn twintigste kwam ik in contact met het Bahá’í-geloof. Dat was thuiskomen. Van 1969 tot 1973 had ik een reguliere huisartsenpraktijk in Rotterdam, in 1974 heb ik als zelfstandig alternatief genezer in Nijmegen gewerkt tot mijn pensioen in 2003. Ik wil blijven bijdragen aan de realisatie van een betere wereld en heb in 2006 stichting ‘de Deugdenboom’ opgericht. Onze stichting legt zich toe op burgerschapsonderwijs en morele educatie van basisschoolkinderen. Met andere woorden, vanaf heel jong ethisch positief gedrag aanleren. Dit jaar is ‘de Deugdenboom’ derde geworden bij de Nationale Compassieprijs. Verder ben ik de werkgroep ‘Het Woord dat Inspireert’  gestart: na aanmelding krijgen mensen elke dag een inspirerende gedachte uit de geschriften van de wereldgodsdiensten.”

Wat zijn essenties van het Bahá’i geloof?

“Bahá’ís geloven dat het leven een samen op weg zijn naar eenheid en eensgezindheid is: de Gouden Eeuw van de Mensheid. Je zou het ook het Koninkrijk Gods op aarde kunnen noemen of de Grote Vrede. Er is één God, waaruit alle religies ontstaan zijn, in wie alles samenkomt en van wie het veranderingsproces naar eenheid, vrede en welvaart voor de aarde uitgaat. Dat is een stap-voor-stap proces, waarbij de praktische invulling zijn obstakels kent. Kijk maar naar de vele ‘non-eenheid’ in onze samenleving. Dat zijn groeistuipen en leermomenten. Elke tijd heeft zijn specifieke problematiek. De bahá’ís  leven vanuit een open hart naar de medemens toe. In de omgang met elkaar is het sleutelwoord ‘lankmoedigheid’, een verplicht in te oefenen levenshouding, waardoor je alert blijft op gedachten, ontmoeting en handelen vrij van vooroordelen, afgunst en andere belemmerende houdingen. En dat verplicht moet je affectief opvatten, als een ouder die het goed voorheeft met zijn kind. Deze groei betekent ook individuele ontwikkeling, waarbij religie en wetenschap elkaar aanvullen en versterken. Ziel, verstand en lichaam zijn een eenheid, waarbij het verstand een middel is om te begrijpen en te creëren. We kennen ‘Recht van God’ (Huqúqu’llah), een daadwerkelijk willen delen van je materiële welvaart ten bate van de Bahá’i-gemeenschap, maar ook van de samenleving in het algemeen.”

Nogal wat aspecten van het Bahá’i-geloof doen aan het Universeel Soefisme denken…

“Dat is niet vreemd gezien de regio waar het ontstaan is (Perzië, het huidige Iran). Er zit een universele boodschap in de meeste levensbeschouwelijke stromingen: God als Schepper erkennen en met liefde en compassie werken aan een betere wereld. Bovendien omarmt ook het Universeel Soefisme alle wereldreligies en wil geen nieuwe dogma’s vormen, maar eenheid tussen alle mensen bevorderen en respectvol met eenieders religie en cultuur omgaan. Elke periode kent zijn profeten, die heel specifiek voor die tijd geroepen worden. Elke tijd kent zijn eigen uitdagingen. Essentieel is dat om tot eenheid en vrede te komen, de spirituele laag, de immateriële dimensie, leidend is en we toewerken naar een eenheid, waarin diversiteit kan bestaan. Openstaan voor de medemens en voor nieuwe ervaringen en inzichten. Met eenzelfde doel voor ogen: wereldvrede.”

Geen nieuwe dogma’s, maar wel bindende uitspraken. Wat is het verschil?

“De uitspraken van Bahá’u’lláh zijn door God geopenbaard voor deze tijd. Om de mens een stap verder te brengen in zijn ontwikkeling, zoals God die voor ogen heeft. Als bahá’í geloof je dat dit de juiste handvatten zijn om te komen tot eenheid en vrede. Er is voldoende creatieve ruimte om daar praktische invulling aan te geven. Er zijn nieuwe geestelijke principes nodig, die de mens op de juiste weg naar een  universeel welzijn zetten. Er is geen sprake van een straffenstelsel. We gaan uit van broeder- en zusterschap in gelijkwaardigheid. Er is geen sprake van een elitair exclusivisme. We spreken niet van uitverkoren en uitgesloten. We hebben geen kerken maar Huizen van Aanbidding die open staan voor alle mensen. We kennen geen hiërarchie, we hebben geen priesters. Wat besluitvorming en advies aangaat, zijn er Geestelijke Raden en overkoepelend het Universele Huis van Gerechtigheid op de Berg Karmel in Israël, waar het geestelijk erfgoed van Bahá’u’lláh beheerd wordt.”

Is de gedachte aan wereldvrede niet naïef?

“Ik ben opgegroeid met de Messiaanse gedachte: geloof in de komst van de Beloofde, die de mensheid vrede en welvaart zal brengen. Deze eschatologische gedachte – het eind van de wereld zoals wij die kennen en het scheppen of herstellen van een volmaakte wereld – hangt niet als een zwaard van Damocles boven ons hoofd. Het is een uitdaging het beste uit jezelf te halen en positief bij te dragen aan het welzijn van de wereld. In een van Zijn geschriften zegt Bahá’u’lláh: “Gods plan met het zenden van Zijn Profeten naar de mensen is tweeledig. Ten eerste om de mensen uit onwetendheid te bevrijden en naar het licht van waar begrip te leiden. Ten tweede om de vrede en rust van de mensheid te verzekeren en in alle middelen te voorzien waardoor deze tot stand gebracht kunnen worden.” Dat iets tot nu toe nog niet gelukt is, wil niet zeggen dat het niet bereikbaar is op termijn.”

Dus niet God, maar de mens moet uiteindelijk voor vrede zorgen?

“Het is een samen optrekken. Een mens heeft enige controle over zijn leven, de vrije wil. Daar tegenover staan ervaringen, die hij niet zelf kan bepalen, het lot. Als individu heb je de keuze tussen goed doen of schade toebrengen. Aan jezelf en aan een ander. Het ego en de verleiding naar materieel gewin zit ons vaak in de weg. Dat is nu zover doorgeschoten op allerlei gebied, dat steeds meer mensen gaan beseffen dat het in dit tijdperk van globalisering en dus grotere onderlinge afhankelijkheid, noodzakelijk wordt om andere keuzes te maken. Wie wil er uiteindelijk niet in vrede, harmonieus met elkaar leven? Er worden nog altijd bahá’ís vervolgd. Ook onze Stichter heeft veel moeten lijden. Wanneer vervolging en lijden niet tot wraak, maar juist naar vergeving en verzoening leidt, is er hoop. En die hoop wordt bevestigd, overal op de wereld. Geweld, uitbuiting en discriminatie is niet de weg. Dat radicaal andere spoor vraagt de moed en de discipline om met een deemoedige en open houding met elkaar om te gaan.”

Is er daarom zoveel aandacht voor opvoeding en onderricht bij de bahá’is?

“De mens betreedt als onschuldig kind, vrij van vooroordelen en met een open houding, deze wereld. Karaktervorming is een doorgaand proces, dat zowel positief als negatief beïnvloed kan worden. Het is heel belangrijk de waarden, die wij deugden noemen, voorop te stellen. Waarheidsliefde, integriteit, hoffelijkheid, het goede zien en nederigheid. Dit laatste niet in dociele zin, maar jezelf niet boven een ander plaatsen. En dat houdt niet op bij een bepaalde leeftijd. Het proces bevorderende middelen zijn bidden, vasten, meditatieve bijeenkomsten, kunstvormen, leerkringen en sociale projecten ten bate van de gemeenschap opzetten.”

Hoe word je een bahá’i?

“We hebben geen speciale ceremonieën of rituelen. Voorwaarde is wel dat je gelooft dat Bahá’u’lláh de Boodschapper van God voor deze tijd is. In wezen ben je dan al een bahá’í. Je gaat de weg die Bahá’u’lláh wijst. Je wordt opgenomen in een gemeenschap door het invullen van een geloofsverklaringskaart. De gemeenschap wordt gefinancierd door vrijwillige bijdragen van haar leden. Het gaat om de innerlijke intentie, om de manier waarop je je geestelijke houding manifesteert in de praktijk van alledag.”

Wat kunnen de bahá’is betekenen in de interreligieuze dialoog?

“Actief bijdragen aan een werkelijke uitwisseling en gezamenlijk optrekken. Vanuit bahá’í-visie moet de interreligieuze dialoog zich erop richten om “de belangen van de mensheid veilig te stellen, de eenheid der mensheid te bevorderen en de geest van liefde en kameraadschap onder de mensen aan te kweken.” Er worden veel initiatieven in het kader van duurzaamheid, onderwijs en bevordering van sociale en economische ontwikkeling. Er is een doorgaand interreligieus contact. Hoe onzichtbaar ook voor sommige mensen, geloof me, je vindt bahá’ís verspreid over de wereld in misschien relatief kleine gemeenschappen hard aan het werk om een nieuwe bewustwording in de wereld tot leven te brengen. Wereldvrede is geen utopie, maar er moet wel hard voor gewerkt worden.”

marianne

Marianne van Waterschoot

Communicatiecoördinator

Marianne van Waterschoot werkt momenteel als communicatiecoördinator voor twee parochies. Ze doet daarnaast redactie & vertaalwerk en …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.