Waar voelt u zich qua geloofsovertuiging meer thuis, bij de ‘lichten’ of de ‘zwaren’?
“Orthodox, vrijzinnig – ja dat zijn de termen die ik vanuit mijn gereformeerde jeugd nog ken. Van huis uit hoorde ik bij de ‘lichten’, al was de term ‘vrijzinnig’ thuis nog wel een scheldwoord. Nu zou ik me ‘vrijzinnig’ noemen, al vraag ik me af wat het nut ervan is. Dat soort onderscheidingen zijn zo negentiende eeuws… Ik ben dus, zo je wilt, een ‘lichte’ theoloog die in Licht en zwaar een paradoxaal pleidooi ervoor voert dat we het leven best wat zwaarder mogen nemen. Ik ben van harte hoogleraar aan de PThU en predikant in de PKN, maar verwacht hier geen kerkelijke theologie. Ik heb vooral mijn mystieke hart willen laten spreken.”
Eerder zei op u deze site dat “u bang bent dat hypes rond mindfullness of meditatiecursussen van het type ‘boeddhisme light’ vaak niet meer zijn dan een feel good-religie: een spiritualiteit als life style, die de angst voor de leegte juist bezweert, in plaats van dat zij haar leert te doorstaan.” Speelde die ‘angst’ een rol in de totstandkoming van het boekje?
“Iedereen moet maar op zijn wijze zalig worden, dus geen kwaad woord over de levensbeschouwelijke keuzes die mensen maken. Ik heb ook niks tegen een ‘goed gevoel’. Ik vind echter dat je vanuit de theologie best een kwaliteitstoets aan religiositeit mag stellen. Ik denk dat een religie die mensen helpt om zich door de moeiten van het leven heen te slaan een betere is dan de spiritualiteit die er met een wijde boog omheen loopt. Dat een religie, die ons met beide benen op de grond houdt, ons meer brengt en verder helpt dan een ‘escapereligie’, die het lijden, het kwaad, het onrecht en de zinloosheid niet recht in het gezicht wil zien. Vandaar Icarus op het omslag van Licht en zwaar: wie alleen zweven wil, valt uiteindelijk te pletter.”
Kunt u een voorbeeld geven waaruit voor u duidelijk wordt dat ‘escapereligie’ het lijden, het kwaad, het onrecht en de zinloosheid niet recht in het gezicht wil zien? En waarom ‘moet’ dit laatste eigenlijk?
“Laat ik maar dicht bij huis blijven: kijk eens naar de manier waarop we Kerst vieren nu. Gezellig onder elkaar rondom de open haard, het kindeke Jezus in de kribbe, Vrede op aarde, maar tegelijk de gordijnen potdicht. We denken er dan liever niet aan dat datzelfde kindje Jezus voor diezelfde Vrede werd opgepakt en geëxecuteerd, net als ontelbare anderen tot op de dag van vandaag, Het christelijk geloof is helemaal geen feel good-religie, denk ik. Waarom je niet fijn af en toe even aan de narigheid mag ontsnappen? Vind ik prima, doe ik zelf ook. Maar doe dat dan met een mooi stuk muziek, of een flinke borrel. Niet met God.”
Af en toe merk je in Licht en zwaar dat u niet zeker weet of uw interpretatie van een mystieke tekst of ervaring juist is. Wel formuleert u heel stellig uw eigen inzichten en overtuigingen die je wellicht ook als ‘mystiek’ kunt zien. Maar is dat niet een beetje riskant? Immers: er zijn tig vormen van mystiek en er is niet één mystieke waarheid…
“Bij het duiden van ervaringen van anderen moet je altijd voorzichtig zijn en een slag om de arm houden. Het blijft gissen naar wat iemand ten diepste beweegt. Ik heb in dit boekje echter wel zo helder mogelijk willen zeggen waar ik zelf in spiritueel opzicht op dit moment sta. Het is een persoonlijke zoektocht met Simone Weil als gesprekspartner. Wie een pleidooi tegen ‘zweverigheid’ houdt, moet toch zelf op zijn minst ook positie willen kiezen, letterlijk een ‘standpunt’ durven innemen? Ik kies voor de aarde, voor eindigheid, voor sterfelijkheid, voor de liefde voor dit leven. In alle voorlopigheid, want mijn innerlijk leven is ook een reis, waarvan ik niet weet waar hij eindigt.
Wat de mystiek betreft: op die term heeft niemand het monopolie. Voor mij is het elke vorm van religie waarin enkelingen zich willen laten doordringen door de werkelijkheid van God, en zich door die ervaring willen laten omvormen.”
Uw boekje begint met deze zinnen: “We leven licht. Ontworsteld aan de druk van tradities en aan de dwang van geloofsgemeenschappen, individualiseren we in hoog tempo. Onze tijd is er niet alleen een van zwevende kiezers, maar ook van ‘zwevende gelovigen’, zoals socioloog Joep de Hart nieuwe spirituelen noemt die afscheid nemen van de oude religie. We willen steeds meer ons leven inrichten volgens eigen keuzes. Dat maakt ons vrij van de knellende banden van conventies, van de druk van ‘zo hoort het’. Dat lucht op, maar het maakt ons ook geestelijk labiel en eenzaam.” Hoezo geestelijk labiel en eenzaam? Da’s wel een stevig oordeel…
“Je herkent je daar niet in? Als ik spiritueel de pols opneem van onze tijd, dan kan ik niet anders constateren dan dat veel mensen de weg geestelijk kwijt zijn en niet weten waar ze het zoeken moeten. De heldere, collectieve ‘antwoorden’ van vroeger doen het niet meer, maar wat er voor in de plaats komt is twijfel aan wie we zijn en waar het met ons en met de wereld naar toe moet. Lees de haarscherpe analyses en tijdsbeelden van psychiaters als Verhaeghe en De Wachter. Of (de titel van) de roman De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera. Fundamentalisten profiteren maar wat graag van deze onzekerheid. Ze bieden de schijnzekerheid van een groepsovertuiging. Wil je daarin niet mee, dan moet je, ieder voor zich, spiritueel opnieuw het wiel weer uitvinden. In alle voorlopigheid en flexibiliteit, want morgen kan alles weer anders zijn.”
Iemand die ontzettend gelukkig is met een feel good-religie… heeft deze persoon volgens u nog niet het juiste spirituele inzicht?
“Ieder slaat zich een weg door het leven op zijn of haar manier, daar oordeel ik niet over. Ik denk alleen dat je aan religie ook een ethische en – zo je wil – een pastorale toets op kunt leggen: spiritualiteit moet ons als mensheid verder helpen en ons niet individueel in de kou laten staan met ons leed en verdriet. Nu we ook ecologisch zo onder druk staan om onze planeet te laten overleven, is een ontsnappingsreligie een slecht idee. De aarde kan net nu wel een flinke scheut aardsheid goed gebruiken.”
De ideeën van Simone Weil vormen het hart van Licht en zwaar. Kunt u kort aangeven waarom zij zo’n goed antwoord heeft op uw moeite met ‘escapereligie’? Zo revolutionair zijn haar ideeën toch niet? Een thema als ‘Aandacht’ komen we niet alleen bij haar maar bij vele mystici tegen. In de Happinez lezen we er alleen maar over…
“Het thema van de Maand van de Spiritualiteit deed me meteen denken aan wat Simone Weil schreef over zwaartekracht. Je kunt pas licht leven als je de wet van de zwaartekracht aanvaardt en respecteert, schrijft ze. Denk aan de vogel in de lucht, de zwemmer in het water, de zeiler op zee. Ze zijn de zwaarte te slim af door hem… te gehoorzamen. Ik heb die boeiende gedachte in dit essay willen uitwerken. Simone Weil is niet de eerste die dat bedacht, nee. Maar in de manier waarop ze ‘aandacht’ voor de harde, onbuigzame werkelijkheid tot het hart maakt van haar spiritualiteit is ze uniek.”
Waarin verschilt u van inzicht of mening met Weil?
“Ik kan heel ver met haar meegaan waar ze deze tegelijk verrukkelijke en verschrikkelijke wereld als een teken van de liefde van God ervaart. Maar ik deins terug voor haar radicaliteit. Uiteindelijk, zegt ze, moeten we ook ons eigen ik willen laten vernietigen in totale gehoorzaamheid aan ‘de zwaartekracht’, die immers door de liefde van God geschapen is. Ik krijg dat niet over mijn lippen.”
U schrijft over de waarde van het mystieke deel in religie: “Misschien is het nu vooral de beurt aan het mystieke element in de religie om mensen met elkaar en met de aarde te verbinden”. Zouden kerken niet veel meer naar mystici en de mystiek moeten kijken als het gaat om de toekomst van de kerk?
“Ook in de kerken zelf wordt dat mystieke element toch ook steeds meer als een kracht ontdekt? De tijd voor religie als collectief machtsinstituut is voorbij. Dat merk je ook in de kerk. We gaan toe naar vloeibare vormen van religieuze gemeenschap. Die kunnen alleen vitaal zijn als ze gedragen worden door enkelingen die zich willen laten doordringen van God. Mystiek en kerkelijkheid – ze staan van oudsher op gespannen voet met elkaar, maar ze kunnen tegelijk ook niet zonder elkaar.”
Vloeibare vormen van religieuze gemeenschap, zegt u. Wat is voor u persoonlijk nou een concreet, inspirerend voorbeeld hiervan?
“De Pepergemeente in Groningen vind ik zo’n gemeenschap, bij mij in de buurt. Geen kerk, geen dogma, geen autoritair gezag. En toch een gemeenschap met inspirerende vieringen, waar je je thuis kunt voelen. Maar er zijn zoveel van dit soort clubs en bewegingen in de marge van de gevestigde religie. Ik denk aan de ‘Emerging churches’, die uit het niets ontstaan, omdat een paar krachtige mensen ermee beginnen. Of Neem De Nieuwe Poort op de Zuidas bijvoorbeeld, het initiatief van Ruben van Zwieten.”
Na het lezen van uw boekje vroeg ik me af: voor wie is dit boekje nou eigenlijk geschreven? En had een katholiek dit boekje ook kunnen schrijven?
“Het is bewust een wat ‘zwaarder’ boekje dan het andere essay voor deze Maand van Arie Boomsma, naast andere ‘lichtere’ publicaties die in de Maand van de Spiritualiteit ongetwijfeld zullen verschijnen. Het is toegankelijk geschreven, hoop ik, je hoeft er niet voor gestudeerd te hebben. Maar je moet wel willen nadenken.
Is het dan een typisch protestants boekje? Zelf denk ik dat ook een katholiek het geschreven zou kunnen hebben. Maar dan wel eentje die net zo’n moeite met gedachteloze kerkelijkheid en met collectieve geloofsdwang heeft als ik.”
Laatste vraag. Bent u ook zo positief over paus Franciscus?
“Ja, omdat hij zo helemaal Franciscus is, niet omdat hij paus is. Of is dat nu weer een typisch protestantse opmerking?”
Ik ben blij dat u een pleidooi houdt tegen zweverig geloof en voor praktisch geloof. Maar ik heb wel een paar kanttekeningen bij uw antwoorden in het bovenstaande interview.
Bij “escape” religie zegt u dat het christelijk geloof helemaal geen “feel-good” religie is. Dat betwijfel ik. Waarom mag je je niet goed voelen bij God, waarom mag je je niet koesteren in Zijn liefde? En waarom zou “escape” hier negatief moeten worden uitgelegd, zoals bij Marx’ opmerking over religie als opium van het volk? Waarom kan dat niet in termen van genezing, verlossing en bevrijding worden gezien en/of ervaren? Wanneer mensen zich niet goed voelen, hoe kunnen ze dan instrumenten zijn in Gods handen?
“We leven licht en ontworteld. (. . . ) Dat lucht op, maar het maakt ons geestelijk labiel en eenzaam.” Waarop de interviewer vraagt: hoezo geestelijk labiel en eenzaam? Uw antwoord gaat daar niet echt op in. Twijfel is op zich niet verkeerd, en het fundamentalisme heeft doorgaans geen vat op mensen die in onzekerheid durven te leven. Dat ieder voor zich spiritueel het wiel opnieuw opnieuw moet uitvinden is deels een kwestie van een achterlopende theologie die uit wil gaan van zekerheden, deels inherent aan het bestaan dat voortdurend verandert (waardoor de theologie telkens achterloopt), deels uit de angst onder Christenen om te buurten bij een andere godsdienst die het wiel mogelijk al wel heeft uitgevonden en er misschien al eeuwen mee werkt.
Het echte antwoord op ontworteld leven gaat over geworteld leven, en dat kan niet met een denkraam, maar moet in een mens worden verankerd. Het gaat dan om het vinden van de wortels van een mens, zijn diepste grond. Dat vraagt meditatie, zoals Augustinus al heeft aangegeven in zijn “Belijdenissen” (boek 10), om het werken aan de menselijke geest, om het vinden van (in Augustinus’ woorden) “het beeld van God”. In de kerk is hier altijd met enige vrees mee omgegaan, zoals u ook aangeeft met uw latere opmerking dat mystiek en kerkelijkheid van oudsher op gespannen voet met elkaar staan. Maar zolang die vrees blijft, blijven labiliteit en eenzaamheid het lot van de gelovige.
Om het probleem op te lossen wordt het misschien tijd dat u stopt met de dialoog met de westerse, goeddeels christelijke cultuur, en in dialoog gaat met een religie uit een niet-westerse cultuur, waarin meditatie niet zozeer gevreesd wordt, maar onontbeerlijk wordt geacht voor verdieping, verankering en hervorming naar geest en lichaam.
Helaas is het zo, wanneer je vraagt waar het boeddhisme vandaan komt, dat men niet eens weet van de beginselen, van deze levenswijze. Hoe het ontstaan is.
Hoewel het boeddhisme een levenswijze is , zijn er heel veel verschillende stromingen.
Ik zelf ben een Taoïst. Ik reciteer teksten uit de Tao Te Ching- I Ching. Dat is mijn manier van bidden. De Taoïsten worden gezien als vrijzinnige boeddhisten! 😉
Reactie op Riza Kremer: Ik weet niet goed wat je bedoelt, maar als je wilt zeggen dat ik niet weet waar het Boeddhisme vandaan komt, welke stromingen er zijn, wat de beginselen inhouden en welke levenswijze het voorstaat: zie mijn website, hgposthuma.nl.
Reactie op Hessel Posthuma: Mijn reactie was algemeen bedoeld. Niet persoonlijk.
Zo zie je maar dat je overal zomaar boeddha beeldjes kan kopen. Zijn erg mooi en leuk om in huis te hebben. Maar zelf vind ik het jammer dat het niet meer dan dat is. Een vorm van mode of trend.
Terwijl ik zelf heel erg hecht aan de Boeddha als hulpmiddel.
Ik weet dat het allang gebeurd dat het westen met oosten samensmelt. En dat is een zeer goed teken. 🙂
Mijn geliefde is Nederduits gereformeerd.
Ik heb overigens de website gelezen en het komt helemaal overeen hoe wij erover denken en leven.
Ik vind dat hier een karikatuur gemaakt van wat hier “licht gelovigen” genoemd wordt. Het is een bekende truc om een “lichtzinnig beeld” te construeren, en dat dan te bekritiseren. Frits Lange mag best in dat door hemzelf gedeconstrueerd beeld geloven maar hij moet dan niet vergeten dat het zijn beeld is, het is een vals en onwetend beeld wat hier zo lichtzinnig geconstrueerd is. Er worden valse tegenstellingen geconstrueerd. Het is een bekende en intolerante houding van gelovigen die zich op een eiland hebben teruggetrokken, en niets nieuws meer hebben bij te dragen in een steeds sneller ontwikkelende wereld.
Angst is een slechte raadgever. Mensen herkennen de innerlijke stem. Er bestaat geen leegte als je van geloof gaat naar weten. De innerlijke stem is van God gegeven en maakt mensen zelfstandig en groot. Dat moeten we respecteren. Zelfstandig in de wereld staan daar is niets mis mee. De innerlijke stem is onderdeel van Gods schepping.