Zinnig Noord is een pioniersproject van de Protestantse Kerk Amsterdam. Hoe ben jij bij dit pioniersproject terechtgekomen als je in Groningen rechten hebt gestudeerd?
“Tja, rechten… Ik ben dat gaan studeren, omdat ik op de middelbare school veel legal trillers had gelezen. Die boeken zitten vol met intellectuele glamour, interessante strafzaken en advocaten die veel geld verdienen. Dat leek mij ook wel wat. En dus besloot ik rechten te gaan studeren. Maar eerlijk gezegd was ik daar na één, twee jaar wel op uitgekeken. Het interesseerde me niet echt. Toch heb ik de studie afgemaakt, gewoon omdat ik geleerd heb af te maken waaraan je begonnen bent.
In mijn studententijd maakte ik kennis met het Groninger Studentenplatform voor levensbeschouwing, GSp. Ik was eerst zeer sceptisch. Zelf kwam ik uit de pinkstergemeenschap en die had ik achter mij gelaten. Toen vrienden mij meevroegen naar het GSp was ik eerst bang dat ze mij zouden willen bekeren. Maar ik ontdekte dat er een relaxte sfeer hing bij het GSp. Ik kreeg er een clubgevoel en wat was het een opluchting om een plek te hebben gevonden waar ik met anderen kon praten over filosofie, religie en zenboeddhisme. Als snel rolde ik in commissies, kwam in het bestuur terecht en werkte een poos voor het magazine van het GSp.
Bij rechten koos ik voor de sociale kant van het recht. Ik verdiepte me in het maken van wetgeving. Hoe zorg je voor rechtvaardige wetten? Wat zijn de gevolgen van zo’n wet voor onze samenleving? Ik liep stage bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, bij de afdeling ontwikkelingssamenwerking. Ik ging hier werken vanuit een idealisme, maar uiteindelijk gaat het toch om de realiteit. Hoe kunnen we zo helpen dat het niet een nieuwe vorm van kolonialisme is? Hoe zorgen we ervoor dat de hulp die we geven, wordt beschouwd als iets dat van hen is en niet van ons? Het stond ver af van de persoonlijke mens die toch mijn inspiratiebron is.
Toen volgde ik een workshop bij Cordaid. Die workshop ging over hoe we op verschillende manieren met de religieuze infrastructuur in een land om kunnen gaan. Daar ontdekte ik dat dit beter bij mij past en toen de vacature voor Zinnig Noord langskwam, solliciteerde ik direct. Dit werk past bij mij en sluit nauw aan wat ik bij het GSp heb gedaan.”
Bij Zinnig Noord doen jullie veel met kunst. Wat is de meerwaarde van kunst?
“Dat we kunst inzetten, is min of meer toevallig zo gegroeid. We kwamen in Noord terecht. Noord is hip, booming. Er is veel cultuur, het is nog redelijk goedkoop waardoor veel jongeren en jonge gezinnen zich hier vestigen. Er zijn kunstenaars, hippe eettentjes en goede uitgaansgelegenheden, zoals Eye, Pllek of Tolhuistuin. We wilden het raakvlak met die cultuur opzoeken, maar wilden niet zelf het wiel opnieuw uitvinden. Daarom ben ik met allerlei clubs en kunstenaars gaan praten en daar zijn een aantal prachtige samenwerkingen uit voortgekomen.
Ik denk dat kunst religie kan helpen. De kracht van kunst is dat je als toeschouwer gedwongen wordt tot ‘suspension of disbelief’, tot het opschorten van je ongeloof. Als je naar een theatervoorstelling gaat, laat je je meevoeren in het verhaal en ga je niet denken ‘dat decor is nep’ of ‘dit kan niet’. Als je Alice in Wonderland leest, zit je zelf ook in Wonderland en denkt niet ‘die wereld kan niet bestaan’. Je laat je meeslepen en kijkt naar het verhaal door de bril die de theatermaker of auteur jou opzet. Je wordt zo geïnspireerd; kan er lessen uit trekken.
Hetzelfde geldt ook voor religie. De verhalen uit bijvoorbeeld de Bijbel zijn perspectieven op de werkelijkheid. Maar waar mensen bij kunst hun ongeloof opschorten, doen ze dat bij religie vaak niet. Ze kijken niet door de bril naar de boodschap van het verhaal, maar ze kijken naar de bril en zeggen: ‘die bril deugt niet’.
Wat religie van kunst kan leren, is de kracht van de suspension of disbelief. Zo kunnen we de verhalen weer als visioenen leren zien. Onlangs was Nikolaas Sintobin, een jezuïet, bij ons en hij slaagt hier goed in. Bij ons Verloren Visioenen Lab leidde hij een zintuiglijke meditatie. Hij gebruikte hiervoor het verhaal dat Jezus over het water loopt en Petrus dat ook probeert. Natuurlijk is het onmogelijk om over water te lopen, maar als je dit nu eens even voor waar aanneemt en dan naar het verhaal kijkt. Wat voor een emoties roept het bij je op als je zelf vol angst in een bootje zit dat door de storm alle kanten op wordt geslagen en jij je leraar, vriend over het water naar je toe ziet lopen? Wat wordt er in jou geraakt als je je voorstelt dat je over het water naar je leraar toe wilt lopen en wegzinkt, maar wordt gegrepen door een hand.”
Zinnig Noord is een pioniersproject. Waar willen jullie naartoe?
“We zijn nu zo’n drie jaar bezig. Onze opdracht bij de start van het project was om nieuwe vormen van kerk-zijn te ontdekken en om contacten te leggen. Deze zouden dan in de kerk geïncorporeerd kunnen worden. We begonnen dus heel open.
Langzaam is onze koers veranderd. We zien ons nu niet meer als een onderdeel binnen de traditionele protestantse kerk, maar richten ons op een nieuwe gemeenschap, die naast de kerkgemeenschap kan bestaan. Ik had weliswaar het ideaal van een hechte club, maar het gevaar daarvan is dat we incrowd worden, dat we niet meer openstaan voor anderen.
Overigens hebben de mensen binnen de Protestantse Kerk Amsterdam die zich met de pioniersprojecten bezighouden, het woord ‘gemeenschap’ losgelaten. In plaats daarvan ligt de focus nu meer op het opzetten van nieuwe netwerken. Een gemeenschap heeft als connotatie dat ze steeds op dezelfde plek samenkomt. Die notie van lokaliteit leeft niet bij de jonge mensen van nu. Daarom zijn wij op zoek naar een vorm waarbij we werken met kleine kernteams die de verschillende activiteiten kunnen dragen en dat daaromheen een schil zit van mensen die naar de activiteiten komen.”
Jullie doen allerlei vernieuwende dingen en dan komen jullie nu met een labyrint. Een labyrint, zo saai, oud en stoffig. Wat denken jullie met dat labyrint te bereiken?
“O, voor mij is een labyrint helemaal niet saai, oud of stoffig. Ik leerde het pas twee jaar geleden kennen en was gefascineerd door de geschiedenis ervan. Het is een archetype voor transformatie, voor wedergeboorte. Je komt het in de Griekse mythologie tegen, binnen religieuze tradities. Het is een mooie vorm van wandelmeditatie. Ik heb vaak een labyrint gelopen en elke keer deed ik een andere ervaring op.”
Ik kijk hem nog steeds sceptisch aan. Hoe kan het labyrint nou iets spannends en levendigs worden?
“Vorig jaar maakten we een theatervoorstelling en we zochten een werkvorm waardoor de bezoekers de voorstelling konden verwerken. Ze in stilte laten zitten, leek ons geen goed idee. Ze langs de waterkant laten staan, was al een beetje beter, maar nog steeds te passief. En toen kwam het idee van een labyrint. Een labyrint als tijd/ruimte-capsule, als een contemplatieve reis om de voorstelling te verwerken. Een labyrint creëert een ruimte van betekenis waarbinnen de mensen eerst een weg naar binnen afleggen en in zichzelf ook naar binnen bewegen. Daarna lopen ze naar buiten en treden ze weer het dagelijks leven binnen. Door deze beweging en doordat ze bochten lopen, leggen mensen nieuwe verbindingen die je binnen deze betekenisruimte kunt duiden. Daardoor werkt het goed als verwerkingsvorm. En het was zo succesvol dat we nu een labyrint in de Hoftuin hebben gelegd.”
Je hebt het labyrint net gelopen met een groep filosofische daklozen gelopen. Hoe was dat?
“De groep filosofische daklozen is een filosofieclub voor thuisloze en wordt begeleid door Luc Tanja, straatpastor van de Protestantse Diaconie Amsterdam. Deze thuislozen hebben een uur het labyrint gelopen en dat was heel bijzonder.
We begonnen met een fysieke oefening. Je kunt het labyrint op vele manieren lopen, maar het mooiste is het als je het langzaam loopt. Daarom liet ik ze eerst voelen hoe ze gedragen worden door de grond onder hun voeten en hoe hun benen aanvoelen. Daarna gingen ze het labyrint lopen. Sommige deden dat op blote voeten om zo extra goed het labyrint te kunnen voelen. Het labyrint bestaat namelijk uit allerlei verschillende materialen: grote en kleine kiezels, boomschors, stenen en zand.
Ik stond naast het labyrint en op een gegeven moment liep één van de thuislozen voor mij langs. Toen zei hij: ‘Je kunt maar één pad lopen. Er is maar één levenspad.’ Ook zag ik hoe bij sommigen de ondergrond verschillende fases uit hun leven oproept. Als ze over de grote kiezels lopen zie je bijvoorbeeld een schaduw van verdriet of woede voorbijtrekken, terwijl ze op boomschors beginnen te stralen. Bij velen zie je ook dat ze langzaam de weg naar het midden van het labyrint afleggen, alsof ze moeite hebben om bij zichzelf te komen, maar dat ze energiek de weg naar buiten afleggen.
Het mooie van een labyrint is dat je je leven kunt doorlopen, door de bochten nieuwe verbindingen kunt leggen en door de beweging nooit in een fase blijft hangen. Je moet er doorheen en dat is heilzaam.”
En hoe ziet de toekomst eruit voor Zinnig Noord?
“We organiseren bijzondere en spannende activiteiten. Maar onze uitdaging is te ontdekken wat we gemeenschappelijk hebben. Welk taal delen we als we het hebben over zingeving? Welke gedeelde ervaringen hebben we? Laatst gaven we bij ‘Storytelling’ de opdracht om een begrafenisspeech te schrijven voor je overleden zelf. Daarbij mochten de deelnemers kiezen vanuit wie ze die speech schreven. Een van de mogelijkheden was God, het Leven. Dit perspectief werd verrassend genoeg het vaakst gekozen en gaf mensen een groter perspectief op hun leven. Door naar elkaars verhalen te luisteren, konden we iets van die gemeenschappelijke taal en ervaringen ontdekken.
Waar ik eigenlijk van droom is dat we van Zinnig Noord een plek kunnen maken waar mensen vanuit zichzelf, hun eigen verlangen, de traditie van religie en spiritualiteit kunnen ontdekken.”
Het labyrint in de Hoftuin is te lopen tot 11 september 2016. Dit is op eigen initiatief te doen, maar kan ook als excursie gelopen worden. Kijk voor meer informatie op de website van Zinnig Noord.