Janneke Stegeman is publiek theoloog, onderzoeker op het gebied van protestantisme en kolonialisme en docent bij Emoena, een opleiding voor leiderschap in de context van interlevensbeschouwelijke diversiteit aan de Vrije Universiteit. In haar proefschrift Decolonizing Jeremiah wierp ze een kritisch licht op hoe Bijbelse begrippen als ‘volk’ en ‘landbelofte’ onderdeel werden van koloniale ideologie. Dat bracht haar ertoe Nederlands kolonialisme te onderzoeken, en specifiek de verbinding met protestantisme.
Saskia Pieterse is letterkundige, schrijver van essays en kritieken en onderzoeker. Ze is bijzonder hoogleraar Letteren en Samenleving aan de Erasmus Universiteit. Dankzij haar promotieonderzoek naar Multatuli die korte metten maakte met vooruitstrevende dominees kwam ze protestants kolonialisme op het spoor. Sindsdien doet ze onderzoek naar het Nederlandse zelfbeeld.
Hoe vonden jullie elkaar en hoe is het idee voor het boek Uitverkoren ontstaan?
Janneke: “Drie jaar geleden stelde een vriend voor dat wij eens met elkaar zouden koffiedrinken, volgens hem hadden we veel gemeenschappelijk. Dat bleek een schot in de roos. We delen een kritisch engagement en houden allebei van schrijven voor een groter publiek. Na twee cappuccino hadden we een idee voor een podcast en voor een boek. Met dat boek zijn we aan de slag gegaan. Anderhalf jaar geleden hadden we de opzet rond, een contract bij Atheneum en zijn we begonnen aan dit boek.”
Saskia: “Janneke en ik hadden allebei al geschreven over het Nederlandse zelfbeeld, los van elkaar. Janneke had zich vooral verdiept in het begin van het Nederlandse kolonialisme, ik in de negentiende eeuw. Samen konden we lange lijnen trekken en iets belangrijks zichtbaar maken: de doorgaande invloed van protestants kolonialisme op het Nederlandse zelfbeeld. Natuurlijk weten we wel dat Nederland een ‘calvinistisch’ land is, maar dat blijft vaak steken in clichés over één koekje bij de koffie. Hoe calvinisme en kolonialisme nu precies samengingen, en hoe witheid onderdeel is van dat verhaal, dat is onvoldoende in beeld.”
Het positieve zelfbeeld van Nederlanders moet op de snijtafel, lees ik in de promotietekst van het boek. Waarom?
Janneke: “In het boek laten we zien welke positieve eigenschappen Nederlanders zichzelf graag toeschrijven: bijvoorbeeld dat we vrij, tolerant, democratisch en seculier zijn. Het gaat er niet om dat Nederlanders dat allemaal niet zijn. Maar dat positieve beeld wordt steeds gebruikt om uitsluiting en geweld te legitimeren en uit het zicht te houden. Al vanaf de opstand tegen Spanje einde zestiende eeuw zagen inwoners van dit land zichzelf als vrij en tolerant, in tegenstelling tot de tirannieke Spanjaarden. Ze bekritiseerden de Spanjaarden die zomaar gebied van anderen afnamen, en dat de Spanjaarden geloofden dat de Paus dat kon legitimeren. Calvinisten spraken vol medelijden over de oorspronkelijke inwoners van Amerika. Maar dat nam niet weg dat ze zelf ook al gauw mensen tot slaaf zouden maken en gebied zouden innemen. Juist dat beroep op vrijheid was onderdeel van de legitimatie daarvan: zij zouden de ‘blinde Indianen’ toegang geven tot echte vrijheid.”
Saskia: “Een kritische analyse brengt als het goed is iets aan het licht wat je eerder nog niet scherp zag. Zelf deed ik onderzoek naar de calvinistische theoloog Abraham Kuyper, een van de belangrijkste Nederlandse politici eind negentiende eeuw. Kuyper had heel sterk het idee dat calvinisten zoals hij zich niet verlaagden tot racisme, ze stonden daar boven. Toch wemelt het in zijn werk juist van de racistische uitspraken. Zijn politieke partij de ARP was bezig de Nederlandse koloniale macht steeds verder uit te breiden, onder meer in Atjeh. Destijds al noemden critici het Nederlandse optreden in Atjeh een volkerenmoord. Voor Kuyper was het gerechtvaardigd, hij noemde het pacificatie. Het zou ertoe bijdragen dat moslims zich bekeerden en onderdeel werden van een beschaafde wereldorde. Ook in de hedendaagse beeldvorming over Kuyper staat zijn idee dat hij niet aan racisme deed vaak voorop. Maar zijn optreden in de politiek kun je alleen begrijpen als je onderkent dat Kuypers wereldbeeld was gebaseerd op een raciale hiërarchie, waar ook antisemitisme bij hoort. Witte calvinisten stonden bovenaan.”
Janneke: “Ons boek laat de diepe relatie zien tussen Nederlanderschap, calvinisme en racialisering. We denken vaak dat de constructie ‘ras’ uit de negentiende eeuw stamt, de periode van ‘wetenschappelijk’ racisme. Maar racialisering, dat wil zeggen het plaatsen van mensen in een hiërarchie op basis van taal, cultuur, wat aan lichamen werd toegeschreven, begon veel eerder. Religie was daar ook onderdeel van. Wij laten zien dat in de Nederlandse geschiedenis het idee van het calvinisme als enige ware religie een belangrijke rol speelde. Dominee Udemans schreef in 1638 al over de rechte Nederlander als iemand die wit was – het woord blank kwam pas later – en calvinistisch. De titel van ons boek is Uitverkoren. De calvinisten geloofden namelijk dat zij uitverkoren waren om dat ware geloof te verspreiden. Zij belichaamden het ware geloof, en daarom beschikten zij over gematigde lichamen en waren ze verlicht door de Geest. En het ware geloof moest zuiver blijven. Anderen waren verblind en hadden hun lichamen niet onder controle, zij bleven een gevaar voor calvinistische zuiverheid.”

“Een hoofdstuk van ons boek is gewijd aan de calvinistische overtuiging dat ze uitverkoren waren, omdat er zoveel aan vast zit. Er werd wel gesproken van Neerlands Israël. Er zat ook angst aan vast: je kunt Gods gunst weer verliezen. De calvinisten geloofden dat ze de positie van de Joden als uitverkorenen hadden overgenomen. Dat was niet vrij van antisemitisme: in het verhaal van racialisering speelt het beeld van Joden een grote rol. Voetius schreef over hen als ‘slaven’ die ‘vleselijk’ en ‘blind’ zijn, vol haat, afgunst en wraak. Hugo de Groot adviseerde dat christelijke en Joodse kinderen naar gescheiden scholen moesten, vanwege het gevaar van beïnvloeding.”
Zouden we toch iets van een ander soort trots kunnen ontwikkelen? Een natie is toch meer dan alleen haar machthebbers? We zouden misschien wat ‘inclusiever trots’ kunnen zijn waarbij mensen als Betje Wolff, Multatuli en Anton de Kom in beeld komen… Of is het misschien beter om gewoon een beetje minder trots te zijn?
Saskia: “Zeker is een land meer dan de machthebbers! Gelukkig wel. Maar laten we bij deze voorbeelden niet vergeten dat antikoloniaal verzet vaak juist niet nationaal was. Anton de Kom behoorde tot een generatie zeer internationaal georiënteerde Zwarte activisten en denkers. Betje Wolff, die zich uitsprak tegen slavenhandel en slavernij, zat in een netwerk van Franse revolutionairen die langs gelijke lijnen dachten. Dus eerder dan op zoek gaan naar ‘nationale’ bronnen van trots, zou ik denken, is het belangrijk ook nu over de landsgrenzen te kijken.”
Janneke: “Waarom willen we eigenlijk zo graag trots zijn op een vrij toevallige constructie als een natie, die ook nog verbonden is met veel geweld, in verleden en heden? Ik ben idealistisch genoeg om liever te werken aan een wereld met meer gelijkwaardigheid.”
Jullie benadrukken het Nederlandse kolonialisme en racialisering als een protestants verschijnsel. Dan zou door secularisatie en ontkerkelijking het probleem opgelost moeten zijn. Waarom is dat wel of niet zo?
Janneke: “Ten eerste is het natuurlijk niet zo dat alleen protestanten aan kolonialisme deden, de Nederlanders ontwikkelden hun koloniale systeem juist in het kielzog van de Spanjaarden. Ze namen heel veel van hen over.
Inmiddels is de slavernij afgeschaft, Nederland is geen koloniale macht meer, en inderdaad zijn we een behoorlijk seculier land. Gloria Wekker heeft erop gewezen dat vierhonderd jaar kolonialisme een cultureel archief heeft gevormd. Wij laten zien: kolonialisme en slavernij waren niet alleen iets dat ver weg gebeurde, die vierhonderd jaar waren ook bepalend voor het Nederlandse zelfbeeld. De opstand tegen Spanje, de ontwikkeling van een (calvinistische) Republiek, de opbouw van een (nationale) Gereformeerde kerk en de opbouw van een koloniale macht gingen gelijk op en waren met elkaar verknoopt.
Bovendien zeggen wij: juist in het seculiere zelfbeeld zie je de doorwerking van protestants kolonialisme. Sterker nog: wij laten in het boek zien dat het seculiere zelfbeeld in dezelfde lijn staat. Nog steeds lopen wij, nu niet de protestantse, maar de seculiere Nederland, een stapje voor op de rest.
Saskia: We noemden al Kuypers overtuiging niet racistisch te zijn, dat is niet verdwenen. Nog steeds menen we dat ons optreden in de wereld beschaving brengt. En nog steeds zijn we blind voor hoe dat optreden nog steeds mede gebaseerd is op raciale hiërarchieën. In ons boek leggen we uit hoe seculariteit dus geen einde maakt aan het idee dat wij verheven zijn boven anderen. ‘Seculier’ betekent vaak: alles wat benauwend en beperkt is aan calvinisme en religie in het algemeen zijn wij ontstegen. Maar we beroepen ons wél op de waarden van wat nu de joods-christelijke cultuur heet.”

Zou het mogelijk zijn om te leren van de geschiedenis? Kunnen we de machtsmechanismen die vroeger speelden en die we vandaag vaak terugzien, in positieve zin ombuigen? En zo ja: wat is daar dan voor nodig?
Janneke: “Dat is zeker de inzet van ons boek. Het is een constructief boek, in de zin dat wij ervan overtuigd zijn dat we deze inzichten in de geschiedenis nodig hebben om het heden te begrijpen, en om te kunnen bouwen aan een samenleving die daadwerkelijk inclusiever is.”
Saskia en Janneke: “We bouwen voort op het werk van heel veel anderen die al heel lang werken aan dat ombuigen. We hadden dit boek niet kunnen schrijven zonder het werk van bijvoorbeeld Gloria Wekker. Ook Nancy Jouwe die heeft laten zien dat dat kolonialisme geen louter overzeese geschiedenis was. En zo zijn er nog heel veel anderen van wie wij veel hebben geleerd. Wij zijn twee witte vrouwen, wij hebben zelf moeten leren hoe witheid is opgebouwd. Dat is een doorgaand leerproces.”
‘Uitverkoren. Hoe Nederland aan zijn zelfbeeld komt’ (Uitgeverij Athenaeum) verschijnt op 7 februari met een boekpresentatie in het Wereldmuseum in Leiden. Op zondagmiddag 23 februari is er rond het boek een bijeenkomst in de Dominicus in Amsterdam (toegang vrij, liefst wel aanmelden).
Leren van de geschiedenis…
Mooi, maar als je niet vanuit het nu vooruit kijkt waar we naar toe gaan, dan leer je niets.